Brief regering : Nationale Strategie Vrouwengezondheid
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 936
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2025
Vrouwen leven gemiddeld langer dan mannen, maar zij brengen minder jaren in goede
gezondheid door. In de (jaarlijkse) emancipatiemonitor van het CBS wordt ingegaan
op dit verschil1. Uit onderzoek, uitgevoerd door een brede werkgroep, blijkt dat vrouwspecifieke aandoeningen
grote maatschappelijke impact hebben en dat er hiaten zijn in kennis en implementatie.
Gezien de impact die deze aandoeningen kunnen hebben op het leven van vrouwen, en
daardoor op de hele samenleving, wil het kabinet hier verandering in brengen.
Met deze brief bied ik u de Nationale Strategie Vrouwengezondheid aan. Ik geef hiermee
uitvoering aan de gewijzigde motie Zeedijk2 en Hirsch-Dobbe3. De motie van het Kamerlid Dobbe4, waarbij de regering verzocht wordt bij de strategie ook aandacht te besteden aan
de interactie met andere vormen van ongelijkheid, zoals sociaal-economische gezondheidsverschillen,
zal ik betrekken bij de werkagenda die t.z.t. opgesteld gaat worden. Aan de motie
Slagt-Tichelman5 is al eerder invulling aangegeven.6 Ik heb uw Kamer toegezegd dat ik bij de uitvoering van deze moties zou inventariseren
wat er binnen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), en de Ministeries
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
aan activiteiten plaatsvindt op gebied van vrouwengezondheid. In de bijlage van de
strategie treft u een (niet uitputtend) overzicht aan van de resultaten van deze inventarisatie.
Huidige situatie
Er is aanvullend door de Minister van VWS 15 miljoen euro beschikbaar gesteld voor
een nieuw kennisprogramma vrouwspecifieke aandoeningen (2024–2030).7 Dit programma zet in op meer kennis en aandacht voor de gezondheid van vrouwen en
verbetering van diagnostiek.
V.w.b. onderzoeksprogrammering is er de taakopdracht Gender en Gezondheid bij ZonMw,
die inzet op het stimuleren van duurzame aandacht voor en integratie van sekse en
gender in onderzoeksprogrammering. Die taakopdracht loopt tot halverwege 2026. Uit
het impactrapport8 blijkt dat door het vergroten van bewustzijn en gerichte acties, sekse en gender
steeds beter verankerd worden in gezondheidsonderzoek en innovatie, en in de programmering
daarvan.
Bij de verschillende academische centra staat vrouwengezondheid op de kaart9,
10,
11. Daarnaast is er meer bewustwording rond endometriose en de neemt de bespreekbaarheid
van bijvoorbeeld de overgang en menstruatie op de werkvloer toe. Binnen de geneesmiddelensector
groeit de aandacht voor de bijwerkingen van geneesmiddelen bij vrouwen. Een mooi voorbeeld
hiervan is de Nederlandse studie naar het gebruik van mifepriston als een effectieve
en veilige vorm van anticonceptie.
De gezondheid van vrouwen raakt niet alleen VWS maar meerdere departementen. De Staatssecretaris
van OCW ondersteunt vanuit haar emancipatieportefeuille in de periode 2022–2027 de
alliantie Gezondheidszorg op Maat 2. Deze alliantie zet zich in voor het vergroten
van kennis en aandacht over gezondheidsverschillen tussen mannen en vrouwen. De alliantie
doet dit door onderzoek te doen, campagnes te starten en interventies en hulpmiddelen
te ontwikkelen voor zorgprofessionals. In 2024 en 2025 zet de alliantie extra in op
het stimuleren van het zorgberoepsonderwijs. Zo is in samenwerking met onderwijsinstellingen
uit het mbo en hbo een toolkit voor zorgonderwijs gerealiseerd. De alliantie en het
Ministerie van OCW zijn aan het verkennen hoe de producten van de alliantie nog meer
bekendheid kunnen krijgen.
Het kabinet vergroot tegelijkertijd de bewustwording in onderwijs en op de arbeidsmarkt,
onder meer door de overgang bespreekbaar te maken en de kennis van bedrijfsartsen
te versterken. In de sector Zorg & Welzijn (84% vrouwelijke werknemers) leveren zulke
investeringen minder verzuim, meer capaciteit en lagere zorgkosten op.
Ik constateer dat er de afgelopen jaren beweging is op het gebied van vrouwengezondheid.
Het onderwerp krijgt eindelijk de aandacht die het verdient. Maar hiermee zijn we
er nog niet en er blijft aanvullende inzet nodig.
Aanpak en strategie rondom vrouwengezondheid
Ik zet met de strategie in op de volgende doelen:
1. Vergroten van de kennis over het bewustzijn van vrouwspecifieke gezondheidsproblematiek.
2. Faciliteren van het gebruik en opschaling van reeds beschikbare kennis over vrouwspecifieke
gezondheidsproblematiek.
3. Faciliteren van passende zorg en ondersteuning voor vrouwen en meisjes.
4. Faciliteren van netwerkvorming en tegengaan van fragmentatie rondom vrouwspecifieke
gezondheidsvraagstukken.
Ik organiseer samen met ZonMw in het najaar een werkconferentie om tot een concrete
werkagenda te komen. Ik zal uw Kamer t.z.t. deze werkagenda toesturen.
Vervolgstappen
Zoals ik ook al eerder aan uw Kamer heb laten weten kan ik dit onderwerp niet alleen
vanuit het Ministerie van VWS op de kaart zetten. Met een zo breed mogelijke aanpak
maken we gezamenlijk de inhaalslag die nodig is. Daarom ga ik binnenkort ook met de
academische centra en zorgverzekeraars verder in gesprek. Daarnaast lopen er ook andere
programma’s binnen het Ministerie van VWS, zoals het Kaderprogramma Passende Zorg.
Dit programma biedt ook ruimte voor onderzoek naar vrouwspecifieke zorg. Ik zal daar
waar mogelijk binnen de bestaande programma’s dit onderwerp nog extra onder de aandacht
brengen. Op dit moment stel ik dan ook geen extra budget beschikbaar voor de uitvoering
van de strategie; mijn inzet is het benutten van de bestaande middelen. Ik sluit daarbij
niet uit dat met betere prioritering en meer bewustwording op termijn een her allocatie
van financiële middelen kan plaatsvinden.
Mijn ambitie met de strategie is de kennisachterstand in te lopen en structureel betere
gezondheid voor vrouwen en meisjes te realiseren. Ik zie de aanzet als een kompas
voor bestaande en nieuwe activiteiten en de contouren voor het vervolg.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
D.E.M.C. Jansen
Indieners
-
Indiener
D.E.M.C. Jansen, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport