Brief regering : Protocol tot wijziging van het Verdrag over de status en werkzaamheden van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen; ’s-Gravenhage, 16 december 2024
36 758 (R2209) Protocol tot wijziging van het Verdrag over de status en werkzaamheden van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen; ‘s-Gravenhage, 16 december 2024
A/ nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
2 juni 2025.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt
onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden
van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde
Minister van Curaçao te kennen worden gegeven uiterlijk op 2 juli 2025.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2025
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en derde lid, en artikel 5, eerste
en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van
State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring
over te leggen het op 16 december 2024 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Protocol
tot wijziging van het Verdrag over de status en werkzaamheden van de Internationale
Commissie voor Vermiste Personen (Trb. 2025, nr. 34).
Een toelichtende nota bij dit protocol treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt voor het Europese en het Caribische deel van Nederland en voor
Curaçao gevraagd.
Aan de Gouverneur van Curaçao is verzocht hogergenoemde stukken op 3 juni 2025 over
te leggen aan de Staten van Curaçao.
De Gevolmachtigde Minister van Curaçao is van deze overlegging in kennis gesteld.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
TOELICHTENDE NOTA
Inleiding
Op 15 december 2014 is te Brussel tot stand gekomen het Verdrag over de status en
werkzaamheden van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen (Trb. 2014, 219 en Trb. 2015, 68). Het Verdrag is op 17 juni 2015 goedgekeurd voor Nederland (het Europese deel en
het Caribische deel), alsmede Curaçao. Het Verdrag is voor al deze Koninkrijksdelen
op 17 juli 2015 in werking getreden. Voor de toelichting op het Verdrag zie ook de
toelichtende nota die ten behoeve van de parlementaire goedkeuring is opgesteld (Kamerstukken
II 2014/15, 34 202, nr. 1).
Op 16 december 2024 is het Protocol tot wijziging van het Verdrag over de status en
werkzaamheden van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen tot stand gekomen
(hierna: het Protocol). Het Protocol voorziet in wijzigingen van de preambule en artikelen
IV, VIII, IX, en voegt drie nieuwe artikelen toe. Voor deze wijziging van het Verdrag
is parlementaire goedkeuring vereist.
1. De wijziging van het Verdrag.
De wijzigingen van het Verdrag zien enkel op aanpassingen van institutionele en verdragsrechtelijke
aard. Deze wijzigingen zijn nodig om de Internationale Commissie voor Vermiste Personen
(hierna: de Commissie) beter in staat te stellen haar wereldwijde mandaat uit te voeren.
Puntsgewijs betreffen de institutionele aanpassingen het volgende:
– De bevoegdheden van de Conferentie van de staten die partij zijn (hierna: de Conferentie)
worden uitgebreid, zodat deze kan besluiten over zaken die door de Raad van Commissarissen
aan de Conferentie worden voorgelegd.
– De Conferentie krijgt de bevoegdheid om aanvullende taalversies van het Verdrag goed
te keuren.
– De procedure om partij te worden bij het Verdrag wordt aangepast, zodat toetreding
plaatsvindt op uitnodiging van de Conferentie.
– De mogelijkheid tot intrekking van het lidmaatschap van de Commissie wordt geïntroduceerd.
2. Artikelsgewijze toelichting
Het Protocol bestaat uit een preambule en acht artikelen.
Artikel 1
Ingevolge artikel 1 wordt de preambule van het Verdrag gewijzigd door de passage over
het herstellen van omissies in het humanitaire recht te verwijderen aangezien deze
passage verwarring opriep. Het herstellen van omissies in het humanitaire recht is
niet het doel van het mandaat van de Commissie. Hierbij komt dat het mandaat niet
beperkt is tot het toepassingsgebied van het humanitair recht, dat uitsluitend van
toepassing is op gewapende conflicten. De Commissie ondersteunt staten zowel binnen
als buiten de context van gewapende conflicten bij het nakomen van hun rechtsstatelijke
en mensenrechtenverplichtingen.
Artikel 2
– Wijziging artikel IV, zesde lid, onder c
De wijziging breidt de bevoegdheden van de Conferentie uit. Middels deze wijziging
kan de Conferentie besluiten nemen over zaken die door de Raad van Commissarissen
aan de Conferentie worden voorgelegd. De Raad van Commissarissen kan staten voor lidmaatschap
voorstellen aan de Conferentie.
– Nieuw artikel IV, zesde lid, onder e
Door deze toevoeging kan de Conferentie aanvullende taalversies van het Verdrag goedkeuren.
De toevoeging van dit artikel maakt het mogelijk om de nieuwe taalversies van het
Verdrag, bepaald onder artikel 5 van het Protocol, als authentiek aan te merken.
– Wijziging artikel IV, zevende lid
Aan het bestaande zevende lid wordt een stemregel toegevoegd die van toepassing is
op besluiten inzake lidmaatschap van de Commissie. Besluiten over lidmaatschap zullen
worden genomen door de Conferentie met een twee derde meerderheid van de aanwezige
staten die partij zijn. Deze wijziging hangt samen met de toevoeging van het nieuwe
artikel IX, dat onder meer de criteria voor lidmaatschap vaststelt.
Artikel 3
Artikel 3 bepaalt dat de laatste zin van artikel VIII zal worden verwijderd. Deze
zin stelt dat geen enkele staat die partij is, of een andere staat of internationale
organisatie verplicht is om bijdragen te leveren voor de financiering van het werk
van de Commissie. Deze zin is overbodig, aangezien het Verdrag geen financiële verplichtingen
voor de staten die partij zijn creëert. Het schrappen van deze zin creëert evenmin
financiële verplichtingen voor de staten die partij zijn.
Artikel 4
Middels artikel 4 van het Protocol wordt een nieuw artikel IX toegevoegd aan het Verdrag.
Artikel IX introduceert de mogelijkheid om staten uit te nodigen om partij te worden
bij het Verdrag en stelt daarvoor criteria vast. Staten kunnen door de Conferentie
worden uitgenodigd voor toetreding tot het Verdrag op basis van hun bereidheid om
de kwestie van vermiste personen als een staatsverantwoordelijkheid aan te pakken.
Met artikel IX is het ook mogelijk voor de Conferentie om het recht op vertegenwoordiging
van staten die niet in lijn handelen met de uitgangspunten en principes van de Commissie
op te schorten en het lidmaatschap te beëindigen. Artikel IX hangt samen met de wijziging
van artikel IV, zevende lid, dat de stemregel vaststelt voor besluiten door de Conferentie
over lidmaatschap.
Artikel 5
Middels artikel 5 van het Protocol wordt een nieuw artikel X toegevoegd aan het Verdrag.
Dit nieuwe artikel X maakt mogelijk dat de Spaanse, Franse en Arabische tekstversies
van het Verdrag gelijkelijk authentiek zullen zijn naast de, originele, Engelse tekstversie
van het Verdrag. Hiertoe dient de Conferentie wel eerst haar goedkeuring te verlenen
aan deze tekstversies (zie het bepaalde in het nieuwe artikel IV, zesde lid, onder
e). Het toevoegen van deze authentieke talen van het Verdrag draagt bij aan de effectieve
en versterkte deelname van staten aan het werk van de Commissie en de inclusiviteit
en toegankelijkheid van het Verdrag.
Artikel 6
Middels artikel 6 van het Protocol wordt een nieuw artikel XI toegevoegd aan het Verdrag.
Dit nieuwe artikel XI voegt een wijzigingsprocedure van het Verdrag toe. Hiermee wordt
de procedure rondom toekomstige verdragswijzigingen geformaliseerd.
Artikel 7
Deze wijziging houdt in dat het oorspronkelijke artikel IX, waarin de slotbepalingen
zijn opgenomen, voortaan als artikel XII genummerd zal worden.
Artikel 8
Artikel 8 bevat de slotbepalingen en regelt onder meer de ondertekening, ratificatie
en inwerkingtreding van het Protocol.
Een ieder verbindende bepalingen
De wijziging van het Verdrag, vervat in het Protocol, betreft enkel institutionele
en verdragsrechtelijke aanpassingen. Het gaat daarmee uitsluitend om afspraken die
bedoeld zijn om de overheid te binden in haar betrekking tot de andere staten die
partij zijn bij het Verdrag. Naar het oordeel van de regering bevat de wijziging daarom
geen een ieder verbindende bepalingen in de zin van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet
die aan rechtssubjecten rechtstreeks rechten toekennen of plichten opleggen.
3. Koninkrijkspositie
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft zal het Protocol, net als het Verdrag,
gelden voor zowel het Europese als het Caribische deel van Nederland, alsmede Curaçao.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.