Brief regering : Verslag van de Vergadering van verdragspartijen van het Statuut van Rome
28 498 Het Internationaal Strafhof
Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 april 2024
Van 4 tot en met 14 december 2023 vond in New York de jaarlijkse Vergadering van verdragspartijen
van het Statuut van Rome (Assembly of States Parties, ASP) inzake het Internationaal Strafhof (ISH) plaats. Over de Nederlandse inzet
tijdens deze Vergadering werd uw Kamer geïnformeerd middels de Kamerbrief van 7 december
2023.1
Inleiding
In verband met de verkiezing van zes nieuwe rechters vond de 22e ASP plaats in het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York, waar alle verdragspartijen
zijn vertegenwoordigd. De verdragspartijen hebben overeenstemming bereikt over een
budgetverhoging van 7,99% en een uitbreiding van het personeelsbestand van 970 naar
972 arbeidsplaatsen. Het mandaat van het mechanisme dat leiding geeft aan het hervormingsproces
is wederom met een jaar verlengd en mevrouw Päivi Kaukoranta (Finland) is verkozen
als Voorzitster van de Vergadering voor de periode 2024–2026.
Het werk van het ISH is in het afgelopen jaar meer in de politieke belangstelling
komen te staan. Dit komt met name door het arrestatiebevel tegen President Poetin
en de sterk toegenomen druk om ook in het kader van het onderzoek naar de situatie
in de Palestijnse Gebieden arrestatiebevelen uit te vaardigen. Tijdens de Vergadering
werden door de betrokkenheid van het Strafhof bij deze geopolitieke brandhaarden de
(regionale) breuklijnen goed zichtbaar en nam op een aantal vraagstukken de spanning
tussen recht en politiek toe. Zo werd naar aanleiding van het arrestatiebevel tegen
Poetin door enkele landen gepoogd het beleid af te zwakken inzake het vermijden van
niet-essentiële contacten met personen tegen wie door het Strafhof een arrestatiebevel
is uitgevaardigd. Deze poging stuitte echter op de weerstand van een grote meerderheid
van de verdragspartijen.
Ondanks de stevige kritiek van verschillende staten uit de Global South op onder meer de onevenredige geografische vertegenwoordiging in de belangrijkste
organen van het Hof en de ASP en op de dubbele standaarden die het Parket van de Aanklager
zou hanteren, blijft de steun voor (de idealen van) het Strafhof groot. Die steun
blijkt onder meer uit het feit dat ook kritische staten wederom hebben ingestemd met
een aanzienlijke verhoging van het budget voor o.a. (cyber)veiligheid en het toekennen
van enkele prioritaire functies. Daarnaast werden zowel de Russische arrestatiebevelen
tegen de Aanklager en zes rechters van het Strafhof, als de op spionage gerichte cyberaanval
waar het ISH in september 2023 het slachtoffer van is geworden, door tal van verdragspartijen
uit alle regionale groepen stevig veroordeeld.
Verkiezing van zes rechters
Om de drie jaar vervangt de ASP een derde van de achttien rechters van het Strafhof,
door zes nieuwe rechters te kiezen voor een niet-verlengbare termijn van negen jaar.
Daarbij worden verschillende criteria in acht genomen die betrekking hebben op gender,
geografische herkomst en juridische expertise.
Er waren uiteindelijk 11 stemrondes nodig om de volgende zes kandidaten te verkiezen:
(1) Dhr. Erdenebalsuren Damdin (Mongolië)
(2) Mevr. Iulia Antoanella Motoc (Roemenië)
(3) Dhr. Nicolas Guillou (Frankrijk)
(4) Mevr. Beti Hohler (Slovenië)
(5) Dhr. Haykel Ben Mahfoudh (Tunesië)
(6) Dhr. Keebong Paek (Republiek Korea)
De nieuwe rechters zullen in maart worden beëdigd.
Verkiezingen Voorzitster ASP en Bureau
Mevrouw Päivi Kaukoranta (Finland) is verkozen als Voorzitster van de ASP voor de
periode 2024–2026. Daarnaast zijn voor dezelfde periode de heer Michael Kanu (Sierra
Leone) en mevrouw Margareta Kassangana (Polen) verkozen als vicevoorzitters. Tot slot
zijn de volgende achttien leden van het Bureau – het dagelijkse bestuur van de ASP –
verkozen: België, Bolivia, Bosnië en Herzegovina, Brazilië, Chili, Cyprus, Ecuador,
Italië, Japan, Kenia, Letland, Nieuw-Zeeland, Oeganda, Senegal, Slovenië, Zuid-Afrika,
Zuid-Korea en Zwitserland.
Algemene debat
Tijdens het algemene debat werden verklaringen afgelegd door 71 verdragspartijen,
vijf observer states (Armenië, China, Iran, Israël en de VS), de EU, de International Development Law Organization, de International Criminal Court Bar Association en een aanzienlijk aantal NGO’s.2 Naast aandacht voor de 25e verjaardag van het Statuut van Rome en de ratificatie van het Statuut door Armenië,
gingen veel verdragspartijen in op het belang van de (vrijwillige) samenwerking met
het Strafhof, het belang van een billijke geografische vertegenwoordiging in de belangrijkste
organen van het Hof en de ASP, het belang van het Trust Fund for Victims en de rol van NGO’s en mensenrechtenverdedigers. Nederland heeft de verdragspartijen
onder meer opgeroepen om vrijwillige samenwerking te verlenen aan het Strafhof en
heeft verder aangegeven dat Nederland bovenop de eerdere vrijwillige bijdrage van
3 miljoen euro, nogmaals 3 miljoen euro toezegt om de onderzoekscapaciteit van het
Strafhof te versterken. Dit in het licht van de zware wissel die de onderzoeken naar
de situaties in Oekraïne en de Palestijnse Gebieden op de capaciteit van het Strafhof
trekken. Tijdens het algemene debat betoonden veel staten zich bezorgd over de naar
hun oordeel trage voortgang van het onderzoek naar de situatie in de Palestijnse Gebieden.
Zuid-Afrika en de Democratische Republiek Congo gaven een toelichting op de aangiften
die zij in 2023 bij de Aanklager van het ISH hadden gedaan van respectievelijk de
situatie in de Palestijnse Gebieden en de situatie in Noord-Kivu. De VS noemde het
ISH een «essential component of the ecosystem of international justice» en beschreef de voortgang van de implementatie van president Biden's «reset» van de Amerikaanse relatie met het Strafhof.
Begroting
Het Strafhof had in augustus 2023 een verhoging van het budget voor 2024 van 16% voorgesteld.
De experts van het door de verdragspartijen ingestelde Committee on Budget and Finance (CBF) hadden eind september daarentegen een verhoging van 8,7% aanbevolen. Bijna
60% van de door het CBF aanbevolen verhoging was het directe gevolg van het feit dat
het Strafhof voor wat betreft de salarissen het salarissysteem van de Verenigde Naties
(UN Common System) hanteert, waarin is bepaald dat de salarissen moeten worden gecompenseerd voor de
inflatie in het gastland.
Bovenop de compensatie voor de inflatie kon tijdens de Vergadering overeenstemming
worden bereikt over het toekennen van 1,6 miljoen euro extra voor de (cyber)veiligheid
en over het toekennen van enkele prioritaire functies bij het Parket van de Aanklager
en het secretariaat van het Trust Fund for Victims. Door deze prioritaire functies voor een beperkt aantal maanden toe te kennen en
door te bezuinigen op het reisbudget, kon uiteindelijk een compromis worden bereikt
t.a.v. een verhoging van het totale budget van 7,99%. In absolute getallen gaat het
om een verhoging met 13,9 miljoen euro: van 173,2 naar 187,1 miljoen euro. Voor het
Koninkrijk der Nederlanden betekent dit een verhoging van de verplichte contributie
met 365,363 euro (van 4,475,346 naar 4,840,709 euro).
Tijdens de budgetonderhandelingen was er unanieme steun voor het toekennen van de
door het Hof gevraagde 1,6 miljoen euro extra voor de (cyber)veiligheid. Na de cyberaanval
in september heeft het Hof aangegeven voor 2024 nog zo’n 5 miljoen euro extra nodig
te hebben voor de meest urgente maatregelen op het gebied van de (cyber)veiligheid.
Aangezien deze extra middelen niet meer konden worden meegenomen in de in 2023 gevoerde
budgetonderhandelingen, is het Hof voor wat betreft deze extra middelen voorlopig
afhankelijk van vrijwillige financiële bijdragen aan het nieuw opgerichte Special Fund for Security.
Resoluties
Tijdens de Vergadering zijn acht resoluties aangenomen over de volgende onderwerpen:
(1) de begroting voor 2024, (2) de samenwerking met het Strafhof, (3) het hervormingsproces
(4) het in een later stadium nog met betrekking tot de hogere functies in te voeren
ambtstermijnenbeleid («tenure policy»), (5) een wijziging van artikel 39 van het Statuut van Rome inzake de samenstelling
van de Kamers in het geval van de vervanging van een rechter, (6) enkele wijzigingen
in het Reglement van Proces- en Bewijsvoering, in het bijzonder inzake de voortzetting
van strafzaken in het geval van de permanente afwezigheid van een rechter, (7) de
verkiezing van de leden van het Comittee on Budget and Finance, en (8) de zogenaamde «omnibusresolutie», een verzamelresolutie waarin de belangrijkste
ontwikkelingen, de rapportages van de verschillende werkgroepen en diverse inhoudelijke
onderwerpen worden behandeld.3
In de jaarlijkse resolutie over de samenwerking met het Strafhof zijn enkele nieuwe
paragrafen opgenomen die betrekking hebben op de veiligheid van de functionarissen
van het Hof, ook na de beëindiging van hun mandaat. De Vergadering heeft verder ingestemd
met het uitbreiden van het aantal zetels in het Committee on Budget and Finance van 12 naar 17. Met het oog op de billijke geografische vertegenwoordiging heeft
de Afrikaanse groep twee extra zetels gekregen. De overige groepen – met uitzondering
van de groep West-Europese en Overige staten (WEOG) – hebben één extra zetel gekregen.
In de omnibusresolutie is daarnaast een verzoek aan het Bureau opgenomen om een rapport
te publiceren over de samenstelling van c.q. de zetelverdeling in het Bureau. De Vergadering
heeft eveneens ingestemd met een nieuw beleid inzake de rechtsbijstand. Er bestond
al jarenlang behoefte aan het herzien van belangrijke punten van dit beleid, zoals
de samenstelling van de teams van de verdediging en de slachtoffers en de arbeidsvoorwaarden
van de leden van deze teams. Tot slot is op voorstel van onder meer Nederland in de
omnibusresolutie een paragraaf opgenomen over de steun van de verdragspartijen voor
de jaarlijkse AVVN-resolutie inzake het ISH, waarover in 2023 voor het eerst werd
gestemd.
De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Medeindiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid