Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de notitie 'Waar zijn onze vlinders'
33 576 Natuurbeleid
27 858
Gewasbeschermingsbeleid
Nr. 450
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juni 2025
Op 28 april 2025 ontving uw Kamer de brief «Waar zijn onze vlinders». Tijdens de procedurevergadering
van 21 mei 2025 heeft de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur mij verzocht te reageren op deze notitie. Door middel van deze brief geef
ik, mede namens de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur invulling
aan dit verzoek.
Ik heb kennis genomen van de aangereikte notitie en bijbehorend nieuwsbericht van
de Vlinderstichting van 23 april 20251. In dit bericht wordt gewag gemaakt van een afname van de algehele vlinderstand in
Nederland met 56% sinds 1992. Speciale aandacht wordt gegeven aan de afname van algemene
vlindersoorten.
De schrijver van de notitie spoort mij aan mijn beleid niet te richten op het wegjagen
van boeren maar op het inzetten op lagere emissies. De schrijver van de brief pleit
dan ook voor technische oplossingen om emissies vanuit de landbouw verder terug te
dringen en het verbeteren van natuurmonitoring om oorzaken van achteruitgang beter
in beeld te krijgen. Het beleid van dit kabinet is er juist op gericht boeren te koesteren
omdat ze belangrijk zijn voor onze voedselvoorziening en het Nederlandse cultuurlandschap.
Sterker nog, dit kabinet zet zich in hoogwaardige landbouwgrond en landbouwinclusieve
natuur te beschermen.
De afname van (algemene) vlindersoorten specifiek, en bestuivers in het geheel baart
mij zorgen. Vlinderpopulaties vormen niet alleen een indicator voor de kwaliteit van
de natuur2, maar dragen ook bij aan de natuurbeleving van heel veel inwoners in Nederland. De
achteruitgang van bestuivers in ons land en de wereld baart mij zorgen aangezien biodiversiteitsbehoud
belangrijk is voor voedselzekerheid, de economie en de natuur. De productie van veel
fruit- en groentegewassen is bijvoorbeeld afhankelijk van bestuiving. Ik zet me daarom
middels mijn natuurbeleid in om bestuivende insecten, waaronder vlinders, in Nederland
te ondersteunen.
Het huidige natuurbeleid is er onder andere op gericht om drukfactoren op bestuivers,
en hiermee de vlinderstand in Nederland, te verminderen. Verschillende rapportages
duiden al op de effecten van drukfactoren die van invloed zijn op de vlinderstand
van Nederland. Versnippering3, vermesting4 en verzuring5 zijn belangrijke oorzaken voor de achteruitgang van vlinders in Nederland4. Ook zijn er aanwijzingen dat gewasbeschermingsmiddelen van invloed zijn op de reproductie
van bestuivers zoals vlinders6. Met betrekking tot de drukfactor «verdroging»7 geeft het CLO8 aan dat juist de afname van de graslandvlindertrend de laatste jaren veroorzaakt
kan zijn door een aantal droge jaren.
Gelukkig zijn er ook positieve punten te melden. In de recent gepubliceerde Rode Lijst
Indicator stelt het CLO dat de mate van bedreiging voor Rode Lijstsoorten tussen 1995
en 2024 is afgenomen. Het CLO stelt dat «na vele jaren waarin achteruitgang van de
biodiversiteit is gemeld – of op zijn gunstigst een afvlakking van de achteruitgang
– is er in Nederland de laatste jaren voorzichtige verbetering in de gemiddelde bedreiging
van soorten te zien9».
Mijn beleid krijgt vorm via verschillende trajecten zoals de uitbreiding en versterking
van het agrarisch natuurbeheer, het startpakket MCEN, het Programma Natuur en het
Natuurplan dat ik op ga stellen in het kader van de Europese Natuurherstelverordening.
Daarnaast zet ik in op het verbeteren en uitbreiden van natuurmonitoring. Op deze
manier zet ik in op het efficiënt aanpakken van verschillende drukfactoren die behalve
voor vlinders ook voor andere soorten en habitats relevant zijn.
Middels de Programmatische Aanpak Basiskwaliteit Natuur werk ik aan natuurherstel
buiten beschermde natuurgebieden. Aan de hand van deze aanpak breng ik de relevante
condities in beeld waarmee medeoverheden zelf kunnen inzetten op het creëren van een
robuuste natuur ten behoeve van algemene plant- en diersoorten zoals verschillende
dagvlindersoorten. Hierdoor draag ik middels die aanpak ook weer bij aan het realiseren
van onze doelen ten behoeve van de Natuurherstelverordening door het realiseren van
de juiste condities voor bestuivers.
Het verheugt mij daarnaast dat diverse maatschappelijke partijen middels de Nationale
Bijenstrategie zich met veel enthousiasme, doorzettingsvermogen en creativiteit inzetten
voor het voortbestaan van bijen, hommels, vlinders en zweefvliegen in Nederland. Ik
zie de Nationale Bijenstrategie als een belangrijke aanpak om maatschappelijke initiatieven
voor bestuivers te creëren en te ondersteunen, alsmede kennis te ontwikkelen en te
verspreiden.
Zo wordt via meerdere sporen gewerkt aan het keren van de achteruitgang van bestuivers.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur