Brief regering : Verslag van de Europese Raad van 27 en 28 juni 2024
21 501-20 Europese Raad
Nr. 2106
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2024
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de Europese
Raad van 27 en 28 juni 2024.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
VERSLAG VAN DE EUROPESE RAAD VAN 27 EN 28 JUNI 2024
Op donderdag 27 en vrijdag 28 juni vond de Europese Raad (ER) plaats in Brussel. De
ER sprak over de Russische agressie jegens Oekraïne, de situatie in het Midden-Oosten,
veiligheid en defensie, concurrentievermogen en de kapitaalmarktunie, migratie, Georgië,
Zwarte Zee, Moldavië, het tegengaan van antisemitisme, racisme en xenofobie, hybride
dreigingen, de volgende institutionele cyclus en benoemingen. Daarnaast komt het kabinet
in dit verslag terug op de toezeggingen gemaakt tijdens het plenair debat van 25 juni
jl. over de Nederlandse steun aan het energiesysteem in Oekraïne en het effect van
de door de Europese Commissie ingestelde instrumenten richting Hongarije.1 Toenmalig Minister-President Mark Rutte nam deel aan de ER. Aangezien tijdens deze
ER zich geen gelegenheid voordeed om de motie Dassen c.s.2 over te brengen, heeft de Nederlandse ambassadeur in Slowakije dit aan de Slowaakse
regering overgebracht.
Oekraïne
De Oekraïense President Zelensky nam deel aan het eerste deel van de vergadering.
In zijn interactie met de regeringsleiders benadrukte President Zelensky onder meer
het belang van steun aan herstel van de energie infrastructuur, die door Rusland bewust
en grootschalig onder vuur wordt genomen.
De ER herhaalde de aanhoudende steun voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en
territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen en
bevestigde opnieuw de onwrikbare inzet van de Europese Unie (EU) om aanhoudende politieke,
financiële, economische, humanitaire, militaire en diplomatieke steun te verlenen
aan Oekraïne en zijn bevolking, met wat nodig is en zo lang als nodig is. Rusland
mag deze oorlog niet winnen.
De ER riep op tot het opvoeren van militaire steun, in het bijzonder luchtverdediging,
munitie en raketten. De ER riep de Raad op om de werkzaamheden met betrekking tot
de steunmaatregelen van de Europese Vredesfaciliteit snel af te ronden. De ER verklaarde
dat de EU klaar staat om de capaciteit van de Militaire Bijstandsmissie van de EU
ter ondersteuning van Oekraïne (EUMAM Ukraine) verder te vergroten. De ER sprak tevredenheid
uit over het afsluiten van een veiligheidsarrangement tussen de EU en Oekraïne,3 en de bilaterale veiligheidsovereenkomsten die door de lidstaten met Oekraïne zijn
gesloten.
De ER verzoekt de Commissie, de Hoge Vertegenwoordiger (HV) en de Raad om voortgang
te boeken met het verstrekken van aanvullende financiering aan Oekraïne in de vorm
van leningen die worden afgelost en terugbetaald door toekomstige stromen van buitengewone
inkomsten uit geïmmobiliseerde tegoeden, met het oog op het bereiken van ongeveer
50 miljard euro samen met de G7-partners, zoals besproken op de Top van Apulië.4 Deze middelen moeten ten goede komen van de ondersteuning van de huidige en toekomstige
militaire, begrotings- en wederopbouwbehoeften van Oekraïne.De Russische tegoeden
moeten overeenkomstig met het EU-recht geïmmobiliseerd blijven totdat Rusland zijn
agressieoorlog tegen Oekraïne staakt en Oekraïne compenseert voor de schade die door
deze oorlog is veroorzaakt.
De ER sprak tevredenheid uit over het resultaat van de vredestop in Zwitserland, die
op 15 en 16 juni jl. werd gehouden. De EU en haar lidstaten zullen hun inspanningen
voortzetten om de breedst mogelijke internationale steun op te bouwen, vooral van
opkomende economieën en andere belangrijke landen uit het mondiale zuiden, voor een
alomvattende, rechtvaardige en duurzame vrede, gebaseerd op de beginselen van het
VN-Handvest en het internationaal recht, in overeenstemming met de belangrijkste beginselen
en doelstellingen van de Oekraïense vredesformule.
De ER benadrukte dat het absoluut noodzakelijk is om humanitaire hulp te blijven verlenen
en de toegang voor humanitaire hulp te waarborgen. De EU blijft zich inzetten voor
het ondersteunen van het herstel en wederopbouw van Oekraïne, inclusief hulp bij het
ontmijnen, in coördinatie met internationale partners. In die context verwelkomt de
ER, na de positieve beoordeling door de Raad van het Oekraïneplan, de snelle uitbetaling
van maximaal 1,89 miljard euro aan prefinanciering vanuit de EU Oekraïne-faciliteit
om Oekraïne te helpen bij zijn herstel en wederopbouw, wat bijzonder urgent is in
de energiesector.
De ER riep op tot het dringend opvoeren van de steun aan de Oekraïense energiesector
door de EU en de lidstaten, in coördinatie met partners (zie hieronder de steun die
Nederland verleent).
De ER sprak tevredenheid uit over het aannemen van het veertiende sanctiepakket tegen
Rusland en het akkoord over verdere beperkende maatregelen tegen Belarus. De ER riep
op tot de volledige en effectieve handhaving van de sancties, evenals tot verdere
maatregelen om de omzeiling ervan tegen te gaan, ook via derde landen.
De ER bevestigde dat de EU zich ervoor in blijft zetten dat Rusland en zijn leiders
volledig verantwoordelijk worden gehouden voor het voeren van een agressieoorlog tegen
Oekraïne en voor andere zeer ernstige misdrijven onder het internationaal recht, evenals
voor de enorme schade die door de oorlog wordt aangericht. De ER verwelkomde de vooruitgang
en moedigde verdere inspanningen op alle werkterreinen aan.
De ER sprak tevredenheid uit over het aannemen van het onderhandelingskader en de
organisatie van de eerste intergouvernementele conferentie over de toetreding van
Oekraïne. De EU zal nauw blijven samenwerken met Oekraïne en de hervormingsinspanningen
richting een Europese toekomst ondersteunen.
Nadere informatie Nederlandse steun energiesysteem
Zoals toegezegd in het plenair debat van 25 juni jl. is in dit verslag nadere informatie
opgenomen over het Nederlandse aandeel in het herstel van het Oekraïens energiesysteem.5 Nederland heeft sinds het begin van de Russische invasie ruim 200 miljoen euro toegezegd
voor het beschermen en herstellen van energie-infrastructuur in Oekraïne. Het is ook
als prioriteit bestempeld in de onlangs ondertekende veiligheidsovereenkomst tussen
Nederland en Oekraïne. Zo heeft de Oekraïense gasdistributeur Naftogaz via een Nederlandse
bijdrage aan de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) ca. 400 mln. kubieke meter gas kunnen inkopen voor licht, warmte en stroom
voor huishoudens en ziekenhuizen, en heeft Nederland ook de Oekraïense netbeheerder
Ukrenergo van steun voorzien ten behoeve van reparaties aan het energienet.
Bilateraal heeft het Ministerie van Economische Zaken doorlopend onderdelen geleverd
ten behoeve van het herstel van het Oekraïense elektriciteitsnetwerk: in totaal zijn
er tot dusverre 184 vrachtwagens aan goederen geleverd voor het Oekraïense elektriciteitsnet.
Dit zijn onder andere transformatoren, bekabeling, gaspijpen en generatoren. Ook voor
de rest van dit jaar staan meerdere transporten gepland. Het geleverde materiaal heeft
verlichting gebracht aan landelijke en regionale netbeheerders en gemeentelijke instanties
die verantwoordelijk zijn voor kritieke infrastructuur (sanitair, water en verwarming).
De uit Nederland afkomstige ondersteuning is door het hele land geleverd, zowel in
provincies dichter bij de frontlinie (onder andere Donetsk, Kharkiv, Mykolaiv, Kherson,
Dnipropetrovsk, Zaporizhzhia) als meer in het westen (onder andere Kyiv, Chernihiv,
Cherkasy, Lviv, Khmelnytska).
Op 7 juni jl. informeerde de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
de kamer over de invulling van de middelen voor Oekraïne die zijn toegekend in Voorjaarsnota
voor dit jaar ter waarde van 148 mln. euro,6 waarbij steun voor herstel van de energievoorziening centraal staat, waaronder nieuwe
steun aan Ukrenergo. Nederland blijft de Oekraïense energienoden nauwgezet volgen,
ook bij de afweging voor de besteding van nieuwe middelen.
Situatie in het Midden-Oosten
De ER besprak de ontwikkelingen in het Midden-Oosten en herhaalde zijn krachtigste
veroordeling van de brute terroristische aanslagen van Hamas en andere terroristische
groeperingen op Israël op 7 oktober 2023. De ER betuigde opnieuw zijn solidariteit
en steun aan Israël en zijn volk, en herhaalde zijn inzet voor de Israëlische veiligheid
en voor regionale stabiliteit. Bij het uitoefenen van zijn recht om zichzelf te verdedigen
moet Israël onder alle omstandigheden volledig voldoen aan zijn verplichtingen op
grond van het internationaal recht, inclusief het internationaal humanitair recht.
De ER sprak steun uit over het aannemen van Resolutie 2735 van de VN-Veiligheidsraad.7 De ER riep op tot de volledige uitvoering van een staakt-het-vuren, onmiddellijk
en zonder voorwaarden, de vrijlating van alle gijzelaars, een aanzienlijke en aanhoudende
toename van de stroom humanitaire hulp in heel Gaza, en een einde aan het conflict
waarbij de veiligheid van Israëliërs en Palestijnen verzekerd zijn. Onder verwijzing
naar de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 24 mei 2024 sprak de ER zijn
diepe bezorgdheid uit over de gevolgen voor de burgerbevolking van de aanhoudende
grondoperaties in Rafah. De ER benadrukte het belang van het respecteren en uitvoeren
van de voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof (ICJ), die juridisch
bindend zijn.
De ER sprak zich uit tegen het verlies van burgerlevens, en het dreigende risico op
hongersnood als gevolg van onvoldoende humanitaire hulp in Gaza. In lijn met de motie
Van Baarle8 is het belang van grootschalige humanitaire hulp met klem benadrukt en is de noodzaak
herbevestigd om tot een tweestatenoplossing te komen. De ER riep alle partijen op
om alle mogelijke stappen te ondernemen om het leven van burgers te beschermen. De
ER benadrukte dat de diensten die UNRWA in Gaza en in de hele regio levert van essentieel
belang zijn, en veroordeelt alle pogingen om een VN-agentschap als terroristische
organisatie te bestempelen. Implementatie van UNRWA’s actieplan zal zorgvuldig worden
bezien.
De ER veroordeelde krachtig het aanhoudende extremistische kolonistengeweld op de
Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, en verzocht de Raad om voortgang
te boeken met verdere beperkende maatregelen tegen extremistische kolonisten. De ER
veroordeelde de besluiten van de Israëlische regering om illegale nederzettingen op
de bezette Westelijke Jordaanoever verder uit te breiden en te legaliseren, en dringt
er bij Israël op aan deze besluiten terug te draaien.
De ER sprak zijn bezorgdheid uit over de toenemende spanningen in de regio, met name
aan de Israëlische/Libanese grens. In overeenstemming met Resolutie 1701 van de VN-Veiligheidsraad9 drong de ER er bij alle partijen op aan terughoudendheid te betrachten, verdere escalatie
te voorkomen, en deel te nemen aan internationale diplomatieke inspanningen.
Veiligheid en Defensie
De ER herhaalde de noodzaak voor de EU om zijn strategische afhankelijkheden te verminderen,
zijn algehele defensieparaatheid en -vermogens te vergroten en zijn technologische
en industriële defensiebasis verder te versterken. De ER besprak de defensiebehoeften
op de korte, middellange en lange termijn en de Europese defensie-initiatieven.
De ER verzocht de Raad, de lidstaten, de Commissie en de HV om in lijn met hun respectievelijke
competenties voortgang te boeken, in het bijzonder op het gebied van de Europese defensie-industrie
strategie (EDIS), en het voorstel voor een Europees defensie-industrie programma (EDIP).
De ER verzocht de Commissie en de HV opties uit te werken ter bespreking in de Raad
voor publieke en private financiering om de technologische en industriële defensiebasis
te versterken en kritieke lacunes in defensiecapaciteiten aan te pakken. Met verwijzing
naar het verzoek van de ER van 21 en 22 maart jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2065) gaf Commissievoorzitter Von der Leyen in een mondelinge toelichting over de financieringsbehoefte
van de Europese defensie-industrie aan dat de komende 10 jaar een bedrag van 500 miljard
euro aanvullende financiering nodig zou zijn. De analyse dat er extra investeringen
nodig zijn, werd door lidstaten breed gedeeld. Er is echter nog geen gedeeld beeld
van de prioriteiten en de wijze waarop deze gefinancierd zouden moeten worden.
De ER verwelkomde het door de Europese Investeringsbank Groep aangenomen Veiligheids-
en Defensieactieplan en riep op tot een snelle uitvoering ervan. De ER verzocht de
Europese Investeringsbank om haar beleid inzake kredietverlening aan de defensie-industrie
te beoordelen en waar nodig verder aan te passen, en tegelijkertijd haar financieringscapaciteit
veilig te stellen.
Concurrentievermogen en Kapitaalmarktunie
De ER concludeerde dat er voortgang is gemaakt in de stappen om het Europese concurrentievermogen
te versterken. De ER stond in het bijzonder stil bij de stappen die moeten worden
gezet om de kapitaalmarktunie te verdiepen en riep de Raad en de Europese Commissie
op om haar werk te versnellen ten behoeve van de aanpak van fragmentatie op de kapitaalmarkten.
Het mobiliseren van privaat kapitaal is cruciaal voor de uitdagingen van de EU. Het
versterken van het concurrentievermogen is voor het kabinet een belangrijke prioriteit
voor de nieuwe Europese Commissie.
Migratie
Voorafgaand aan de ER deelde Commissievoorzitter Von der Leyen een brief over geboekte
voortgang en uitvoering van de gemaakte afspraken op het gebied van asiel en migratie.10 De Commissie werd aangemoedigd voortvarend verder te gaan op de ingezette weg. De
permanent vertegenwoordiger heeft, in lijn met motie Ceder c.s., aan de kabinetschef
van het kabinet van Commissaris Johansson gevraagd aan de Commissaris het verzoek
over te brengen onderzoek te blijven doen naar ontvangen signalen over «pushbacks».11
Georgië
De ER uitte serieuze zorgen over de recente ontwikkelingen in Georgië en constateerde
dat er sprake is van teruggang ten opzichte van de aanbevelingen van de Commissie
in het kader van het toetredingstraject. Deze acties leiden tot het de facto stopzetten
van het toetredingstraject. De ER riep de autoriteiten van Georgië op om hun gedrag
aan te passen en de waarden van de Unie te respecteren zodat ze het pad richting EU
toetreding kunnen hervatten. Het garanderen van vrije en eerlijke parlementaire verkiezingen
in oktober, in aanwezigheid van waarnemingsmissies, is hierin van groot belang.
Zwarte Zee
De ER nodigde de Commissie en de HV uit om een gezamenlijke mededeling voor te bereiden
voor een strategische benadering van de Zwarte Zee regio.
Moldavië
De ER benadrukte dat de EU Moldavië op alle relevante manieren zal blijven steunen
om de uitdagingen als gevolg van de Russische agressieoorlog in Oekraïne het hoofd
te bieden en om de weerbaarheid, veiligheid en stabiliteit van het land te versterken
in het licht van Ruslands destabiliserende acties. De ER verwelkomde in dit licht
de bilaterale bijdragen van EU-lidstaten aan de EU Partnerschapsmissie (EUPM) in Moldavië.
De ER sprak tevredenheid uit over het aannemen van het onderhandelingskader en de
organisatie van de eerste intergouvernementele conferentie over de toetreding van
Moldavië. De EU zal nauw blijven samenwerken met Moldavië en de hervormingsinspanningen
richting een Europese toekomst ondersteunen.
Tegengaan van antisemitisme, racisme en xenofobie
De ER veroordeelde krachtig alle vormen van antisemitisme, haat, intolerantie, racisme
en xenofobie, met inbegrip van moslimdiscriminatie.
Hybride bedreigingen
De ER veroordeelde krachtig alle vormen van hybride activiteiten gericht tegen de
EU, zoals intimidatie, sabotage, ondermijning, manipulatie en inmenging, desinformatie,
kwaadwillige cyberactiviteiten en de instrumentalisering van migranten door derde
landen. Rusland heeft zijn campagne geïntensiveerd met nieuwe actieve operaties op
Europese bodem. De EU en de lidstaten zullen dergelijke acties met een verenigd en
vastberaden antwoord tegemoet treden. Als reactie op de destabiliserende acties van
Rusland herhaalde de ER zijn oproep om in de Raad werk te maken van de invoering van
een nieuw sanctieregime.
Volgende institutionele cyclus en benoemingen
De ER heeft de Strategische Agenda voor de periode 2024–2029 aangenomen.12 Deze is richtinggevend voor de Commissie ter vaststelling van haar politieke prioriteiten.
In lijn met motie Piri/Paternotte is in de Strategische Agenda de bescherming en bevordering
van de democratie en rechtsstaat in de EU als eerste prioriteit benoemd.13 De voor Nederland prioritaire punten zijn in de Strategische Agenda goed gereflecteerd.14
Ook stemde de ER in met de routekaart voor verder werk aan het voorbereiden van de
EU van de toekomst. De EU zal ook in de toekomst in staat moeten zijn over het handelingsvermogen
te beschikken om de eigen ambities waar te maken in een nieuwe geopolitieke context
en uitdagingen die steeds complexer zijn. Dit werk vindt parallel aan het uitbreidingsproces
plaats. Vier werkstromen zullen in gang worden gezet: 1. Waarden en rechtsstaat, 2.
Beleid, waaronder concurrentievermogen, welvaart en de geopolitieke rol van de EU,
3. Begroting, in het licht van de volgende onderhandelingen over een Meerjarig Financieel
Kader, 4. Bestuur. In juni 2025 zal de ER gevraagd worden om een follow-up verslag waarin deze vier gebieden aan bod komen op basis van een verwacht voortgangsrapport
van het voorzitterschap en aangekondigde beleidsevaluaties van de Commissie.
Ten aanzien van benoemingen is afgesproken dat de huidige Commissievoorzitter, Ursula
von der Leyen, wordt voorgedragen voor een tweede termijn. Voormalig Portugees premier
António Costa werd verkozen als voorzitter van de ER voor een periode van tweeënhalf
jaar. De Estse premier Kaja Kallas wordt beschouwd als de meest geschikte kandidaat
voor de functie van Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk Buitenland en
Veiligheidsbeleid.
Toezegging over het effect van de door de Europese Commissie ingestelde instrumenten
richting Hongarije15
In het plenair debat van 25 juni jl. is toegezegd om een verwijzing op te nemen naar
documentatie waaruit blijkt dat Hongarije binnen het kader van de inzet van de Gemeenschappelijke
Bepalingen Verordening (Common Provisions Regulation, hierna: CPR) voortgang heeft
geboekt op het terrein van rechterlijke onafhankelijkheid. Voor een toelichting bij
de inzet van de CPR tegen Hongarije wordt verwezen naar de Kamerbrief van 13 juni
2023.16 Op 13 december jl. heeft de Commissie geoordeeld dat Hongarije voldoet aan de eisen
op het terrein van rechterlijke onafhankelijkheid en daarmee gedeeltelijk aan de horizontale
randvoorwaarde uit de CPR. Dit heeft onder meer te maken met het op 1 juni 2023 inwerking
getreden wetgevingspakket gericht op het adresseren van de zorgen van de Commissie
op dit terrein. Hiermee kan Hongarije aanspraak maken op circa 10,2 mld. euro van
de opgeschorte 21,3 mld. euro aan EU-cohesiemiddelen.17
Naar aanleiding van het verzoek van het Europees Parlement van 11 januari jl. over
het bovengenoemde Commissiebesluit van 13 december 2023, heeft de Commissie het besluit
alsook een annex met een verdere toelichting bij de beoordeling gedeeld met het Europees
Parlement. Dit document is niet openbaar. Wel is er op 13 december 2023 een perscommuniqué
uitgegaan.18
Indieners
-
Indiener
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken