Brief regering : Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 22 en 23 januari 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2823
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 februari 2024
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel
van 22 en 23 januari 2024.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
G.E.W. van Leeuwen
VERSLAG INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL VAN 22 EN 23 JANUARI 2024
Introductie
Op dinsdag 23 januari jl. vond de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Handel plaats
onder Belgisch voorzitterschap in Brussel. De informele Raad werd voorafgegaan door
een diner op maandag 22 januari in aanwezigheid van de Directeur-Generaal (DG) van
de Wereldhandelsorganisatie (WTO), dr. Ngozi Okonjo-Iweala. Tijdens de plenaire vergadering
van de Raad op 23 januari werd achtereenvolgens gesproken over de voorbereidingen
voor de 13e ministeriële conferentie (MC13) van de WTO volgende maand in Abu Dhabi en over open
strategische autonomie (OSA), en in het bijzonder over de handelspolitieke dimensie
daarvan. Tijdens de lunch werd van gedachten gewisseld over de bilaterale handelsrelaties
met verschillende handelspartners van de Europese Unie (EU), inclusief lopende en
afgeronde onderhandelingen over handelsakkoorden. Tijdens deze lunch was de voorzitter
van het Comité Internationale Handel (INTA) van het Europees Parlement (EP), de heer
Bernd Lange, aanwezig.
Voorbereidingen WTO MC13
Bij het diner de dag voorafgaand aan de informele Raad benadrukte DG WTO dat het nodig
is de WTO aan te passen aan de vereisten van de 21e eeuw. Dat betekent dat de WTO-regels op verschillende terreinen gemoderniseerd moeten
worden, onder meer op het gebied van diensten, digitale handel en groene handel. DG
WTO gaf aan zich in te zetten voor een succesvolle MC13, waarbij een aanzet wordt
gegeven tot modernisering van de WTO en verschillende deelresultaten worden geboekt,
onder andere op het terrein van visserijsubsidies.
Tijdens de informele Raad op dinsdag informeerde Commissaris Dombrovskis de Raad over
de stand van zaken in de aanloop naar MC13. Een maand voor MC13 ziet de Commissie
nog veel uitdagingen om tot een betekenisvol pakket aan uitkomsten te komen. De Commissie
zette de prioriteiten voor de EU bij MC13 nogmaals uiteen. Een belangrijke prioriteit
is de hervorming van de WTO. Herstel van het geschillenbeslechtingssysteem in 2024
– de inzet zoals overeengekomen tijdens MC12 – blijft daarbij van centraal belang
voor de EU, evenals een werkprogramma dat moet leiden tot het verbeteren van de regels
voor industriële subsidies. Daarnaast wil de EU voortbouwen op de successen van MC12
en ziet in dat kader graag een vervolgakkoord op visserijsubsidies tot stand komen,
waarbij subsidies die bijdragen aan overbevissing en overcapaciteit wereldwijd worden
ingeperkt. Andere onderwerpen die in de ogen van de EU prioriteit moet krijgen tijdens
MC13 zijn het versterken van de WTO-afspraken omtrent wereldwijde voedselzekerheid,
verdere integratie van milieuaspecten in de WTO-agenda, en de verlenging van het moratorium
over e-commerce.
De genoemde prioriteiten van de Commissie werden door Nederland verwelkomd. In lijn
met de eerder aan de Kamer gestuurde kaderinstructie voor WTO MC131, benadrukte Nederland onder andere het belang van een volledig herstel van het geschillenbeslechtingssyteem
van de WTO. Daarnaast benadrukte Nederland de noodzaak om het mondiale gelijke speelveld
voor industriële subsidies hoger op de WTO-agenda te zetten. Ook steunt Nederland
de inzet van de EU voor wat betreft verdere integratie van duurzaamheidsafspraken,
waaronder afspraken ten aanzien van milieu en klimaat. Tot slot bepleit Nederland
afronding van lopende onderhandelingen, waaronder die met betrekking tot visserijsubsidies
en e-commerce.
Open Strategische Autonomie
De Commissie en de lidstaten spraken tijdens de Raad ook over de open strategische
autonomie van de EU, met name de handelspolitieke aspecten hiervan. De Commissie acht
OSA een belangrijk beleidskader dat als leidraad kan dienen voor het handelen van
de EU. De Commissie benadrukte het belang van openheid binnen de inzet op OSA. Zo
versterken internationale handel en samenwerking met internationale partners de weerbaarheid
van de EU. Het handelsbeleid is daarom een essentieel element binnen de inzet op OSA,
aldus de Commissie. Ook lichtte de Commissie verschillende onderdelen van het Europese
Economische Veiligheidspakket toe dat een dag na de Raad op 24 januari jl. gepubliceerd
werd,2 en waarover uw Kamer op de gebruikelijke wijze geïnformeerd zal worden.
Nederland verwelkomde de agendering van OSA en onderstreepte dat geopolitieke ontwikkelingen
vragen om zowel een assertieve EU als een EU met een open economie die in staat is
om haar publieke belangen te borgen. Handelspolitiek kan een belangrijke bijdrage
leveren aan het bevorderen van de OSA van de EU. Zo kunnen handelsakkoorden bijdragen
aan het lange termijn concurrentievermogen van Nederland en de EU, en bovendien de
risico’s van strategische afhankelijkheden mitigeren door het creëren van nieuwe diversificatiemogelijkheden.
Daarnaast wees Nederland, net als veel andere lidstaten, op de noodzaak van een zorgvuldige
balans tussen openheid en beschermende maatregelen.
Nederland verwelkomende het oprichten van de expertgroep die de mogelijke risico’s
van uitgaande investeringen onderzoekt. Daarbij wees Nederland, net als veel andere
lidstaten, erop dat meer informatie nodig is om een gedegen risicoanalyse uit te voeren
en steunde daarom de inzet van de Commissie om meer data over uitgaande investeringen
te verzamelen. Voorts heeft Nederland zich uitgesproken voor het versterken van EU-coördinatie
op het gebied van exportcontrole van dual-use goederen en technologie binnen de bestaande competentieverdeling.
De meeste lidstaten gaven aan de voorstellen van de Commissie na hun publicatie nader
te zullen bestuderen.
Situatie in de Rode Zee
Ook werd de situatie in de Rode Zee besproken. De Commissie benadrukte het belang
van de handelsroute via de Rode Zee. Het veiligstellen van vrije doorgang is dan ook
van cruciaal belang voor de EU. Aangezien de alternatieve route rond Kaap de Goede
Hoop aanzienlijk langer is, leidt dit tot kostenstijgingen en langere vervoerstijden.
De impact op de economie van de EU zal afhangen van de duur van de crisis. De lidstaten
die het woord namen sloten zich aan bij de observaties van de Commissie en stelden
dat er nauw contact moet worden onderhouden met het bedrijfsleven om risico's in kaart
te brengen.
Lunch
De lunch vond plaats in aanwezigheid van de voorzitter van het Comité Internationale
Handel (INTA) van het Europees Parlement, de heer Bernd Lange. Tijdens de lunch gaf
Commissaris Dombrovskis een overzicht van de stand van zaken van de verschillende
lopende onderhandelingen over handelsakkoorden. De heer Lange bracht de onderhandelingen
op over wetgevingsvoorstellen, waaronder de triloog onderhandelingen tussen Raad,
Commissie en EP over de herziening van de verordening over het Algemeen Preferentieel
Stelsel en de aanstaande triloogonderhandelingen over de antidwangarbeidverordening.3 De heer Lange gaf daarbij aan deze onderhandelingen graag nog in de huidige termijn
van het EP af te ronden.
Over de antidwangarbeidverordening heeft de Raad op 26 januari jl. een positie bereikt.4 Het streven is uw Kamer hierover, voor het Commissiedebat op 15 februari over de
Raad Buitenlandse Zaken Handel, nader te informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking