Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 11 december 2023
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2790
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 december 2023
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken van 11 december
2023.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN 11 DECEMBER 2023
Op maandag 11 december a.s. vindt de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Brussel.
Op de agenda staan de Russische agressie tegen Oekraïne, de situatie in het Midden-Oosten,
de situatie in de Sahel en de externe dimensie van economische veiligheid. De Minister
van Buitenlandse Zaken is voornemens aan deze Raad deel te nemen. Na afloop van de
Raad vindt een EU ministeriële bijeenkomst met de landen van het Oostelijk Partnerschap
plaats.
Russische agressie tegen Oekraïne
De Raad zal spreken over de voortdurende Russische agressieoorlog tegen Oekraïne.
De inzet van het kabinet blijft gericht op het uitoefenen van druk op Rusland en het
bieden van steun aan Oekraïne, zowel bilateraal als met internationale partners. Voor
2024 heeft het kabinet ruim EUR 2.2 miljard gereserveerd voor deze steun.1 Daarnaast spant Nederland zich in voor meerjarige bilaterale veiligheidsarrangementen,
waarover op 28 oktober jl. consultaties met Oekraïne zijn gevoerd en marge van de
Vredesconferentie in Malta. Deze bilaterale bijdrage wordt de komende periode, samen
met Oekraïne en partners, verder uitgewerkt. Uw Kamer zal hierover op de hoogte worden
gehouden.
Als deelnemer aan de G7 is de EU ook onderdeel van de verklaring over veiligheidsarrangementen.
De Raad zal in dit kader spreken over de uitwerking van de bijdrage aan EU-zijde.
Kernelementen hiervan zijn de EU Military Assistance Mission (EUMAM), het versterken van de defensie-industrie en meerjarige militaire steun via
de Europese Vredesfaciliteit (EPF). De Hoge Vertegenwoordiger (HV) heeft voorgesteld
om hiervoor een aparte envelop voor Oekraïne te creëren: het Ukraine Assistance Fund (UAF). De Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) schat dat jaarlijks EUR 5 mld.
nodig is in de periode 2024–2027 om de levering van militair materieel en trainingen
door EU-lidstaten voort te zetten. Onderhandelingen over het Ukraine Assistance Fund zijn nog gaande. Naar verwachting zal nadere besluitvorming tijdens de Europese Raad
van 14–15 december a.s. plaatsvinden. De Kamer zal hierover zo snel mogelijk geïnformeerd
worden. Het kabinet benadrukt het belang van snelle besluitvorming om te voorkomen
dat de huidige steun stil komt te liggen. In dit kader is er EUR 300,9 miljoen gereserveerd
voor de Nederlandse bijdrage in 2024.2 Tot op heden ontvangt Nederland een substantieel deel van de EPF-bijdrage voor Oekraïne
terug via declaraties voor bilateraal geleverde steun.
Het kabinet zal zich diplomatiek blijven inspannen om te komen tot zo breed mogelijke
internationale steun voor een rechtvaardige en duurzame vrede op basis van President
Zelensky’s Vredesformule. Als trekker van punt 7 van de Vredesformule, restoring justice, blijft het kabinet zich onverminderd inzetten voor gerechtigheid voor de slachtoffers
van internationale misdrijven in Oekraïne.
Situatie in het Midden-Oosten
De Raad zal spreken over de actuele ontwikkelingen in het conflict tussen Israël en
Hamas, waarbij er naar verwachting aandacht zal zijn voor het Israëlisch offensief,
de dreiging die nog steeds vanuit Hamas uitgaat, de overeenkomst over het vrijlaten
van Israëlische gegijzelden en Palestijnse gevangenen, de humanitaire situatie in
Gaza en het voortdurende risico op regionale escalatie van het conflict. Tevens spreekt
de Raad naar verwachting over de contouren voor een toekomstig vredesproces. Tijdens
de Raad op 13 november benoemde de HV hierbij een aantal uitgangspunten, waaronder
een grotere regionale betrokkenheid van de EU.3
Voor het kabinet is het bestaansrecht van Israël, en daarmee het recht van Israël
op zelfverdediging, evident. Het kabinet vindt dat de uitoefening van het recht op
zelfverdediging door Israël in lijn moet zijn met het internationaal recht en aan
de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit moet voldoen. Zoals ook aan uw
Kamer meegedeeld in het verslag van de RBZ van 13 november 20234 en de beantwoording van schriftelijke vragen over de situatie in Israël en Gaza (18 november jl.)5 is de EU hierover eensgezind, alsook over het belang van snelle, veilige en ongehinderde
humanitaire toegang en hulp.
Nederland blijft zijn goede contacten met Israël, de Palestijnse Autoriteit en landen
in de regio en daarbuiten ten volle inzetten om partijen op te roepen zich volledig
te houden aan het humanitair oorlogsrecht om burgerslachtoffers te voorkomen, regionale
escalatie te voorkomen, humanitaire toegang te bewerkstelligen, vrijlating van gegijzelden
te bepleiten en het veilig vertrek van EU-burgers uit Gaza mogelijk te maken. Nederland
dringt, ook in EU-verband, voortdurend aan op snelle, veilige en ongehinderde humanitaire
toegang en hulp.
Nederland maakt zich in toenemende mate zorgen over de stabiliteit op de Westelijke
Jordaanoever, en spreekt zich zowel bilateraal als in EU-verband uit over de zorgelijke
toename voor wat betreft het kolonistengeweld. Nederland benadrukt tevens dat brede
steun voor de Palestijnse Autoriteit essentieel is. Nederland zal zich, ook in EU-verband,
ten volle inzetten voor het nieuw leven inblazen van een proces om te komen tot een
tweestatenoplossing, waarbij een veilig Israël en een levensvatbare Palestijnse staat
in vrede naast elkaar kunnen bestaan.
Situatie in de Sahel
De Raad zal spreken over de regionale situatie in de Sahel en geeft hiermee opvolging
aan de bespreking van de Europese Raad van 27 oktober jl. In Mali, Burkina Faso en
Niger vonden de afgelopen jaren staatsgrepen plaats. Het noodgedwongen militaire vertrek
van Frankrijk en de VN-missie (MINUSMA) uit Mali vergroot de kans op verdere escalatie
van gewapend conflict. Bovendien worden antiwesterse sentimenten in de Sahel aangewakkerd
en breiden niet-gelijkgestemde landen als Rusland en China hun invloed in de regio
uit. Nederland blijft actief in de Sahel om EU-belangen te waarborgen op het gebied
van het bevorderen van stabiliteit, het bestrijden van jihadisme en georganiseerde
misdaad, het tegengaan van irreguliere migratie, het stimuleren van duurzame ontwikkeling
en het bevorderen van de internationale rechtsorde. Het kabinet vindt het belangrijk
dat de EU diplomatiek blijft engageren met de Sahel landen en een kritische dialoog
voert met transitieautoriteiten, maar realistisch en bescheiden blijft over te behalen
resultaten, hierbij in acht nemend dat autoritaire regimes niet versterkt of gelegitimeerd
dienen te worden. Nederland dringt er tevens op aan dat de EU zich in de Sahel opstelt
als partner die oog houdt voor het perspectief van de bevolking, en met name jongeren,
juist om in het licht van groeiende anti-Europese sentimenten de reputatie van de
EU te beschermen, en omdat dit op termijn de sterkste basis vormt voor het behartigen
van Europese belangen binnen een gelijkwaardig partnerschap.
Externe dimensie economische veiligheid
De Raad zal spreken over de externe dimensie van economische veiligheid en geeft hiermee
opvolging aan de Raadsbespreking van 20 juli jl.6 Aanvankelijk zou dit agendapunt behandeld worden tijdens de Raad van 23 oktober jl.,
maar dit is wegens tijdsgebrek niet doorgegaan.7 De discussie zal specifiek ingaan op de externe aspecten van de Europese economische
veiligheidsstrategie (EEV)8, waaronder governance, communicatie richting derde landen en de link met het gemeenschappelijk buitenlands-
en veiligheidsbeleid (GBVB).
Het kabinet acht het positief dat de uitgangspunten uit de EEV-strategie in hoge mate
overeenkomen met de uitgangspunten van het kabinet ten aanzien van economische veiligheid
en open strategische autonomie.9 Zo wordt in de EEV-strategie het belang van een open economie en de samenhang tussen
zowel promote als protect maatregelen benadrukt om de weerbaarheid van de EU in de wereld te bevorderen en
daarmee haar rol als geopolitieke speler te verstevigen. Voorbeelden van promote maatregelen zijn de European Chips Act en Net-Zero Industry Act. Deze maatregelen hebben als doel de Europese economische basis, groei en het concurrentievermogen
te versterken. Daarnaast beschermen protect maatregelen zoals de Cyber Resilience Act (CRA) en Foreign Direct Investment (FDI) screening verordening de EU tegen economische veiligheidsrisico’s.
Het kabinet verwelkomt hierbij onder promote specifiek de aandacht voor het versterken van het Europese concurrentievermogen.
Onder protect ziet het kabinet externe EV-maatregelen als welkome aanvulling op het instrumentarium
in het GBVB-domein, zoals bijvoorbeeld het Anti-Coercion Instrument (ACI). Wat betreft de communicatie richting derde landen, ondersteunt het kabinet
de nadruk van de EEV op internationale samenwerking, waaronder via partnerschappen
met gelijkgezinde en minder gelijkgezinde landen. Op het gebied van governance verwelkomt het kabinet de EEV-strategie als stap om veiligheids-, industrie- en handelsbeleid
in samenhang te bezien en tot een meer geïntegreerd beleid op EU-niveau te komen.
Daarbij acht het kabinet een effectieve EU-bestuursstructuur, waar EV op meer horizontale
wijze kan worden behandeld, met inachtname van behoud van een open economie, van toegevoegde
waarde.10
Ministeriële bijeenkomst Oostelijk Partnerschap
De Raad zal met vertegenwoordigers van oostelijke nabuurschapslanden Armenië, Azerbeidzjan,
Georgië, Moldavië en Oekraïne spreken over de stand van zaken met betrekking tot het
Oostelijk Partnerschap (OP). Tegen de achtergrond van de Russische aanvalsoorlog op
Oekraïne zal er naar verwachting brede steun zijn voor voortzetting van het OP als
kader voor versterking en verdieping van de relaties met landen aan de oostelijk buitengrens
van de EU. Het kabinet zal hierbij met name pleiten voor versterking van rechtsstaatontwikkeling
als basis voor samenwerking en aandacht vragen voor de rol van het maatschappelijk
middenveld binnen het OP. Hoewel Oekraïne, Moldavië en Georgië mogelijk zullen wijzen
op het rapport van de Commissie inzake uitbreiding, staat dit onderwerp niet op de
agenda van de OP-ministeriele, maar zal besproken worden tijdens de Raad Algemene
Zaken op 12 december a.s.
Enhanced Partnership and Cooperation Agreement EU-Kirgizië
Het kabinet is voornemens in te stemmen met het Raadsbesluit tot ondertekening en
voorlopige toepassing van het Enhanced Partnership and Cooperation Agreement11 met Kirgizië namens de Unie. Het betreft een gemengd akkoord dat ter goedkeuring
aan het parlement zal worden voorgelegd. Uw Kamer wordt hierover volgens de gebruikelijke
procedures geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.