Brief regering : Het Nederlandse startup en scale-up ecosysteem in internationaal perspectief
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 690
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 april 2025
Het kabinet heeft de ambitie om van Nederland het beste startup en scale-up ecosysteem
van Europa te maken. Een van de punten waarin Nederland de afgelopen jaren achterliep
op andere ecosystemen is rondom medewerkersparticipatie. Ik ben dan ook ontzettend
trots om, mede namens de Staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane,
te melden dat tijdens de Voorjaarsbesluitvorming overeenstemming is bereikt over het
voorstel voor een fiscale maatregel voor startups en scale-ups. Dit is een brede wens
vanuit ons beiden, het bedrijfsleven zelf en uw Kamer (motie Van Eijk) en een hele
belangrijke stap in de versterking van het ondernemingsklimaat voor deze bedrijven.1
Met de voorgestelde regeling wil het kabinet de toegang tot talent verbeteren door
medewerkersparticipatie te bevorderen, en daarmee de doorgroei van startups en scale-ups.
De regeling geeft een belastingkorting in de loonbelasting op de voordelen uit aandelenopties
voor werknemers van startups en scale-ups. De belastingkorting wordt vormgegeven in
de vorm van een grondslagversmalling, waardoor het effectieve tarief waartegen de
voordelen belast worden in lijn ligt met de belastingheffing op inkomen uit aanmerkelijk
belang (box 2). Bovendien is een onderdeel van de fiscale regeling dat het moment
van belastingheffing wordt uitgesteld tot uiterlijk het moment waarop de aandelen
worden verkocht. Het voorstel wordt op dit moment verder uitgewerkt in een wetsvoorstel.
Er wordt toegewerkt naar een inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2027, met een horizonbepaling
van 7 jaar.
Met dit voorstel wordt de toegang tot talent vergroot en de internationale concurrentiepositie
van onze belangrijke start- en scale-ups versterkt. Ook wordt de basis gelegd voor
een vliegwiel waarin na succes opbrengsten weer terug worden geïnvesteerd in nieuwe
bedrijven. De invoering van de medewerkersparticipatie is een zeer belangrijk onderdeel
van een sterk startup en scale-up ecosysteem. Uw Kamer wordt binnenkort en in ieder
geval voor 1 juli uitgebreider geïnformeerd over het voorstel en de vervolgstappen.
Naast deze belangrijke aankondiging zal ik met deze brief uw Kamer schetsen hoe het
startup en scale-up ecosysteem in Nederland ervoor staat in vergelijking tot andere
landen en om aan te geven welke maatregelen andere landen nemen om de groei van startups
en scale-ups te bevorderen. Middels deze brief geef ik invulling aan de toezegging
aan lid Martens America (VVD), zoals gedaan tijdens de behandeling van de begroting
van het Ministerie van Economische Zaken op 17 oktober 2024.
In deze brief zal ik eerst kort aangeven wat startups en scale-ups nodig hebben om
te groeien. Waarna ik op basis van inzichten uit (internationaal) onderzoek zal schetsen
hoe het startup en scale-up ecosysteem in Nederland ervoor staat in vergelijking tot
andere landen. Vervolgens zal ik op basis van zowel internationale onderzoeken als
onderzoeken in opdracht van de Rijksoverheid aangeven welke maatregelen andere landen
nemen om het startup en scale-up ecosysteem te versterken en wat Nederland hiervan
kan leren.2 Hierbij zal ik achtereenvolgens ingaan op best practices om: talent aan te trekken
en te behouden, de toegang tot kapitaal verbeteren, de internationale groei te bevorderen,
valorisatie te versterken en de rol die een aanjaagorganisatie kan vervullen in een
startup en scale-up ecosysteem.
1. Wat hebben startups en scale-ups nodig om te groeien?
In de snel veranderende wereld zijn jonge innovatieve technologiebedrijven met internationale
groeiambitie – de startups en scale-ups – cruciaal.3 Jonge innovatieve technologiebedrijven – startups en scale-ups – floreren in sterke
ecosystemen.4 Zij groeien vaker succesvol door als zij ondernemen in sterke ecosystemen, met ervaren
tech ondernemers, digitaal, technisch en ondernemend talent, toonaangevend onderzoek,
kennisinstellingen met een ondernemende cultuur, voldoende toegang tot (durf)kapitaal,
toegang tot internationale netwerken en markten, goede ondersteuning en advies voor
ondernemers, goede fysieke en digitale infrastructuur en consistente innovatie-bevorderende
wet- en regelgeving.5
2. Hoe staat het Nederlandse startup en scale-up ecosysteem ervoor in vergelijking
tot andere ecosystemen
Nederland heeft in de basis alles in huis om een sterk tech-ecosysteem te hebben.6 We zijn de «gateway» naar Europa; hebben goed onderwijs, toponderzoek, een hoogopgeleide
en internationaal georiënteerde, ondernemende beroepsbevolking en een fijn leefklimaat.
Tientallen technologiebedrijven van Nederlandse bodem hebben zich doorontwikkeld tot
toonaangevende spelers op mondiaal niveau (zoals ASML, Booking en Adyen). Tegelijkertijd
blijft de doorgroei van Nederlandse startups tot succesvolle scale-ups achter, en
zien we dat er in Nederland relatief weinig startups op basis van publieke kennis
van Nederlandse kennisinstellingen worden opgericht. Dat terwijl juist de potentiële
impact van deze kennisintensieve (deeptech) bedrijven het grootst is.
In een internationale ranking voor startup-ecosystemen – de Genome Startup Ecosystem
Ranking 2024 – staat het Nederlandse ecosysteem binnen Europa op de tweede plaats
en wereldwijd op de 13e plaats. Hoofdthema’s binnen deze ranking zijn financiering, talent en (overheid)support.
Er zijn in Nederland over 2024 ongeveer 9.250 jonge innovatieve technologie-gedreven
bedrijven, waarvan ongeveer 1.220 kennisintensieve deeptech bedrijven.7 Bij deze techbedrijven werken afhankelijk van de gekozen afbakening tussen de 255.0008 en 350.0009 mensen. Daarvan werken er ongeveer 174.000 in een technische functie.10 Volgens een internationaal onderzoek staat Nederland 9e voor wat betreft het aantal softwareontwikkelaars per capita.11 In totaal hebben er 1.245 techbedrijven meer dan 100.000 euro aan durfkapitaal opgehaald
en 268 bedrijven meer dan 10 miljoen euro aan durfkapitaal opgehaald.12 Volgens het State of European Tech rapport hebben inmiddels 29 Nederlandse techbedrijven
een waardering van meer dan 1 miljard dollar bereikt.13 Dit betreft zowel unicorns – private bedrijven met een waardering van meer dan 1 miljard
dollar, als beursgenoteerd (publieke) techbedrijven met een waardering van meer dan
1 miljard dollar. Hiermee scoort Nederland per capita voor het aantal unicorns een
derde plek binnen de EU.
In vergelijking tot andere landen binnen Europa zien we dat Nederland over de periode
2015–2024 achter het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en Zweden in absolute
termen het vijfde land qua durfkapitaalinvesteringen met $ 18,4 miljard is. Qua aantal
bedrijven met een waardering hoger dan 1 miljard komt Nederland uit op de vierde plaats
en qua aantal medewerkers in de tech-sector zien we Nederland op een vierde plaats
terug achter het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk.
Bronnen: State of European Tech 2024 & State of Dutch Tech 2025
Als we dan kijken naar de knelpunten zien we dat Nederland in vergelijking tot andere
landen relatief veel startups heeft, maar dat de doorgroei achterblijft. De scale-up
ratio – het percentage latere fase startups dat doorgroeit tot scale-up – is in Nederland
met 21,5% lager dan in de Verenigde Staten (54%), Duitsland (41%), Zwitserland (35%)
en de Verenigd Koninkrijk (27%). Dit wordt grotendeels toegeschreven aan het achterblijven
van grote investeringsrondes (<20mln.), en regeldruk op het gebied van arbeid en fiscaliteit14. Daarnaast heeft Nederland relatief weinig deeptech startups. We zien daarnaast ook
dat er in Nederland minder startups op basis van publieke kennis worden opgericht,
dan in andere Europese landen. Zo zien we dat het aantal spin-offs per capita in Nederland
laag ligt.15 Er zijn hier dus minder startups die zijn opgericht met de kennis van een publieke
kennisinstelling. Zo heeft Zwitserland zes keer meer spin-offs per capita dan Nederland.
Ook landen als Estland, Zweden, België, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Portugal
en Duitsland hebben in relatieve termen meer spin-offs dan Nederland. Als wij kijken
naar de totaal gecreëerde waarde door spin-outs scoren landen als het Verenigd Koninkrijk,
Zwitserland, Duitsland, België en Frankrijk beter dan Nederland16. Dit wordt grotendeels toegeschreven aan het (stemhebbende) belang dat onderwijsinstellingen
in spinouts nemen, risicoaverse investeerders die kennisintensieve startups vanwege
de vroege kapitaalbehoefte mijden, en het nog in ontwikkeling zijn van een ondernemende
wetenschapscultuur.17 Samenvattend laat het Nederlandse startup en scale-up ecosysteem een gemengde prestatie
zien. Nederland positioneert zich in de topgroep van ecosysteem landen, maar behoort
niet tot de koplopers.18
3. Wat kan Nederland leren van andere ecosystemen?
3.1 Best Practices voor toegang tot talent
Voor het succesvol schalen van een bedrijf is er specifieke expertise nodig, zowel
op technisch als organisatorisch vlak. Dit talent is schaars op de voor deze functies
zeer internationaal functionerende arbeidsmarkt. Voor het aantrekken van het juiste
personeel is het belangrijk dat door Nederlandse startups en scale-ups internationaal
personeel kunnen aantrekken en een internationaal concurrerend arbeidsvoorwaardenaanbod
kan worden gedaan.
3.1.1 Medewerkersparticipatie
Medewerkersparticipatie en specifiek aandelenopties zijn voor startups een instrument
voor het aantrekken en behouden van talent. Uit internationaal onderzoek blijkt dat
bedrijven die aandelenopties aanbieden aan alle medewerkers meer dan drie keer vaker
succesvol schalen dan bedrijven die dit niet doen.19 Medewerkersparticipatie kan daarnaast zorgen voor versterking van het startupecosysteem
doordat medewerkers de opbrengsten weer kunnen herinvesteren in de volgende generatie
bedrijven. Door herinvesteringen kan het vliegwiel in het ecosysteem op gang worden
gebracht.20
In het voorstel waar hard aan is gewerkt en waar tijdens de Voorjaarsbesluitvorming
overeenstemming over is bereikt, wordt het effectieve tarief waartegen de voordelen
uit aandelenopties worden belast in lijn gebracht met de belastingheffing op inkomen
uit aanmerkelijk belang (box 2). Het moment van belastingheffing wordt uitgesteld
tot uiterlijk het moment waarop de aandelen worden verkocht. Hiermee zet Nederland
een hele belangrijke stap in de versterking van het startup en scale-up ecosysteem.
Uw Kamer wordt binnenkort nader geïnformeerd over het voorstel mede in reactie op
de motie Van Eijk.
Nederland is vergeleken met het buitenland op het punt van belastingheffing ten aanzien
van aandelenopties voor medewerkers van startups en scale-ups momenteel minder aantrekkelijk.21 Index Ventures heeft in de studie «Not Optional» drieëntwintig landen vergeleken
voor wat betreft de aantrekkelijkheid van aandelenopties.22 Volgens dit onderzoek hebben respectievelijk Letland, Estland en Litouwen het meest
aantrekkelijke fiscale stelsel voor medewerkersparticipatie. Daarnaast scoren ook
Israël, Canada, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk hoog. Nederland staat op dit moment
nog op de 20e plaats. Na invoering van de door dit kabinet aangekondigde aandelenoptieregeling
zal Nederland zeer waarschijnlijk een grote stap omhoog zetten op deze ranglijst.
Archipel Tax Advice heeft in haar studie «Opties voor groei» gekeken naar internationale
best practices.23 Zo stellen landen als het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en de Verenigde
Staten het heffingsmoment uit tot verkoop, zodat er aansluiting is bij de liquiditeitssystematiek.
Daarnaast heeft Nederland een relatief hoog conversietarief voor aandelenopties. In
Frankrijk wordt de uitoefening belast tegen het lage tarief (vergelijkbaar met box 1),
terwijl in het Verenigd Koninkrijk en het VS het wordt belast tegen het tarief voor
vermogenswinstbelasting (vergelijkbaar met box 2).
3.1.2. Internationaal Talent
Het aantrekken van internationaal talent is voor de groei van startups en scale-ups
van belang. Veel startups worden opgericht door internationaal talent en vaak wordt
internationaal talent geworven voor rollen die specifieke expertise vereisen. In de
World Talent Ranking van IMBD staat Nederland op een 8e plaats.24 Volgens de ranking zijn Zwitserland, Singapore, Luxenburg, Zweden, Denemarken, IJsland
en Noorwegen aantrekkelijker voor (internationaal) talent.25 Hiermee is Nederland het laatste jaar drie plaatsen gedaald. Met name doordat het
onderwijs en arbeidsaanbod minder goed aansluit bij arbeidsvraag en minder technici
worden opgeleid c.q. aangetrokken.26
De OECD heeft recent onderzoek gedaan naar best practices om internationaal talent
aan te trekken.27 Daarin worden vooral het Start-up Visa programma van Estland en het French tech visum
van Frankrijk genoemd als internationale best practices voor aantrekken van tech-ondernemers
uit het buitenland. Voor het aantrekken van internationaal hoogwaardig talent in loondienst
worden het Green Corridor Initiatief van Letland, de verblijfsvergunning voor hoogopgeleide
medewerkers in Zweden en het Global Talent Visa van Australië als internationale best
practices gezien. Ook onze eigen pilot regeling voor het aantrekken van sleutelpersoneel
wordt door OECD gezien als internationale best practice. Er is voor Nederland op dit
moment geen aanleiding om deze regelingen over te nemen. Wij hebben al goed werkende
regelingen voor ondernemend talent en talent in loondienst zoals: de kennismigrantenregeling,
de regeling essentieel personeel, de 27%-regeling. Voor het ondernemingsklimaat is
het van belang dat de toegang tot talent middels deze regelingen in stand wordt gehouden.
3.2 Best Practices voor toegang tot kapitaal
Toegang tot financiering is cruciaal voor de groei van startups en scale-ups. In 2024
zijn er binnen mijn ministerie verschillende onderzoeken voltooid, die inzage geven
in het functioneren van het Nederlandse financieringslandschap voor start- en scale-ups.
Het IBO Bedrijfsfinanciering, een bredere meta-evaluatie van het durfkapitaalinstrumentarium
en de evaluaties van de durfkapitaalregelingen zijn allen in 2024 met uw Kamer gedeeld.28 Daarnaast is er eerder in 2024 een onderzoek naar Financiering van Transities en Innovatie (PwC) afgerond.29 Deze onderzoeken en evaluaties geven inzicht in de financieringsmogelijkheden van
startups in Nederland, cruciaal voor het ontstaan, groeien en behouden van deze belangrijke
innovatieve bedrijven.
De genoemde onderzoeken bevatten ook een vergelijking met andere landen, waaronder
een internationale vergelijking van financieringsinstrumenten. Volgens de meta-evaluatie
is de Nederlandse durfkapitaalmarkt relatief goed ontwikkeld in vergelijking met het
Europese gemiddelde. In 2022 bedroegen de risicokapitaalinvesteringen in Nederland
0,12% van het BBP, wat boven het Europese gemiddelde van 0,09% ligt.30 In vergelijking met landen als Duitsland, Frankrijk, en het Verenigd Koninkrijk,
waar risicokapitaalinvesteringen respectievelijk 0,09%, 0,12%, en 0,14% van het BBP
bedragen, doet Nederland het goed. Echter doen Nederlandse startups en scale-ups er
langer over om nieuw kapitaal op te halen in vergelijking met andere Europese landen
en de Verenigde Staten.31 Gemiddeld duurt het in Nederland twee jaar om een nieuwe financieringsronde te bereiken,
terwijl dit in de VS jaarlijks gebeurt.
Als we op basis van de meta-evaluatie kijken naar het type financiering maakt Nederland
gebruik van een mix van directe (bijvoorbeeld overheidsfondsen) en indirecte interventies
(bijvoorbeeld publiek-private samenwerking of risicoafdekking). Dit is vergelijkbaar
met landen waar sprake is van een sterk ontwikkelde durfkapitaalmarkt, zoals het VK
en Duitsland. In landen waar de durfkapitaalmarkt minder goed ontwikkeld is dan in
Nederland, wordt meer gebruik gemaakt van directe overheidsinterventies zoals Spanje.
Verder wordt in Duitsland, Frankrijk en het VK gebruik gemaakt van fiscale regelingen
om investeringen in startups aantrekkelijker te maken, met name in de vroege fase.
In Duitsland werkt men veel in het verband van publiek-private samenwerking. Zo wordt
bij het Hightechgründerfonds door 45 bedrijven 30% van het nieuwste fonds gefinancierd,
en het overige deel door de Duitse overheid. Op het gebied van financieringsinstellingen
hebben het KfW in Duitsland en BpiFrance in Frankrijk de mogelijkheid om op de kapitaalmarkt
financiering aan te trekken. In Nederland is dat vooralsnog niet mogelijk voor Invest-NL
en is de organisatie aangewezen op directe financiering vanuit de staat.
We beschikken in Nederland over een uniek en breed financieringsinstrumentarium dat
beschikbaar is voor iedere levensfase van bedrijven. De fondsen, regelingen en instrumenten
zijn goed toegespitst op de behoefte van ondernemers en financiers en adresseren de
knelpunten in de Durfkapitaalmarkt op een doelmatige en doeltreffende manier. De negen
regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROMs) en Invest-NL vertrekken via diverse fondsen
marktconforme financiering aan bedrijven, de ROMs doen dat voornamelijk in de vroege
fase en Invest-NL in de latere fase. Daarnaast beschikt de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO) namens EZ over diverse regelingen die niet-marktconforme financiering
verstrekking. Op het gebied van fiscaliteit bestaan in Nederland verschillende initiatieven
op bedrijfsniveau, gericht op het aanjagen van en investeren in innovatie door bedrijven
(WBSO, InnovatieBox). Om de durfkapitaalmarkt voor de latere fase te versterken bestaan
er op Europees niveau diverse fonds-in-fonds initiatieven en doen we als Nederland
mee aan Europese fondsen waarvan de investeringen grotendeels in Nederland landen,
zoals het European Tech Champion Initiative (ETCI).
Uit het IBO Bedrijfsfinanciering en de meta-analyse komt naar voren dat startups in
Nederland goede toegang hebben tot financiering en dat het bestaande instrumentarium
goed aansluit op de huidige knelpunten, die er momenteel voor zorgen dat startups
moeite kunnen hebben met het verkrijgen van financiering. Wel concluderen beide laatstgenoemde
onderzoeken dat er nog winst te behalen valt in de scale-up fase, omdat het verkrijgen
van grotere financieringsrondes van boven de 10 miljoen euro en in het bijzonder boven
de 50 miljoen euro een uitdaging is.
Onder meer om de toegang tot scale-up financiering te verbeteren, is Invest-NL versterkt
met aanvullende middelen. In aanvulling hierop wordt er op dit moment gekeken naar
verschillende beleidsopties die gelijkenissen vertonen met de bovengenoemde buitenlandse
voorbeelden, zoals initiatieven voor het aantrekken van institutioneel kapitaal voor
startups en scale-ups, de blended finance faciliteit die momenteel wordt ingericht,
een garantie voor scale-up financiering via de Export Krediet Verzekering en het lopende
onderzoek naar fiscale maatregelen.
3.3 Best Practices voor toegang internationale netwerken en markten
Internationale groei is cruciaal voor startups. Het is bewezen dat startups die internationaal
ondernemen en verbonden zijn met internationale netwerken vaker en sneller groeien
dan startups die dat niet doen. Startups die zich bij de start al richten op de wereldmarkt
zijn anderhalf keer vaker succesvol dan bedrijven die dit niet doen.32 Daarnaast is groeikans van bedrijven met een sterk internationaal netwerk 25% hoger.33
Veel landen hebben daarom dan ook programma’s om startups en scale-ups te ondersteunen
bij internationale groei en zo de groei van startups en scale-ups te versnellen. In
de evaluatie van het Startup Liaison Officers door Dialogic in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is gekeken naar
internationale best practices.34 Het onderzoek keek voornamelijk naar Zwitserland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk
en Denemarken. SwissNex (Zwitserland) en German Accelerator (Duitsland) zijn als best practice geïdentificeerd. SwissNex is een Zwitsers netwerk gericht op internationalisering
van onderwijs, onderzoek en innovatie met vestigingen in zeven buitenlandse steden.
Eén van de activiteiten van SwissNex is het ondersteunen van internationalisering
van Zwitserse startups. German Accelerator is een Duits internationaliseringsnetwerk
met 7 internationale kantoren. De German Accelerator biedt startups toegang tot een
netwerk, mentoren (experts) en gratis kantoorruimte. Deze internationale goede voorbeelden
zijn meegenomen in de Nederlandse inzet voor de internationalisering van startups.
De overheid ondersteunt de internationale groei van Nederlandse startups met diverse
instrumenten en capaciteit. Op zes plekken in de wereld kunnen startup-ondernemers
terecht voor advies van Startup Liaison Officers. Daarnaast organiseert RVO in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
een aantal startupmissies. Ook organiseert RVO jaarlijks in opdracht van Ministerie
van Economische Zaken de startupmissie naar CES Las Vegas. Tevens help het Ministerie
van Economische Zaken via het ScaleNL Accelerator programma Nederlandse scale-ups
die willen uitbreiden in de Verenigde Staten.35 Dit Accelerator programma is na een positieve impactbepaling recent verlengt tot
en met 2027 (impactbepaling bijgesloten).36 De impactbepaling voor de jaarlijkse startupmissie naar CES Las Vegas wordt eind
april gepubliceerd.
3.4 Best Practices voor valorisatie
Nederland heeft excellent onderzoek, maar laat kansen liggen bij de valorisatie van
deze kennis. Het aantal startups op basis van publiek onderzoek blijft achter. Er
staan geen Nederlandse kennisinstellingen in de 10 van best valoriserende kennisinstellingen.37 Nederland mist door de achterblijvende valorisatie economische en maatschappelijke
kansen. Naar schatting zou beter valorisatie bij de Nederlandse universiteiten tussen
de € 0.9 – € 2.5 miljard extra bijdragen aan de Nederlandse economie.38
Naar aanleiding van de motie van het lid van der Plas (Kamerstuk 33 009, nr. 128) is Birch Consultants gevraagd een onderzoek uit te voeren naar internationale goede
praktijken op het gebied van valorisatie. Het onderzoek «Valorisatie: leren van praktijken
wereldwijd» analyseert twaalf succesvolle buitenlandse valorisatie-initiatieven.39 Er is naar verschillende initiatieven gekeken in deze studie.
Zo is er gekeken naar verenigingen voor valorisatie-professionals zoals de Duitse
TransferAllianz alsmede Bayern Innovativ. Daarnaast is er is onderzoek gedaan naar
verenigingen die er op zijn gericht om valorisatieactiviteiten aan individuele instellingen
sterker te maken door bundeling van krachten en tegelijkertijd inzetten op standaardisatie
en kwaliteitsbewaking, zoals het Italiaans Netval en het Ierse Knowledge Transfer
Ireland. Ook is gekeken naar het UC system in Californië, waarbinnen zowel wordt ingezet
op betere coördinatie alsmede standaardisatie en kwaliteitsbewaking. Tevens is gekeken
naar organisaties die een coördinerende rol vervullen tussen KTO’s zoals de TTO Flanders
in Vlaanderen en het Generation Deeptech programma van BPI France in Frankrijk. Tot
slot is door het bureau gekeken naar programma’s die valorisatie versnellen via financiering
en coaching, zoals Vinnova in Zweden, Innosuise in Zwitserland, De Israël Innovation
Authority in Israël en wederom het Generation Deeptech programma in Frankrijk.
Bron: Birch Consultants (2023) Valorisatie: leren van praktijken wereldwijd – Case
studies met lessen voor Nederland
De inzichten uit de Birch studie zijn benut voor het Nationaal Groeifondsvoorstel
«Deltaplan Valorisatie 2032». Dat voorstel is helaas niet gehonoreerd, maar de inzichten
uit het onderzoek zullen relevant blijven bij de verdere uitwerking van het valorisatiebeleid.
In het regeerprogramma zijn de probleemanalyse en de niet-financiële acties uit het
Deltaplan Valorisatie onderschreven en is aangeven dat ik samen met mijn collega van
OCW, (toegepaste) kennisinstellingen, Techleap, de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
en andere stakeholders deze kabinetsperiode afspraken zal maken over verdere verbetering
van valorisatie in Nederland. Zo blijkt uit de analyse dat ondernemerschap binnen
de instellingen meer kan worden aangewakkerd en ondersteund.40 Daarnaast blijkt dat afspraken die in de beginfase van een startup worden gemaakt
later belemmeringen kunnen vormen voor doorgroei.41 Kortom startups kunnen worden geremd in hun groei door complexe initiële afspraken
rondom IP. Met de standard-Dealterms wordt beoogd om dit proces sneller en transparanter
te maken.42
3.5 Best Practices voor de aanjaagfunctie
In 2023 is door het onderzoeksbureau Birch Consultants het StartupDelta en het Techleap
programma geëvalueerd.43 In aanvulling hierop heeft Birch Consultants een verkenning uitgevoerd naar support-organisaties
in het Nederlandse startup en scale-up ecosysteem (bijgesloten).44
In de evaluatie heeft het onderzoeksbureau ook gekeken naar internationale best practices.
Zij heeft gekeken naar aanjaagorganisaties in Duitsland, Zwitserland, Frankrijk, het
Verenigd Koninkrijk en Denemarken. Frankrijk heeft met French Tech een grote publieke
aanjaagorganisatie die het Franse startupecosysteem versterkt en programma’s uitvoert
om de groei van startups en scale-ups te versnellen. Zowel het Verenigd Koninkrijk
als Zweden hadden met respectievelijk TechNation en StartupSweden een vergelijkbaar
programma, maar beide programma’s zijn gestopt. Ten tijde van de evaluatie hadden
Duitsland en Zwitserland geen publieke programma gericht op startups, maar wel programma’s
gericht op innovatie met respectievelijk de programma’s Sprin-D en Innosuisse. Het
bureau ziet vooral French Tech als internationale best practice. In de evaluatie is
dan ook de aanbeveling om het Techleap programma voort te zetten. Deze aanbeveling
is met de verlenging van het Techleap programma tot 2026 opgevolgd.
4. Conclusie
Het versterken van het ondernemingsklimaat voor techbedrijven is een prioriteit voor
dit kabinet. Daarbij zet het kabinet extra in op het stimuleren van kennisintensieve
(deeptech) bedrijven die NTS technologieën toepassen in de markten van de toekomst.
In Q3 zal ik uw Kamer informeren over de inzet om het ondernemingsklimaat voor startups
en scale-ups te versterken. Daarbij zal ik ook – zoals door uw Kamer gevraagd – het
manifest van de Tech Champions45 en het manifest van de Techtafel appreciëren46. Tevens zal ik u in die brief informeren over de verkenning met stakeholders naar
de taken en rollen van Techleap en hoe deze taken en rollen na medio 2026 zullen worden
ingevuld.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken