Brief regering : Nadere informatie over een aantal onderwerpen met betrekking tot de berichtgeving van de NOS en Nieuwsuur op 16 mei jl. over de toepassing van staalslakken
30 015 Bodembeleid
Nr. 132
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2025
In het mondelinge vragenuur van 20 mei jl. heb ik, naar aanleiding van de vraag van
het lid Koekkoek, toegezegd om de Kamer op korte termijn en voor zover op deze termijn
haalbaar, nader te informeren over een aantal onderwerpen met betrekking tot de berichtgeving
van de NOS en Nieuwsuur op 16 mei jl. over de toepassing van staalslakken (TZ202505–115).
Alvorens hier nader op in te gaan, wil ik benadrukken dat ik de zorgen van de Kamer
over toepassing van staalslakken begrijp en ook deel. De gevallen waarin milieuschade
is ontstaan, hadden zich niet mogen voordoen. Om dat naar de toekomst te voorkomen,
zijn de afgelopen jaren al meerdere stappen gezet en maatregelen in gang gezet voor
staalslakken. Daarbovenop heb ik in mijn recente brief van 18 april jl.1 aan Uw Kamer een aantal aanvullende maatregelen aangekondigd, waaronder een onderzoek
of het mogelijk is om de toepassing van het specifieke type LD-staalslakken als zandvervanger
bij grootschalige toepassingen uit te sluiten, zoals verderop in deze brief nader
toegelicht. Die maatregelen richten zich op toekomstige situaties; de berichtgeving
in de media heeft onder meer betrekking op situaties in het verleden (2010 en 2017).
De uitingen die in de media zijn gedaan over hulp van het Ministerie aan Tata Steel
over de afzet van staalslakken, zijn verontrustend. Op basis van de informatie die
nu bij het ministerie voorhanden is, worden die uitingen echter niet herkend. Daarom
laat ik dit grondig uitzoeken. Hierna ga ik daar verder op in.
Het is van groot belang om met daadkracht de ingezette acties door te zetten en u
in alle transparantie mee te nemen in de te nemen stappen. Met deze brief informeer
ik u over het volgende:
1. Het door mij aangekondigde onderzoek naar aanleiding van de in de media naar voren
gekomen uitingen dat het ministerie in het verleden Tata Steel zou hebben geholpen
met de afzet van staalslakken;
2. Het ter beschikking stellen aan de Kamer van de nu beschikbare informatie;
3. Lopende acties en maatregelen;
4. Gestelde vragen en verzoeken tijdens vragenuur van 20 mei jl.
ad 1) Onderzoek n.a.v. berichtgeving
Op 20 mei heb ik tijdens het vragenuur in antwoord op vragen van het lid Koekkoek
reeds aangegeven dat ik naar aanleiding van de berichtgeving van NOS en Nieuwsuur
op 16 mei jl. grondig laat uitzoeken wat er in het verleden heeft plaatsgevonden.
Ik heb aan het lid Boutkan toegezegd met een tijdlijn te komen. Ik wil dit zeer zorgvuldig
doen en dat kost tijd. De berichtgeving beslaat in totaal een periode van meer dan
15 jaar. De Kamer wordt over het tijdpad nader geïnformeerd.
In afwachting van de bevindingen uit het onderzoek wil ik de berichtgeving over het
rechtsoordeel in een context plaatsen. Gesteld wordt dat met het afgeven van een rechtsoordeel
over LD-staalslakken in 2017 het ministerie Tata Steel te hulp zou zijn geschoten.
Dit is geen correcte weergave van de procedure en werking van een dergelijk advies.
De verantwoordelijkheid om te beoordelen of iets afval is of niet, ligt bij het bedrijf.
Om bedrijven daarbij goed te informeren, nam het ministerie tussen 2014 en 2019 verzoeken
van bedrijven in behandeling om een advies te geven over de afvalstatus van materialen
in een specifieke situatie; ook wel rechtsoordelen genoemd. Doordat onterecht teveel
gewicht werd gehecht aan deze adviezen, is het ministerie hiermee gestopt. Ze worden
niet meer afgegeven of herzien. Het rechtsoordeel over LD-staalslakken is één van
de 42 adviezen die op die manier is opgesteld naar aanleiding van een verzoek van
een bedrijf. Het advies kon worden meegenomen bij vergunningverlening voor de opslag
van staalslakken en het geldend regime voor vervoer van het materiaal. Het is goed
te benadrukken dat het advies geen verschil maakt voor de toepasbaarheid van het materiaal
binnen de bodemregelgeving. Op basis van het Besluit activiteiten leefomgeving mogen
materialen zowel met een afvalstatus als met een bijproductstatus worden toegepast
als ze aan de eisen uit de wetgeving voldoen.
Een rechtsoordeel heeft geen juridische status. Het verandert niets aan de rechten
of plichten die er zijn. Het is een niet-bindend advies of iets een afvalstof is of
niet. Het advies in een rechtsoordeel is bovendien geen generiek oordeel. Het gaat
om een advies over de toepasselijkheid van bepaalde publiekrechtelijke voorschriften
in een specifieke, individuele situatie. In dit geval is er gekeken of er geadviseerd
kan worden dat in die situatie sprake is van de bijproductstatus van LD-staalslakken.
Een andere situatie is weer anders, met eigen feiten en omstandigheden. Er kunnen
geen algemene uitspraken worden gedaan over de status van LD-staalslakken op basis
van een rechtsoordeel. De beoordeling dient altijd per situatie plaats te vinden,
zoals ook expliciet is aangegeven in het advies van 22 september 2017. Daarin staat
expliciet vermeld dat «het afgegeven oordeel alleen betrekking heeft op het betreffende
product van de betreffende producent, zoals dat door die producent is vastgesteld
en vastgelegd, verifieerbaar voor het bevoegde gezag.» Van belang is dat een dergelijk
advies achterhaald kan raken. Dat staat ook expliciet in ieder advies. Het bedrijf
moet iedere keer opnieuw controleren of de beoordeling nog actueel is.
ad 2) Beschikbare informatie
Ik hecht aan een goede en zorgvuldige informatievoorziening over dit onderwerp aan
de Kamer. In de afgelopen jaren is al veel informatie met de Kamer gedeeld. In het
vragenuur heb ik toegezegd alle relevante informatie te delen. Het staalslakkendossier
is een langlopend dossier. De berichtgeving in de media beslaat een periode van ruim
15 jaar en zoomt daarbij in op 2010 en 2017. Dat betekent dat er veel documentatie
is om op een rij te zetten. Daarbij staat zorgvuldigheid voorop en daarom zal het
opstellen van de tijdlijn enige tijd in beslag nemen. Met deze brief deel ik de voor
dit moment beschikbare documenten die reeds openbaar zijn gemaakt in het kader van
verschillende Woo-verzoeken rondom staalslakken. In de bijlage van deze brief vindt
u de links naar de verschillende openbaargemaakte stukken.
ad 3) Acties en genomen maatregelen
In mijn brief van 18 april jl. heb ik aanvullende maatregelen aangekondigd. Ik onderzoek
of het mogelijk is om de toepassing van het specifieke type LD-staalslakken als zandvervanger
bij grootschalig gebruik uit te sluiten. Dit onderzoek is in gang gezet en ik heb
toegezegd (TZ202505–116) de Kamer op de hoogte te houden van de voortgang.
Daarnaast heb ik in de Kamer aangegeven dat toepassingen met staalslakken daar waar
kinderen spelen, niet zouden mogen plaatsvinden. Bij kinderen bestaat de kans namelijk
op hand-mondcontact bij het buitenspelen. Dit hand-mondcontact is momenteel niet in
de normen voor het toepassen van staalslakken meegenomen. Ik kijk daarom met hoge
urgentie naar de mogelijkheden om dit in de nabije toekomst te verbieden. Ik roep
tot die tijd toepassers met klem op om staalslakken niet te gebruiken op plekken waar
kinderen spelen.
Ik informeer de Kamer binnen enkele weken over de voortgang op bovengenoemde punten
kan dan het verdere proces schetsen.
Er lopen daarnaast al verscheidene onderzoeken en maatregelen.
– In september 2021 is toegezegd het RIVM een meerjarig onderzoek uit te laten voeren
naar het normenkader voor secundaire bouwstoffen met het oog op de herijking van de
bodemregelgeving.
– Per januari 2024 is de leverancier verplicht op de milieuverklaring bodemkwaliteit
aan te geven met welke eigenschappen de afnemer rekening dient te houden, een verplicht
document dat met de staalslakken moet worden meegegeven.
– Per 1 januari 2026 wordt een meldplicht ingevoerd. Dit was in eerste aanzet een informatieplicht
en deze wordt naar aanleiding van een breed gedragen motie2 omgezet naar een meldplicht. Naast dat een toezichthouder van te voren wordt geïnformeerd
over een toepassing met staalslakken en op basis van die kennis zijn rol kan pakken,
heeft een toezichthouder met een meldplicht ook de mogelijkheid het werk stil te leggen
als geen of onvoldoende informatie is aangeleverd. Invoering van deze meldplicht heeft
de steun van de Omgevingsdiensten.
– Omdat de meldplicht niet per direct ingaat, heeft de «Circulaire Toepassing van staalslak
en hoogovenslak(zand) als bouwstof in een werk» op 8 mei 2024 een update gekregen.
Hierin is een oproep aan opdrachtgevers en toepassers gedaan om vroegtijdig in contact
te treden met het bevoegde gezag over een voorgenomen toepassing van staalslak.
– Ook zijn verdere maatregelen in ontwikkeling binnen de herijking van de bodemregelgeving:
• Vastellen van maatregelen voor meer zicht op de toepassing van staalslakken met een
registratieplicht of een vergunningplicht.
• het verduidelijken van toepassingseisen en het bieden van handvatten om nader invulling
te geven aan de zorgplicht.
• een verkenning of het zinvol en haalbaar is om de kwaliteit te waarborgen van het
toepassen van bepaalde secundaire bouwstoffen binnen het publieke private stelsel
van kwaliteitsborging bodembeheer (kwalibo).
– In de brief van 18 april jl. zijn aanvullende maatregelen aangekondigd:
• Bekeken wordt of er prikkels zijn die een negatieve invloed hebben op het toepassen
van te veel staalslak en welke maatregelen passend zijn voor aanpak van deze negatieve
prikkels.
• Met de Omgevingsdiensten is in contact getreden om samen te bekijken hoe kennis en
kunde versterkt kan worden rond het thema staalslakken.
Ik zal zorgen dat ik daar flink de vaart in houd.
ad 4) Verzoeken en vragen tijdens vragenuur
Tot slot ga ik in op een aantal verzoeken die Kamerleden hebben gedaan tijdens het
mondelinge vragenuur.
– Het lid Koekkoek deed de oproep om alle locaties te delen waar staalslakken zijn toegepast.
Ik begrijp dit verzoek. Zoals bekend was er geen verplichting om een toepassing te
delen met het bevoegd gezag en bestaat er ook geen verplichting om toepassingen met
staalslakken te registreren. Een totaalbeeld bestaat dus niet en is ook niet te achterhalen.
Primair is dat ook aan het bevoegd gezag, meestal gemeenten en provincies om toe te
zien op de juiste toepassingen en daar waar het mis is gegaan handhavend op te treden.
Echter, ik wil de zorgen die leven in verschillende gemeenten over bestaande toepassingen
wel adresseren. Daarom werk ik aan een handreiking voor verschillende type toepassingen
van verschillende typen staalslakken om bevoegde gezagen handvatten te bieden hoe
hier mee om te gaan en daar zal ik zo snel als mogelijk mee naar buiten treden. Het
lid Koekkoek vroeg mij tijdens het vragenuur van 20 mei jl. om te zorgen dat alle
vervuilde grond wordt gereinigd. Als handhaving noodzakelijk blijkt zal door het bevoegd
gezag worden besloten wat de noodzakelijke maatregelen zijn. Reiniging of sanering
kan daarbij een uitkomst zijn.
– Het lid Pierik heeft tijdens het mondelinge vragenuur aangegeven graag te willen weten
wat de hoeveelheid geïmporteerde staalslakken is. In Nederland produceert Tata Steel
in IJmuiden per jaar rond de zeshonderd kiloton LD-staalslakken. Het bedrijf Pelt
& Hooykaas verhandelt dit materiaal op basis van contractafspraken met Tata Steel
IJmuiden onder productcertificaten in de bouwsector (RIVM 2022). Uit een door de ILT uitgevoerde inventarisatie uit openbare bronnen3 – gericht op het in kaart brengen van verschillende stromen van staalslakken, zowel
op internationaal als op nationaal niveau – komt naar voren dat Nederland jaarlijks
enkele tientallen kiloton staalslakken ontvangt, met name vanuit Duitsland en België.
Tegelijkertijd exporteert Nederland naar een aantal Europese landen.
– In reactie op de oproep van Lid Buisse om invulling te geven aan de motie4 waarin de regering wordt verzocht om met de leverancier in gesprek te gaan over alternatieve
toepassingen van staalslakken wil ik met deze brief bevestigen dat de eerste gesprekken
ambtelijk zijn gevoerd. Op korte termijn wordt daar een vervolg aan gegeven. Als daar
informatie over beschikbaar is, zal ik dat met u delen (TZ202505–117).
Ik verwacht u hiermee voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd als vervolg
op het vragenuur van 20 mei en de zorgen die we delen. Verdere stappen in dit dossier
volgen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Ch.A. Jansen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat