Brief regering : Beleidskader Internationaal Cultuurbeleid 2025-2028
31 482 Cultuursubsidies
Nr. 121
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
EN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 januari 2024
Met deze brief bieden wij u het beleidskader aan voor het Internationaal Cultuurbeleid
(ICB) 2025–2028.
De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
G.E.W. van Leeuwen
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
F.Q. Gräper-van Koolwijk
Internationaal cultuurbeleid 2025–2028
Inleiding
Het internationaal cultuurbeleid verbindt al meer dan vijftig jaar het Nederlandse
cultuur- en buitenlandbeleid. Cultuur en diplomatie zijn innig met elkaar verbonden;
culturele uitwisselingen inspireren en vergroten wederzijds begrip. Cultuur maakt
moeilijke onderwerpen bespreekbaar en draagt bij aan internationale samenwerking.1
Het ICB toont dat Nederland2 open staat voor internationale samenwerking en uitwisseling met andere landen. Daarnaast
stimuleert het ICB innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken en ondersteunt
het de bredere politieke, economische en maatschappelijke belangen van Nederland en
zijn partners wereldwijd.3 Het ICB is daarmee een van de pijlers van het buitenlandbeleid van het Koninkrijk.
Naast een waarde in zichzelf is cultuur een belangrijk instrument van «soft power»,
zeker waar het bijdraagt aan het vergroten en versterken van democratisch burgerschap
en weerbaarheid, de zogenaamde «civic space».
Het meerjarige ICB is gebaseerd op de beleidsagenda’s van de Minister van Buitenlandse
Zaken (BZ), Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS),
en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).4 Aan de basis van ons beleid liggen de Meerjarenbrief De Kracht van Creativiteit5 (OCW), Uitgangspuntenbrief culturele basisinfrastructuur 2025–20286 (OCW), Beleidsnotitie 2022: Doen waar Nederland goed in is (BHOS)7 en de Afrikastrategie 2023–2032
(BZ/BHOS).8
Met dit kader presenteren wij het internationaal cultuurbeleid (ICB) voor de periode
2025–2028.9
Internationaal Cultuurbeleid in beweging
Een ambitieus ICB speelt in op een snel veranderende wereld. Dat was de afgelopen
jaren zeker het geval. De cultuursector herstelt nog steeds van de grote impact die
COVID heeft gehad.10 Net als in het nationale cultuurbeleid wordt er in het internationale cultuurbeleid
voor gekozen om de sector te helpen met herstel. Dit doen we door te kiezen voor continuïteit,
aangevuld met verdieping en nieuwe urgenties.
Veranderende geopolitieke verhoudingen raken ook het ICB. Autoritaire grootmachten
handelen steeds vaker competitief en opportunistisch. Dit zorgt voor toenemende internationale
spanningen, en meer aandacht voor vrede en veiligheid. Democratische en maatschappelijke
vrijheden hebben er sinds 1986 niet zo slecht voorgestaan.11 De ruimte voor het maatschappelijk middenveld neemt wereldwijd af, de zogenaamde
shrinking space.12 Kunst en cultuur helpt om deze ruimte te versterken. Dit maakt een versterking van
het culturele domein en steun aan makers essentieel. Juist in tijden van onzekerheid
is deze bijdrage aan maatschappelijke en burgerlijke weerbaarheid van groot belang.
Cultuur vervult een belangrijke rol bij het laten klinken van tegenstemmen in de samenleving,
in het bijzonder daar waar de vrijheid van meningsuiting onder druk staat.
Cultuur is soft power, en daarmee een belangrijk instrument om onze bilaterale relaties positief te beïnvloeden
en spanningen tegen te gaan. De positie van Europa en Nederland in de wereld verandert,
wat internationale (culturele) samenwerking des te belangrijker maakt. Zo zetten we
ons in voor meer samenwerking met Afrikaanse landen, in lijn met de Afrikastrategie.13 Hiervoor zijn extra middelen beschikbaar gemaakt voor culturele diplomatie, wordt
de culturele samenwerking met Ghana geïntensiveerd en ondersteunen we academische
en museale samenwerking met Afrikaanse landen in het kader van koloniale collecties.
Het ICB ziet daarnaast een substantiële rol voor cultuur bij de digitalisering- en
duurzaamheidstransities. Door de kracht van de culturele en creatieve sector in te
zetten voor innovatieve oplossingen voor wereldwijde maatschappelijk vraagstukken.
En door met cultuur denkpatronen te doorbreken en nieuwe handelingsperspectieven te
bieden.
De inzet van internationaal cultuurbeleid
Internationaal werken is voor veel culturele en creatieve professionals en erfgoedgemeenschappen
inspirerend en vanzelfsprekend. Het draagt bij aan zichtbaarheid, kwaliteit, kennisuitwisseling,
talentontwikkeling, marktverruiming en innovatie. Zo kunnen buitenlandse markten voor
creatieve makers belangrijke aanvullende inkomstenbronnen zijn. Ook is de veelzijdigheid
van talenten uit alle delen van de wereld belangrijk voor een divers en inspirerend
cultuuraanbod.
Het ICB draagt bij aan de voorwaarden voor internationale culturele samenwerking,
door middel van kennis, netwerk en subsidies. Om dit te realiseren, stellen we in
de periode 2025–2028 de volgende drie beleidsdoelen vast:
– Een sterke positie van de Nederlandse culturele sector in het buitenland door duurzame
samenwerking, uitwisseling en zichtbaarheid.
• Dit leidt tot inspiratie, kennisvergroting- en uitwisseling, wederzijds begrip, verrijking,
het bereik van een groter publiek en marktverruiming;
• Dit vergroot de economische en maatschappelijke waarde van de Nederlandse kunst en
cultuur.
– Het met Nederlandse cultuuruitingen ondersteunen van de bilaterale relaties met andere
landen
• Dit draagt bij aan een betere positie en reputatie van Nederland in het buitenland;
• Dit stimuleert samenwerking op basis van wederkerigheid;
• Dit draagt bij aan uitwisseling en dialoog, ook met landen waarmee de relatie (soms)
complex is.
– De kracht van de culturele en creatieve sector gebruiken voor het bevorderen van duurzame
ontwikkeling, met de Sustainable Development Goals (SDG’s) als richtinggevend kader.14
• Dit stelt de culturele en creatieve sector in staat om bij te dragen aan oplossingen
voor maatschappelijke opgaven zoals armoede, ongelijkheid en klimaatverandering, op
basis van wederkerige samenwerking.
• Dit versterkt Nederland als innovatief, creatief en inclusief land.
• Hiermee ondersteunt en beschermt Nederland de vrije expressie van kunstenaars in landen
waar deze onder druk staat, en draagt zo bij aan democratische burgerschap en weerbaarheid.
Bij het behalen van deze beleidsdoelen werken we vanuit de volgende principes:
Wederkerigheid
Het ICB stimuleert samenwerking op basis van wederkerigheid. Andere inzichten zijn
noodzakelijk voor een kwalitatief hoogwaardige cultuursector. Door bewust te zijn
van de lokale context en condities, gelijkwaardig samen te werken en kennis te creëren
op een eerlijke manier waarbij meerstemmige perspectieven naar voren kunnen komen.15 Hierin werken we vanuit waarden waar Nederland voor staat, zoals artistieke vrijheid,
gendergelijkheid, rechten voor minderheden en minderheidsculturen.
Diversiteit, inclusie en rechtvaardigheid
Diversiteit, inclusie en rechtvaardigheid vormen belangrijke uitgangspunten binnen
het ICB. Om recht te doen aan deze thema’s, zoals ook verwoord in het feministisch
buitenlandbeleid,16 wordt bij de implementatie van het ICB oog gehouden voor diversiteit en inclusie.
Het is van belang om aandacht te hebben voor dieperliggende problemen die ongelijkheid
in stand houden, zoals racisme, discriminatie en kansenongelijkheid. Het ICB stimuleert
uitvoeringspartners om hier actief mee aan de slag te gaan en eerlijke behandeling,
erkenning van barrières, cultuurparticipatie en kansengelijkheid centraal te stellen.
Maatschappelijke impact
Het is van belang om ons bewust te zijn van de maatschappelijke impact van ICB-activiteiten;
wat willen we bereiken met onze inzet, en hoe gaan we dat doen? Wij moedigen uitvoeringspartners
aan om vooraf, tijdens en na activiteiten, samenwerkingen, regelingen of programma’s stil te staan bij (on)beoogde
effecten. Een procesmatige evaluatie kan helpen bij het identificeren van sterke en
zwakke punten.17
Duurzaamheid
In het ICB staat duurzaamheid centraal. Nederland heeft het Klimaatverdrag van Parijs
geratificeerd en vervolgens in de nationale klimaatwet vastgelegd in 2050 klimaatneutraal
te zijn.18 Ook de culturele sector draagt hieraan bij.19 We werken aan ecologische verduurzaming, oftewel het verkleinen van de klimaatimpact,
het verbruik van energie en grondstoffen en de daar uit voortkomende vervuiling en
uitstoot van broeikasgassen. En aan sociale verduurzaming, waarbij we werken aan duurzame
waardeketens, goede arbeidsrelaties, eerlijke betaling en het creëren van duurzame
samenwerkingsrelaties met partners in het buitenland.20
Het ICB stimuleert uitvoeringspartners om zélf te verduurzamen, en zo anderen te inspireren.
Cultuur en diplomatie zijn hier ook bij gebaat. Tegelijkertijd nemen sleutelwoorden
als minder, langer en opnieuw binnen dit ICB-kader een belangrijke plek in. Denk aan duurzamer reizen, langere
artist-in-residencies, maar ook het stimuleren van alternatieve modellen om Nederlandse
cultuur in het buitenland te tonen. Daarbij zoeken we naar manieren om de ecologische
voetafdruk zo klein mogelijk te maken, bijvoorbeeld door hergebruik of circulariteit.
Het ICB volgt de nationale beleidslijn van de culturele basisinfrastructuur (BIS).21 Hierin is vastgesteld dat nationale culturele instellingen bewustzijn over hun eigen
uitstoot in kaart dienen te brengen. Bij het maken van plannen voor internationale
persoonlijke contacten zal afgewogen moeten worden waarom wordt gekozen voor een bepaalde
aanpak. Het ICB stimuleert ook posten en internationale partijen om de klimaatconsequenties
van activiteiten transparant te maken.22
Er liggen ook kansen. De kracht van cultuur wordt gebruikt om op een creatieve manier
verduurzaming te bevorderen. Door samenwerkingen te stimuleren, innovatieve projecten
te financieren, of culturele programma’s rondom klimaat en milieu te organiseren.
De culturele sector kan ook inhoudelijk een belangrijke rol in de klimaatcrisis vervullen.
Cultuur kan immers bewustzijn creëren, denkpatronen doorbreken, toekomstscenario’s
bieden en tot actie aanzetten.23
Aandachtsgebieden
Cultuur en duurzame ontwikkeling
Met de gehele Verenigde Naties zijn we ervan overtuigd dat de culturele en de creatieve
sector een essentiële bijdrage kan leveren aan duurzame ontwikkeling en het behalen
van de SDG’s.24 We werken vanuit de overtuiging dat cultuur een Global Public Good is. De sector kan banen voor jongeren creëren,25 bijdragen aan prettige, voor iedereen toegankelijke steden26 en een circulaire economie mogelijk maken.27 Nederland kan met haar opgebouwde kennis en netwerken een waardevolle bijdrage leveren
aan de SDG’s wereldwijd.
Dat doen we in de ICB-landen en daarnaast in onze programma’s die gericht zijn op
landen in ontwikkeling. Hiermee draagt Nederland bij aan de versterking van de culturele,
creatieve, en erfgoedsector in deze landen. Vreedzame, rechtvaardige en inclusieve
samenlevingen zijn niet compleet zonder een ontwikkelde cultuursector waar kunstenaars
zich vrijuit kunnen uiten. De steun van Nederland en partners aan cultuurmakers in
landen waar vrije expressie onder druk staat, draagt bij aan de duurzame ontwikkeling
van het maatschappelijk middenveld. Ook blijft Nederland zich inzetten voor de bescherming
van erfgoed dat bedreigd wordt door conflicten en natuurrampen in landen waar de infrastructuur
voor noodhulp voor erfgoed ontoereikend is.
Erfgoed
De internationale componenten van erfgoedopgaven worden steeds belangrijker. Zoals
duurzaamheidsopgaven, klimaatadaptatie, stedelijke vernieuwing en sociale inclusie.
Als internationale gemeenschap hebben we een gedeelde opdracht om dit erfgoed te beheren,
te behouden en in te zetten voor maatschappelijke opgaven. We beschermen niet alleen
gebouwen, objecten of tradities, maar ook een gemeenschappelijke geschiedenis en waarden.
De verdragen van de Raad van Europa en UNESCO zijn de basis voor internationale samenwerking
wat betreft werelderfgoed, erfgoed onder water en het tegengaan van illegale handel.28 Ook hierin is de maatschappelijke betekenis van erfgoed van steeds groter belang.
Denk hierbij aan de waarde van erfgoed voor lokale gemeenschappen en de waarde van
lokale gemeenschappen voor erfgoed. Maar ook de rol van erfgoed om relaties op te
bouwen, wederzijds begrip te creëren en gesprekken aan te gaan over de betekenis die
erfgoed voor ons allen heeft.
Internationale Erfgoedsamenwerking
Het Internationale Erfgoedsamenwerking (IES) programma binnen het ICB wordt uitgevoerd
door de bovensectorale instelling voor het Internationaal Cultuurbeleid, de Rijksdienst
voor het Cultureel Erfgoed, het Nationaal Archief, het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed
Nederland en ons postennetwerk. Hierbij staat kennisvorming- en uitwisseling centraal
en wordt samengewerkt met partners wereldwijd. Elk land loopt bij de zorg voor erfgoed
immers tegen vergelijkbare opgaven aan.
Omdat in elk land een andere context is, andere vragen gesteld worden en andere benaderingen
gebruikt, kunnen we van elkaar leren. Door deze samenwerking kan de potentie van erfgoed
optimaal worden benut, bijvoorbeeld voor de aanpak van maatschappelijke uitdagingen
en om te werken aan een duurzame toekomst. Denk bijvoorbeeld aan de herbestemming
van historisch erfgoed. Door met andere landen samen te werken op dit terrein dragen
we ook bij aan verbeterde bilaterale relaties.
Koloniale collecties
In 2021 werd de Beleidsvisie collecties uit een koloniale context gepubliceerd.29 In 2022 werd een begin gemaakt met de implementatie van dit beleid.30 Vanuit dat beleid is inmiddels een onafhankelijk en transparant proces opgezet voor
het behandelen van teruggaveverzoeken.31 Ook zijn er instrumenten ontwikkeld voor samenwerking met landen van herkomst, zoals
gezamenlijk herkomstonderzoek. Deze instrumenten bouwen verder op de ervaringen vanuit
het IES-programma en vormen daar een aanvulling op. Teruggave en museale samenwerking
dragen bij aan het herstel van historisch onrecht en verbetering van de bilaterale
relaties. Ook in Europees en UNESCO-verband nemen we deel aan het internationale debat
over het belang van restitutie. Samenwerking en dialoog, vooral met landen waarmee
Nederland een (koloniaal) verleden deelt, blijft daarom in 2025–2028 belangrijk.
Europese Unie (EU)
Binnen de EU wordt steeds meer samengewerkt op cultuurbeleid. Ook wordt de positionering
van cultuur in het buitenlandbeleid van de EU steeds groter.32 Bij deze ontwikkeling wordt vanuit het ICB aansluiting gezocht. De diversiteit in
culturele identiteit tezamen met gemeenschappelijke waarden zijn een grote verworvenheid
en de kracht van de Europese Unie. Dit laat onverlet dat er verschillen zijn tussen
lidstaten, waarbij de vrijheid voor creatieve expressie in sommige lidstaten onder
druk staat. Culturele samenwerking en contact zijn belangrijk om dit te adresseren.
Nederland en andere lidstaten bepalen hun eigen prioriteiten, maar coördineren deze
in het EU Werkplan voor Cultuur 2023–2026.33 Ook op het vlak van financiering groeit de EU.34 Deze instrumenten en programma’s ondersteunen en stimuleren grensoverschrijdende
culturele samenwerking, creëren verbinding en bieden mogelijke internationale partnerschappen
voor het Nederlandse culturele veld. In het bijzonder gaat het om het Creative Europe programma. Hieronder vallen ook het Culture Moves Europe mobiliteitsprogramma en het onderzoeksprogramma Horizon Europe. Culturele organisaties kunnen daarnaast aansprak maken op het Erasmus+ programma en in bepaalde gevallen op structuurfondsen.
Creatieve Industrie35
De creatieve industrie is een levendige economische topsector. Deze draagt met diverse
instrumenten bij aan marktontwikkeling, marktverruiming, benutting en internationale
promotie, het laatste via het internationale programma CreativeNL.36 De Nederlandse ontwerpende aanpak heeft een grote vlucht genomen. Het benadert maatschappelijke
vraagstukken in eerste instantie als een ontwerpopgave, waarbij op nieuwe manieren
wordt gekeken naar uitdagingen en problemen. Ook de digitale cultuur is sterk in opkomst
en draagt bij aan culturele vernieuwing.
Digitalisering
Digitalisering versterkt de innovatieve kracht van de culturele sector en kan helpen
een groter, internationaal nieuw publiek te bereiken. De inzet van digitale middelen
kan bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe vormen van creatie en presentatie en
verdere ontwikkeling van digitale cultuur. Tevens kan door digitalisering de toegankelijkheid
van cultuur worden vergroot. Bijvoorbeeld voor mensen die lastig een theater kunnen
bezoeken. Dit vraagt om een innovatieve aanpak, kennisdeling, andere werkwijzen en
vaardigheden voor makers en instellingen. We sluiten zoveel mogelijk aan bij de kennisontwikkeling
vanuit DEN – Kennisinstituut cultuur & digitale transformatie – en Netwerk Digitaal
Erfgoed (NDE).
Desalniettemin benadrukt het ICB om bewust te zijn van de impact van digitalisering
op het klimaat en milieu. Zowel kennisinstituut DEN als NDE bieden organisaties in
de cultuursector handvatten voor het maken van een duurzame digitale transitie.37 Ook stimuleert het ICB uitvoeringspartners stil te staan bij toegankelijkheid (digitale
inclusie) en ethische vraagstukken over technologische ontwikkelingen. Enerzijds kan
cultuur een rol spelen in het adresseren van ethische vraagstukken over de inzet van
technologie. Anderzijds komen technologische ontwikkelingen tot stand door verschillende
perspectieven en waarden en geeft de inzet van technologie actief vorm aan menselijke
ervaringen door middel van taal, muziek en kunst.
Caribisch deel van het Koninkrijk
Gelijkwaardige toegang tot ons beleid is van belang voor het gehele Koninkrijk. Het
ICB is van toepassing op de drie bijzondere gemeenten Bonaire, Saba en Sint Eustatius,
en de Koninkrijkslanden Aruba, Curaçao, Nederland en Sint Maarten. Waar relevant zal
hierbij ook worden gekeken of maatwerk nodig en wenselijk is en wordt bezien, in samenwerking
met de Rijkscultuurfondsen, hoe we de toegankelijkheid kunnen vergroten.
Landen
Kansrijke samenwerkingen.
Met het ICB werken we over de hele wereld. We concentreren ons beleid op landen waar
onze inzet de grootste meerwaarde oplevert. Per land leveren onze posten en partners
maatwerk, zodat cultuur en buitenlandprioriteiten met elkaar verbonden zijn.
De landen waarop we ons concentreren, worden gekozen door te kijken naar de vraag
uit de landen zelf, de artistieke en economische kansen voor de Nederlandse culturele
sector, artistieke kwaliteit, de maatschappelijke relevantie, historische banden en
buitenlandpolitieke belangen. Op basis hiervan is gekozen voor een strategische inzet
op de volgende 24 landen:38
• Afrika: Egypte, Ghana, Marokko en Zuid-Afrika.
• Azië/Oceanië: Australië, China, India, Indonesië, Japan, Sri Lanka en Zuid-Korea.
• Europa: België, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Polen, Spanje, Turkije, Oekraïne
en het Verenigd Koninkrijk.
• Noord- en Zuid Amerika: Brazilië, Suriname en de Verenigde Staten.
Uitvoerders en instrumentarium
Voor de uitvoering van ons beleid is goede samenwerking essentieel. In het ICB werken
culturele instellingen samen met het postennetwerk, Rijkscultuurfondsen en andere
uitvoeringspartners, met ruimte voor ieders rol en expertise. We geven hier invulling
aan middels een meerjarige aanpak met een helder beleidskader, een uitvoeringsdocument
en een goede coördinatie. Zie voor een volledige lijst van partners het budgetoverzicht.
Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland (het postennetwerk)
Ambassades en consulaten-generaal beschikken over een groot (cultureel) netwerk in
hun land en regio. Zij zijn van groot belang voor het opbouwen en onderhouden van
relaties, het ontdekken van kansen en het bij elkaar brengen van de juiste partijen.
Bovensectorale ondersteunende instelling
De tot de BIS 2025–2028 behorende ondersteunende instelling voor internationaal cultuurbeleid
heeft een belangrijke ondersteunende, bovensectorale rol bij de uitvoering ervan.
Zij neemt de verantwoordelijkheid voor:
1) informatie en advies aan het Nederlandse veld, steden en regio’s en de posten (waaronder
voorlichting over en ondersteuning bij subsidieprogramma's van de EU);
2) het vervullen van een kennis- en netwerkfunctie, met name voor het Nederlandse culturele
veld; en
3) uitvoeren van specifieke onderdelen van het ICB.
Ondersteuningsopties uitvoering
We bieden ruimte voor flexibiliteit. De genoemde uitvoeringspartners zijn zelf het
best in staat om hun instrumentarium in te richten en gezamenlijk afspraken te maken.
Ondersteuning kan bestaan uit bijvoorbeeld (meerjarige) financiering door (project)subsidies,
bezoekersprogramma’s, informatievoorziening, advies, matchmaking, begeleiding en onderzoek.
Budgetruimte voor strategische inzet
In deze beleidsperiode stellen we jaarlijks een budget beschikbaar voor toonaangevende
manifestaties en vieringen (zoals vriendschapsjaren) waar op initiatief van de posten
aanspraak op kan worden gemaakt. Dit betreft het «budget voor manifestaties en ondersteuning»
in het bijgevoegde financieel kader. We stimuleren ook cultuuruitingen tijdens uitgaande
staatsbezoeken en handelsmissies.
Kennis- en informatie
We zetten de inspanningen om de resultaten van het ICB zichtbaar te maken voort. De
resultaten van het ICB worden jaarlijks inzichtelijk gemaakt met een voortgangsrapportage.
Hierin worden kwantitatieve en kwalitatieve gegevens opgenomen. Zoals aantallen georganiseerde
projecten, bestede middelen en concrete projectbeschrijvingen inclusief beeldmateriaal
en uitkomsten.
Ook wordt gewerkt aan een online portaal waar cultuurmakers projectvoorstellen kunnen
indienen bij posten. Dit portaal zal uiteindelijk ook een database vormen van alle
projecten die per land en/of jaar zijn georganiseerd en aan welke beleidsdoelen projecten
hebben bijdragen. Zo kan eenvoudiger een compleet beeld worden gevormd van onze beleidsimpact.
We stimuleren posten en partners tevens om hun activiteiten op te nemen in de DutchCulture
database.39 Deze database is openbaar, en kunstenaars en organisaties kunnen zelf hun activiteiten
er in opgeven. Hiermee worden trends in de bewegingen van NL cultuurmakers en hun
impact wereldwijd in kaart gebracht. Tot slot blijven we kijken naar nieuwe manieren
om de impact van ons beleid inzichtelijk te maken en wordt ingezet op een evaluatie
van het ICB.40 Hiermee leren we en verbeteren we ons beleid.
Budget
Financieel kader ICB 2025–20281
OCW
BZ
BHOS
Totaal
Rijkscultuurfondsen
Fonds podiumkunsten
1.494.400
245.161
1.739.561
Mondriaan Fonds
1.104.400
61.291
1.165.691
Fonds voor Cultuurparticipatie
181.600
25.000
206.600
Nederlands Letterenfonds
634.800
30.645
665.445
Nederlandse Filmfonds
886.400
886.400
Stimuleringsfonds Creatieve Industrie
1.422.400
700.000
2.122.400
Rijksdiensten en agentschappen
Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed
533.000
533.000
Nationaal Archief
533.000
533.000
Ondersteunende instellingen en culturele organisaties
Bovensectorale ondersteunende instelling voor internationaal cultuurbeleid
360.000
900.000
1.260.000
Ondersteunende instelling ontwerp
263.500
107.258
370.758
Ondersteunende instelling film
238.500
30.645
269.145
deBuren
480.000
525.000
1.005.000
Prins Claus Fonds
2.259.000
2.259.000
Cultural Emergency Response
500.000
500.000
Instellingen voor de bevordering van de bescherming en kennis van immaterieel erfgoed
80.000
Nederlandse vertegenwoordigingen buitenland
6.275.000
500.000
6.775.000
Budget manifestaties en ondersteuning
315.000
594.000
909.000
Totaal kader 2025–2028
8.527.000
8.794.000
3.959.000
21.280.000
X Noot
1
Bedragen zijn onder voorbehoud van beschikbaarstelling van voldoende middelen door
de begrotingswetgever.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.Q. Gräper-van Koolwijk, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking