Brief regering : Verslag van de Raad Algemene Zaken van 24 juni 2025
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3183
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2025
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 24 juni 2025.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Verslag Raad Algemene Zaken van 24 juni 2025
Op 24 juni jl. vond de Raad Algemene Zaken plaats in Brussel. Op de agenda stond de
voorbereiding van de Europese Raad (ER), de landenspecifieke rechtsstaatdialoog over
Finland, en een presentatie van het lentepakket van het Europees Semester. Onder overige
onderwerpen kwam een presentatie van het Deens EU-voorzitterschap, een non-paper over
European Baseline Requirements, en het Europees Universitair Instituut aan de orde. De Minister van Buitenlandse
Zaken was verhinderd vanwege de NAVO-top in Den Haag. De Permanente Vertegenwoordiger
van Nederland bij de EU heeft deelgenomen aan de Raad.
De Minister van Buitenlandse Zaken maakt tevens gebruik van dit verslag om uw Kamer
te informeren over de uitvoering van de motie van het Kamerlid Diederik van Dijk1 over de spoedige benoeming van nieuwe EU-gezant voor de godsdienstvrijheid, aanname
van het Raadsbesluit onderhandelingen Youth Experience Scheme EU–VK en voortgang in het EU-toetredingsproces van Montenegro.
Voorbereiding Europese Raad
Oekraïne
De Raad sprak over de voortdurende Russische agressie tegen Oekraïne en de urgentie
van voortgezette EU-steun. Nederland benadrukte hierbij het belang van militaire en
niet-militaire steun om Oekraïne sterk te positioneren, riep op tot snelle aanname
van het 18de sanctiepakket om de druk op Rusland te vergroten, en vroeg aandacht voor de rol van
derde landen die de Russische oorlogsinzet faciliteren. Een brede groep lidstaten
gaf aan een positief signaal te willen afgeven over de voortgang ten aanzien van het
openen van Cluster 1 van het EU-toetredingsproces met Oekraïne. Hetzelfde gold voor
Moldavië. Nederland herhaalde de conclusie van de kabinetsappreciatie2 van het uitbreidingspakket 2024 dat Nederland met een kritisch-constructieve grondhouding
zal kijken naar het openen van Cluster 1, mits Oekraïne aan de voorwaarden voldoet
en er overeenstemming wordt bereikt in de Raad over het vaststellen van gepaste benchmarks.
Een lidstaat gaf aan slechts korte conclusies met een focus op het vredesproces te
kunnen accepteren en anders niet aan te willen sluiten. Overigens verleent Nederland
steun aan Oekraïne ten behoeve van het voldoen aan de voorwaarden, in lijn met de
motie Paternotte/Veldkamp.3
Midden-Oosten
De Raad sprak over de situatie in het Midden-Oosten, waaronder de ontwikkelingen tussen
Israël en Iran en de situatie in Israël en de Palestijnse Gebieden. Hierbij heeft
Nederland opgeroepen tot een staakt-het-vuren en de-escalatie. Een aantal lidstaten
gaf aan terughoudend te zijn ten aanzien van een bespreking tijdens de ER van de evaluatie
van de naleving van Israël van artikel 2 van het Associatieakkoord die EDEO heeft
uitgevoerd, terwijl anderen juist hiertoe opriepen. Nederland benadrukte dat in elk
geval de Raad Buitenlandse Zaken in juli op het onderwerp moet terugkomen, zoals ook
in de Raad Buitenlandse Zaken op 23 juni jl. werd afgesproken. Nederland veroordeelde
de aanslag op een Grieks-orthodoxe kerk in Damascus en riep op tot de bescherming
van de verschillende gemeenschappen in Syrië.
Europese defensie en veiligheid
De Raad sprak over het ER agendapunt Europese defensie en veiligheid dat in het licht
zal staan van het bereiken van defensiegereedheid in 2030. Hiertoe publiceerde de
Commissie op 19 maart jl. een witboek. Een aantal lidstaten gaf aan een discussie
over nieuwe middelen om de ambities tegemoet te komen niet te willen uitsluiten. Nederland
en een andere lidstaat benadrukten geen eurobonds of discussie over nieuwe financiering
te willen. De Europese Raad zal de balans opmaken van implementatie van dit witboek
en spreken over vervolgstappen.
Concurrentievermogen
De Raad stond stil bij de agendering van concurrentievermogen. Er was brede consensus
over het belang van het versterken van EU-concurrentievermogen en EU-lidstaten verwelkomden
een hoog ambitieniveau op vereenvoudiging en betere regelgeving. EU-lidstaten brachten
verschillende prioriteiten onder de aandacht, waaronder energiezekerheid en aandacht
voor traditionele industrieën. Andere EU-lidstaten, waaronder Nederland, vroegen aandacht
voor innovatie en het belang van toekomstbestendige sectoren zoals de halfgeleiderindustrie.
Westelijke Balkan
De Raad stond stil bij de agendering van de situatie in de Westelijke Balkan. Een
aantal lidstaten pleitte voor een positieve boodschap aan de landen uit de Westelijke
Balkan op EU-toetreding. Nederland onderstreepte juist dat het toetredingsproces en
geleidelijke integratie omkeerbaar en gebaseerd op merites dienen te zijn.
Migratie
De Raad stond stil bij de agendering van migratie. De lidstaten steunden de agendering.
Nederland en andere lidstaten verwelkomden de reguliere brief van de voorzitter van
de Commissie, waarin zij voortgang op het gebied van migratiebeleid toelichtte. Veel
lidstaten benadrukten het belang van het zetten van verdere stappen om het EU-migratiebeleid
te versterken. Denemarken maakte kenbaar dat, in lijn met de Nederlandse inzet, innovatieve
oplossingen voor migratie één van de prioriteiten voor het aankomende Deense EU-voorzitterschap
zal zijn.
Interne Veiligheid en Weerbaarheid
De Raad stond daarnaast stil bij de agendering van interne veiligheid en weerbaarheid.
De lidstaten, inclusief Nederland, spraken hun steun uit voor deze agendering. Nederland
verwelkomde bovendien de Raadsconclusies over weerbaarheid, omdat deze meer ambitie
uitstraalden en beter aansluiten met de Nederlandse inzet.
Externe betrekkingen en overig
De Raad stond stil bij diverse ontwikkelingen in de wereld, waaronder de situatie
in de Sahel, Libië en de Zwarte Zee, en benadrukte hierbij het belang van veiligheid
en stabiliteit. De Raad stond tot slot stil bij de op regels gebaseerde internationale
orde. Hierbij sprak Nederland zich sterk uit voor het effectief beschermen van en
opkomen voor internationale hoven en tribunalen en hun functionarissen, in bijzonder
het Internationaal Strafhof.
Rechtsstaatdialoog
Tijdens de Raad vond opnieuw een landenspecifieke dialoog plaats op basis van de landenhoofdstukken
uit het Commissie rechtsstaatrapport. Deze keer stond het landenhoofdstuk van Finland
op de agenda.4 Vanwege tijdgebrek vond deze dialoog niet plaats tijdens de Raad Algemene Zaken van
27 mei jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3161)
Zoals gebruikelijk leidde de Commissie de rechtsstaatdialoog in met een korte samenvatting
van haar bevindingen, gaf Finland een korte presentatie van de staat van de rechtsstaat
in het eigen land, en volgde een ronde van vragen en antwoorden. Luxemburg intervenieerde
mede namens Nederland. Luxemburg verwelkomde de voortdurende inzet van Finland om
de rechtsstaat te versterken en vroeg naar de stand van zaken inzake nieuwe wetgeving
ter bestrijding van ongeoorloofde beïnvloeding en buitenlandse omkoping.
Europees Semester
Tijdens de Raad heeft de Commissie het lentepakket gepresenteerd dat op 4 juni jl.
in het kader van het Europees Semester was gepubliceerd. Het Europees Semester is
het jaarlijkse proces waarin EU-lidstaten hun economisch en budgettair beleid coördineren.
Dit lentepakket valt binnen de 2025 Semestercyclus en volgt op het herfstpakket dat
is gepubliceerd in december 2024. Via de geannoteerde agenda Eurogroep en Economische
en Financiële Zaken Raad (Ecofinraad) van 20 juni jl. is uw Kamer geïnformeerd over
de kabinetsappreciatie van het lentepakket (Kamerstuk 21 501-07, nr. 2125). Tijdens de Raad was er overeenstemming over de uitgangspunten in het lentepakket.
Europees Universitair Instituut
Portugal vroeg tijdens deze Raad aandacht voor het belang van het Europees Universitair
Instituut (EUI). Portugal benoemde hierbij dat de EUI bezig is met de ontwikkeling
van een nieuwe strategie die focust op het uitbouwen van strategische relevantie van
het instituut en het in staat stellen van EUI om prioriteiten en interesses van lidstaten
(bijv. veiligheidssamenwerking, technologische soevereiniteit en innovatie) te bedienen.
Daarnaast gaf Portugal aan dat de aankomende financieringsdiscussies van groot belang
zijn voor de stabiliteit van de EUI. Enkele lidstaten spraken steun uit voor de EUI.
European Baseline Requirements
België en Luxemburg brachten tijdens de Raad het non-paper over de European Baseline Requirements5 ter sprake, dat tot doel heeft de weerbaarheid te versterken en onder andere de complementariteit
tussen de NAVO en de EU te verbeteren. Nederland heeft dit non-paper medeondertekend.
Een aantal lidstaten benadrukte het voorkomen van overlap met de NAVO-weerbaarheidscriteria.
Prioriteiten Deens EU-voorzitterschap
Tijdens de Raad presenteerde het aankomend Deens EU-voorzitterschap haar prioriteiten
onder de slogan «Strong Europe in a Changing World». De twee overkoepelende prioriteiten zijn een veilig Europa en een competitief en groen
Europa. Onder een veilig Europa zal het Deense EU-voorzitterschap met name inzetten
op defensiebeleid, steun aan Oekraïne, innovatieve oplossingen voor migratie, partnerschappen
met derde landen en een geopolitiek sterk Europa. In het kader van een competitief
en groen Europa zal het voorzitterschap focussen op lastenvermindering en versimpeling
van wetgeving, versterking van de interne markt, concurrentievermogen en de klimaatdoelen
van 2040.
Aanname Raadsbesluit onderhandelingen Youth Experience Scheme EU–VK
Tijdens de Ecofin-raad van 20 juni is als hamerpunt het Raadsbesluit aangenomen voor
het starten van onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk (VK) over jeugdmobiliteit,
ofwel een Youth Experience Scheme. Naar verwachting zal de Commissie de komende periode de onderhandelingen met het
VK willen starten, in lijn met een common understanding.6 Voor het starten van onderhandelingen is brede steun in de Raad vereist.
Zoals reeds aangegeven in verschillende Kamerbrieven, waaronder het verslag van de
Raad Buitenlandse Zaken van 20 mei jl.7, is het kabinet kritisch over het starten van onderhandelingen met het VK op basis
van het Raadsmandaat. Naar mening van het kabinet is dit mandaat te breed geformuleerd,
bijvoorbeeld wat betreft toegang tot de arbeidsmarkt. Nederland heeft daarom onthouden
met een stemverklaring toen dit besluit voorlag en hierin opgetrokken met een andere
lidstaat. Het kabinet zal het onderhandelingsproces nauwlettend blijven volgen en
daarbij de terughoudende Nederlandse positie kenbaar blijven maken. Nederland zal
een standpunt innemen als het eindresultaat te zijner tijd wordt voorgelegd aan de
Raad.
EU-toetredingsproces Montenegro: onder voorbehoud sluiten hoofdstuk 5
In de week van de Raad Algemene Zaken werd op 27 juni een Intergouvernementele Conferentie
in het kader van het toetredingsproces van Montenegro gehouden, waarbij hoofdstuk
5 (openbare aanbestedingen) van de toetredingsonderhandelingen onder voorbehoud werd
gesloten.
EU-gezant voor godsdienstvrijheid
Ter uitvoering van de motie Diederik van Dijk,8 heeft het kabinet zich actief ingezet voor een benoeming van een nieuwe EU-gezant
voor godsdienstvrijheid. Recent vond diplomatiek overleg plaats via de Permanente
Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie en het Ministerie van Buitenlandse
Zaken. De mogelijkheid van verdere inzet via relevante netwerken, zoals het Freedom of Religious Belief netwerk, wordt door het kabinet onderzocht. Daarnaast verkent het kabinet de mogelijkheid
om met gelijkgezinde lidstaten gezamenlijk op te trekken richting de Europese Commissie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken