Brief regering : Verslag van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 19 en 20 oktober 2023
32 317 JBZ-Raad
Nr. 861 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING EN DE
STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2023
Hierbij bieden wij uw Kamer het verslag aan van de bijeenkomst van de Raad Justitie
en Binnenlandse Zaken (JBZ) op 19 en 20 oktober 2023 in Luxemburg. De Minister van
Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Van der Burg hebben
deelgenomen aan deze JBZ-Raad. Ook informeren wij uw Kamer in deze brief over de uitvoering
van de motie van Eerdmans en moties van Eerdmans en Wilders en informeren wij u over
mensenrechten (toezegging lid Podt) en het kopgroepontbijt terrorisme dat voorafgaand
aan de JBZ-Raad plaatshad. Tot slot treft u bijgaand het derde kwartaaloverzicht van
EU-wetsvoorstellen op JBZ-terrein aan
Op de home-dag was er aandacht voor de Verordening ter voorkoming en bestrijding van
seksueel misbruik van kinderen (p1). Daarnaast werd gesproken over de staat van het
Schengenbied (p1), de tijdlijn ten aanzien van interoperabiliteit, de externe dimensie
van migratie (p2), radicalisering van jongeren en het Union Civil Protection Mechanism (p3). Tijdens de besloten lunch was er een uitwisseling over de interne veiligheid
van de EU als gevolg van de situatie in het Midden-Oosten (p2).
Op de justitie-dag werd er gestart met een debat over de harmonisatie van het insolventierecht
(p4). Tevens werd gesproken over de bestrijding van straffeloosheid in Oekraïne (p4),
justitiële samenwerking met Latijns-Amerika en het Caribisch gebied als prioriteit
van het voorzitterschap en de Raadsconclusies digitale empowerment en fundamentele
rechten (p5). Ten slotte werd in de besloten lunch gesproken over de verbetering van
de efficiëntie en kwaliteit van het rechtssysteem in het kader van het rechtsstaatrapport
(p6).
Uitvoering motie van het lid Dekker-Abdulaziz c.s. (Kamerstuk 32 317, nr. 856)
Het kabinet maakt van deze gelegenheid gebruik om te voldoen aan het verzoek van het
lid Dekker-Abdulaziz, gedaan bij de stemmingen op 18 oktober en bij gelegenheid van
de procedurevergadering van de Vaste Commissie voor Justitie en Veiligheid van 26 oktober,
om de Kamer te informeren over de uitvoering van de motie van het lid Dekker-Abdulaziz
c.s. over de Verordening ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen.
Het tweede deel van het dictum van deze motie, dat de regering verzoekt niet akkoord
te gaan met voorwaardelijke clausules die encryptiebedreigende client-side scanning
later activeren, voert het kabinet uit. Zoals ook uit het bijgaande verslag blijkt,
is het kabinet geen voorstander van dergelijke activatieclausules. Ten aanzien van
het eerste verzoek in de motie, geldt dat deze het stemgedrag van Nederland betreft.
Op dit moment is er nog geen definitief voorstel dat ter stemming zal worden voorgelegd.
Gezien de nog lopende onderhandelingen, kan over het stemgedrag van Nederland op dit
moment niet meer worden gezegd dan hetgeen reeds met uw Kamer is gedeeld. Nederland
zal gedurende de onderhandelingen blijven inzetten op een Verordening conform het
reeds op meerdere momenten met uw Kamer gedeelde kabinetsstandpunt (brieven van 8 mei
(Kamertukken 26 643 en 34 843, nr. 1022, 28 juni (Kamerstuk 26 643, nr. 1043), 18 september jl. (Kamerstukken 26 643 en 34 843, nr. 1069) en de debatten van 29 juni, (Kamerstukken 26 643 en 30 821, nr. 1064) 6 juli (Handelingen II 2022/23, nr. 103, item 50) en 18 oktober jl. (Handelingen II 2023/24, nr. 14).
Uitvoering motie Eerdmans en motie Eerdmans en Wilders
Het kabinet maakt van deze gelegenheid gebruik aan uw Kamer te rapporteren over de
uitvoering van de motie van het lid Eerdmans en de motie van de leden Eerdmans en
Wilders over respectievelijk het verplaatsen van asielopvang en -procedures naar derde
landen, en het aanstellen van een rapporteur om het hierin optrekken met partnerschapslanden
in kaart te brengen.1 Het kabinet interpreteert beide moties zodanig dat bij de uitvoering ervan binnen
de geldende internationale verdragen en het EU-recht wordt gebleven. Het kabinet heeft
inmiddels meermaals over dit onderwerp met Denemarken gesproken, alsook met andere
lidstaten, en zal dit blijven doen. Het kabinet meent dat het aanstellen van een rapporteur
om in kaart te brengen welke landen buiten de EU in aanmerking kunnen komen voor een
dergelijk partnerschap moet worden bezien in relatie tot verdere beleidsontwikkeling
op dit terrein door zijn ambtsopvolgers.
Mensenrechten
Tijdens de besprekingen op de JBZ-raad kwam bij verschillende agendaonderdelen de
naleving van fundamentele rechten aan bod. Tijdens het agendapunt over de externe
dimensie van migratie heeft Nederland benadrukt dat partnerschappen met derde landen
vanzelfsprekend binnen internationaalrechtelijk kader en met nadrukkelijke aandacht
voor de bescherming van fundamentele rechten moeten plaatsvinden. Daarnaast heeft
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Van der Burg in gesprek met zijn Griekse
collega, dhr. Kairidis, aangedrongen op spoedige uitkomsten van het onderzoek naar
het handelen van de Griekse kustwacht bij enkele incidenten.
Kopgroepontbijt terrorisme
Tijdens dit besloten ministerieel ontbijt spraken België, Denemarken, Duitsland, Finland,
Frankrijk, Nederland, Oostenrijk, Spanje, Zweden en de EU contraterrorismecoördinator
(EU CTC) over de koranverbrandingen in Zweden en de gevolgen voor de EU interne veiligheid
van het conflict in Israël/Palestina.
De Ministers onderstreepten voor beide onderwerpen het belang van informatie-uitwisseling
tussen EU-lidstaten.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, C.A. van der Maat
Verslag van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 19–20 oktober 2023
I. Binnenlandse Zaken
Belangrijkste resultaten
• Nederland heeft een oproep gedaan om tot een evenwichtig compromis te komen inzake
de Verordening tot vaststelling van regels ter voorkoming en bestrijding van seksueel
misbruik van kinderen.
• De JBZ-Raad sprak steun uit voor de inzet van een breed instrumentarium om migratie
en terugkeerafspraken met derde landen te maken.
• De JBZ-Raad had een eerste gesprek over de mogelijke gevolgen van het conflict in
Israël/Palestina voor de interne veiligheid van de EU.
1. Verordening tot vaststelling van regels ter voorkoming en bestrijding van seksueel
misbruik van kinderen
Het Spaanse voorzitterschap lichtte de ontwikkelingen toe en gaf aan dat de nieuwe
compromistekst van de verordening extra waarborgen bevat en dat de werkingssfeer van
detectiebevelen is beperkt. De Commissie en het Voorzitterschap gaven aan dat een
compromis binnen handbereik is en dat zij zich inzetten om deze maand overeenstemming
in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers te bereiken. Een groep lidstaten gaf
aan teleurgesteld te zijn dat de werkingssfeer van het detectiebevel beperkter is
geworden, maar toonde alsnog bereidheid om het compromis te steunen. Een ongeveer
even grote groep lidstaten wees op het belang van een evenwichtige oplossing en riep
de Commissie op de tijdelijke regeling voor vrijwillige detectie te verlengen. Nederland
behoorde tot die laatste groep lidstaten en gaf daarbij aan dat de bestrijding van
online beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik in evenwicht moet worden gebracht
met legitieme zorgen over privacy en dat de technologie nog niet in alle gevallen
in staat is om privacy zorgen mee te nemen. Om deze reden meldde Nederland, in plaats
van een activatieclausule, meer waarborgen te zien in een reviewclausule voor detectie
van nieuw materiaal en grooming.2
2. Staat van Schengen op basis van Schengen Barometer
De gedachtewisseling tussen de lidstaten ging grotendeels over de aanpak van mensensmokkel.
Het Voorzitterschap had hiertoe een aanpak langs vier sporen voorgesteld: 1) betere
situational awareness, 2) versterking van het Europees juridisch kader, 3) betere operationele samenwerking,
en 4) meer synergie in het extern optreden van de EU. Over de opvolging van deze acties
zal aan de Raad gerapporteerd worden. De Commissie lichtte daarnaast de belangrijkste
ontwikkelingen in het Schengengebied toe, aan de hand van de vernieuwde Schengenbarometer.
Aan de orde kwam onder andere de toename van irreguliere aankomsten en van secundaire
bewegingen, de toename van heringevoerde binnengrenscontroles en de recente publicatie
van het voorstel voor het herziene visumopschortingsmechanisme.3 Daarnaast stond de Commissie – mede naar aanleiding van de recente terroristische
aanslag in Brussel – stil bij de noodzaak van verbeterde terugkeer, in het bijzonder
van personen die een hoog veiligheidsrisico vormen. De Commissie riep op tot snelle
afronding van de onderhandelingen over de herziene Terugkeerrichtlijn en onderzoekt
de mogelijkheden voor «Schengenterugkeerpilots». De Terugkeercoördinator zal samen
met de lidstaten de vormgeving van dergelijke pilots verder uitwerken.
Nederland heeft de viersporenaanpak op het gebied van mensensmokkel verwelkomd en
daarbij een aantal prioriteiten benadrukt: verbetering van het juridisch kader, betere
en vroegtijdige informatie-uitwisseling, en werkafspraken tussen de EU-agentschappen
en derde landen. Ook riep Nederland op tot regelmatige rapportage over de opvolging
van de geformuleerde acties. Nederland is het met de Commissie eens dat prioriteit
moet worden gegeven aan het verbeteren van terugkeer. In lijn met de motie van het
lid Bisschop4 zet het kabinet zich aanhoudend in voor een aanscherping van de Terugkeerrichtlijn.
Verbetering van terugkeer moet echter niet alleen in het juridische kader gezocht
worden, maar juist ook op de korte termijn in betere operationele en praktische samenwerking,
zowel in de relaties met derde landen als tussen de lidstaten onderling. In dat licht
heeft Nederland de lidstaten opgeroepen ten volle gebruik te maken van het kunnen
delen van terugkeergegevens via het vernieuwde Schengen Informatie Systeem (SIS).
Nederland zal actief bijdragen aan de uitwerking van de door de Commissie geopperde
Schengen-terugkeerpilots.
In de volledige tafelronde werd veel steun uitgesproken voor de voorgestelde concrete
acties ten aanzien van de aanpak van mensensmokkel. Veel lidstaten sloten zich ook
aan bij het belang van grotere inzet op terugkeer. In reactie op de toelichting van
de Commissie over de toename van heringevoerde binnengrenscontroles, gaven meerdere
lidstaten aan deze te hebben ingevoerd met het oog op de verhoogde migratiedruk binnen
het Schengengebied.
3. Implementatie van interoperabiliteit
Agnes Diallo, directeur van eu-LISA (EU agentschap voor beheer van IT-systemen), lichtte
de implementatie roadmap met in begrip van een nieuwe planning toe. De Commissie benadrukte dat implementatie
een gezamenlijke opdracht is en riep de lidstaten op uitvoeringsorganisaties in staat
te stellen om te gaan implementeren. Nederland vroeg bij de Commissie aandacht voor
ruimte om innovatieve toepassingen toe te staan om de uitvoering daadwerkelijk werkbaar
te houden voor uitvoeringsorganisaties. De JBZ-Raad ging akkoord met de roadmap met daarin een aangepaste tijdlijn voor onder andere de inwerkingtreding van het
entry-exit system (EES) en het Europees Systeem voor Reisinformatie en -autorisatie
(ETIAS). De inwerkingtreding van het EES staat nu tentatief gepland voor najaar 2024.
Het ETIAS zou dan volgen in voorjaar 2025.
4. Interne veiligheid EU als gevolg van situatie Midden-Oosten
In de besloten lunch sessie wisselde lidstaten van gedachten over de interne veiligheidssituatie
in de EU na de aanval van Hamas op Israël. Daarbij was er ook aandacht voor de aanslagen
in Brussel en Frankrijk. Waar een aantal lidstaten het dreigingsniveau al omhoog deden,
gaven andere lidstaten aan dat monitoring van de spanningen in de samenleving nog
geen grotere risico’s laat zien. Veel lidstaten wezen op het gevoel van onveiligheid
binnen de joodse gemeenschappen, die bescherming behoeven. Naast risico’s in de fysieke
wereld, wezen lidstaten ook op risico’s in de online-wereld, zoals desinformatie en
het risico op radicalisering, en het belang van genuanceerde overheidsinformatie als
tegenwicht.
5. Externe dimensie van migratie
Het Voorzitterschap benadrukte, verwijzend naar de toegenomen druk op alle migratieroutes
naar de EU, het aanhoudend belang van inspanningen op de externe dimensie van migratie,
inclusief voldoende financiële middelen hiervoor. De Commissie stond stil bij het
recent gepubliceerde Actieplan voor de Oostmediterrane route en het belang van goede
samenwerking met Turkije. Ook rapporteerde de Commissie over de voortgang op (voor)genomen
vertrouwelijke maatregelen in het kader van artikel 25a van de Visumcode. Over het
Memorandum of Understanding (MoU) met Tunesië zei de Commissie dat de implementatie
van de afspraken weliswaar moeizaam verloopt, maar dat het aantal vertrekkende irreguliere
migranten vanuit Tunesië de afgelopen weken is gedaald. De Commissie benadrukte te
blijven werken aan gelijkwaardige en brede EU-partnerschappen met andere buurlanden
van de EU.
Nederland bracht in dat brede en gelijkwaardige EU-partnerschappen met derde landen
essentieel zijn. Het is daarbij van belang niet alleen te handelen wanneer migratiecijfers
hoog zijn, maar ook preventief te werk te gaan. Met betrekking tot het MoU met Tunesië
riep Nederland op tot snelle implementatie van de afspraken, binnen internationaalrechtelijk
kader en met nadrukkelijke aandacht voor de bescherming van fundamentele rechten.
Het kabinet heeft de Commissie opgeroepen alle instrumenten in te zetten die zij tot
haar beschikking heeft om terugkeersamenwerking te verbeteren, bijvoorbeeld de bevordering
van handel, visa en ontwikkelingssamenwerking.
Er was onder de lidstaten brede steun voor alle inspanningen op de externe dimensie.
Ook benadrukten veel lidstaten het belang van betere terugkeersamenwerking, inclusief
de inzet van een breed instrumentarium om dat te bewerkstellingen. Een enkele lidstaat
riep op tot het beschikbaar maken van meer financiële middelen voor migratie in de
nu ter tafel liggende herziening van het Meerjarig Financieel Kader.
6. Asiel en migratiepact, incl. voortgang trilogen
Het Spaanse voorzitterschap gaf een korte toelichting op de stand van zaken van de
triloogonderhandelingen op het Asiel- en Migratiepact. Na de aanname van een Raadspositie
op de Crisisverordening zijn de eerder door het Europees Parlement opgeschorte triloogonderhandelingen
op de Eurodac- en Screeningsverordening weer hervat. Ook voor de Crisisverordening
heeft inmiddels een eerste politieke triloog plaatsgevonden. Daarmee lopen de onderhandelingen
op alle voorstellen nu op zowel technisch als politiek niveau. Het Voorzitterschap
zegde toe de lidstaten goed aangesloten te houden op de voortgang, en riep op tot
flexibiliteit en compromisbereidheid om tot een eindakkoord te kunnen komen.
7. Union Civil Protection Mechanism i.r.t extreem weer
Het Voorzitterschap lichtte het besluit toe om de financiering van het tijdelijke
brandbestrijdingsvloot te verlengen in afwachting van de permanente oplossing. De
Raad hoorde dit aan.
8. Voorkomen online radicalisering van minderjarigen
Het Voorzitterschap lichtte het vooraf gedeelde paper toe en benadrukte het risico
van online radicalisering van jongeren. De Commissie vulde aan dat het om een steeds
jongere leeftijdsgroep gaat (11–14 jaar) waarbij weerbaarheid en preventie een belangrijke
rol spelen. De EU contra-terrorisme coördinator, Ilkka Salmi, benadrukte het belang
van contentmoderatie door technologiebedrijven en de noodzaak om hiervoor EU-breed
richtlijnen te maken. EUROPOL benoemde de werkzaamheden van de zogeheten terrorisme
identificatie taskforce waarbij wordt gewerkt aan het omzetten van verdenkingen naar
bewijs.
9. Overige onderwerpen (AOB)
Tijdens de AOB-punten onderstreepten Bulgarije en Roemenië dat Schengentoetreding voor hen een absolute
prioriteit is. Ook lichtten zij de acties toe die zij de afgelopen periode hebben
ondernomen op het vlak van rechtsstaat en grensbeheer. Zo werkten beide lidstaten
in het kader van de in maart gestarte grensbeheerpilots aan het opstellen van een
versnelde asielgrensprocedure en verbeterde terugkeer. De Commissie en het Voorzitterschap
verwelkomden de voortgang en inzet van beide lidstaten.
De Commissie lichtte daarnaast de recent verschenen EU routekaart ter bestrijding
van drugshandel en georganiseerde misdaad toe. Daarbij benoemde de Commissie de Coalitie
van zes Europese landen tegen georganiseerde criminaliteit als een goed voorbeeld
dat gekopieerd kan worden naar de rest van de EU lidstaten.
Onder de AOB-punten werd ook kort teruggeblikt naar een succesvolle donor conferentie voor ontmijning
die op 11–12 oktober jl. in Kroatië werd gehouden. Tot slot gaven Finland, Estland
en Zweden toelichting over de storing en schade aan de zogeheten Balticonnector datakabel.
II. Justitie
Belangrijkste resultaten
• De JBZ-Raad uitte unanieme steun voor meer flexibiliteit in de insolventierichtlijn
met betrekking tot de actio pauliana (een regeling voor de faillissementscurator voor
het ongedaan maken van handelingen die schuldeisers benadelen).
• De JBZ-Raad nam Raadsconclusies aan overDigitale empowerment en fundamentele rechten.
1. Insolventierichtlijn
Het Spaanse voorzitterschap lichtte het insolventierichtlijnvoorstel toe als instrument
om gemeenschappelijke normen voor insolventieprocedures en op aantal punten een gelijk
speelveld te creëren. De Commissie vulde aan door het belang van deze richtlijn voor
de rechtszekerheid in de EU te benadrukken. De richtlijn bevat belangrijke minimumnormen
om misbruik te voorkomen.
In een volledige tafelronde was er brede steun voor een zekere harmonisatie van het
faillissementsrecht, aangezien dit noodzakelijk is voor de versterking van de kapitaalmarktunie.
De discussie richtte zich op de actio pauliana, een regeling voor o.a. de faillissementscurator
voor het ongedaan maken van handelingen die de gezamenlijke schuldeisers benadelen.
Het belang om misbruik aan te pakken kwam hierbij te sprake. Ook benadrukten veel
lidstaten dat een juiste balans moet worden gevonden tussen de belangen van alle betrokkenen.
Nederland sprak steun uit voor harmonisatie op het terrein van de actio pauliana,
maar benadrukte tegelijkertijd het belang van voldoende flexibiliteit met het oog
op de inpassing in het nationale stelsel. Er zijn sterk uiteenlopende nationale stelsels
op het gebied van insolventie, op basis daarvan waren alle lidstaten voorstander voor
meer flexibiliteit en minimumharmonisatie. Volgens Nederland is dat nodig om implementatie
op nationale niveau te vergemakkelijken.
Enkele lidstaten, waaronder Nederland, riepen ten slotte op tot het voortzetten van
de discussie op technisch niveau.
De Commissie benadrukte nogmaals het belang van dit voorstel voor de kapitaalmarktunie
en gaf aan de inbreng van de lidstaten mee te nemen en kaartte de klassieke zoektocht
naar een balans tussen harmonisatie en flexibiliteit aan.
2. Russische agressie tegen Oekraïne: tegengaan straffeloosheid
De Commissie en het Voorzitterschap lichtten de twee onderwerpen op de agenda toe,
te weten het ICPA (International Centre for the Prosecution of the Crime of Aggression against Ukraine) en de database voor bewijs van oorlogsmisdrijven. De inzet en ondersteuning van Eurojust
aan deze initiatieven zijn cruciaal. Tevens meldde de Commissie mogelijkheden voor
schadevergoeding te onderzoeken.
Eurojust lichtte de ontwikkelingen toe met betrekking tot het gemeenschappelijke onderzoeksteam
(JIT), waar Europol tot toe is getreden. Eurojust verwachte daarmee meer vooruitgang.
Daarnaast deed Eurojust een oproep aan lidstaten om bewijs aan te leveren voor de
database. Ten slotte gaf Eurojust aan het operationeel kader voor onderzoek voor het
ICPA momenteel uit te werken.
Enkele lidstaten ondersteunden expliciet de agendering van dit onderwerp en onderstreepten
het belang van onder andere het ICPA en de database. Enkele lidstaten benadrukten
het belang om de Russische Federatie ter verantwoording te roepen. In aanvulling hierop
benoemde Nederland specifiek het schaderegister en stelde dat steun van derde landen
aan dit schaderegister van belang is. Meerdere lidstaten riepen op de discussies over
de ondersteuning aan Oekraïne in de JBZ-Raad te blijven voortzetten.
3. Justitiële samenwerking met Latijns-Amerika inzake aanpak georganiseerde misdaad
Het Voorzitterschap noemde het belang voor de EU van samenwerking met de Latijns-Amerikaanse
landen en Cariben (LAC-landen) in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit en
drugshandel. Vervolgens gaf het Voorzitterschap een kort overzicht van de samenwerking
die in het voorliggende paper was uiteengezet en noemde onder andere EU-CELAC5, de roadmap tegen drugshandel en El PAcCTO 2.06.
De Commissie gaf aan blij te zijn met de CLASI-verklaring7 tussen de EU en gemeenschap van LAC-landen waarmee is ingezet op versterking van
het partnerschap op het gebied van veiligheid en versterking van democratie in deze
regio. Enkele andere initiatieven lichtte de Commissie tevens uit, waaronder uitwisseling
tussen Eurojust en LAC-landen en de samenwerking met Europol. Ook benadrukte de Commissie
het succes van El PAcCTO voor politiële en justitiële samenwerking en dankte het Spaanse
voorzitterschap voor haar inzet hierbij.
Enkele lidstaten intervenieerden en benadrukten het belang van samenwerking met de
LAC-landen. El PAcCTO werd hier expliciet bij genoemd als belangrijk instrument. Dit
onderstreepte Nederland. Daarnaast voegde Nederland toe dat het aan lidstaten is om
justitiële samenwerking op gebied van rechtshulp en uitlevering met de LAC-landen
te ontwikkelen. Samenwerking op EU-niveau kan van toegevoegde waarde zijn voor het
delen van best-practices en het vinden van oplossingen voor specifieke gevallen. Het
aankomend Belgische voorzitterschap gaf aan de bestrijding van georganiseerde criminaliteit
en drugshandel tevens te prioriteren.
4. Digitale empowerment en fundamentele rechten
De JBZ-Raad nam de Raadsconclusies aan over digitale empowerment en fundamentele rechten.
Het Spaanse voorzitterschap lichtte toe dat deze zien op het ondersteunen en versterken
van digitale vaardigheden van individuen en sleutelsectoren, en het bouwen aan een
veilige digitale omgeving waarin fundamentele rechten worden beschermd.
Volgens de Commissie gaven de Raadsconclusies een duidelijk politiek signaal voor
grondrechten. De Commissie sprak waardering uit voor de focus op het dichten van de
digitale kloof en het creëren van een veilige omgeving online.
Enkele lidstaten ondersteunden de Raadsconclusies maar legden daarbij een verklaring
af over uiteenlopende interpretaties van gender en haatspraak.
Vervolgens was er een gedachtewisseling die werd geïntroduceerd door de directeur
van het grondrechtenagentschap O’Flaherty. O’Flaherty benoemde aandachtspunten bij
digitalisering, zoals waakzaamheid op kwaliteit bij digitalisering, vaardigheden op
digitaal vlak bij oudere burgers en gelijke toegang voor alle kinderen.
Veel lidstaten spraken hun steun uit voor de aangenomen Raadsconclusies, die een goede
basis vormen om de uitdagingen ten aanzien van digitalisering en fundamentele rechten
aan te gaan. Hierbij benadrukten lidstaten diverse aspecten, waaronder digitale geletterdheid,
aandacht voor kinderen, veilige toegang tot het internet en tegengaan van haatzaaien
en haatmisdrijven. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, dankten het grondrechtenagentschap
voor hun werkzaamheden. Nederland noemde tevens het belang van digitale inclusie bij
de digitale transitie. De aandachtspunten van het grondrechtenagentschap werden herkend.
Nederland vroeg hierbij naar best practices binnen de EU waarvan we kunnen leren.
5. Lunchbespreking: Verbetering van de efficiëntie en kwaliteit van het rechtssysteem
Op aangeven van Nederland opende Commissaris Reijnders de lunch door te benadrukken
dat het Rechtsstaatrapport van de Commissie een goede basis is voor discussies in
de JBZ-Raad. Volgens de Commissie moeten de Ministers van Justitie de onderwerpen
uit dit rapport bespreken. Om met elkaar te bespreken welke lessen er kunnen worden
geleerd, moeten alle onderwerpen de revue kunnen passeren, waaronder ook de onafhankelijkheid
van rechtspraak. De Commissie stelde hierbij dat tevens gekeken zou kunnen worden
of er standaarden zijn die afgesproken kunnen worden. Enkele lidstaten, waaronder
Nederland, steunden deze introductie expliciet. In het vervolg van de besloten lunchbespreking
is er gesproken over de kansen en bedreigingen van digitalisering in de rechtspraak.
6. Overige onderwerpen (AOB)
De EU is op 1 oktober jl. toegetreden tot de Conventie van Istanbul. De Commissie
wil verder werken aan de toepassing van het verdrag. Tevens moet de Richtlijn geweld
tegen vrouwen zo spoedig mogelijk worden aangenomen.
De Commissie gaf daarnaast de laatste stand van zaken inzake de onderhandeling de
onderhandelingen tussen de EU en de VS over grensoverschrijdende toegang tot elektronisch
bewijs voor justitiële samenwerking in strafzaken (e-evidence). Doel is om eind 2024
tot een akkoord te komen.
Het Spaanse voorzitterschap gaf tot slot een korte toelichting op het Ministeriële
Forum tussen de EU en Westelijke Balkan van 26 en 27 oktober 2023. Tijdens het Forum
zal worden ingegaan op de samenwerking met betrekking tot Oekraïne en de rechtsstaat
met het oog op EU-toetreding. De Commissie gaf daarbij aan intensivering van de dialoog
te beogen met betrekking tot de rechtsstaat en grondrechten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie -
Mede ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming