Brief regering : Vormgeving Kaderrichtlijn Water (KRW)-impulsprogramma
27 625 Waterbeleid
Nr. 632
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2023
Met deze brief wordt u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
en de Minister voor Natuur en Stikstof, geïnformeerd over de nadere invulling van
het KRW-impulsprogramma dat Rijk en regio gezamenlijk starten, zoals aangekondigd
in de brief over de Kaderrichtlijn Water (KRW) van 11 april 20231. Daarbij wordt ook verwezen naar het advies2 van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) over de KRW, dat het kabinet
op 11 mei jl. ontving. Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 1 juni 2023 is de verwachting
dat de kabinetsreactie op dit advies eind juni aan de Kamer toegestuurd kan worden3.
KRW-impulsprogramma
Met het KRW-impulsprogramma willen Rijk en regio samen met een stevige, aanvullende
inzet op het uitvoeren van verbeteracties voldoen aan de eisen van de KRW4. De focus van het KRW-impulsprogramma is in de eerste plaats om te zorgen dat provincies,
waterschappen, gemeenten en Rijk tijdig kunnen doen en uitvoeren wat is afgesproken.
Betrokken partijen hebben elkaar vaak nodig om gezamenlijk de lastige hobbels te nemen.
Daarnaast willen partijen samen ook kijken waar mogelijke kansen liggen voor intensivering
of aanvulling van maatregelen.
Om als Rijk en regio stevig te sturen op de uitvoering van het KRW-impulsprogramma
is naast het reguliere Bestuurlijk Overleg Water tijdelijk een Bestuurlijk Overleg
KRW ingericht onder voorzitterschap van de Minister van IenW, waarin bestuurders van
provincies en waterschappen vanuit de KRW-deelstroomgebieden samen met het Rijk iedere
twee maanden samenkomen om de voortgang te bespreken.
Op 22 mei jl. zijn bij dit eerste Bestuurlijk Overleg KRW de contouren van het KRW-impulsprogramma
langs zes actielijnen besproken. Deze actielijnen worden hieronder toegelicht. De
besproken voorlopige vormgeving van het KRW-impulsprogramma wordt tevens als bijlage
meegezonden met deze brief, om zo een concreter beeld te geven van wat dit programma
zal inhouden. Daarbij geldt wel het voorbehoud dat deze aanpak nog formeel moet worden
vastgesteld door de betrokken partijen, hetgeen besproken zal worden bij het Bestuurlijk
Overleg Water van 12 juli.
Ook is de komende maanden nog verdere afstemming van het KRW-impulsprogramma gewenst
binnen het Rijk en in de regio, om te borgen dat alle benodigde partijen hierbij goed
zijn aangesloten en heldere afspraken over eenieders rol hierbij gemaakt worden. De
leden van het Bestuurlijk Overleg KRW (voorzitters en vicevoorzitters van de Regionale
Bestuurlijke Overleggen van de KRW-stroomgebieden, de Minister van IenW, en hoog-ambtelijke
vertegenwoordiging vanuit het Ministerie van LNV, IenW en Rijkswaterstaat) zullen
hier een leidende rol in hebben.
Mede gezien de urgentie van de opgave zal bij het KRW-impulsprogramma gewerkt worden
met een adaptieve aanpak, waarbij Rijk en regionale overheden direct aan de slag gaan
met de actielijnen die al in gang kunnen worden gezet of reeds lopen, maar er tegelijk
ook ruimte is voor verdere uitwerking, aanvulling of bijsturing van het programma,
aan de hand van nieuwe inzichten of aanvullende afstemming.
Toelichting vormgeving KRW-impulsprogramma
In de Kamerbrief voor het Wetgevingsoverleg Water van 21 november 2022 zijn de drie
sporen benoemd waarlangs de komende jaren wordt gewerkt aan de KRW-opgave.5 Te weten: 1. Grip op de uitvoering, 2. Tussenvaluatie 2024 en 3. Verantwoording 2027.
De aanpak van het KRW-impulsprogramma wordt hieraan gekoppeld, met zes actielijnen,
teneinde te komen tot één integrale aanpak voor de KRW-opgave:
Spoor 1: Uitvoering
1) bewaken van de uitvoering van eerder afgesproken maatregelen
2) verdere uitwerking van ruimtelijke maatregelen
3) intensivering van maatregelen voor stoffen,
4) inzet op verdere verankering van afspraken in regelgeving
Spoor 2: Tussenevaluatie 2024
5) bepalen toestand, prognose en resterend handelingsperspectief
Spoor 3: Verantwoording 2027
6) voorbereiding op een goede motivering van uitzonderingen in de aanloop naar 2027
Daarmee bestaat het KRW-impulsprogramma uit een combinatie van een voortzetting van
de huidige inzet én een aanvullende inzet.
Hieronder volgt een korte toelichting per actielijn. Voor een uitgebreidere toelichting
wordt verwezen naar de bijlage bij deze Kamerbrief: vormgeving KRW-impulsprogramma.
1) Uitvoering van eerder afgesproken maatregelen
Het gaat er in de eerste plaats om dat de knelpunten worden geadresseerd die naar
voren komen bij de uitvoering van de al geplande KRW-maatregelen, onder andere die
uit de Stroomgebiedbeheerplannen 2022–2027 (bijlage bij het Nationaal Water Programma
2022–2027)6. Via het gezamenlijke dashboard7 op de uitvoering van maatregelen, dat momenteel wordt opgesteld door de waterbeheerders,
worden deze knelpunten geïnventariseerd en vervolgens gezocht naar oplossingen. Ook
de maatregelen uit het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn, het addendum hierop en
de derogatiebeschikking worden opgenomen in het dashboard. Het impulsprogramma ondersteunt
de waterbeheerders daarbij, bijvoorbeeld door het opstellen van factsheets en handreikingen
om veel voorkomende knelpunten te kunnen aanpakken.
Het opgestelde dashboard met mogelijke oplossingen zal besproken worden bij het Bestuurlijk
Overleg Water van 12 juli.
2) Ruimtelijke maatregelen
Wat betreft de verdere uitwerking van ruimtelijke inrichtingsmaatregelen ten behoeve
van de waterkwaliteit gaat het bijvoorbeeld om de integrale provinciale gebiedsprogramma’s
vanuit het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) voor de transitie van het landelijk
gebied met de opgaven voor water, natuur, klimaat en landbouw. Bij de uitwerking van
deze actielijn zijn vooralsnog drie hoofdonderdelen in beeld: de algemene borging
van de aanpak van de (resterende) KRW-opgave in de Provinciale Gebiedsprogramma’s,
de aanpak van de beekdalen op zandgronden, en het uitwerken en faciliteren van de
benodigde functieverandering van gronden voor uitvoering van maatregelen. Momenteel
wordt de aanpak voor beekdalen onder leiding van de betrokken provincies uitgewerkt
en deze aanpak wordt besproken in het Bestuurlijk Overleg Water van 12 juli aanstaande.
3) Ketenaanpak stoffen
Voor stoffen gaat het om het verder terugdringen van de belasting vanuit de verschillende
bronnen, met name de industrie (stoffen), de landbouw (mest en gewasbeschermingsmiddelen)
en de rioolwaterzuivering (stoffen en nutriënten). Daarbij moet naar de hele keten
worden gekeken: van de productie tot de zuivering, inclusief toelating van stoffen,
vergunningverlening, toezicht en handhaving. In de bijlage is een uitgebreid overzicht
van (mogelijke) acties opgenomen, inclusief betrokken partijen.
4) Verankering in regelgeving
Mede naar aanleiding van het advies van de Rli wordt samen met betrokken departementen
verkend in hoeverre verdere verankering van gemaakte afspraken in regelgeving kan
bijdragen aan het borgen van de daadwerkelijke uitvoering hiervan. Voor alle onderdelen
hierboven geldt namelijk dat er ook gekeken moet worden naar de borging in wet- en
regelgeving. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om verdere doorwerking van de KRW-doelen
naar het mestbeleid in het kader van het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn, het beleid voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden,
het bodembeleid en het productbeleid voor opkomende stoffen. Hier zal ook op ingegaan
worden in de kabinetsreactie op het Rli-advies. In het kader van het ontwerp-NPLG
wordt gekeken naar de noodzaak van juridische borging van (ruimtelijke) structurerende
keuzes. Het ontwerp-NPLG wordt naar verwachting in oktober 2023 gepubliceerd.
5) Tussenevaluatie 2024
De lopende tussenevaluatie KRW (gereed in 2024) brengt in samenwerking met de regio
de toestand van de wateren, de resterende opgaven en het handelingsperspectief in
beeld. Hieruit volgen ook eventueel aanvullende maatregelen. Die maatregelen kunnen
al gedurende het nu reeds gestarte traject van de evaluatie aan het KRW-impulsprogramma
toegevoegd worden.
6) Verantwoording 2027
Tot slot wordt ook de voorbereiding van de verantwoording in 2027 vormgegeven in samenhang
met inzichten vanuit de tussenevaluatie in 2024. Daaruit blijkt immers in welke gevallen
we naar verwachting de doelen niet zullen bereiken en dus een beroep op een uitzonderingsmogelijkheid
nodig is om aan de KRW te kunnen voldoen. Het impulsprogramma ondersteunt de waterbeheerders
bij een beroep op deze uitzonderingsmogelijkheden, door informatievoorziening over
onder meer de randvoorwaarden waaraan voldaan moet zijn per uitzonderingsmogelijkheid,
in de vorm van handreikingen. Een beroep op de uitzonderingsmogelijkheden zal door
de waterbeheerders zelf moeten worden vormgegeven en zal zijn beslag krijgen in de
4e tranche Stroomgebiedbeheerplannen bij het Nationaal Water Programma 2028–2033.
Bij het bestuurlijk overleg Water van 12 juli 2023 zal de aanpak voor het KRW-impulsprogramma
besproken worden voor formele vaststelling.
De Kamer zal regelmatig worden geïnformeerd over de voortgang van het KRW-impulsprogramma,
en in ieder geval vóór het wetgevingsoverleg Water in het najaar.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Indieners
-
Indiener
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat