Brief regering : Verslag van de formele Telecomraad van 6 juni 2025 in Luxemburg
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1141
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE
ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2025
Hierbij bieden wij uw Kamer het verslag van de formele Telecomraad van 6 juni 2025
in Luxemburg aan.
De Minister van Economische Zaken,
V.P.G. Karremans
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. van Marum
Beleidsdebat over satelliet connectiviteit
Het Poolse voorzitterschap heeft tijdens de Telecomraad een beleidsdebat georganiseerd
over satelliet connectiviteit als bouwsteen voor strategische autonomie. Daarbij verzocht
het Poolse voorzitterschap de lidstaten te reflecteren op welke rol satellietinfrastructuur
heeft bij het waarborgen van het concurrentievermogen en de strategische autonomie
van Europa, op welke manier geharmoniseerde regels voor markttoegang en handhaving
innovatie en strategische autonomie kunnen ondersteunen, en welke maatregelen de EU
moet nemen om haar technologische onafhankelijkheid op het gebied van satellietconnectiviteit
te versterken.
Er was onder lidstaten grote mate van eensgezindheid over het belang van satellietconnectiviteit
voor de concurrentiekracht en strategische autonomie van de EU. Diverse lidstaten,
waaronder Nederland, wezen erop dat satelliet connectiviteit moeten worden gezien
in de context van het bredere Europese connectiviteitsecosysteem bestaande uit onder
andere computing, aardse breedbandverbindingen, data en AI. Sommige lidstaten benadrukten
daarbij de belangrijke rol die satelliet connectiviteit speelt voor afgelegen gebieden
en een aantal lidstaten benadrukte de bijdrage die satelliet connectiviteit levert
als back-up bij uitval van reguliere aardse netwerken.
Onder de lidstaten was er brede steun voor het stimuleren van investeringen, innovatie,
kennis en vaardigheden op het gebied van satelliet connectiviteit. Daarbij vinden
veel lidstaten, waaronder Nederland, dat regelgeving moet zorgen voor geharmoniseerde
markttoegang omdat een gelijk speelveld bijdraagt aan concurrentie en innovatie. Zo
kan regelgeving, zonder bij te dragen aan meer regeldruk, bijdragen aan betaalbare
en goedwerkende communicatienetwerken voor consumenten en bedrijven.
Veel lidstaten benadrukten het belang van Europese programma’s en initiatieven zoals
IRIS2 en Galileo vanwege de belangrijke bijdrage aan Europese capaciteiten voor satelliet
connectiviteit. Enkele lidstaten verwelkomden een uitbreiding van het programma naar
dual-use toepassing voor defensie en grensbewaking.
Tenslotte riepen veel lidstaten op om als EU eensgezind op te treden bij de aankomende
World Radio Conference (WRC) in 2027, waar in VN-verband wordt gesproken over de verdeling
van frequenties.
Beleidsdebat over het mobiliseren van investeringen in AI (n.a.v. AI Continent Action
Plan)
Tijdens de Telecomraad organiseerde het Poolse voorzitterschap een lunchdebat over
het mobiliseren van investeringen voor AI-Gigafabrieken. Zoals beschreven in de Geannoteerde
Agenda1 en het betreffende BNC-fiche2 zijn AI-Gigafabrieken een van de initiatieven van de Europese Commissie in het AI
Continent Action Plan. In dat kader vroeg het Poolse voorzitterschap de lidstaten
om te reflecteren op het AI-Gigafabrieken initiatief, welke randvoorwaarden ze noodzakelijk
achten om industriële partijen te laten participeren in dit initiatief, en hoe een
balans kan worden gevonden tussen het aantrekken van AI investeringen en het behalen
van strategische autonomie en technologische soevereiniteit.
Er was onder de lidstaten een grote mate van eensgezindheid over het belang van het
versterken van de Europese AI-capaciteiten omdat dat een belangrijke bijdrage levert
aan ons concurrentievermogen en onze technologische soevereiniteit.
Een aantal lidstaten gaf aan geïnteresseerd te zijn in het realiseren van een AI-Gigafabriek
en van plan te zijn om zich in te schrijven op de Call for Expression of Interest van de Commissie met als deadline 20 juni. Die lidstaten waren in verschillende stadia
van positiebepaling en nog in overleg met het bedrijfsleven in hun lidstaat. Nederland
heeft aangegeven tot 31 mei 2025 een interessepeiling3 open te hebben gesteld om na te gaan of er interesse is vanuit de markt en met marktpartijen
in contact te komen. Naar aanleiding van de interessepeiling heeft op 11 juni een
sessie met geïnteresseerden plaatsgevonden, georganiseerd door RVO in samenwerking
met het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap. Tijdens deze sessie is input opgehaald van geïnteresseerden en zijn
concrete initiatieven geïnventariseerd. Via een brief aan de Europese Commissie zal
het Ministerie van Economische Zaken op korte termijn het belang van AI-Gigafabrieken
en de Nederlandse interesse ondersteunen. In deze brief zal worden verwezen naar de
meest concrete initiatieven die bekend zijn bij het ministerie. Het demissionaire
kabinet reageert daarmee niet zelf op de formele Call for Expression of Interest,
maar ondersteunt wel de Nederlandse interesse. De rijksoverheid heeft vooralsnog geen
voorkeur uitgesproken voor concrete initiatieven. Daarnaast gaf een aantal andere
lidstaten tijdens de Telecomraad aan dat een AI-Gigafabriek voor hen te groot is en
graag te willen samenwerken met andere landen.
Omtrent investeringen gaf een aantal lidstaten, waaronder Nederland, aan dat een duurzaam
lange termijn businessmodel en concrete vraag vanuit de Europese industrie essentieel
zijn om investeringen aan te trekken.
De Commissie lichtte in haar inbreng toe dat ze, in aanvulling op de AI-fabrieken
die al gerealiseerd worden, 4 of 5 AI-Gigafabrieken wil realiseren. In dat kader vroeg
de Commissie aandacht voor toepassingen, digitale vaardigheden en de benodigde investeringen
in infrastructuur, data en capaciteit. Wat betreft investeringen gaf de Commissie
aan 30% publieke en 70% private investeringen te voorzien.
Aannemen van de Raadsaanbeveling over de EU-blauwdruk voor crisisbeheersing op het
gebied van cyberbeveiliging (Blueprint Cyber)
De Raadsaanbeveling over de EU-blauwdruk voor crisisbeheersing op het gebied van cyberbeveiliging
(Blueprint Cyber) stond als hamerstuk op de agenda en is unaniem aangenomen. De Commissie
onderstreepte dat de herziene Blueprint Cyber werkt als handboek voor crisisbeheersing
en een solide inzicht biedt in de verschillende rollen van de actoren in het cyberdomein.
De Blueprint Cyber is een niet-bindend document, dat bestaande afspraken, rollen en
verantwoordelijkheden binnen het Europese cybercrisisbeheersingsstelsel in kaart brengt
en binnen die bestaande kaders aanbevelingen doet om samenwerkingen verder te bevorderen.
Een grote groep lidstaten, waaronder Nederland, benadrukte het belang van samenwerking
en coördinatie tussen alle actoren om toekomstige cyberaanvallen effectief te beheersen.
De Blueprint Cyber zal hierbij goed van pas komen. Dit is in lijn met de inzet van
het kabinet tijdens de onderhandelingen in de Raadswerkgroep voor Cyberaangelegenheden,
waar aanpassingen aan het document zijn gedaan op basis van Nederlandse input die
de bruikbaarheid op nationaal niveau zullen stimuleren.
Aannemen van de Raadsconclusies over weerbare en veilige connectiviteit
Na een korte inhoudelijke toelichting op de Raadsconclusies door het Poolse voorzitterschap
gaven veel lidstaten aan tevreden te zijn met de evenwichtige formulering van de tekst.
Veel lidstaten noemen weerbare en veerkrachtige connectiviteit de ruggengraat van
de digitale economie. Daarbij benadrukten veel lidstaten dat de Raadsconclusies het
strategisch belang van digitale netwerken voor economische groei en de Europese concurrentiekracht
onderstrepen en dat de Raadsconclusies oproepen tot meer Europese technologische soevereiniteit,
versterking van publiek-private samenwerking en gerichte investeringen in kritieke
infrastructuur. Daarnaast vroegen meerdere lidstaten nog aandacht voor het beschermen
van en het investeren in zeekabels. De Commissie gaf aan het onderwerp verder te brengen
via concrete voorstellen, zoals het aankomende EU-wetsvoorstel inzake digitale netwerken
(Digital Networks Act). De Raadsconclusies zijn unaniem aangenomen.
Diversenpunt over activiteiten van het voorzitterschap rondom vereenvoudiging van
digitale regelgeving
Het Poolse voorzitterschap presenteerde de uitkomsten van hun inspanningen voor de
vereenvoudiging van wetgeving in het digitale domein. Dit betrof onder andere rondetafelgesprekken
met het bedrijfsleven over het verbeteren van het ondernemersklimaat. Het Poolse voorzitterschap
onderstreepte dat een integrale benadering van het hele wetgevings- en evaluatieproces
nodig is, en niet alleen het schrappen van enkele artikelen. Ook is aandacht nodig
voor dialoog, zowel op Europees als nationaal niveau, om de implementatie in de lidstaten
te verbeteren. De Commissie lichtte toe een ambitieus vereenvoudigingspakket voor
te bereiden, met oog op rechtszekerheid en met behoud van de doelen en principes van
de digitale regelgeving maar dan simpeler, met lagere kosten en minder rapportageverplichtingen.
Ook kondigde de Commissie concrete stappen aan op het gebied van data, cyber en AI
en benadrukte de Commissie het belang van Europese standaarden en handreikingen voor
de implementatie van wetgeving. Enkele lidstaten onderstreepten het belang van het
verminderen van regeldruk om het concurrentievermogen te versterken.
Conform de motie Martens-America/Vermeer4 heeft Nederland de Commissie opgeroepen voortgang te maken met het reeds aangekondigde
initiatief voor een Digitale Omnibus voor vereenvoudiging van regelgeving en verlaging
van lastendruk in het digitale domein. Recent is duidelijk geworden dat dit Digitale
Omnibus voorstel in de herfst kan worden verwacht. Daarover wordt uw kamer via het
gebruikelijke proces van een BNC-fiche geïnformeerd. Met de inbreng op de Raad beschouwt
het demissionaire kabinet de motie als afgedaan en tegelijkertijd houdt het demissionaire
kabinet de verlaging van lastendruk in het digitale domein hoog op de agenda.
Diversenpunt over het beschermen van kinderen online
Griekenland, Frankrijk, Spanje, Slovenië, Denemarken en Cyprus presenteerden een non-paper
over het beschermen van kinderen in de online omgeving. In het non-paper wordt de
Commissie opgeroepen om een Europese digitale minimum leeftijd voor sociale media
in te stellen, wetgeving aan te nemen om verslavend ontwerp tegen te gaan, en leeftijdsverificatiesystemen
en ouderlijk toezicht systemen verplicht te laten installeren op alle producten op
de Europese markt met toegang tot het internet. Een aantal lidstaten sprak zich positief
uit over onderdelen van het non-paper. Veel lidstaten benadrukten de noodzaak van
proportionaliteit bij het beschermen van kinderen online. Nederland heeft aangegeven
het onderwerp zeer belangrijk te vinden en heeft zich conform de motie Kathmann5 uitgesproken voor het tegengaan van verslavend ontwerp. Nederland heeft het non-paper
niet ondertekend, zoals toegelicht in de beantwoording van het Schriftelijk Overleg
Telecomraad van 6 juni6.
Overige Diversenpunten
Bij het diversenpunt over roaming met EU kandidaat-lidstaten heeft de Commissie een stand van zaken gedeeld. Oekraïne heeft de relevante wetgeving
succesvol geïmplementeerd en zal vanaf 2026 worden opgenomen in het Roam like at home gebied. Moldavië heeft een notificatie bij de Commissie gedaan dat ze aan de regelgeving
voor roaming voldoen. De Commissie beoordeelt momenteel deze notificatie.
De Commissie heeft bij het diversenpunt over het Europees actieplan voor de cyberbeveiliging van ziekenhuizen een korte presentatie gegeven van het voorstel. Het actieplan heeft als doel het
beschermen van patiëntgegevens, het waarborgen van continuïteit van zorg en het versterken
van vertrouwen in digitale systemen. Daarvoor bestaat het actieplan uit vier pijlers:
preventie, opsporing, reactie en herstel, en afschrikking. Het plan wordt uitgevoerd
in nauwe samenwerking met zorgaanbieders, lidstaten en de cyberbeveiligingsgemeenschap,
met het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA) als coördinator.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken -
Mede ondertekenaar
E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties