Brief regering : Verslag Financieel Stabiliteitscomité 9 juli 2025
32 545 Wet- en regelgeving financiële markten
Nr. 224
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juli 2025
Hierbij zend ik u het verslag van de bijeenkomst van het Financieel Stabiliteitscomité
(FSC) van 9 juli 2025. Dit verslag wordt ook gepubliceerd op de eigen website van
het FSC.
In het FSC spreken vertegenwoordigers van De Nederlandsche Bank (DNB), de Autoriteit
Financiële Markten en het Ministerie van Financiën ten minste twee keer per jaar onder
leiding van de president van DNB over ontwikkelingen op het gebied van de stabiliteit
van het Nederlandse financiële stelsel. Het Centraal Planbureau (CPB) neemt als externe
deskundige deel aan de vergadering. De deelnemers namens het Ministerie van Financiën
en CPB nemen geen deel aan de besluitvorming over het signaleren van risico’s en het
doen van aanbevelingen.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Verslag Financieel Stabiliteitscomité 9 juli 2025
In het Financieel Stabiliteitscomité (FSC) spreken vertegenwoordigers van de Autoriteit
Financiële Markten (AFM), De Nederlandsche Bank (DNB) en het Ministerie van Financiën
over ontwikkelingen op het gebied van financiële stabiliteit in Nederland. Het Centraal
Planbureau (CPB) neemt als externe deskundige deel aan de vergaderingen. De President
van DNB is voorzitter van het FSC.
Tijdens de vergadering van 9 juli 2025 zijn drie hoofdonderwerpen besproken: actuele
risico’s voor de financiële stabiliteit, de economische en financiële verwevenheden
van Nederland met de Verenigde Staten, en de opvolging van aanbevelingen uit het IMF
Financial Sector Assessment Program (FSAP). Een vertegenwoordiger van het Ministerie
van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening nam deel aan de bespreking van dit laatste
onderwerp.
1. Actuele ontwikkelingen en risico’s financiële stabiliteit
De Nederlandse economie laat in 2025 een gematigde groei zien. In het eerste kwartaal
nam het bruto binnenlands product met 0,4% toe ten opzichte van het voorgaande kwartaal.
Met name de consumptieve uitgaven stutten de groei door de combinatie van relatief
hoge loonstijgingen en een dalende inflatie. Ondanks deze relatief sterke groei blijft
de economische dynamiek kwetsbaar.1 De internationale handelsomgeving is verslechterd door aanhoudende geopolitieke spanningen,
wat leidt tot verhoogde onzekerheid en druk op de wereldhandelsgroei. Hierdoor worden
bedrijfsinvesteringen uitgesteld en blijft de uitvoer achter.
De inflatie in Nederland daalt langzaam, maar blijft op een hoger niveau dan in het
eurogebied. Onderliggend zijn er factoren die de inflatie in een verschillende richting
duwen en zorgt de verhoogde volatiliteit van energieprijzen voor onzekerheid in de
inflatieramingen. In het eurogebied ligt de inflatie momenteel rond de doelstelling
van de Europese Centrale Bank, die recent de rente heeft verlaagd naar 2%. Vooruitkijkend is de verwachting dat de Nederlandse inflatie ook richting
2% beweegt, maar in een langzaam tempo.
Het FSC constateert dat financiële markten tot nu toe veerkrachtig zijn gebleven,
ondanks verhoogde volatiliteit en onzekerheid. De hoge koers-winst ratio’s van aandelen
zijn moeilijk te rijmen met deze omgeving, waardoor de kans op abrupte koerscorrecties
toeneemt. Daarbij valt op dat de bewegingen op financiële markten afwijken van historische
patronen: zo verzwakt de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro, terwijl het
renteverschil met de VS toeneemt. Het FSC benadrukt het belang van gedegen risicomanagement
en in het bijzonder het gebruik van scenario-analyses om kwetsbaarheden inzichtelijk
te maken die niet in historische data of modellen zitten. Het risico op schokken die
de financiële sector kunnen raken, is onverminderd groot. Daar tegenover staat dat
Nederlandse financiële instellingen beschikken over stevige buffers en tot dusverre
in staat zijn gebleken om schokken op te vangen.
Het FSC bespreekt ook meer lange-termijn ontwikkelingen, zoals de afzwakkende basis
voor economische groei, vergrijzing en schuldhoudbaarheid. Door de aanhoudende krapte
op de arbeidsmarkt en relatief lage productiviteitsgroei wordt de economische groei
in zowel Nederland als Europa beperkt. Dit vraagt onder meer om versterking van de
Europese interne markt. FSC-leden zien daarbij de Europese spaar- en investeringsunie
als een belangrijke stap om de financiering van innovatieve bedrijven te versterken.
Ook simplificatie van regelgeving van de financiële sector kan helpen om de concurrentiekracht
te verbeteren, maar dit mag niet ten koste gaan van weerbaarheid.2 Op het gebied van schuldhoudbaarheid ziet het FSC aanhoudende risico’s. De hoge schuldniveaus
in een aantal Europese landen vergroten de gevoeligheid voor veranderingen in de rente.
De stijging van de Europese defensie-uitgaven om de nieuwe NAVO-normen te behalen
legt extra druk op de begrotingsruimte. Het is noodzakelijk dat deze uitgaven uiteindelijk
structureel binnen de begrotingen ingepast worden om schuldhoudbaarheid op de lange
termijn te garanderen.
Digitale en operationele weerbaarheid blijft een belangrijk aandachtspunt. De dreiging
van cyberaanvallen is toegenomen en financiële instellingen zijn in toenemende mate
afhankelijk van digitale infrastructuur. Ook is het belang van operationele risico’s
en business continuity in bredere zin gegroeid, als gevolg van onder meer aanhoudende geopolitieke spanningen.
Het FSC spreekt af dit onderwerp in een volgende vergadering verder te bespreken.
Het FSC heeft tot slot ook aandacht voor de groei en potentie van crypto activa en
stablecoins in het financiële systeem. Hoewel de verwevenheid tussen crypto en de
traditionele financiële sector nog beperkt is, neemt deze wel snel toe. Grensoverschrijdende
divergentie in de regulering en het toezicht is daarbij zorgelijk.
2. Verwevenheden met de Verenigde Staten
De Nederlandse economie en financiële sector zijn nauw verweven met die van de Verenigde
Staten.3 Deze verwevenheid manifesteert zich op meerdere niveaus: via handel en investeringen,
via directe en indirecte financiële blootstellingen, en via de financiële infrastructuur
zoals betalingsverkeer en IT-diensten. Deze relaties met de VS zijn omvangrijk en
leveren aanzienlijke economische voordelen op. Tegelijkertijd vergroten ze de gevoeligheid
voor externe schokken en creëren ze strategische afhankelijkheden.
Het FSC onderstreept het belang van strategische diversificatie van handelsrelaties
en het versterken van de Europese interne markt om de weerbaarheid van Europa te vergroten.
Binnen de financiële sector zijn de directe Nederlandse blootstellingen aan Amerikaanse
activa over het algemeen beheersbaar, maar niet verwaarloosbaar. Zo hebben pensioenfondsen
aanzienlijke belangen in Amerikaanse markten, vooral vanwege de omvangrijke Amerikaanse
aandelenmarkt. De centrale rol van de dollar in het internationale financiële stelsel
maakt dat indirecte afhankelijkheden groter zijn, bijvoorbeeld omdat veel internationale
betalingen in Amerikaanse dollars plaatsvinden. In deze context noemen FSC-leden ook
de recent aangenomen zogenaamde «Big Beautiful Bill» in de Verenigde Staten. Het FSC wijst op de mogelijke gevolgen van de toenemende
Amerikaanse staatsschuld voor de stabiliteit van het internationale financiële stelsel,
mede gezien de rol van Amerikaanse staatsobligaties als veilige activa.
Verder is sprake van afhankelijkheden in de financiële infrastructuur en op technologisch/IT-gebied.
Zo maken Europese financiële instellingen gebruik van Amerikaanse systemen voor betalingsverkeer,
effecten-afwikkeling en IT-diensten. Dit laatste speelt ook breder in de economie.
Europese initiatieven zoals het European Payments Initiative en de DORA-verordening
kunnen bijdragen aan meer strategische autonomie en betere risicobeheersing. Tegelijkertijd
blijft de afhankelijkheid op korte termijn groot. Het FSC benadrukt het belang van
Europese alternatieven voor essentiële digitale diensten en de ontwikkeling van strategische
autonomie op dit vlak om de weerbaarheid te vergroten. Samenwerking tussen private
en publieke partijen kan deze ontwikkeling versnellen.
Naast Europese strategische autonomie benadrukken FSC-leden ook het belang van internationale
samenwerking en de sleutelrol van de VS in onder andere het Internationale Monetaire
Fonds, G20 en Financial Stability Board. Door internationale samenwerking kunnen negatieve
schokken beter aangepakt worden, omdat financiële stress zich snel door de internationale
verwevenheden kan verspreiden. De toegang tot dollarswaplijnen van de Federal Reserve
tijdens perioden van financiële stress is bijvoorbeeld een belangrijke manier om de
impact van negatieve schokken te beperken.
3. Opvolging IMF FSAP-aanbevelingen
Het FSC bespreekt de voortgang in de opvolging van aanbevelingen uit het IMF Financial Sector Assessment Program (FSAP). De discussie gaat in het
bijzonder over de aanbeveling van het IMF om de governance omtrent de hypothecaire
leennormen te versterken. Zo stelt het IMF dat financiële stabiliteitsoverwegingen
een belangrijkere rol dienen te krijgen bij het bepalen van de leennormen. SEO Economisch
Onderzoek heeft op verzoek van de Ministeries van Financiën en Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening een evaluatie uitgevoerd naar de doeltreffendheid, doelmatigheid
en uitvoerbaarheid van de hypothecaire leennormen. Dit rapport en de aanbevelingen
alsmede de voorstellen van de Minister van Financiën zijn recent met de Tweede Kamer
gedeeld.
FSC-leden verwelkomen het voorstel om AFM en DNB een grotere rol te geven in het monitoren
van de effecten van leennormen op financiële stabiliteit. Dit versterkt de integratie
van financiële stabiliteitsoverwegingen in de besluitvorming. Daarnaast zal de monitoring
van de toegankelijkheid tot de woningmarkt uitgevoerd worden door het CPB, wat bijdraagt
aan de verdere versterking van de oordeelsvorming. Hoewel FSC-leden benoemen dat verschillende
belangen kunnen conflicteren (verantwoord leengedrag, toegang tot de woningmarkt en
financiële stabiliteit) wordt het voorstel als een belangrijke stap voorwaarts gezien.
De implementatie van de overige FSAP-aanbevelingen verloopt grotendeels volgens planning.
FSC-leden herkennen de conclusies van het IMF in de recente uitgevoerde Artikel IV missie waarin de Nederlandse economie
beoordeeld wordt. Hierbij benadrukken FSC-leden het belang van de beschikbaarheid
van granulaire data met betrekking tot woninghypotheken om risico’s op de woningmarkt
goed te kunnen monitoren, ook in het kader van bovengenoemde aanbeveling.
De volgende vergadering vindt plaats op 12 november 2025. Leden kunnen voorafgaand
suggesties aandragen voor de agenda.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën