Brief regering : Aanvullende informatie over verschillende onderwerpen m.b.t. spoor
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 1181 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 maart 2024
Uw Kamer heeft tijdens het CD Spoorveiligheid van 7 februari jl. verzocht aanvullende
informatie te ontvangen over verschillende onderwerpen, ik heb toegezegd deze voor
het CD Spoor van 7 maart de delen. Daarnaast zijn er in deze brief onderwerpen opgenomen
waarover ik eerder heb toegezegd informatie te delen.
Het betreft de volgende onderwerpen: het gebruik van kwartshoudende spoorballast,
in het bijzonder een ballastdepot in Apeldoorn, de toeslag op de Hogesnelheidslijn,
het project derde perron Amsterdam Zuid, de frequenties op stations rondom Utrecht1, de prestatiebrief van NS en ProRail, de binnengekomen bezwaarschriften n.a.v. de
nieuwe hoofdrailnetconcessie (2025–2033) en de Drielandentrein.
1. Kwartshoudende spoorballast
Het Kamerlid Van Kent (SP) heeft tijdens het CD Spoorveiligheid om informatie verzocht
met betrekking tot kwartshoudende ballast, in het bijzonder met betrekking tot het
ballastdepot dat nabij een woonwijk in Apeldoorn heeft gelegen. In deze brief ga ik
in op de gevraagde informatie.
Overlast voor omwonenden van werkzaamheden en voor medewerkers van aannemers door
gebruik van kwartshoudende ballast vind ik uitermate onwenselijk. Medewerkers en omwonenden
mogen verwachten veilig en schoon te kunnen werken en wonen. Ik heb ProRail dan ook
gevraagd om alles te doen wat mogelijk is om het gebruik van kwartshoudende ballast
te elimineren en in de tussentijd kwartshoudende ballast zorgvuldig en veilig toe
te passen. ProRail werkt hier hard aan en ik word periodiek geïnformeerd over de voortgang.
Beschikbaarheidsonderzoek kwartsloze ballast
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft ProRail in 2022 een eis opgelegd2, die ProRail opdraagt toe te werken naar het volledig elimineren van kwartshoudende
spoorballast. ProRail heeft daarop onderzocht of en hoe kwartshoudende ballast op
korte termijn geëlimineerd kan worden3, 4. Door dit onderzoek kan ProRail steeds meer kwartsloze ballast toepassen, maar er
is voorlopig nog niet voldoende kwartsloze balllast beschikbaar om kwartshoudende
ballast volledig te vervangen. Het aanbod van kwartsloze ballast is nog beperkt, omdat
kwartsloos als productspecificatie nieuw is. ProRail geeft aan dat zij de eerste partij
is die dit type ballast zoekt. Stenen zonder kwarts zijn schaars. Daarnaast heeft
kwartsvrij gesteente een kans op de aanwezigheid van andere, nog schadelijkere stoffen
zoals asbest en zware metalen. ProRail hanteert daarom een zorgvuldig proces om mogelijke
geschikte groeves te onderzoeken.
Werken met beschermingsmiddelen
Het is de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever (ProRail) en opdrachtnemers (aannemers)
om te zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving. Onderdeel daarvan is, voor
de opdrachtnemer, het verstrekken van de juiste beschermingsmiddelen en het verzekeren
van gebruik hiervan. Als opdrachtgever ziet ProRail hierop toe. In de praktijk blijkt
echter dat er niet altijd gebruik wordt gemaakt van de verstrekte middelen. Dat is
zorgelijk en de signalen dat in Apeldoorn gewerkt is zonder beschermingsmiddelen heb
ik aan ProRail voorgelegd. ProRail geeft aan steekproefsgewijs te toetsen op het gebruik
van beschermingsmiddelen, zo ook in Apeldoorn. ProRail is geschrokken van de signalen
en beelden van de omwonenden van het depot in Apeldoorn. ProRail geeft aan dit onder
de aandacht van aannemers gebracht te hebben en dit te blijven doen.
Onderzoeken naar gezondheidsrisico’s omwonenden in Apeldoorn
Van maart 2023 tot en met augustus 2023 heeft er spoorballast opgeslagen gelegen in
de nabijheid van de woonwijk Kanaal Zuid in Apeldoorn. Over het ballastdepot, en de
overlast die deze voor bewoners heeft veroorzaakt is uw Kamer in oktober en november5 geïnformeerd. De bewoners hebben zich grote zorgen gemaakt over de aanwezigheid van
kwartshoudende ballast in het depot. Om de bewoners duidelijkheid te bieden, heeft
ProRail opdracht gegeven tot het uitvoeren van twee onderzoeken.
Het eerste onderzoek was bedoeld om uit te wijzen of er na het verwijderen van het
depot nog gezondheidsrisico’s voor omwonenden bestonden. Een voorlopige versie van
dit rapport is meegezonden met de stukken die in oktober met uw Kamer zijn gedeeld.
Het definitieve rapport, opgeleverd op 30 oktober, zend ik hierbij aan uw Kamer. Het
onderzoek heeft aangetoond dat er op het moment van meten (medio augustus 2023) geen
sprake was van risico’s voor de gezondheid. Dat betekende dat de bewoners veilig in
hun huizen konden wonen.
Omdat de metingen gedaan zijn nadat het depot was verwijderd, kan op basis van het
eerste onderzoek geen conclusie getrokken worden over de gezondheidsrisico’s die bewoners
hebben gelopen tijdens de aanwezigheid van het depot. Daar is een ander soort onderzoek
voor nodig. In augustus 2023 heeft ProRail daarom een extern bureau opdracht gegeven
tot een tweede onderzoek. De uitkomsten van dit onderzoek ontvangt u als bijlage bij
deze brief.
Gezondheidsrisico’s door kwartsstof worden bepaald door de mate en duur van blootstelling
aan de stof. Een onderzoek gebaseerd op metingen is betrouwbaar maar vereist dat er
gedurende de aanwezigheid van het depot doorlopend metingen worden uitgevoerd. Dit
was in Apeldoorn niet mogelijk omdat zorgen over eventuele gezondheidsrisico’s pas
later gesignaleerd zijn. Daarom is voor een andere onderzoeksopzet gekozen.
Het onderzoeksbureau heeft op basis van rekenmethodes bepaald wat de impact van de
aanwezige ballast is geweest. Het onderzoeksrapport stelt dat «de werkzaamheden op
het tijdelijke depot aan de Mezenweg in Apeldoorn voor aanzienlijke overlast hebben
gezorgd, dat de blootstelling aan kwarts op meerdere momenten te hoog kan zijn geweest,
maar dat de gezondheidsrisico’s voor de omwonenden als verwaarloosbaar moet worden
beschouwd. In het geval van het depot in Apeldoorn is de duur van de blootstelling
te gering geweest om negatieve gezondheidsrisico’s tot effect te kunnen hebben.
Compensatie bewoners in Apeldoorn
Zoals toegezegd6 ben ik opnieuw in gesprek gegaan met ProRail over de stappen die zij hebben gezet
om omwonenden in Apeldoorn te compenseren voor de overlast van het ballastdepot. ProRail
en BAM geven aan excuses te hebben gemaakt voor de situatie die in Apeldoorn is ontstaan.
In augustus 2023 hebben zij de buurtbewoners aangeboden hun woningen en auto’s professioneel
te laten schoonmaken. Een aantal bewoners heeft hier gebruik van gemaakt. Daarnaast
geeft ProRail aan dat er intensief contact is geweest met de bewoners over de ontwikkelingen
in het dossier. Verder stelt ProRail dat naar aanleiding van de situatie in Apeldoorn
het beleid rondom ballast depots is aangepast en maatregelen zijn aangescherpt om
herhaling te voorkomen.
Ik vind het belangrijk dat ProRail, BAM en de gemeente Apeldoorn de ontstane overlast
netjes met de omwonenden afhandelen. Ik heb begrepen dat er tijdens een bewonersavond
op 23 januari 2024 verschillende opties ter sprake zijn gekomen voor eventuele compensatie
van de veroorzaakte overlast. Naar ik heb begrepen, hebben de bewoners aangegeven
nog niet eerder met elkaar over dit onderwerp gesproken te hebben en dat op een later
moment graag nog te willen doen. Met de bewoners en andere partijen is afgesproken
dat de gemeente Apeldoorn het initiatief neemt tot het maken van een vervolgafspraak,
deze zal in maart 2024 plaatsvinden. Ik verwacht dat de gesprekken tussen de bewoners,
de gemeente, BAM en ProRail tot een voor alle partijen acceptabel resultaat zal leiden.
In periodieke gesprekken die het Ministerie van IenW met ProRail voert wordt de voortgang
van de afhandeling besproken.
2. Toeslag hogesnelheidslijn
Tijdens het CD Spoorveiligheid van 7 februari jl. heb ik uw Kamer toegezegd7 u te informeren over de financiële gevolgen van het afschaffen van de toeslag op
de hogesnelheidslijn (HSL) voor de periode tot en met eind 2025, het moment waarop
ProRail verwacht dat er weer 300 kilometer per uur gereden kan worden.
De reden dat de HSL-toeslag wordt gehanteerd op de verbinding tussen Schiphol en Rotterdam
is dat de reiziger extra (maximaal 2,90 euro extra) betaalt voor een snellere verbinding.
Ook met de huidige, tijdelijke snelheidsbeperking blijft de reistijd over de HSL aanzienlijk
korter (ongeveer 25 minuten) dan via het conventionele spoor. Tussen Amsterdam centraal
en Rotterdam Centraal is de reistijd zonder snelheidsbeperkingen 41 minuten. Met de
huidige snelheidsbeperking is dat in vrijwel alle gevallen nog onder de 45 minuten
terwijl dat via de Oude Lijn 1 uur en 10 minuten is.
De directe financiële gevolgen van het afschaffen van de HSL-toeslag bedragen volgens
NS naar verwachting ongeveer 27 tot 32 miljoen euro tot eind 2025. Indirect zullen
er ook extra kosten optreden. De HSL-toeslag is namelijk ook bedoeld om reizigers
te spreiden over het conventionele spoor en over de HSL-Zuid. Deze spreiding is noodzakelijk
omdat het aantal reizigers over de HSL-Zuid bij het afschaffen van de HSL-toeslag
toeneemt. Dat leidt tot extra kosten voor bijvoorbeeld extra inzet van personeel en
materieel. Deze capaciteitskosten zijn niet meegerekend in de verwachte financiële
gevolgen. Daarnaast zal de zitplaatskans dalen en de kwaliteit van de dienstverlenging
afnemen als geen extra treinen in worden gezet om de reizigersgroei op te vangen.
3. Project derde perron Amsterdam Zuid
Als bijlage van deze brief zend ik u ook de voorkeursbeslissing voor het project derde
perron Amsterdam Zuid. Met deze beslissing is de MIRT-verkenning afgerond. Inmiddels
is er opdracht verleend aan ProRail voor de volgende MIRT-fase, de planning- en studiefase.
De MIRT-verkenning is gestart in 2018. De Tweede Kamer is geïnformeerd over de voortgang
van de verkenning in brieven over de gemaakte afspraken in het jaarlijkse BO-MIRT
overleg met overheden. De voorkeursbeslissing is in november en december 2023 vastgesteld
door het Rijk, de gemeente Amsterdam en de Vervoerregio Amsterdam met medewerking
van ProRail en NS.
Besluit
De scope van het project is:
• realisatie van een nieuw, derde perron aan de zuidkant van het station;
• ombouw van het perron in het midden voor treinen die gebruikmaken van de hogesnelheidslijn;
• aanleg van keersporen met alle benodigde logistieke voorzieningen tussen de stations
Amsterdam Zuid en Amsterdam RAI;
• bouw van een internationale treinterminal aan de zuidzijde van het station onder de
sporen voor hogesnelheidstreinen naar het Verenigd Koninkrijk.
Uiterlijk in 2027 dient er een besluit genomen te worden over de bouwfasering van
het project derde perron in relatie tot Zuidasdok. De verwachting is dat een integratie
van werkzaamheden voordelen heeft voor het project en programma. Realisatie is nu
voorzien na 2030. Verdere concretisering van de planning is afhankelijk van de voortgang
van Zuidasdok. In 2024 zal worden gestart met de ruimtelijk-juridische procedure op
basis van de Omgevingswet.
Zoals ik u op 24 november heb gemeld8 wordt op Amsterdam Centraal een (tijdelijke) terminal gerealiseerd voor hogesnelheidstreinen
naar Londen. Deze terminal geeft onderkomen aan reizigers, totdat de terminal op Amsterdam
Zuid gereed is. De verwachting is dat de terminal op Amsterdam Centraal tot 2034–2036
zal blijven functioneren. Met het project derde perron Amsterdam Zuid worden mogelijkheden
geschapen voor aanzienlijke groei van het internationale treinverkeer.
4. Frequenties stations rondom Utrecht
In het notaoverleg MIRT van 22 januari 2024 (Kamerstuk 36 410 A, nr. 46) is stilgestaan bij de frequentieverlagingen op een aantal stations in de omgeving
van Utrecht. Door het Kamerlid Grinwis (ChristenUnie) is de vraag gesteld hoe het
kan dat er momenteel slechts twee keer per uur een trein op een aantal stations op
het traject Woerden – Utrecht stopt. Het gaat daarbij om de stations Vleuten, Utrecht
Terwijde en Utrecht Leidsche Rijn. Dit terwijl de hiervoor genoemde stations ontworpen
zijn voor zes keer per uur een trein. Ik heb toegezegd dat ik hierover met NS in gesprek
zou gaan.9 Door middel van deze brief informeer ik u over de uitkomsten van dit gesprek.
Voor wat betreft stations rondom Utrecht heeft NS aangegeven voornemens te zijn om
de frequenties op deze stations te verhogen. Met de ingang van dienstregeling 2025
zal de sprinter Woerden-Utrecht ook in de dal vier keer per uur rijden, waardoor de
bediening van Terwijde, Vleuten en Leidsche Rijn terugkeert op het eerdere niveau.
Dit is onderdeel van de adviesaanvraag voor Dienstregeling 2025. Momenteel ligt deze
adviesaanvraag nog wel ter consultatie voor aan consumentenorganisaties en decentrale
overheden.
5. Brief NS en ProRail over prestaties op het Hoofdrailnet
Eind vorig jaar traden NS en ProRail naar buiten met het nieuws dat hun gezamenlijke
prestaties op het hoofdrailnet in 2023 achterbleven. De achterblijvende prestaties
zijn aanleiding voor mij geweest om, in aanvulling op de jaarrapportages die ik standaard
van NS en ProRail ontvang, te vragen om een brief die dieper ingaat op de punctualiteitscijfers.
Ik heb NS en ProRail gevraagd om in die brief nader uiteen te zetten wat de oorzaak
was van de achterblijvende prestaties in 2023 en om een doorkijk te geven naar de
situatie in 2024. Ik heb daarbij hun expliciete aandacht gevraagd voor verbetermaatregelen
in 2024.
De brief in de bijlage bevat de analyse van NS en ProRail. Ondanks de zeer uitdagende
omstandigheden verwacht ik, in het belang van de reiziger, dat NS en ProRail er alles
aan doen om de prestaties in 2024 te verbeteren. Mijn formele oordeel over de prestaties
in 2023 zal ik vellen op basis van de jaarrapportages van NS en ProRail.
6. Bezwaarschriften HRN-concessie
Op 21 december 2023 heb ik de nieuwe hoofdrailnetconcessie (2025–2033) onderhands
aan NS gegund. Ik heb uw Kamer hierover geïnformeerd.10 Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden binnen zes weken
een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit. Deze bezwaartermijn is inmiddels verstreken.
Er zijn vier pro-forma bezwaarschriften ontvangen, waarin is gevraagd om meer tijd
om de inhoudelijke gronden voor bezwaar aan te vullen. Inmiddels is aangegeven dat
partijen hiervoor extra tijd krijgen. Na ontvangst van de inhoudelijke bezwaren zullen
deze door mijn ministerie worden beoordeeld en zal daarop worden beslist. Tegen een
besluit op bezwaarschriften staat beroep open bij de gespecialiseerde bestuursrechter,
het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Ik zal uw Kamer nader informeren
over de uitkomst van de (bezwaar)procedure nadat deze is afgerond.
7. Drielandentrein
Tot slot wil ik met deze brief informeren over de ontwikkelingen rond de Drielandentrein.
Op 5 oktober 2023 heb ik u geïnformeerd over de voortgang de werkzaamheden die noodzakelijk
zijn voor de start van de Drielandentrein11. De Drielandentrein is een langgekoesterde wens van betrokken overheden, vervoerders
en natuurlijk de reizigers. Met deze trein kunnen reizigers comfortabel reizen tussen
Aken en Luik, via onder meer Heerlen, Valkenburg en Maastricht. Ik ben daarom blij
dat de betrokken vervoerders, Arriva, NS en NMBS aangeven dat deze treindienst op
9 juni 2024 wordt geïntroduceerd op het spoor. Daarmee behoort de overstap in Maastricht
van en naar Luik straks tot de verleden tijd. Ook wordt geborgd dat de reiziger handig
in- en uit kan checken met de Nederlandse OV-chipkaart op stations langs de lijn in
België. Dit betekent een flinke vooruitgang voor met name reizigers in de regio.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat