Brief regering : Kabinetsreactie IBTD-rapport 'Rechtsbescherming in het geding'
31 066 Belastingdienst
Nr. 1511
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2025
Op 2 september 2025 heeft de Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (IBTD) het
rapport «Rechtsbescherming in het geding: Onderzoek informatieverstrekking aan de
rechter deel 2 (casusonderzoek)» gepubliceerd. Het rapport is het vervolg op een onderzoek
van de IBTD over de informatieverstrekking van de Belastingdienst aan de rechter.
Het eerste deel zag op de uitvoering van artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht
(Awb), die de Inspecteur verplicht om in beroepsprocedures alle op de zaak betrekking
hebbende stukken aan de rechter te verstrekken.
Mede naar aanleiding van het eerste rapport zijn een aantal verbeteracties doorgevoerd.
Die licht ik in deze kabinetsreactie verder toe. In het eerste rapport concludeerde
de IBTD dat er in de uitvoering veel goed gaat. De IBTD kwam met drie verbeterpunten
om incidentele fouten te voorkomen: (1) verbeter de inrichting van de kwaliteitsbeheersing
van de dossiers; (2) verbeter het inzicht in de kwaliteit van de werkzaamheden; en
(3) blijf kritisch over wat de Belastingdienst verstaat onder «op de zaak betrekking
hebbende stukken». Ook kondigde de IBTD een aanvullend onderzoek aan om een beeld
te krijgen van de problematiek van geschillen over de informatieverstrekking aan de
rechter op casusniveau.1
In dit tweede rapport, dat onlangs is verschenen, doet de Inspectie onderzoek naar
vijf casussen waarin de informatieverstrekking van de Belastingdienst aan de rechter
onderwerp was van het geschil. De gerechtelijke uitspraken in deze casussen dateren
uit de periode van 1 januari 2022 tot en met 20 oktober 2023. Met deze brief reageer
ik, namens het kabinet, op de bevindingen en aanbevelingen van de Inspectie. Daarbij
wil ik als eerste opmerken dat incidenten waarbij stukken ten onrechte niet of niet
tijdig aan de rechter worden verstrekt, te allen tijde moeten worden voorkomen. Daarom
heeft de Belastingdienst mede naar aanleiding van het eerste rapport verbeteracties
doorgevoerd. In deze beleidsreactie zet ik uiteen hoe deze verbeteracties bijdragen
aan het verbeteren van de informatieverstrekking aan de rechter.
Verbeteracties
In haar conclusie noemt de IBTD vijf «grondoorzaken» voor geschillen over informatieverstrekking
aan de rechter: (1) de toepassing van art. 8:42 Awb; (2) de interactie tussen belanghebbende
en de Belastingdienst; (3) de interne samenwerking binnen de Belastingdienst; (4)
informatiehuishouding; en (5) reflecteren en evalueren. De Inspectie schrijft dat
er onder medewerkers van de Belastingdienst verschillen in interpretatie bestonden
over de toepassing en de reikwijdte van art. 8:42 Awb, waardoor niet of niet alle
op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechter zouden zijn verstrekt. Ook spreekt
de IBTD van een gefragmenteerde en individualistische manier van werken waarbij geen
(tussentijdse) reflectie plaatsvond. Tot slot constateert de IBTD dat de informatiehuishouding
ten tijde van de casussen niet op orde was.
Aangepaste werkinstructies en interne samenwerking
Naar aanleiding van de aanbevelingen in het eerste onderzoeksrapport is de werkinstructie
over het verstrekken van op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechter aangepast.
Zo zijn er check- en afstemmingsmomenten ingevoerd om de compleetheid van het dossier
te toetsen. In reactie op een motie van de leden Idsinga en Palmen2 is de werkwijze rondom interne stukken in de instructie verduidelijkt en met de Kamer
gedeeld.3 Tot slot is in april 2025 de werkinstructie aangepast conform de nieuwe procesregeling
voor de belastingkamers van de gerechtshoven en het nieuwe procesreglement bestuursrecht
van de rechtbank. De laatste versie van de werkinstructie stuur ik als bijlage mee
met deze brief.
Om verschillen in interpretaties over art. 8:42 Awb te voorkomen, wordt de werkinstructie
via de vaktechnische lijn continu getoetst, doorontwikkeld en binnen de Belastingdienst
uitgedragen. De instructie is voor alle medewerkers te raadplegen via het intranet
van de Belastingdienst. Daarnaast borgen de check- en afstemmingsmomenten de interne
samenwerking tussen medewerkers binnen het team en daarbuiten.
Bewustwording over inzagerecht
Een belangrijke aanvulling op de aangepaste werkinstructie zijn de sessies waarin
medewerkers aan de hand van casuïstiek worden meegenomen in de aandachtspunten bij
de informatieverstrekking aan de rechter. Deze zogeheten SIM-sessies bestaan uit een
e-learning en workshops die worden geleid door een vaktechnisch adviseur. Deze sessies
dragen bij aan de bewustwording over inzagerecht, op de zaak betrekking hebbende stukken
en transparantie. Naargelang de behoefte van medewerkers worden aanvullend op de SIM-sessies
informatie- of discussiebijeenkomsten georganiseerd, waar onder andere wordt gereflecteerd
op en gesproken over de ontwikkelingen van inzagerecht en de invloed daarvan op de
dagelijkse praktijk. De SIM-sessies worden landelijk uitgerold binnen het primaire
proces en zijn beschikbaar voor alle medewerkers die in hun werkzaamheden te maken
krijgen met dossiers van belastingplichtigen.
Informatiehuishouding op orde
Binnen het programma Informatie Op Orde (IOO), waarover uw Kamer periodiek wordt geïnformeerd,
lopen diverse initiatieven om de informatiehuishouding van de Belastingdienst verder
te verbeteren. Zoals in de laatste stand-van-zakenbrief aan uw Kamer is medegedeeld,
is de planning nog steeds om de basis eind 2026 op orde te hebben.4 Daarnaast is in augustus 2025 het generiek platform voor document- en archiefbeheer
(GDA) in gebruik genomen. Daarmee is de eerste fase gerealiseerd en er worden de komende
tijd steeds meer systemen op aangesloten. Hiermee kunnen stukken binnen de hele Belastingdienst
snel worden teruggevonden en ingezien. Naar aanleiding van het amendement van het
lid Omtzigt5, dat burgers inzage zal geven in hun eigen fiscale dossier, zullen op de zaak betrekking
hebbende stukken in een digitaal portaal worden geplaatst. Dat portaal wordt gefaseerd
per belastingmiddel uitgerold. Uw Kamer is hier op 20 januari 2025 over geïnformeerd.6
Deze verbeteracties komen in het rapport van de IBTD niet aan de orde. Ook heeft de
Inspectie de effecten van de verbeteracties op actuele dossiers niet onderzocht. In
plaats daarvan heeft de IBTD ervoor gekozen om oude casuïstiek te onderzoeken die
dateert van vóór het doorvoeren van de verbeteracties. De bevindingen geven geen actueel
beeld van de huidige praktijk binnen de Belastingdienst. De Inspectie merkt daarover
op dat de informatieverstrekking nu beter is georganiseerd dan ten tijde van de casussen.
De Belastingdienst zal daarom zelf onderzoek doen naar de meest recente casussen om
een actueel beeld te krijgen van de huidige praktijk en de implementatie van de verbeteracties.
Interactie tussen belanghebbende en de Belastingdienst
De bevindingen van de IBTD over de interactie van de Belastingdienst met belanghebbenden
zijn fors en dat neem ik serieus. Ongeacht het geschil dat de Belastingdienst heeft
met een belastingplichtige, burgers en bedrijven staan altijd centraal. Het is niet
gelukt om dat in de casus van de IBTD uit te dragen en dat moet dan ook beter.
In haar onderzoek heeft de IBTD met één belanghebbende gesproken en komt tot de conclusie
dat de missie van de Belastingdienst om burgers en bedrijven centraal te stellen nog
niet wordt gerealiseerd. Deze conclusie doet tekort aan alle medewerkers die dagelijks
werken aan een financieel gezond Nederland. Ter illustratie behandelt de BelastingTelefoon
jaarlijks meer dan zeven miljoen telefoongesprekken,7 waarvoor de Consumentenbond in haar laatste onderzoek een 6,1 heeft gegeven. Uit
de laatste dienstverleningsmonitor, een onderzoek onder meer dan tweeduizend belastingplichtige
Nederlanders, beoordeelden burgers de dienstverlening met gemiddeld een 7,1.8 Bedrijven gaven de Belastingdienst gemiddeld genomen hetzelfde cijfer.9 Over de interactie met de Belastingdienst zijn burgers en bedrijven nog positiever.
Die geven zij een rapportcijfer acht of hoger.10
Daarnaast zijn de afgelopen jaren belangrijke initiatieven gerealiseerd die ervoor
zorgen dat burgers en bedrijven gezien en gehoord worden. Naast de reguliere toegang
tot de Ombudsman, is er ook onafhankelijke fiscale rechtshulp voor belastingplichtigen
en toeslaggerechtigden ingericht in de vorm van de belangenbehartiger. Voor de medewerkers
van de Belastingdienst is er een loket Rechtsstatelijkheid en hardheden, waar zij
terecht kunnen als zij denken dat de toepassing van de wet leidt tot onredelijke uitkomsten
voor burgers en bedrijven.
Ik vind het belangrijk om de bevindingen van de IBTD in mijn reactie aan uw Kamer
in context te plaatsen. De casussen die de Inspectie heeft onderzocht, dateren uit
de periode van vóór de verbeteracties die mede naar aanleiding van het eerste rapport
zijn doorgevoerd. In 2022 en 2023 zijn jaarlijks ongeveer zesduizend (hoger) beroepsprocedures
ingesteld tegen besluiten van de Belastingdienst.11 Uit het onderzoek van de IBTD blijkt dat de rechter in diezelfde periode 168 geschillen
over art. 8:42 Awb beslechtte. In een groot deel van de beroepsprocedures is de informatieverstrekking
aan de rechter geen onderwerp van geschil. Van die 168 casussen heeft de IBTD vijf
«complexe» en «omvangrijke tot zeer omvangrijke dossiers» geselecteerd. En hoewel
incidenten waarbij stukken niet of niet tijdig aan de rechter worden verstrekt te
allen tijde moeten worden voorkomen, spreek ik de suggestie die uitgaat van de titel
van het IBTD-rapport dat de rechtsbescherming van burgers en bedrijven in het geding
zou zijn, tegen.
Tot slot
De bevindingen van de IBTD dateren van vóór de verbeteracties van de Belastingdienst.
Daarom is het standpunt van het kabinet ongewijzigd ten opzichte van het eerdere rapport.
Incidenten waarbij stukken ten onrechte niet of niet tijdig aan de rechter worden
verstrekt, moeten te allen tijde worden voorkomen. De verbeteracties die de Belastingdienst
daarmee heeft ingezet, dragen daaraan bij en pakken de grondoorzaken aan die de IBTD
beschrijft.
Wel geeft het rapport aanleiding voor een onderzoek naar de meest recente casussen
en een analyse naar de verbeteracties die de Belastingdienst heeft doorgevoerd. Deze
analyse moet het gebruik van de werkinstructies, de SIM-sessies en andere hulpmiddelen
door medewerkers inzichtelijk maken. Indien nodig worden er naar aanleiding daarvan
aanvullende maatregelen getroffen. Over de uitkomsten van die analyse naar de verbeteracties
en eventuele aanvullende maatregelen wordt uw Kamer geïnformeerd in een stand-van-zakenbrief
Belastingdienst.
De Staatssecretaris van Financiën,
E.H.J. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.H.J. Heijnen, staatssecretaris van Financiën