Brief regering : Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) Jaarrapportage 2024
27 863 Betalingsverkeer
Nr. 144
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2025
Bijgevoegd ontvangt u de jaarrapportage van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
(MOB) van 2024. Het MOB is een samenwerkingsverband dat als doel heeft om het betalingsverkeer
in Nederland efficiënt, veilig, betrouwbaar en toegankelijk te houden, en wordt voorgezeten
door De Nederlandsche Bank (DNB). In het MOB zijn zowel aanbieders als gebruikers
van het betalingsverkeer vertegenwoordigd.1 De MOB-jaarrapportage beschrijft wat het MOB in 2024 heeft ondernomen en noemt een aantal speerpunten
voor 2025. In deze brief geef ik een overzicht van de belangrijkste resultaten van
het MOB in 2024. Ook doe ik een aantal toezeggingen aan uw Kamer af.
Contant geld
De MOB-jaarrapportage geeft een weergave van diverse onderzoeken die zijn gedaan op
het gebied van contant geld. De afgelopen tien jaar was er sprake van een sterke daling
in het aantal contante betalingen aan de kassa. Uit onderzoek van DNB en Betaalvereniging
Nederland2 blijkt dat het gebruik van contant geld aan de kassa in 2024 op 19% lag en dat het
gebruik de afgelopen jaren is gestabiliseerd en rond de 20% ligt. De acceptatie van
contant geld door toonbankinstellingen in 2024 is nog steeds hoog. Uit onderzoek3 blijkt dat eind 2024 een beperkt aantal meer winkels louter pinbetalingen accepteerden
(4,8%) dan in 2023 (4,5%). Met name in bioscopen, apotheken en bij parkeren is pinnen
gangbaar. Daarnaast heeft het MOB in 2024 de naleving van de afspraken uit het Convenant
Contant Geld gemonitord.4 In de regel werd er in 2024 voldaan aan vrijwel alle convenantnormen over de aantallen,
spreiding en beschikbaarheid van Geldmaatautomaten. De normen voor de beschikbaarheid
van geldautomaten voor opnemen en los afstorten van contant geld werden niet altijd
gehaald, maar laten de afgelopen tijd verbetering zien.
Contant geld vervult een belangrijke maatschappelijke functie. Naast betaalmiddel
is het een alternatief voor mensen die niet elektronisch kunnen of willen betalen,
is het een publiek beschikbaar betaal- en oppotmiddel onafhankelijk van de commerciële
banken en dient het als gedeeltelijke terugvaloptie bij storingen in het elektronische
betalingsverkeer. Het MOB hecht er dan ook waarde aan dat contant geld goed kan blijven
functioneren als betaalmiddel. Dit belang onderschrijf ik en ik zet mij ervoor in
dat zowel de toegang tot contant geld als de acceptatie van contant geld goed is.
Om ervoor te zorgen dat contant geld bereikbaar, beschikbaar en betaalbaar blijft
heb ik eind maart jl. de Wet chartaal betalingsverkeer ingediend bij uw Kamer5. Daarnaast werk ik aan een onderliggend besluit waarin de eisen die worden gesteld
aan de chartale infrastructuur nader worden uitgewerkt. Ik verwacht dit besluit na
de zomer in consultatie te brengen. Totdat deze wet in werking treedt, gelden de afspraken
uit het Convenant Contant Geld.
Tijdens de parlementaire behandeling van de Wet plan van aanpak witwassen is een nationale
acceptatieplicht voor contant geld aangenomen. De uitwerking van uitzonderingen op
deze acceptatieplicht worden opgenomen in een besluit dat ik ook na de zomer consulteer.
Toegankelijk betalingsverkeer
De digitalisering van het betalingsverkeer – en onze steeds verdergaande digitaliserende
samenleving – biedt voor de meesten van ons veel betaalgemak en -mogelijkheden, maar
leidt ook tot uitdagingen voor mensen die bijvoorbeeld minder digitaal vaardig zijn.
Het verbeteren van de toegankelijkheid van betaaldiensten voor consumenten in kwetsbare
posities is een belangrijk thema in het MOB. Eind november 2022 heeft het MOB de banken
opgeroepen om hier meer prioriteit aan te geven, mede naar aanleiding van het DNB-onderzoek6 dat aantoonde dat ruim 1 op de 6 volwassen Nederlanders hun bank- en betaaldiensten
niet geheel zelfstandig uit kan voeren. De banken hebben als reactie hierop via het
programma «Toegankelijk bankieren»7 initiatieven ontplooid die hieraan moeten bijdragen. De MOB-jaarrapportage geeft
een aantal voorbeelden van acties die in 2024 zijn genomen. Een voorbeeld hiervan
is de gezamenlijke «toegankelijkheidsroute»8. Het MOB monitort de toegankelijkheid van het betalingsverkeer nauwgezet.
Ik vind het belangrijk dat het betalingsverkeer voor iedereen toegankelijk is en dat
de banken hun dienstverlening hierop aanpassen. Ondanks dat er al verschillende acties
in gang zijn gezet, was het effect van deze acties nog onvoldoende terug te zien in
de Toegankelijkheidsmonitor Consumenten en Ondernemers 20249. Het MOB heeft de banken opgeroepen om de verbeteracties te intensiveren. In de MOB-vergadering
in mei hebben de banken en Geldmaat hun individuele en gezamenlijke verbeteracties
gepresenteerd. Ik ben, net als het MOB, positief over de acties die zij lieten zien
en hoop dat dit het gewenste effect zal hebben. Mocht in 2026 blijken dat de genomen
acties niet toereikend zijn, dan kijk ik naar andere mogelijkheden om de toegankelijkheid
te waarborgen, bijvoorbeeld via regulering.
Ook wordt er in de MOB-jaarrapportage stilgestaan bij het onderzoek dat in mei 2024
is aangeboden aan uw Kamer, waaruit blijkt dat één op de tien klanten discriminatie
ervaart in de interactie met banken en betaalinstellingen. Daarna hebben de Nederlandse
Vereniging van Banken (NVB), DNB en het Ministerie van Financiën elk acties aangekondigd
om discriminatie die klanten mogelijk ervaren in de interactie met banken en betaalinstellingen
aan te pakken. In december 2024 stuurde ik uw Kamer een voortgangsbrief over de eerder
aangekondigde acties.10 Het Ministerie van Financiën gaat tot en met 2027 jaarlijks monitoren in hoeverre
burgers discriminatie in hun interactie met banken en betaalinstellingen ervaren.
De Kamer wordt hierover opnieuw geïnformeerd in het najaar.
Toegang tot een zakelijke betaalrekening
Het MOB stond in 2024 ook regelmatig stil bij de voortgang om tot een meer gerichte
en meer risicogebaseerde anti-witwasaanpak te komen. Een belangrijke stap hierin zijn
de standaarden die worden opgesteld door de NVB, in overleg met DNB en de betrokken
sectoren.11 Deze standaarden ondersteunen een proportioneel klantonderzoek, waardoor bonafide
zakelijke klanten bijvoorbeeld eenvoudiger een betaalrekening kunnen openen en minder
vaak met indringende vragen worden geconfronteerd, terwijl criminelen juist worden
geweerd. Daarnaast wordt gewerkt aan een standaard voor contant geld, die binnenkort
verschijnt.
Ik vind het belangrijk dat banken samen met de NVB werken aan deze standaarden. Wel
gaat het er uiteindelijk om dat banken de sectorstandaarden ook daadwerkelijk in hun
dagelijkse interactie met klanten implementeren en dat de risicogebaseerde benadering
van de Wwft goed wordt toegepast. Dit gebeurt momenteel nog onvoldoende. DNB houdt
toezicht op de naleving van de Wwft en heeft daarbij aandacht voor de risicogebaseerde
benadering. Mijn ministerie blijft maandelijks in gesprek met de sector – waaronder
banken, DNB en FIU-Nederland – over de risicogebaseerde aanpak en de implementatie
van de standaarden.
Tot slot leverden partijen in het MOB een bijdrage aan de maatschappelijke verkenning
naar een basisbetaalrekening voor zakelijke klanten, die in 2025 een vervolg krijgt.12 Dit is een van de drie sporen waar ik op inzet om de toegang tot een zakelijke bankrekening
te verbeteren. De toegang tot een betaalrekening is onmisbaar voor consumenten en
ondernemers om deel te kunnen nemen aan de maatschappij. Ik vind het onacceptabel
dat sommige bonafide ondernemers, stichtingen en verenigingen moeilijk een zakelijke
betaalrekening kunnen openen of behouden. Naast de nationale verkenning naar zelfregulering
voor het recht op een zakelijke betaalrekening, pleit ik in EU-verband voor het recht
op toegang tot een zakelijke betaalrekening. Als zelfregulering en Europese regelgeving
niet tot de gewenste resultaten leiden, ga ik over tot maatregelen zoals een nationaal
wettelijk recht op een zakelijke basisbetaalrekening.13
Veilig en weerbaar betalingsverkeer
De jaarrapportage van het MOB benadrukt het belang van een weerbaar en veilig betalingsverkeer
voor het behoud van publiek vertrouwen in het betalingsverkeer. Ik onderschrijf dit
belang.
In 2024 was er een daling te zien in de schadecijfers door (online) fraude in het
betalingsverkeer. Zo is de schade door bankhelpdeskfraude verder gedaald van 28,2 miljoen
euro in 2023 naar 22,7 miljoen euro in 2024. In 2024 is in 48% van de gevallen van
bankhelpdeskfraude de schade onder het coulancebeleid van de banken vergoed.14 Dit percentage is gedaald ten opzichte van 2023 (69%), vooral door herhaald slachtofferschap,
doordat zakelijke rekeninghouders slachtoffer werden en doordat de crimineel zich
had voorgedaan als iemand van een andere organisatie dan van de bank van het slachtoffer.
Ondanks deze daling, blijft online fraude een belangrijk maatschappelijk probleem.
Sinds 2021 werkt mijn ministerie daarom samen met de Ministeries van Justitie en Veiligheid
en Economische Zaken, de NVB en een groot aantal private partners aan de integrale
aanpak van online fraude. De integrale aanpak is erop gericht om, naast hetgeen de
individuele partijen al ondernemen, gezamenlijk aanvullende acties te ondernemen om
fraude te bestrijden. In een separate brief voor de zomer wordt u geïnformeerd over
de stand van zaken van de integrale aanpak van online fraude.
De jaarrapportage benadrukt het belang van weerbaarheid – ook van het betalingsverkeer
– in een wereld waarin de geopolitieke spanningen zijn toegenomen. Uitval en verstoring
zijn nooit uit te sluiten. Met de Aanpak vitaal versterkt het kabinet de weerbaarheid
van de vitale infrastructuur en beschermt deze tegen bestaande en nieuwe bedreigingen
en risico’s.15 Onderdeel hiervan is de beleidscyclus vitaal die inzichtelijk maakt welke processen
en diensten dusdanig essentieel zijn voor de Nederlandse samenleving, dat uitval,
verstoring of manipulatie daarvan kan leiden tot ernstige maatschappelijke ontwrichting,
ernstige economische schade of – in het uiterste geval – een bedreiging van de nationale
veiligheid. Ik werk aan het identificeren van vitale processen en aanbieders in de
financiële sector. Ik informeer uw Kamer hierover na de zomer in een separate brief.
Een weerbare samenleving doen we samen. Daarom is het belangrijk dat ook consumenten
en toonbankinstellingen zich voorbereiden op eventuele uitval van het elektronische
betalingsverkeer. Het MOB publiceerde op 20 mei jl. adviezen aan consumenten en toonbankinstellingen
over hoe zij zich kunnen voorbereiden op een noodsituatie waarbij het 72 uur (gedeeltelijk)
niet mogelijk is om elektronisch te betalen.16 Zo is geadviseerd om 70 euro per volwassene aan te houden en 30 euro per kind. Toonbankinstellingen
wordt geadviseerd om voor een alternatief voor pinbetalingen te zorgen en voldoende
wisselgeld aan te houden. Het advies is meegenomen in de Rijkscampagne Denk vooruit waarin eerder ook al geadviseerd werd contant geld aan te houden.17
Maatschappelijk efficiënt betalingsverkeer
Naast dat het betalingsverkeer veilig, betrouwbaar en toegankelijk moet zijn, vindt
het MOB het ook belangrijk dat het efficiënt functioneert en de kosten van betaaldiensten
niet onnodig hoog zijn. Een van de onderwerpen die in dit kader wordt genoemd in de
jaarrapportage is de Overstapservice. De Overstapservice voor betaalrekeningen is
een dienst van de banken en Betaalvereniging Nederland, waarvan consumenten en ondernemers
gebruik kunnen maken als zij hun betalingsverkeer willen omzetten naar een nieuwe
of bestaande betaalrekening bij een andere bank. De dienst maakt de overstap eenvoudiger
en zorgt ervoor dat betalingen en overboekingen soepel blijven verlopen. De Overstapservice
wordt regelmatig geëvalueerd.
In mijn reactie op het rapport «Concurrentie op de Nederlandse spaarmarkt» van de
Autoriteit Consument & Markt (ACM) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de
uitkomsten van de meest recente evaluatie en de mogelijke vervolgstappen.18 In mei jl. is het MOB geïnformeerd over de laatste, onlangs uitgevoerde evaluatie.
Daaruit blijkt dat de overgrote meerderheid van de overstappers (zeer) positief is
over de Overstapservice; gemiddeld genomen waarderen zij die met een 8,7 als rapportcijfer.
De uitkomsten geven geen aanleiding om de dienstverlening aan te passen. Hoewel slechts
een klein deel van de overstappers (4%) ontevreden is, kan verbeterde communicatie
bijdragen aan het voorkomen van onvrede. Heldere informatie over wat de Overstapservice
wel en niet biedt, helpt om realistische verwachtingen te scheppen. Ook aanpassingen
op het gebied van toegankelijkheid, in het kader van de European Accessibility Act,
zorgen voor duidelijkere en volledigere communicatie. Dit draagt bij aan het verminderen
van de ontevredenheid. Deze acties worden opgepakt door Betaalvereniging Nederland.
Ook heb ik in mijn reactie op het ACM-rapport toegezegd om in het MOB een eventuele
overstapservice voor spaarrekeningen te bespreken.19 Ik heb dit zowel in een individueel gesprek met de Consumentenbond als in het MOB
besproken om de voor- en nadelen hiervan beter in kaart te brengen. Vooralsnog wijzen
de gesprekken erop dat de toegevoegde waarde van een overstapservice voor spaarrekeningen
beperkt is. De komende periode ga ik hier met een aantal stakeholders verder over
in gesprek.
Europese ontwikkelingen in betalingsverkeer
Ook binnen de Europese Unie blijft een toegankelijk betalingsverkeer, zowel chartaal
als giraal, een onderwerp van aandacht. De afgelopen jaren zijn er verschillende wetgevende
voorstellen vanuit de Europese Commissie gepubliceerd op het gebied van betalingsverkeer.
Het MOB heeft de relevante Europese ontwikkelingen in dat kader besproken.
Op 28 juni 2023 publiceerde de Europese Commissie een voorstel voor een herziene richtlijn
betaaldiensten (PSD3) en een verordening betaaldiensten (PSR). Met PSD3 en PSR wordt
beoogd om de tekortkomingen in het huidig regelgevend kader voor betaaldiensten (PSD2)
aan te pakken en wordt een aantal verplichtingen geïntroduceerd met als doel om consumenten
beter te beschermen tegen fraude. Sinds de publicatie van het commissievoorstel is
er door de Raad onderhandeld over de tekst. Op 18 juni is de raadspositie tijdens
het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) vastgesteld. Ik informeer uw
Kamer hier separaat over via de aanbiedingsbrief bij het verslag van de Eurogroep
en Ecofinraad.
Op 19 maart 2024 werd de verordening inzake instantovermakingen in euro’s gepubliceerd,
die op 8 april in werking trad. De Verordening heeft als doel om het gebruik van instantovermakingen,
overschrijvingen in euro tussen consumenten, ondernemingen en instellingen die in
de EU/EER een betaalrekening aanhouden en binnen tien seconden op de betaalrekening
van de ontvanger staan, te verbeteren. Voor de invoering van de verschillende verplichtingen
onder de verordening inzake instant overmakingen in euro’s zijn strikte termijnen
gesteld. De via deze verordening gewijzigde herziene richtlijn betaaldiensten en finaliteitsrichtlijn
moesten uiterlijk op 9 april 2025 in nationale wet- en regelgeving zijn geïmplementeerd.
Na een publieke consultatie heb ik in dat kader op 25 februari 2025 de implementatiewet
aan de Tweede Kamer voorgelegd. Het bijbehorende uitvoeringsbesluit is reeds in werking
getreden.20
Ook wordt het MOB regelmatig geïnformeerd en geconsulteerd over een mogelijke invoering
van een digitale euro. In Europa loopt het voorbereidingsproces van het Eurosysteem
parallel aan het wetgevingsproces omdat het Eurosysteem kan niet overgaan tot de uitgifte
van een digitale euro zonder dat politiek akkoord is bereikt en het wettelijk kader
in werking is getreden. De Raad en het Europees Parlement buigen zich nu over deze
wetsvoorstellen. Ten behoeve van de raadsonderhandelingen vinden regelmatig gesprekken
plaats met belanghebbenden, waaronder verschillende partijen die deelnemen aan het
MOB. Uw Kamer wordt periodiek via de verslagen van de Eurogroep en Ecofinraad geïnformeerd
over de voortgang van de onderhandelingen in de Raad.
Tot slot
De jaarrapportage geeft een goed beeld van de huidige stand van zaken van het betalingsverkeer
in Nederland, ook in relatie tot de Europese ontwikkelingen daarin. Hoewel het betalingsverkeer
in Nederland al zeer efficiënt en innovatief is, blijft het een belangrijk aandachtspunt
dat iedereen in Nederland gemakkelijk en veilig kan blijven betalen – zowel met giraal
als chartaal geld. Het MOB is hierin een belangrijke partij. De speerpunten voor 2025
zijn dan ook het verbeteren van de toegankelijkheid van het betalingsverkeer, het
weerbaar en veilig maken van het betalingsverkeer, en het bijdragen aan het betalingsverkeer
van de toekomst. Ik waardeer de inzet en bereikte resultaten en blijf als waarnemer
graag actief betrokken bij de resultaten en de voortgang van het MOB.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën