Brief regering : Update gasleveringszekerheid Q3 2025
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 596
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 september 2025
Op 1 oktober 2025 start het gasjaar 2025–2026. In deze brief informeert het kabinet
de Kamer hoe Nederland ervoor staat wat betreft de gasleveringszekerheid richting
de aankomende winter. Hierbij wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:
1. Actueel beeld van de gasleveringszekerheid en situatie op de gasmarkt, met vooruitblik
op aankomende winter 2025–2026;
2. Het bijgevoegde overzicht leveringszekerheid gas van Gasunie Transport Services (hierna:
GTS) met een vooruitblik op de winter van 2026–2027;
3. Update over lopende (nationale) maatregelen om de gasleveringszekerheid te borgen;
4. Relevante EU-ontwikkelingen.
Actueel beeld gasleveringszekerheid en vooruitblik winter 2025–2026
Groothandelsmarkt
In de afgelopen zomerperiode is de toevoer van gas naar de Europese Unie en Nederland
stabiel geweest. De import van LNG via de LNG-terminals in Nederland lag ook op een
hoog niveau. ACER (European Union Agency for the Cooperation of Energy Regulators)
ziet dat de import van LNG in de EU significant is toegenomen ten opzichte van dezelfde
periode in 2024.1 De Nederlandse Title Transfer Facility (TTF), de belangrijkste en meest liquide Europese handelsplaats voor aardgas, speelt
een belangrijke rol bij het aantrekken van gas naar Europa en Nederland.2 De TTF prijzen waren voor importeurs wereldwijd gunstig ten opzichte van prijzen
in bijvoorbeeld Azië.
Verschillende factoren waren van invloed op de prijzen op de groothandelsmarkt. De
gasvraag was deze zomer in Europa relatief hoog, vanwege een relatief grote opgave
om de gasopslagen in Europa te vullen. Ondanks deze hogere zomervraag, heeft het stabiele
aanbod van gas bijgedragen aan betrekkelijk stabiele en gematigde prijzen op de groothandelsmarkt.
In juli lagen de prijzen op de groothandelsmarkt rond de 35 euro per MWh en in augustus
iets lager rond de 33 euro per MWh, vergelijkbaar met voorgaande jaren in dezelfde
periode. Geopolitieke ontwikkelingen zoals de ontmoeting tussen president Trump en
president Poetin in Alaska hebben niet tot grote prijsschommelingen geleid. In september
lagen de prijzen tussen de 32 en 33 euro per MWh. De gasprijs op de groothandelsmarkt
bedroeg op 26 september 32,7 euro per MWh.
Het International Energy Agency (IEA) geeft aan dat de wereldwijde gasmarkt op dit
moment nog krap is en de prijzen wereldwijd relatief hoog liggen ten opzichte van
de situatie van voor de energiecrisis in 2022. Wel verwacht het IEA in zijn laatste
prognose dat er in het komende jaar een forse toename van 7% (40 bcm) zal zijn in
het aanbod op de mondiale gasmarkt, vanwege een toename in de LNG-productie.3 Hierdoor is de verwachting dat de markt ruimer wordt.
Vulgraden gasopslagen
De hiervoor genoemde stabiele aanvoer van gas naar Europa maakt het mogelijk, dat
de gasopslagen goed worden gevuld (zie ook hierna). De Nederlandse gasopslagen waren
op 1 september voor 65% gevuld. Hiermee is ruim voldaan aan de tussentijdse EU-vulverplichting
van 59% per 1 september 2025. De vulgraad op 27 september was 70%. Nederland ligt
hiermee op schema om aan de voor Nederland geldende EU-vulverplichting te voldoen
per uiterlijk 1 december 2025 (een gemiddelde vulgraad van 74%) en om het nationale
vuldoel van het kabinet van 80% te halen. Ook in de rest van Europa worden de gasopslagen
goed gevuld. Op 27 september was de gemiddelde vulgraad in de EU ruim 82%.
Gasopslagen worden gevuld door marktpartijen om te kunnen voldoen aan hun leveringsverplichtingen
in de winter (in combinatie met andere manieren waarop zij aan hun leveringsverplichtingen
kunnen voldoen, zoals inkoop van gas op een handelsplaats). Daarnaast is de gasprijs
een belangrijke prikkel voor het vullen, in het bijzonder het verschil tussen de prijs
voor gas die in de zomer moet worden betaald, en de prijs voor volgende winter (de
zogenoemde «spread»). Begin dit jaar was er sprake van een negatieve spread (een hogere
zomerprijs ten opzichte van de prijs in de winter daarna).4 Vanaf april 2025 is er sprake geweest van een (beperkt) positieve spread met een
verschil van ca. 1,5 euro per MWh.5 ACER wijst er in zijn recente rapport van 18 juli jl. op dat de zomer-winter spread
over deze gehele zomer minder positief was dan in voorgaande jaren.6
GTS gasleveringszekerheidsoverzicht met vooruitblik op 2026–2027
GTS heeft de wettelijke taak om jaarlijks een overzicht op te stellen van de leveringszekerheid
van gas.7 Op 12 september heeft GTS dit overzicht met toelichting met het kabinet gedeeld,
zoals bijgevoegd bij deze Kamerbrief. In dit overzicht kijkt GTS vooruit naar volgend
gasjaar 2026–2027 en maakt GTS een analyse op basis van de volgens haar relevante
ontwikkelingen ten aanzien van de vraag en beschikbaar aanbod. Daarbij hanteert GTS
specifieke aannames en uitgangspunten die GTS vooraf in de markt heeft geconsulteerd.
De drie belangrijkste analyses uit het overzicht zijn: 1) volume: of er in een koud
jaar8 voldoende gas beschikbaar kan komen om aan de gasvraag te kunnen voldoen; 2) capaciteit:
of alle eindafnemers op een koude dag9 van gas kunnen worden voorzien, ook wanneer de grootste bron uit zou vallen; en 3)
hoeveel gas er in de seizoensopslagen aanwezig moet zijn voor de winter 2026–2027.
Uitkomst is dat de algemene situatie is verbeterd ten opzichte van de bevindingen
in het vorige overzicht leveringszekerheid van september 2024.
Wat betreft volume constateert GTS in de analyse dat er geen scenario’s meer zijn
waarbij er tekorten ontstaan, ook niet bij een koud jaar en een hogere gasvraag. In
het overzicht leveringszekerheid van september 2024 was nog sprake van een tekort
in het scenario van een koud jaar in combinatie met een verminderd aanbod. Om dit
te mitigeren adviseerde GTS om de LNG-infrastructuur te handhaven of uit te breiden.
Hierna wordt onder het kopje LNG-importcapaciteit het beleid hierop verder toegelicht.
Ook het beeld dat GTS schetst met betrekking tot capaciteit laat een betere uitgangspositie
zien dan vorig jaar: in 2026–2027 is er een overschot aan capaciteit beschikbaar van
34,2 GW.10 In het vorige overzicht van 2024 werd het overschot voor het gasjaar 2026–2027 nog
op 14,9 GW geschat. Dit verschil komt met name omdat GTS nu uitgaat van een lagere
prognose voor de export van hoogcalorisch gas naar Duitsland en een bijstelling van
de productiecapaciteit voor de gasopslag Bergermeer.
Wat betreft gasopslag constateert GTS dat er aan het begin van de winter 2026–2027
minimaal 115 TWh aan seizoensflexibiliteit beschikbaar moet zijn. Seizoensflexibiliteit
is nodig om te voorzien in de extra gasvraag in de wintermaanden, ten opzichte van
de jaargemiddelde vraag. Een manier om deze seizoensflexibiliteit te kunnen bieden
is door middel van het vullen van de seizoensopslagen (Norg, Grijpskerk en Bergermeer).
GTS adviseert om de 115 TWh in de seizoensopslagen en de PGI Alkmaar op te slaan.
Dit komt neer op een vuldoel van 84% van de hiervoor genoemde specifieke gasopslagen
tezamen en 80% van de totale gasopslagcapaciteit die direct aan het Nederlandse gastransportnet
is verbonden. Het kabinet onderschrijft dit vuldoel voor 2026–2027 op basis van de
analyse van GTS. Verderop in deze brief gaat het kabinet hier nader op in.
Wat betreft de ontwikkeling in de gasvraag constateert GTS dat nog steeds wordt voorzien
dat de totale gasvraag daalt en zal blijven dalen, maar dat de daling minder groot
is dan een aantal jaren geleden werd voorzien. GTS gaat in het huidige overzicht uit
van de cijfers uit de KEV 2024. Daarin is de binnenlandse gasvraag in een gemiddeld
gasjaar hoger dan in het vorige overzicht gasleveringszekerheid werd aangenomen11.
Tot slot geeft GTS in het overzicht ook een doorkijk wat betreft volume, capaciteit
en verwachte benodigde seizoensflexibiliteit in de komende 5 jaar. Wat betreft volume
neemt de vraag de komende jaren zowel in een koud als een normaal jaar af. Het overschot
op de capaciteitsbalans neem toe tot 48,3 GW in 2029/30. De vraag naar seizoensflexibiliteit
neemt de komende jaren af. Dit betekent dat op termijn ook het volume dat voor seizoensflexibiliteit
in de gasopslagen beschikbaar moet zijn in de winter zal dalen. GTS geeft aan dat
de effecten van extreme gebeurtenissen buiten de analyse voor het overzicht leveringszekerheid
zijn gebleven.
Maatregelen om de gasleveringszekerheid te borgen
Gaswinning uit kleine velden
Met de Kamerbrief van 14 juli 202512 is de Kamer geïnformeerd over het op 23 april jl. gesloten sectorakkoord gaswinning
in de energietransitie en de voortgang van de nadere afspraken die specifiek zien
op gaswinning op land, waarin een balans wordt gezocht tussen enerzijds het tegemoetkomen
aan de zorgen van inwoners en regionale bestuurders en anderzijds het erkennen van
de belangrijke functie die gaswinning op land nog vervult.
Op 27 augustus jl. is het bilaterale Verdrag tussen Nederland en Duitsland door beide
landen ondertekend.13 Dit Verdrag ziet op nadere afspraken over de gezamenlijke exploitatie van grensoverschrijdende
koolwaterstoffenvelden in de territoriale zee tussen 3 en 12 zeemijlen, gelegen ten
noorden van het Eems-Dollard gebied. Op 1 september jl. is de Kamer tevens geïnformeerd
over de voorlopige toepassing van het Verdrag vooruitlopend op het parlementaire goedkeuringsproces.14 Dit Verdrag ziet mede op het N05-A gasveld waarvan door de operator ONE-Dyas, samen
met de omringende velden die men in dat gebied wil ontwikkelen, een totale winning
van circa 50 miljard m³ aardgas wordt verwacht in de komende 20 jaar. De gaswinning
in dit gebied draagt daarmee direct bij aan het doel van het kabinet om de gasleveringszekerheid
voor West-Europa en in het bijzonder Nederland en Duitsland te borgen.
LNG-importcapaciteit
Nederland is netto-importeur van gas. Voor dit kabinet blijft het faciliteren van
een zo divers mogelijke import een belangrijke prioriteit. Een van de randvoorwaarden
daarvoor is het faciliteren en op peil houden van voldoende LNG-importcapaciteit.
Zoals in eerdere brieven gemeld, wordt de doorvoercapaciteit van de grootste LNG-importterminal
in Nederland, de Gate Terminal in Rotterdam, vanaf oktober 2026 uitgebreid van 16
naar 20 bcm per jaar. De werkzaamheden voor deze uitbreiding verlopen volgens planning.
In de tweede helft van 2026 moet de extra capaciteit van 4 bcm per jaar operationeel
zijn.15 Zoals ook eerder gemeld, werkt EemsEnergyTerminal, de beheerder van de tijdelijke
LNG-terminal in de Eemshaven, aan een tijdelijke verlenging van deze terminal vanaf
oktober 2027.
Ten slotte wordt ook gewerkt aan het initiatief van VTTI B.V. en Höegh Evi voor een
mogelijke LNG-terminal in Zeeland, de Zeeland Energy Terminal (ZET). Het «Voornemen
en voorstel voor Participatie» (V&P) is op 1 mei 2025 gepubliceerd en ter inzage gelegd.16 Op dit moment worden alle ontvangen reacties verwerkt en meegenomen in de concept
Notitie Reikwijdte en Detailniveau (concept-NRD). De concept-NRD zal naar verwachting
eind dit jaar ter inzage worden gelegd.
Gasopslag
Nationaal vuldoel en maatregelen
De afgelopen jaren heeft het kabinet steeds jaarlijks een vulambitie uitgesproken
voor het vullen van de gasopslagen in Nederland voor de volgende winter. Het kabinet
volgt voor volgend jaar wederom het advies van GTS en de onderliggende analyse. Dit
betekent een vuldoel van 115 TWh op 1 november 2026 in de seizoensopslagen. Daarmee
ligt het vuldoel op nagenoeg hetzelfde niveau als dit jaar (110 TWh).
Het kabinet werkt voortdurend, in een publiek-privaat samenspel met de relevante marktpartijen
en stakeholders, aan het realiseren van het nationale vuldoel middels twee pijlers:
1) ervoor zorgen dat er, zo lang als nodig is, voldoende gasopslagcapaciteit beschikbaar
en toegankelijk blijft in de benodigde gaskwaliteit en functionaliteit (seizoensopslag,
multi-cycle-opslag voor balancering van het net, opslag voor pieklevering en opslag
voor een noodvoorraad) en 2) het vullen van de gasopslagen.
In de Kamerbrief van 14 juli jl. heeft het kabinet per individuele gasopslag toegelicht
welke maatregelen en ontwikkelingen op dit vlak lopen. Aanvullend heeft het kabinet
op 16 september jl.17 de Kamer nader geïnformeerd over de vultaak die EBN voor 2025–2026 en 2026–2027 heeft
gekregen en welke middelen daarvoor beschikbaar zijn gemaakt. Met deze middelen wordt
EBN, indien nodig, ook in staat gesteld commerciële transacties te verrichten die
leiden tot een hogere vulgraad van de gasopslagen Norg en Grijpskerk in 2025–2026.
Voor het jaar 2026–2027 is overleg met de aandeelhouders van NAM nog altijd gaande
om te komen tot afspraken over de toegang tot Norg en Grijpskerk nu GasTerra haar
operationele activiteiten per 1 oktober 2026 beëindigt. Daarnaast wordt er gewerkt
aan een «Regeling nadere invulling technische of economische noodzaak derdentoegang
gasopslaginstallaties» waarin wordt verduidelijkt wanneer onderhandelde derdentoegang
van toepassing is. De verwachting is dat deze regeling op zeer korte termijn wordt
vastgesteld en gepubliceerd in de Staatscourant. Dit helpt om marktpartijen in staat
te stellen de gasopslagen te vullen en indien nodig EBN in staat te stellen haar vultaak,
waar nodig, ook concreet uit te voeren.
Europese vulverplichting
Naast het nationale vuldoel voor de gasopslagen, gelden voor Nederland ook EU-vulverplichtingen
op grond van de EU Verordening gasleveringszekerheid. Op 27 mei en 14 juli jl. heeft
het kabinet de Kamer geïnformeerd over de verlenging en wijziging van deze EU-vulverplichtingen.18 Op 11 september jl. zijn de wijzigingen in werking getreden.19 Hiermee zijn de EU-vulverplichtingen tot eind 2027 verlengd, vooruitlopend op een
algehele herziening van EU-wetgevend kader voor de leveringszekerheid van gas en elektriciteit.
Tegelijkertijd is er in deze bepalingen meer flexibiliteit ingebouwd, om het daadwerkelijk
vullen en behalen van de doelen te vergemakkelijken.
Het vertrekpunt blijft dat alle lidstaten verplicht zijn een vuldoel te halen van
90%. Voor een aantal lidstaten met specifieke omstandigheden, waaronder Nederland,
geldt een correctie op dit doel. Voor Nederland geldt daarom, net als in voorgaande
jaren, een EU-vulverplichting van 74%.
Vanaf dit jaar is flexibiliteit ingebouwd ten aanzien van deze verplichting. Ten eerste
hoeft het vuldoel niet meer op 1 november behaald te worden maar in de periode tussen
1 oktober en 1 december. Ten tweede mogen lidstaten 10%-punt afwijken van de te behalen
vuldoelstelling indien er sprake is van moeilijke omstandigheden die het vermogen
beperken om ondergrondse gasopslaginstallaties overeenkomstig de verordening te vullen.
De Commissie krijgt de bevoegdheid om dit afwijkingsniveau met maximaal 5%-punt te
verhogen in geval van aanhoudende ongunstige marktomstandigheden en op voorwaarde
dat de leveringszekerheid van de Unie en de lidstaten niet wordt ondermijnd. Lidstaten
mogen naast de flexibiliteit die wordt geboden rondom moeilijke marktomstandigheden,
nogmaals 5%-punt afwijken van de te behalen vuldoelstelling indien (a) de nationale
gasproductie hoger is dan hun gemiddelde jaarlijks gasverbruik in de voorgaande twee
jaar; of (b) specifieke technische kenmerken van een individuele ondergrondse opslaginstallatie
tot een uitzonderlijk lange injectieperiode leiden.
Verder geldt dat de Commissie niet langer een uitvoeringshandeling vaststelt met tussentijdse
vuldoelen per lidstaat. Lidstaten moeten de Commissie nog wel jaarlijks op 15 september
informeren over hoe het vultraject voor de op hun grondgebied aanwezige ondergrondse
opslagcapaciteit er voor het komende jaar uitziet, maar de tussentijdse doelen die
de Commissie op basis hiervan formuleert, zijn vanaf nu indicatief en worden niet
openbaar gemaakt. Deze aanpassingen zijn vooral ingegeven door de wens om het handelen
van (markt)partijen die de opslagen vullen minder voorspelbaar te maken en zo minder
gevoelig te maken voor speculatie.
Update voorstel voor de Wet bestrijden energieleveringscrisis
Met het voorstel voor de Wet bestrijden energieleveringscrisis (Wbe) wil het kabinet
de weerbaarheid van het gassysteem verbeteren en een duidelijk kader opstellen op
welke manier de overheid kan ingrijpen als dat nodig is. Momenteel bevindt het voorstel
voor de Wet bestrijden energieleveringscrisis zich in de toetsingsfase. Dit betekent
dat verschillende instanties het wetsvoorstel moeten toetsen, onder andere met het
oog op het beoordelen van de kwaliteit van het wetsvoorstel, de uitvoerbaarheid, de
handhaafbaarheid en de impact daarvan op de samenleving en de overheid. Zo heeft de
ACM haar uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets vastgesteld op 26 augustus 2025.
Het kabinet onderzoekt hoe de aandachtspunten die de toetsingsinstanties aankaarten
kunnen worden verwerkt in het wetsvoorstel. Het kabinet verwacht begin 2026 het voorstel
ter advisering voor te leggen aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
Relevante EU-ontwikkelingen
RePowerEU
Op 11 juli 2025 heeft het Kabinet de Kamer geïnformeerd over het standpunt van het
Nederlandse kabinet ten aanzien van het wetgevingsvoorstel van de Europese Commissie
voor een Verordening ter beëindiging van de invoer van Russisch gas en olie tegen
eind 2027.20 Nederland steunt dit voorstel. Over dit wetgevingsvoorstel lopen momenteel onderhandelingen
in Brussel, met als intentie om later dit najaar tot een akkoord in de Raad te komen.
Het kabinet zal de Kamer, in aanloop naar de Energieraad op 20 oktober, hierover nader
informeren.
Tot slot: aan de vooravond van de winter liggen we op schema met het vullen van de
opslagen. In deze kamerbrief is toegelicht dat het kabinet nu al maatregelen treft
om voor te bereiden op de volgende winter.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Indieners
-
Indiener
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei