Brief regering : Uitkomst Voorjaarsnota Nedersaksenlijn en Lelylijn
36 600 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2025
Nr. 59
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2025
De Kamer is op 18 april jl. geïnformeerd over de Voorjaarsnota 2025. Deze brief gaat
specifiek in op wat dit betekent voor de Lelylijn en Nedersaksenlijn.
In aanloop naar de besluitvorming over de Voorjaarsnota hebben de onderhandelingen
tussen de fractievoorzitters van de coalitiepartijen geresulteerd in een voorstel
om een reservering van € 1,9 miljard te maken voor een MIRT-verkenning voor de Nedersaksenlijn
en voor investeringen voor diverse andere infrastructurele projecten in Noord-Nederland.
Hieronder vallen aanvullende middelen voor de zogenoemde flessenhals Meppel op het
bestaande spoor. Het geld hiervoor komt uit de eerder getroffen reservering voor de
Lelylijn.
De uitkomst van de onderhandelingen is door het kabinet bekrachtigd. Daarmee heeft
het kabinet ook impliciet het besluit genomen om de gewijzigde motie van Olger van
Dijk1 over het gereserveerd houden van de middelen voor de Lelylijn niet uit te voeren.
De motie Pierik en Olger van Dijk2 over het bezien wat nodig is voor een MIRT-verkenning naar de Nedersaksenlijn kan
wel worden uitgevoerd. Over de mogelijke maatregelen rondom Meppel ontvangt u binnenkort
een aparte brief.
Op 25 april jl. heeft een delegatie van het kabinet met de vijf Commissarissen van
de Koning en de vijf Gedeputeerden mobiliteit van de betrokken provincies over de
uitkomst van de Voorjaarsnota gesproken. Wij vinden het begrijpelijk dat dit besluit
tot ambivalente gevoelens heeft geleid. Enerzijds wordt positief ervaren dat er nu
mogelijkheden zijn om een MIRT-verkenning te starten voor de Nedersaksenlijn. Anderzijds
was de teleurstelling bij de regio duidelijk voelbaar en hoorbaar over het grotendeels
vervallen van de reservering voor de Lelylijn.
Ook in dit overleg hebben we benadrukt dat het kabinet met de Lelylijn aan de slag
blijft als onderdeel van het Deltaplan Noordelijk Nederland door middel van het Masterplan
Lelylijn. In het Masterplan worden onder andere de financierbaarheid en mogelijke
financieringsopties van de Lelylijn nader uitgewerkt. De intentie is de uitkomst eind
2026 te kunnen presenteren.
Met het vrijgemaakte budget kan nu een vervolgstap naar een MIRT-verkenning voor de
Nedersaksenlijn worden gezet. Het kabinet is voornemens om bij het BO-MIRT van dit
najaar de startbeslissing voor de MIRT-verkenning nemen. Met de komst van de Nedersaksenlijn
wordt het oostelijke deel van Groningen en Drenthe per spoor verbonden met Overijssel,
de stad Groningen en de Eemshaven. Dit geeft een belangrijke impuls voor de leefbaarheid,
woningbouw, bereikbaarheid van banen, onderwijs en voorzieningen en daarmee aan de
kansen voor de inwoners en bedrijven in dit gebied. De Kamer wordt middels de MIRT-brief
in het najaar over de startbeslissing van de MIRT-verkenning naar de Nedersaksenlijn
geïnformeerd.
Zoals op 31 maart aangegeven in de Kamerbrief over mogelijke vervolgstappen Lelylijn
en Nedersaksenlijn3 verkent het kabinet verschillende mogelijkheden om eventuele volgende investeringen
in grootschalige infrastructuur te kunnen uitvoeren en bekostigen. Het gaat hierbij
nadrukkelijk om projecten waar nog geen besluiten over zijn genomen en waar het besluit
door dit kabinet of een van de volgende kabinetten wordt genomen. Een onderdeel van
de verkenning is de vraag of en hoe de projecten in de praktijk mogelijk te realiseren
zijn gegeven verschillende uitdagingen waaronder de schaarse stikstof -en fysieke
ruimte, de krappe arbeidsmarkt en de toenemende vraag aan beheer en onderhoud. Dit
traject is in de ogen van het kabinet ook relevant voor de Lelylijn. Voor de zomer
wordt de Kamer hierover geïnformeerd.
Met de uitkomst van de Voorjaarsnota kan er een MIRT-verkenning worden gestart voor
de Nedersaksenlijn. Tegelijkertijd wordt met het Masterplan verder gewerkt aan de
Lelylijn. Het is van belang dat Rijk en regio gezamenlijk blijven optrekken in de
vervolgstappen voor zowel de Nedersaksenlijn als de Lelylijn. Ook is het kabinet aan
de slag met de Uitvoeringsstrategie langjarige infrastructuur en woningbouw, ook relevant
voor de Lelylijn. Daarmee bieden we perspectief voor de bereikbaarheid en leefbaarheid
Noord-Nederland op zowel de korte, middellange als lange termijn. Maar bieden we boven
alles kansen voor de inwoners en bedrijven in het noorden van ons land.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Ch.A. Jansen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat