Brief regering : Fiche: Mededeling Internationale Digitale Strategie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 4102
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2025
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 6 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Verordeningen wijziging Europees securitisatieraamwerk. (Kamerstuk 22 112, nr. 4101)
Fiche: Mededeling Internationale Digitale Strategie.
Fiche: Defence Readiness Omnibus pakket. (Kamerstuk 22 112, nr. 4103)
Fiche: Mededeling Het Europees Oceaanpact. (Kamerstuk 22 112, nr. 4104)
Fiche: Mededeling Europese strategie voor waterweerbaarheid en aanbeveling. over leidende
beginselen inzake waterefficiëntie eerst. (Kamerstuk 22 112, nr. 4105)
Fiche: Verordening uitfaseren import Russisch aardgas en monitoring energieafhankelijkheden.
(Kamerstuk 22 112, nr. 4106)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Fiche: Mededeling Internationale Digitale Strategie
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
JOINT COMMUNICATION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL An International Digital
Strategy for the European Union
b) Datum ontvangst Commissiedocument
5 juni 2025
c) Nr. Commissiedocument
JOIN(2025) 140
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52025JC0140
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad voor Vervoer, Telecom en Energie (Telecom)
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
2. Essentie voorstel
Op 5 juni 2025 hebben de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie
voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid (hierna: Commissie) gezamenlijk de Internationale
Digitale Strategie voor de EU gepubliceerd. De strategie benadrukt dat het mondiale
leiderschap in digitale technologieën zoals kunstmatige intelligentie (AI) en infrastructuur
doorslaggevend zal zijn voor wie de spelregels van de toekomst bepaalt. Met deze strategie
speelt de EU in op de groeiende geopolitieke en technologische impact van digitale
technologieën.
De strategie onderstreept het belang van internationale samenwerking met landen die
dezelfde waarden delen en stelt dat digitale technologieën een centrale rol spelen
in externe betrekkingen van de EU. De overkoepelende doelstellingen van de strategie
zijn 1) het versterken van het Europese technologische concurrentie- en innovatievermogen,
2) het verzekeren van de (digitale) veiligheid van de EU en haar partners en 3) en
het vormgeven van het mondiale digitale bestuur en standaarden.
De strategie heeft zes pijlers: (1) digitale technologie als kern van extern beleid,
(2) uitbreiding van het wereldwijde netwerk van digitale partnerschappen, (3) versterking
van het Europese technologieaanbod, (4) focus op strategische samenwerkingsdomeinen,
(5) mondiaal digitaal bestuur, en (6) een veilige, concurrerende en verbonden EU.
De eerste pijler beschrijft de sleutelrol die digitale technologie speelt in geopolitiek
en veiligheid. Digitale infrastructuur, zoals cloud- en satellietconnectiviteit, en
technologieën als AI, 5G/6G, halfgeleiders en kwantum, worden daarbij gezien als cruciale
strategische technologieën en capaciteiten, zowel voor internationale partnerschappen
als voor de eigen veiligheid. Deze infrastructuur moet niet alleen binnen Europa,
maar ook in samenwerking met derde landen ontwikkeld worden. Het betrekken van de
private sector heeft een centrale rol in de strategie.
De tweede pijler richt zich op het verdiepen van bestaande samenwerkingen via o.a.
digitale partnerschappen en handel- en technologieraden en het verder uitbreiden van
het netwerk aan handelsovereenkomsten en digitale handelsovereenkomsten. De EU zoekt
actieve samenwerking met onder meer de VS, Japan, India, Singapore, Zuid-Korea en
landen in Latijns-Amerika. Buurlanden en kandidaat-lidstaten worden daarnaast nadrukkelijk
betrokken bij EU-projecten rond digitale ontwikkeling, connectiviteit en regelgeving.
Dit moet leiden tot wederzijdse investeringen in connectiviteit en innovatie alsook
harmonisatie van regelgeving en standaarden.
De derde pijler introduceert het
EU Tech Business Offer: een aanbod van veilige en betrouwbare Europese digitale technologieën, diensten
en infrastructuren die afgestemd worden op de behoeften van partnerlanden. Hiermee
beoogt de EU een alternatief te bieden voor digitale oplossingen uit andere machtsblokken.
Dit aanbod wordt o.a. uitgerold in samenwerking met Europese bedrijven en ontwikkelingsbanken.
De vierde pijler benoemt een aantal concrete prioriteiten. De Commissie wil Europese
investeringen in veilige digitale infrastructuur, zoals onderzeese kabels en AI-fabrieken
in derde landen. Daarnaast wordt samenwerking op het vlak van halfgeleiders, kwantumtechnologie,
6G en cyberveiligheid genoemd. Ook het bestrijden van desinformatie, online bescherming
van minderjarigen en cyberweerbaarheid staan op de agenda.
De vijfde pijler focust op wereldwijde digitaal bestuur en standaarden, waarbij de
ontwikkeling van digitale technologieën wordt ingezet als instrument in het externe
beleid van de EU om wereldwijd technische standaarden te zetten op basis van universele
mensenrechten, democratische waarden, rechtsstatelijkheid en cyberveiligheid. Hier
pleit de Commissie voor een multilaterale aanpak met organisaties als de VN, G7, OESO
en Raad van Europa. De EU moet via die weg invloed uitoefenen op mondiale technische
standaarden. Het behoud van een open, vrij en veilig internet staat hierbij centraal.
Ten slotte benadrukt de zesde pijler dat de EU zich moet profileren als een betrouwbare
en innovatieve partner, door samen te werken met gelijkgestemde landen die bijdragen
aan het vergroten van de EU haar concurrentiekracht en veiligheid.
3. Nederlandse positie ten aanzien van de mededeling/aanbeveling
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
In een sterk veranderende en fragmenterende geopolitieke context waarin digitale technologieën
steeds bepalender zijn voor de machtsverhoudingen, streeft het kabinet ernaar om actief
bij te dragen aan een competitief, veilig, open en betrouwbaar digitaal ecosysteem.1 Deze inzet sluit aan bij de bredere Europese ambitie om het concurrentievermogen
en de technologische weerbaarheid te versterken, internationale digitale partnerschappen
uit te bouwen en democratische waarden ook online te waarborgen.
Met het oog op toekomstig verdienvermogen, economische en digitale weerbaarheid zet
Nederland zoals beschreven in onder andere de Strategie Digitale Economie, de Nationale
Technologiestrategie en de Internationale Cyberstrategie in op internationale samenwerkingen,
zowel bilateraal als multilateraal in opkomende technologieën als AI, halfgeleiders,
6G en kwantum.2 Daarbij zet het kabinet in op Europese samenwerking en innovatie middels onder andere
de Semicon Coalition
3 en onderhoudt het internationale partnerschappen om open, betrouwbare waardeketens
te waarborgen. Op het gebied van AI heeft Nederland de ambitie om internationaal met
de koplopers mee te doen bij verantwoorde ontwikkeling en toepassing van AI.4 Qua semiconbeleid streeft Nederland naar mondiale samenwerking met gelijkgestemde
internationale partners (van overheden tot industrie) met als doel een betrouwbare
mondiale leveringsketen. Daarnaast wil het kabinet talent van buiten de EU blijven
aantrekken en het Europese ecosysteem versterken, waarbij economische en veiligheidsbelangen
in acht worden genomen.
In de Kamerbrief Agenda Digitale Open Strategische Autonomie5 is op basis van een systematische analyse geconcludeerd dat voor het terugdringen
van ongewenste afhankelijkheden het versterken van internationale partnerschappen
een belangrijke handelingsoptie is.
Zoals beschreven in de Beleidsagenda Buitenlandse Handel zet Nederland zich in EU-verband
in voor handelsverdragen met gelijke en redelijke standaarden en voor een open en
op regels gebaseerd handelssysteem.6 Dit geldt ook voor afspraken over digitale handel. In de beleidsbrief Ontwikkelingshulp7 is aansluiting bij de Global Gateway-strategie van de EU een van de Nederlandse prioriteiten. Daardoor beoogt het kabinet
via delegated cooperation8 met de EU extra EU-gelden op te halen om Nederlandse initiatieven op te schalen.
Het betrekken van het Nederlandse bedrijfsleven is daarbij een belangrijk speerpunt.
Nederland steunt daarbij opschaling van Global Gateway, met bijzondere aandacht voor digitale infrastructuur.9 Voor het opzetten van digitale projecten in Europees verband richt Nederland zich
op de Digital for Development Hub, het Europese samenwerkingsplatform voor de digitale pilaar van Global Gateway. Het
kabinet legt een speciale focus op het Afrikaanse continent.
Voor wat betreft veilige infrastructuur is het voor het kabinet onder andere van belang
dat de samenwerking met partners wordt gezocht op het gebied van 6G, om zo tot gemeenschappelijke
standaarden te komen. Op nationaal niveau investeert het kabinet vanuit het Nationaal
Groeifonds in het programma 6G Future Network Services.10 Op het gebied van zeekabels zet het kabinet in op routediversiteit en redundantie
van zeekabels volgens het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur.
De Internationale Cyberstrategie 2023–2028 beschrijft de diplomatieke inzet die nodig
is om te werken aan een open, vrij en veilig digitaal domein. Nederland richt zich
tevens op het versterken van het multistakeholdermodel voor het beheer van het internet
en pleit voor een vrij, veilig en open internet. Het kabinet streeft naar strategische
coalities en samenwerking met derde landen voor de erkenning en toepassing van internationaal
recht en mensenrechten online. De focus ligt hierbij onder andere op dialogen over
internetbeheer met de Westelijke Balkan, Azië, Oceanië en landen in zuidelijk Afrika.
Daarnaast besteedt het kabinet expliciet aandacht aan de bestrijding van online terrorisme
en extremisme via de Versterkte Aanpak Online en wordt desinformatie tegengegaan middels
de maatregelen uit de Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie.11
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet verwelkomt de strategie en onderschrijft het belang van een sterke internationale
positie van de EU en haar lidstaten. Het kabinet herkent het beeld dat wordt geschetst;
digitale technologie speelt een sleutelrol in de huidige geopolitieke verhoudingen
en veiligheid. Het kabinet verwelkomt daarom ook de keuze van de Commissie om in te
zetten op het vergroten van het Europese (technologische) concurrentie- en innovatievermogen,
het versterken van de (digitale) veiligheid van de EU en het vormgeven van het mondiale
digitale bestuur en standaarden. Daarbij zet het kabinet in op meer aansluiting van
het extern digitaal beleid met het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid
en het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid in een sterker geïntegreerde
aanpak, waarbij goede afstemming plaatsvindt met instrumenten als het European Defence
Fund.12 Het is daarnaast in het kader van een versterkte (technologische) concurrentie- en
innovatiepositie van de EU positief dat wordt verwezen naar de Competitiveness Compass13 van de EU. Ook de recent gepresenteerde start-up and scale-up strategie moet hier aan bijdragen.14
Het kabinet verwelkomt de inzet van de Commissie op het verder uitbouwen en verdiepen
van digitale partnerschappen en digitale handelsovereenkomsten. Dergelijke partnerschappen
kunnen bijdragen aan de Global Gateway strategie. Strategische samenwerking met derde landen draagt bij aan de ontwikkeling,
implementatie en bestendiging van gedeelde waarden en standaarden. Dit geldt eveneens
voor engagement met (potentiële) kandidaat-lidstaten. Gezien de huidige geopolitieke
spanningen is het aangaan van nieuwe en het versterken van bestaande partnerschappen
van extra belang. Ook onderschrijft het kabinet de noodzaak om extra in te zetten
op het versterken van partnerschappen met Afrika via vraaggestuurde digitale initiatieven,
in lijn met de Global Gateway-strategie. Het Europese platform Digital for Development Hub is hierbij een faciliterend instrument om de Europese samenwerking op het gebied
van digitale Global Gateway-initiatieven te versterken. Het kabinet acht het van belang
dat de inzet op wederkerige samenwerking ook daadwerkelijk leidt tot concrete projecten
en investeringen die bijdragen aan digitale veiligheid, innovatie en economische kansen.
Het creëren van een EU Tech Business Offer is in lijn met de Nederlandse inzet op het betrekken van het bedrijfsleven. Om het
concurrentievermogen, innovatie en de onafhankelijkheid van de EU te versterken is
het noodzakelijk om samenwerking tussen Europese tech-bedrijven te verbeteren. Hoewel
de strategie voortbouwt op bestaande financieringsinstrumenten en gebruik maakt van
bestaande programma’s en netwerken zoals de digitale hubs, blijkt nog onvoldoende
uit dit voorstel wat de toegevoegde waarde is bovenop bestaande en aangekondigde initiatieven
van de Commissie. Het kabinet zal de Commissie verzoeken dit voorstel verder uit te
werken om de samenhang met andere initiatieven beter te kunnen beoordelen.
Mondiaal concurreren op het gebied van kritieke technologieën is cruciaal voor onze
veiligheid, concurrentievermogen en open strategische autonomie. Het kabinet verwelkomt
de voorgestelde prioritaire digitale technologieën en infrastructuur. Op het gebied
van AI ziet dit op het aantrekken van AI-investeringen naar de EU, ondersteuning globaal
gelijk speelveld voor betrouwbare AI, en bevorderen van goed AI-bestuur. Tevens moet
de EU ook een sterke positie verwerven op de kritieke technologieën die digitalisering
(en AI) faciliteren, zoals semicon en kwantum. De EU en lidstaten kunnen elkaar hierbij
versterken. In dit licht is het interessant om te bezien hoe Nederland bij kan dragen
aan het EU Tech Business Offer en vice versa.
Het kabinet verwelkomt de strategie op het gebied van strategische samenwerkingsdomeinen,
waaronder semicon, veilige netwerken en kwantumtechnologie. De strategie weerspiegelt
het groeiende besef dat digitale weerbaarheid en autonomie essentieel zijn in een
snel veranderende geopolitieke context. Samenwerking met partners aan het versterken
van de onderlinge verbondenheid via veilige, robuuste en toekomstbestendige (digitale)
netwerken past daarbij, zoals in de strategie wordt voorgesteld via het bevorderen
van investeringen in onderzeese kabels en in het satellietcommunicatieprogramma IRIS.
Ook op het gebied van kwantumtechnologieën verwelkomt het kabinet de aanpak van de
EU. De positie van EU in deze moet worden versterkt en de Nederlandse positie in de
groeiende wereldwijde leveringsketen voor kwantumtechnologieën moet worden verbeterd.
Deze samenwerking draagt ook bij aan de ambitie van het kabinet om de maatschappelijke
en economische kansen van AI te verzilveren en de publieke belangen en waarden bij
AI te borgen door internationaal met de koplopers mee te doen bij de verantwoorde
ontwikkeling en toepassing van AI.15 In dit kader verwelkomt het kabinet de Implementation Roadmap for AI in CFSP and CSDP.16
Digitale infrastructuur zoals netwerktechnologie (5G/6G), cloud- en satellietconnectiviteit
ziet het kabinet als cruciale strategische capaciteit, zowel voor partnerschappen
als voor de eigen veiligheid. Deze infrastructuur moet niet alleen binnen de EU maar
ook in samenwerking met derde landen worden ontwikkeld. Hierbij is aansluiting met
de Nederlandse prioritaire technologiegebieden zoals uiteengezet in de Agenda DOSA
en de Nationale Technologiestrategie gewenst. Samenwerking met Europese industrie
is nodig om als Europa sleutelposities in waardeketens te verwerven en te beschermen.
Het kabinet ziet de verdere versterking van cyberveiligheid en digitale weerbaarheid,
zoals in het kader van de ProtectEU Strategie,17 als noodzakelijk onderdeel van de EU buitenlandagenda en verwelkomt daarom deze inzet.
Specifiek verwelkomt het kabinet het voorstel om de attributie van cyberaanvallen
op EU-niveau en het cybersanctieregime te versterken en de aandacht voor de EU Cybersecurity Reserve en betrokkenheid van derde landen.
Het kabinet onderschrijft het belang van algoritmische transparantie en de aandacht
voor moderatiepraktijken van online platformen. Het kabinet steunt de prioriteiten
in de handhaving van de Digitaledienstenverordening (DSA) die door de Commissie worden
gegeven aan de bestrijding van illegale online content, het beschermen van minderjarigen
online en het bevorderen van internationale samenwerking. Het kabinet is tevens positief
over de aangekondigde concrete uitwerkingen hiervan, namelijk het bilateraal en multilateraal
delen van Europese expertise en ervaringen met de uitvoering, alsmede het organiseren
van regionale dialogen over online veiligheid en vrijheid van meningsuiting. Het kabinet
steunt ook de prioriteit die wordt gegeven aan de handhaving van de Digitalemarktenverordening,
wat bijdraagt aan een meer concurrerende Europese markt en betere toegang tot kernplatformdiensten
voor ondernemers en consumenten.
Het kabinet verwelkomt de focus op het Europese Interoperabiliteitsraamwerk18 en de genoemde interoperability-by-default aanpak wanneer het over digitale identiteit gaat. Het kabinet staat positief tegenover
internationale samenwerking en wederzijdse erkenningsregelingen op het gebied van
digitale identiteit en vertrouwensdiensten met belangrijke partners ter stimulering
van het vereenvoudigen van het grensoverschrijdend zakendoen voor bedrijven en ter
bevordering van de mobiliteit van burgers. Het is van belang dat het gebruik van digitale
identiteit vrijwillig is voor gebruikers, dat de veiligheid en betrouwbaarheid geborgd
worden.
Nederland erkent het belang van een vrij, veilig en open internet. Het open en decentrale
karakter van het internet zorgt ervoor dat diverse stakeholders betekenisvol kunnen
deelnemen en dat het internet toegankelijk is voor iedereen. Het kabinet erkent de
toenemende druk op het multistakeholdermodel en benadrukt het belang om dit proactief
te blijven aanmoedigen en beschermen, met oog voor veranderde machtsverhoudingen gegeven
de toegenomen macht van bigtech. Het kabinet verwelkomt de toegenomen focus op (economische)
veiligheid, waarbij het kabinet benadrukt dat het van belang blijft om de Europese
waarden te blijven waarborgen. Het kabinet steunt de voorgenomen inzet van de Commissie
om middels digitale partnerschappen en dialogen (nieuwe) coalities te vormen om deze
doelstellingen in verschillende multilaterale organisaties (VN, G7, G20, OESO, Raad
van Europa) te bewerkstelligen. Het vergroten van de invloed van de EU op internationale
standaard-setting voor digitale sleuteltechnologieën is een doelstelling die het kabinet
onderschrijft. Het verstevigen van de rol van de EU hierin verbetert niet alleen onze
veiligheid, maar ook de concurrentiepositie van de EU.
In het geheel beschouwt het kabinet het voorstel als positief voor het verbeteren
van de EU haar concurrentievermogen en biedt het belangrijke aanknopingspunten om
de (economische) veiligheid, open strategische autonomie en handelspositie van de
EU en haar lidstaten te versterken. Gelijktijdig brengt de strategie veel bestaande
initiatieven samen en zet het niet veel nieuwe initiatieven. Hoewel het kabinet het
samenbrengen van de digitale beleidsvelden vanuit een geopolitiek perspectief verwelkomd,
rijst wel de vraag – juist vanwege deze geopolitieke dreiging – of de huidige acties
voldoende zijn en of het voorgestelde optreden wel ver genoeg gaat. Dit zou het startpunt
moeten zijn van een strategie waarin nieuwe initiatieven worden ontplooid. Het kabinet
zal de Commissie hierop bevragen. Ook is het kabinet er bewust van dat niet alle digitale
beleidsvelden zijn meegenomen in deze strategie, en heeft het hier gelet op de breedte
van het digitale domein begrip voor.
a) Eerste inschatting van krachtenveld
De eerste reacties van de EU-lidstaten op het voorstel zijn overwegend positief, aangezien
er een breed gedeeld gevoel van urgentie is om het concurrentievermogen, de veiligheid
en partnerschappen van de EU in het digitale domein te versterken. Wel zullen er nuanceverschillen
zijn, bijvoorbeeld in de regionale focus bij het aangaan van nieuwe partnerschappen.
Ook het Europees Parlement heeft zich positief uitgesproken over de strategie, en
benadrukt daarbij onder andere het belang van de EU als betrouwbare partner richting
derde landen, ook in het digitale domein.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft betrekking op vele
beleidsterreinen waaronder interne marktbeleid, onderzoek en technologische ontwikkelingsbeleid,
economisch beleid, industriebeleid, handelspolitiek en gemeenschappelijk buitenland-
en veiligheidsbeleid. Op het terrein van interne markt is sprake van een gedeelde
bevoegdheid van de Unie en de lidstaten (artikel 4, lid 2, sub a, VWEU). Op het terrein
van gemeenschappelijke handelspolitiek is de EU exclusief bevoegd, conform artikel
3, lid 1, sub e, VWEU. Op het terrein van onderzoek en technologische ontwikkeling
is sprake van een parallelle bevoegdheid van de EU en de lidstaten, waarbij geldt
dat het optreden van de Unie de lidstaten niet belet hun eigen bevoegdheden uit te
oefenen (artikel 4, lid 3, VWEU). Op het terrein van industriebeleid is sprake van
een aanvullende bevoegdheid (artikel 6, sub b, VWEU), dat wil zeggen dat de Unie bevoegd
is om met betrekking tot de Europese dimensie van het industriebeleid het optreden
van de lidstaten te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen. Op terrein van
het gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid zijn de lidstaten bevoegd op
extern naast de Unie op te treden (artikel 2, lid 4, VWEU). De Commissie is derhalve
bevoegd om op dit terrein een mededeling te doen.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel het versterken
van de positie van de EU in het digitale domein en het bevorderen van de samenwerking
met gelijkgestemde landen binnen dit domein. Gezien het grensoverschrijdende karakter
van digitaal beleid en de sterke positie van de EU als geheel richting derde landen
t.o.v. Europese lidstaten afzonderlijk is een gecoördineerde Europese aanpak wenselijk
en noodzakelijk. De beoogde doelstellingen kunnen niet door lidstaten afzonderlijk
worden behaald. Door gezamenlijk op te treden kan de EU haar belangen en waarden beter
beschermen en bevorderen in het wereldwijde digitale domein. Bovendien draagt het
bij aan het creëren van een gelijk speelveld voor bedrijven en burgers. Om deze redenen
is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.
Op het terrein van gemeenschappelijke handelspolitiek is de EU exclusief bevoegd,
zoals is vastgesteld onder paragraaf 4a. Voor zover de mededeling daarop ziet, is
de subsidiariteitsvraag niet van toepassing.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel het versterken
van de positie van de EU in het digitale domein en het bevorderen van de samenwerking
met gelijkgestemde landen binnen dit domein. In de huidige geopolitieke context is
het van belang om de vele digitale beleidsvelden met een internationale dimensie in
een strategie en vanuit een geopolitiek perspectief te bezien. Het voorgestelde optreden
is geschikt om deze doelstelling te bereiken, omdat het voorziet in een samenhang
pakket van acties, waaronder het opzetten van digitale partnerschappen, coördineren
van regelgeving en investeringen en beleidsmaatregelen, die de strategische digitale
positie van de EU versterken. Bovendien is er ruimte voor nationale inbreng en respecteert
de strategie de bevoegdheden van lidstaten. De strategie stelt kaders en prioriteiten,
zonder gedetailleerde verplichtingen op te leggen. Om die reden gaat de voorstelde
optreden niet verder dan noodzakelijk.
d) Financiële gevolgen
Het voorstel heeft geen directe financiële gevolgen voor de EU of nationale begroting.
Wel wordt voorzien in het gebruik van bestaande EU-instrumenten zoals Global Gateway. De Commissie kondigt initiatieven aan die mogelijk op termijn tot wetgeving of aanvullende
budgettaire inzet kunnen leiden. Het kabinet is van mening dat de benodigde EU-middelen
gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de
EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van
de EU-jaarbegroting. Het kabinet wil in het kader van de MFK-onderhandelingen niet
vooruitlopen op de integrale afweging van middelen na 2027. Het kabinet zal de Commissie
vragen aan te geven wat het financieel beslag van de toekomstige voorstellen zal zijn.
Eventuele budgettaire gevolgen voor de Rijksbegroting worden ingepast op de begroting
van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
Daarbij dient ook rekening gehouden te worden met eventuele budgettaire gevolgen voor
medeoverheden.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Pijler 1 voorziet in het tegengaan van ongerechtvaardigde belemmeringen en het bieden
van flexibele vormen van coöperatie en heeft daarmee gevolgen voor de regeldruk. Echter
is het vooralsnog niet concreet en leidt het daarom zeer waarschijnlijk op de korte
termijn niet tot vermindering van regeldruk. Het voorstel voorziet verder niet in
bindende regelgeving en zal op de korte termijn ook niet leiden tot meer regeldruk.
Wel kunnen toekomstige initiatieven die voortvloeien uit de mededing leiden tot aanvullende
eisen voor bedrijven of overheden. Deze effecten zullen per maatregel beoordeeld worden
wanneer concreet.
Het voorstel heeft geen directe gevolgen voor het concurrentievermogen van de EU.
Het is gericht op het versterken van het Europese concurrentievermogen, onder meer
via strategische technologische samenwerkingen, verbeterde toegang tot digitale markten
en versterking en ondersteuning van Europese technologie-aanbieders. De verwachte
effecten op het concurrentievermogen van de EU zijn daarom in potentie positief. Tegelijkertijd
is het voorstel weinig concreet en brengt het veelal lopende initiatieven samen, waardoor
het daadwerkelijke effect op de concurrentiekracht op dit moment zich moeilijk laat
bepalen.
Het is voor de nationale veiligheid en geopolitiek handelsvermogen cruciaal dat Nederland
en de EU haar open strategische autonomie binnen het digitale domein versterkt, risicovolle
afhankelijkheid van derde landen en actoren vermindert, samenwerking met gelijkgezinde
derde landen en actoren intensiveert en invloed op dit domein vergroot. Vanwege de
toenemende verwevenheid van technologie en geopolitiek draagt deze strategie bij aan
de weerbaarheid en relevantie van de EU. De voorstellen in de mededeling kunnen daarmee
bijdragen aan het versterken van de Europese en Nederlandse economie, veiligheid en
open strategische autonomie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken