Brief regering : Onderzoek Gepersonaliseerde Kentekens
31 305 Mobiliteitsbeleid
Nr. 485
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 januari 2025
Bij de begrotingsbehandeling Infrastructuur en Waterstaat in januari 2024 is een motie
van het lid Heutink aangenomen.1 De motie verzoekt de regering te onderzoeken of een gepersonaliseerd kenteken kan
worden ingevoerd, en hierbij ook te kijken naar een koppeling met een persoon, maar
ook met een voertuig, en de Kamer voor het zomerreces dit onderzoek, inclusief de
kosten-batenanalyse, te doen toekomen.
U bent eerder (april 20242, en december 20243) geïnformeerd over de aanpak en uitstel van oplevering van dit onderzoek. Bij dezen
ontvangt u dit onderzoek en hiermee voldoe ik aan deze motie. Hieronder vindt u een
korte samenvatting van het onderzoek, de keuzes voor de onderzoeksopzet en de conclusies.
Het onderzoek
Het verkennende onderzoek (bijlage 1) is uitgevoerd door Significant Groep. De RDW
beheert het kentekenregister met alle kentekens in Nederland. De RDW heeft daarom
met een eigen verkenning (bijlage 2) naar de consequenties voor de RDW intensief bijgedragen
aan het onderzoek van Significant Groep.
Vanwege de vele facetten en connecties die het kentekenregister heeft met andere systemen
is gekozen voor een verkennend onderzoek. Het onderzoek bestaat uit een combinatie
van deskresearch, een verkenning voor de specifieke impact op de RDW (door de RDW
zelf uitgevoerd) en stakeholderinterviews en gesprekken met het Verenigd Koninkrijk
(VK) en België (BE). Op basis van hun data zijn middels extrapolatie schattingen gedaan
voor mogelijke baten voor Nederland.
Het onderzoek concludeert dat een gepersonaliseerd kenteken in Nederland (technisch)
mogelijk zou kunnen worden gemaakt, maar dat het complex is om in te voeren, grote
financiële consequenties heeft en een grote impact zou hebben op (de systemen van)
betrokken stakeholders. Daarnaast lijkt er geen variant te bestaan die de verdiencapaciteit
van het ministerie aanzienlijk zou vergroten en/of zou kunnen leiden tot lastenverlichting
voor (alle) automobilisten.4
De onderzoeksopzet
Om te komen tot een goede onderzoeksopzet is samen met het onderzoeksbureau, experts
vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de RDW en het Ministerie van
Justitie en Veiligheid de centrale vraag geformuleerd:
Kan in Nederland een gepersonaliseerd kenteken worden ingevoerd? Zo ja, is er een
voorkeursvariant waarmee de verdiencapaciteit van het ministerie wordt vergroot en
lastenverlichting voor de automobilist zou kunnen worden doorgevoerd?
Met de stakeholders is gesproken over verschillende varianten van het gepersonaliseerde
kenteken en in welke mate men over personalisering kan spreken. Elke variant vraagt
in meer of mindere mate aanpassingen van de huidige systematiek van kentekenregistratie.
De kosten hangen mede af van de benodigde mate van aanpassing van systemen. Uiteindelijk
is ervoor gekozen om op hoofdlijnen drie varianten in combinatie met het aantal tekens
in het kenteken te onderzoeken:
1. Een zelfgekozen voertuiggebonden kenteken: elk voertuig behoudt, net als in de huidige situatie, een voertuiggebonden kenteken
dat gedurende de levensloop van het voertuig blijft gekoppeld aan het voertuig. De
eerste eigenaar van een nieuw voertuig heeft de mogelijkheid het kenteken te personaliseren,
bij een nieuwe tenaamstelling van het voertuig gaat het gepersonaliseerde kenteken
mee naar de nieuwe eigenaar. Deze variant sluit het meest aan op de huidige voertuiggebonden
kentekensystematiek.
2. Een systeem met schaduwkentekens: elk voertuig behoudt, net als in de huidige situatie, een voertuiggebonden kenteken
dat gedurende de levensloop van het voertuig blijft gekoppeld aan het voertuig. Daarnaast
kan een eigenaar een gepersonaliseerd «schaduwkenteken» aanvragen dat tijdelijk de
voertuiggebonden kentekenplaat op het voertuig vervangt. Dit gepersonaliseerd kenteken
kan op elk moment worden ontkoppeld, dit gebeurt in ieder geval bij een nieuwe tenaamstelling
van het voertuig.
3. Een volledig persoonsgebonden kenteken: ieder kenteken is persoonsgebonden. Een eigenaar krijgt bij zijn eerste aanschaf
van een voertuig een persoonsgebonden kenteken dat gedurende zijn leven bij de persoon
blijft. Dit kan ook een gepersonaliseerd kenteken zijn met een zelfgekozen combinatie
van tekens. Bij elke nieuwe tenaamstelling wordt het kenteken ontkoppeld van het «oude»
voertuig en eventueel gekoppeld aan een «nieuw» voertuig. Dit is vergelijkbaar met
het systeem in België.
In het onderzoek is ook nog rekening gehouden met het aantal tekens dat op het kenteken
komt te staan. Ook dit heeft invloed op de (financiële) impact van de variant, zie
onderstaande tabel.
Impact stakeholders
Het onderzoeksbureau heeft met meer dan 20 stakeholders gesproken om te inventariseren
wat voor- en nadelen van deze varianten zouden kunnen zijn.
In Nederland wordt het kentekenregister beheerd door de RDW. Ook is het een basisregister
binnen het Nederlandse stelsel van basisregisters. Het kenteken is de unieke en identificerende
zoeksleutel in het kentekenregister. Omdat het systeem goed werkt, wordt het door
veel partijen gebruikt. Bijvoorbeeld: de Belastingdienst raadpleegt het kentekenregister
voor belastingheffing. Gemeentes voor parkeerheffingen. Handhavings- en opsporingsorganisaties
gebruiken het kentekenregister ter verificatie en identificatie van het voertuig en
personen. De automotive sector heeft ook toegang tot het kentekenregister voor het
opvragen van gegevens over voertuigen. Bedrijven met een specifieke RDW-erkenning,
zoals APK-bedrijven, halen ook data uit het kentekenregister. Het dealermanagementsysteem
van autodealers raadpleegt het kentekenregister. Verzekeraars halen gegevens uit het
kentekenregister voor het verwerken van verzekeringsclaims. En dit gebeurt allemaal
primair op basis van het kenteken.
Elke organisatie of bedrijf dat met het kentekenregister werkt zal kosten moeten maken
voor het aanpassen van systemen en de opleiding van personeel om hier mee te werken.
Het is voor alle partijen moeilijk gebleken in te schatten wat de impact zou zijn
van de verschillende varianten en hoe hoog de implementatie- en/of de exploitatiekosten
zouden zijn. Implementatiekosten zijn eenmalige kosten die gepaard gaan met het aanpassen
van computersystemen, de opleiding van personeel tot de invoering van een compleet
nieuw kentekenregistratie-systeem. Exploitatiekosten zijn doorlopende en terugkerende
kosten die worden gemaakt om het (nieuwe) kentekenregistratiesysteem draaiende te
houden na implementatie.
In het onderzoek loopt de ruwe schatting van de implementatiekosten voor alle stakeholders
samen uiteen van enkele tientallen miljoenen euro’s tot boven honderd miljoen euro.
De financiële impact wordt groter naarmate de veranderingen in het systeem groter
worden. Vandaar dat de kosten oplopen per variant. De omzetting van een systeem met
voertuiggebonden kentekens naar persoonsgebonden kentekens is het meest ingrijpend
en heeft de grootste financiële impact. Daarnaast zou nog sprake zijn van enkele tientallen
miljoen euro’s aan jaarlijkse exploitatiekosten. Met een hoge onzekerheidsmarge vindt
u hieronder ruwe schattingen van enkele betrokken organisaties ten aanzien van implementatiekosten
per variant:
Variant
1
2
3
Belastingdienst
€ 10K–100K
€ 1–10mln.
> € 100mln.
RDW
€ 6mln.–20mln.
€ 25mln.
€ 40mln.
Verzekeraars
€ 1–10mln.
€ 10–100mln.
> € 100mln.
In hoofdstuk 5 van het rapport vindt u meer over de (financiële) impact van de drie
varianten op andere partijen. Kosteninschattingen zijn zeer grofmazig, gebaseerd op
gesprekken en niet op verdiepende berekeningen. Dit past ook bij het verkennende karakter
van het onderzoek.
Niet-kwantificeerbare consequenties
Daarnaast worden in het onderzoek niet-kwantificeerbare consequenties genoemd. Het
huidige kenteken kent een vaste structuur en is daarom minder fraudegevoelig en beter
controleerbaar. Invoering van gepersonaliseerde kentekens kan resulteren in een lagere
betrouwbaarheid door camera’s voor automatische nummerplaatherkenning. Verder is bijvoorbeeld
in België gebleken dat het soms lastig is aan te geven welke combinaties maatschappelijk
onaanvaardbaar zijn. Denk hierbij aan aanstootgevende inhoud, discriminatoire inhoud,
politieke of religieuze boodschappen, criminele associaties of internationale ongewenstheid.
Daarnaast zijn stakeholders gevraagd naar mogelijke voordelen. De politie gaf aan
dat bij scenario 3 (volledig persoonsgebonden kenteken) de duplicaatcode zou kunnen
verdwijnen, mits een nieuw uniek gepersonaliseerd kenteken wordt verplicht bij diefstal/verlies.
Veel autobezitters maken deze geel of schuren deze weg. Camera’s herkennen deze kentekenplaten
dan niet meer, wat leidt tot meer handwerk voor de politie. Ook de automotive branche
gaf aan dat duplicaatcodes kunnen leiden tot daling van de waarde van een auto.
België en het Verenigd Koninkrijk
Verder heeft het onderzoeksbureau met medeoverheden in het Verenigd Koninkrijk en
België gesproken. België heeft een altijd een volledig persoonsgebonden kentekensysteem
gehad. Het Verenigd Koninkrijk werkt voor de gepersonaliseerde kentekens met een schaduwkenteken.
In beide landen is volledige personalisatie van het kenteken mogelijk. De manier van
prijsstelling verschilt tussen België en het VK. Het VK kent een «veilingsysteem»5, waarbij de Driver and Vehicle Licensing Agency (DVLA) periodiek kentekens vrijgeeft
die worden geveild. In België kennen ze een vaste prijs van € 1.000,–.6 De kosten zijn aftrekbaar van de belasting voor zelfstandigen. De opbrengsten zijn
hierdoor in het VK aanzienlijk hoger dan in België.
Inschatting baten
Naast het ophalen van mogelijk baten bij de geïnterviewde stakeholders, heeft het
onderzoeksbureau data van het VK en BE geëxtrapoleerd naar Nederland, om zo in kaart
te brengen wat het mogelijk zou kunnen opbrengen. Bij een vergelijkbaar systeem als
in België, met een vaste prijsstelling, zouden de baten voor Nederland tussen de € 7,5
mln. en € 12,5 mln. kunnen liggen (uitgaand van variant C2/C3). Bij een systeem zoals
in het VK, wat op basis van veiling werkt, zouden de baten voor Nederland kunnen liggen
tussen € 41,8mln. en € 69,7mln. Meer informatie over hoe deze schattingen tot stand
zijn gekomen vindt u in hoofdstuk 6 van het onderzoek in bijlage 1.
Gevolgen voor de automobilist
In de motie werd specifiek gerefereerd aan mogelijke lastenverlaging voor de automobilist.
Wijzigingen in de huidige systematiek leiden tot hoge implementatiekosten voor een
groot aantal partijen. Tegelijkertijd zijn de omvang van de vraag en daarmee samenhangende
opbrengsten onzeker. De hoge implementatiekosten betekenen een lange terugverdientijd,
als dit al mogelijk is.
Gezien de financieringssystematiek van de RDW die in Nederland de kentekens uitgeeft
lijkt dit lastig. De RDW is een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) dat zichzelf via
kostendekkende tarieven financiert. Dit betekent dat de RDW voor haar diensten slechts
kostendekkende prijzen mag rekenen. Dit zou betekenen dat mogelijke winsten uitsluitend
zouden kunnen worden ingezet om bepaalde andere tarieven binnen het kentekendomein
te verlagen.7 Ook moeten de tarieven van de RDW «redelijk» blijven en dichtbij de kostprijs liggen.
Er zijn wel uitzonderingen op deze systematiek. Maar structurele uitzondering vergen
aparte wettelijke kaders.
De kosten van een gepersonaliseerd kenteken voor de automobilist is moeilijk in te
schatten en hangt af van de variant en de wijze van toekenning. In België is het een
vaste prijs en in Engeland per veiling. Met een vaste of kostendekkende prijs wordt
het lastig om de implementatiekosten en/of de exploitatiekosten terug te verdienen.
Kijkend naar Engeland en België lijkt de doelgroep die behoefte heeft aan een gepersonaliseerd
kenteken klein, hooguit enkele procenten van de bevolking.
Tot slot
De afgelopen jaren is regelmatig de (politieke) vraag naar voren gekomen of het mogelijk
is om kentekens in Nederland persoonlijker te maken. Dit vraagt echter om een complete
wijziging van de manier van kentekens registreren in Nederland. Op basis van de motie
heeft het kabinet de voor- en nadelen van een dergelijke wijziging in kaart kunnen
brengen. Met dit onderzoek wordt duidelijk dat het kostbaar en complex zou zijn om
in Nederland een (vorm van) gepersonaliseerd kenteken in te voeren en dat de opbrengsten,
in verhouding tot de verwachte kosten, relatief beperkt zijn. Het kabinet ziet op
basis van dit onderzoek geen aanleiding om het stelsel voor kentekenregistratie te
wijzigen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat