Brief regering : Overzicht nieuw beleid in de begrotingshoofdstukken IIA, IIB, IV (incl. BES-fonds), VII, GF en PF
36 800 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2026
36 800
IIA
Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2026
36 800
IIB
Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten
van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2026
36 800
IV
Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds
(H) voor het jaar 2026
36 800
B
Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2026
36 800
C
Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2026
Nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 september 2025
Op Prinsjesdag heeft u de ontwerpbegrotingen 2026 ontvangen van onder andere de begrotingshoofdstukken
IIA (Staten-Generaal), IIB (Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten en de Kiesraad),
IV (Koninkrijksrelaties, incl. het BES-fonds), VII (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
en het Gemeentefonds en het Provinciefonds.
Conform de Rijksbrede afspraak (Kamerstukken II 2021–2022, 31 865, nr. 198) ontvangt uw Kamer conform de Comptabiliteitswet artikel 3.1 in een aparte brief
de onderbouwing van voorstellen met grote financiële gevolgen (van € 20 miljoen of
meer) die zijn opgenomen in de Ontwerpbegroting 2026. Deze onderbouwing wordt gegeven
via het afgesproken kader «Beleidskeuzes Uitgelegd». De brief wordt u uiterlijk vóór
de parlementaire behandeling van de Ontwerpbegroting 2026 toegezonden.
Conform artikel 2.25 van de Comptabiliteitswet zal lopend beleid dat ten grondslag
ligt aan de begrotingsstaat in 2026 met terughoudendheid in uitvoering worden genomen
totdat de Ontwerpbegrotingen door de Staten-Generaal is geautoriseerd. Daarbij moet
de kanttekening worden geplaatst dat het onderscheid tussen nieuw en lopend beleid
soms evident is, maar soms ook lastig te bepalen is omdat wet- en regelgeving geen
concrete handvatten biedt om deze indeling eenvoudig te maken. Met inachtneming hiervan
constateer ik dat er geen sprake is van nieuw beleid in de Ontwerpbegroting 2026 van
de bovengenoemde begrotingshoofdstukken.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F. Rijkaart
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties