Brief regering : Beleidsreactie op brief “Verzoek tot het maken van een plan: toetsing selectie-instrumenten aan o.a. artikel 22 AVG” van de Autoriteit Persoonsgegevens”
32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens
Nr. 332
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 september 2025
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft sinds 2024 een toezichtarrangement bij de
Belastingdienst ingesteld.1 Dit toezichtarrangement is ingesteld om de AVG-compliantie van de Belastingdienst
te volgen en te beoordelen, maar ook om de Belastingdienst hierbij te begeleiden.
In het kader van deze controle en begeleiding heeft de AP (geautomatiseerde) selectie-instrumenten
opgenomen in het jaarplan van het toezichtarrangement.
Op 8 augustus jl. heb ik in het licht van dit toezichtarrangement een brief van de
AP ontvangen genaamd «Verzoek tot het maken van een plan: toetsing selectie-instrumenten
aan o.a. artikel 22 AVG». Deze brief deel ik graag met uw Kamer, inclusief een reactie
op de constateringen van de AP.
Achtergrond en aanleiding
Dit verzoek staat niet op zichzelf. In 2024 heeft het Ministerie van Financiën, in
het kader van de Wet waarborgen gegevensverwerking Belastingdienst, Toeslagen en Douane
(WGBTD), reeds advies ingewonnen bij de landsadvocaat over het gebruik van geautomatiseerde
selectietechnieken in relatie tot artikel 22 van de AVG en artikel 40 van de uitvoeringswet
AVG (UAVG).2 De AP heeft destijds aangegeven bereid te zijn hierover aanvullend advies te verstrekken.
Op 3 december 20243 heeft het kabinet uw Kamer geïnformeerd over de omgang met (geautomatiseerde) selectie-instrumenten
en besluitvorming binnen de overheid. Aan deze brief lag onder meer het advies van
de AP van 6 oktober 20244 ten grondslag. In dit advies is bevestigd dat selectie-instrumenten binnen de kaders
van de AVG mogelijk zijn. De AP heeft herhaald dat bij geautomatiseerde selectie-instrumenten
en geautomatiseerde besluitvorming moet worden voldaan aan een aantal waarborgen ter
bescherming van de rechten van burgers.
Besluiten mogen daarbij niet altijd uitsluitend door een systeem tot stand komen,
maar moeten, indien nodig, door een medewerker worden beoordeeld en eventueel worden
gecorrigeerd. Daarnaast gaat het om waarborgen zoals transparantie over de gebruikte
criteria, controle op mogelijke discriminatie en het bieden van effectieve mogelijkheden
voor burgers om hun rechten uit te oefenen, zoals inzage en bezwaar.
De Belastingdienst gebruikt selectie-instrumenten, zoals signaalmodellen of selectiemodules,
om te bepalen of een aangifte, aanvraag of verzoek voor handmatige beoordeling in
aanmerking komt. Deze inzet is essentieel om burgers en bedrijven zo snel mogelijk
duidelijkheid te bieden, en tegelijkertijd fouten en fraude zoveel mogelijk te voorkomen.
Een voorbeeld hiervan is een aangifte inkomstenbelasting waarin voor het eerst financieringskosten
voor de eigen woning worden afgetrokken. Een dergelijke aangifte bevat regelmatig
fouten. Door middel van geautomatiseerde selectie kan het risico op deze fouten ontdekt
worden, waardoor een onjuiste belastingaanslag voor de burger kan worden voorkomen.
De Belastingdienst heeft op dit moment meer dan 100 selectie-instrumenten in gebruik
die nodig zijn voor een efficiënte uitvoering van massale processen binnen de dienstverlening
en toezicht. Daarnaast zijn er meerdere selectie-instrumenten in ontwikkeling.
Constatering
De AP heeft, naar aanleiding van een informatieverzoek en gesprekken met de Belastingdienst,
in hun brief van 8 augustus jl. geconstateerd dat – met de huidig beschikbare informatie
– niet kan worden vastgesteld of de Belastingdienst voldoet aan de vereisten van artikel 22
AVG. Het gaat dan voornamelijk om de toelaatbaarheid van en de voorwaarden waaronder
selectie-instrumenten mogen worden toegepast. De constateringen van de AP richten
zich op het (objectief) kunnen aantonen van de rechtmatigheid van het gebruik van
(geautomatiseerde) selectie instrumenten. De AP wijst in hun brief op drie serieuze
punten van zorg:
1) de vraag of de Belastingdienst voldoende kan aantonen dat de gehanteerde selectiecriteria
objectief en rechtmatig zijn;
2) het ontbreken van een structureel en periodiek onderzoek naar de mogelijkheid of discriminatoire
verwerkingen zich kunnen voordoen en;
3) het feit dat niet altijd sprake is van betekenisvolle menselijke tussenkomst na een
selectie, of dat de Belastingdienst dit nog niet heeft kunnen onderbouwen/aantonen.
De AP verzoekt de Belastingdienst dringend om een plan van aanpak op te stellen waarin
de geautomatiseerde selectie-instrumenten worden getoetst en beoordeeld aan de geldende
wettelijke kaders en eisen en deze toetsing vast te leggen zodat kan worden aangetoond
dat de (geautomatiseerde) selectie-instrumenten rechtmatig in gebruik zijn. Daarbij
kunnen er dan, waar nodig, adequate maatregelen worden getroffen. Daarnaast vraagt
de AP om te bezien of een specifieke wettelijke voorziening voor geautomatiseerde
risicoselectie toch deels noodzakelijk is. Voor alle duidelijkheid, een specifieke
wettelijke voorziening voor geautomatiseerde risicoselectie is geen ultieme oplossing.
Er zal altijd aan de wettelijke eisen moeten worden voldaan. Daarbij gaat het in het
bijzonder om aan te tonen dat de algemene eisen voor geautomatiseerde risicoselectie
en het voorkomen van discriminatie worden nageleefd, zoals opgenomen in het advies
van de AP aan de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst over artikel 22 AVG.5
Reactie en aanpak Belastingdienst
Ik waardeer het dat de AP het onderzoek naar risicoselecties heeft opgenomen in het
jaarplan van het toezichtarrangement. Dit sluit aan bij onze inzet om samen met de
begeleiding van de AP, mede in het licht van ervaringen uit het verleden, volledig
in controle te komen op het gebied van AVG-compliantie. Daarom hecht ik eraan om transparant te zijn over de toepassing van selectie-instrumenten. Ik stel het op prijs dat de Belastingdienst het plan van aanpak in afstemming met
de AP kan opstellen. Hiermee werkt de Belastingdienst in lijn met de kabinetsreactie
van 3 december 2024, waarbij we werken met de handvatten die de AP ons heeft aangeboden.
Ik deel met de AP de noodzaak om te toetsen en beoordelen in hoeverre de selectie-instrumenten
binnen de geldende wettelijke kaders en eisen functioneren en daarmee uit te kunnen
sluiten dat de Belastingdienst in strijd met deze kaders handelt. Ik onderschrijf
de zorg van de AP dat er voldoende informatie beschikbaar moet zijn om aan te tonen
dat de selectie-instrumenten, al dan niet geautomatiseerd, AVG-conform worden toegepast,
waarbij selectiecriteria objectief worden gerechtvaardigd en (vooraf) worden onderbouwd.
Daarbij dienen de selectie-instrumenten te worden getoetst op discriminerende uitkomsten
en waar nodig worden ingezet met betekenisvolle menselijke tussenkomst.
Ik hecht er daarbij aan te benadrukken dat de Belastingdienst reeds werkt aan de aantoonbare
rechtmatigheid van het gebruik van (geautomatiseerde) selectie-instrumenten. Enkele voorbeelden van trajecten die hieruit volgen zijn:
• Er wordt een waarborgenkader selectie-instrumenten geïmplementeerd tot een integraal
kwaliteitsmanagement systeem voor alle gegevensverwerking binnen de Belastingdienst
onafhankelijk van de verwerking of het gebruik;
• De Belastingdienst is gestart met biasmetingen, waarbij inzicht wordt verkregen of
in de geselecteerde groep sprake zou kunnen zijn van een oververtegenwoordiging van
een groep met een bepaald kenmerk waardoor de (uitsluitend) geautomatiseerde verwerking
onrechtmatig onderscheid zou betekenen;
• Er wordt een werkinstructie opgesteld om alle bestaande selectieregels te toetsen
aan AVG, non-discriminatie en algemene beginselen van behoorlijk bestuur;
• De Belastingdienst neemt voor het einde van 2025 alle algoritmes met hoge impact in
het Nederlandse Algoritmeregister op.6
De verbetertrajecten worden, samen met de uitwerking van de constateringen van de
AP, opgenomen in het «Plan van aanpak selectie-instrumenten». Het plan van aanpak
zal, zo veel als mogelijk, aansluiten op lopende initiatieven. Op deze manier worden
reeds genomen acties verbonden met het plan van aanpak. De Belastingdienst zal het gevraagde plan van aanpak uitwerken en uiterlijk op 1 december
2025 aan de AP toesturen ter beoordeling.
Ik zal in het kader van het toezichtarrangement uw Kamer op de hoogte houden van de
voortgang van het plan, het in control komen op het gebied van de AVG en de verdere
beoordeling hiervan door de AP. Het plan van aanpak en de beoordeling hiervan door de AP zal begin 2026 met uw Kamer
worden gedeeld.
De Staatssecretaris van Financiën,
E.H.J. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.H.J. Heijnen, staatssecretaris van Financiën