Brief regering : Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Chili tot wijziging van de op 26 oktober 1995 te ‘s-Gravenhage tot stand gekomen Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Chili houdende een verdrag inzake de tewerkstelling van gezinsleden van het personeel van diplomatieke zendingen en consulaire posten; ’s-Gravenhage, 7 februari 2023
36 363 (R 2186) Briefwisseling tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Republiek Chili tot wijziging van de op 26 oktober 1995 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Briefwisseling tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Republiek Chili houdende een verdrag inzake de tewerkstelling van gezinsleden van het personeel van diplomatieke zendingen en consulaire posten; ’s-Gravenhage, 7 februari 2023
A/ Nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
23 mei 2023.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt
onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden
van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde
Ministers van Aruba, Curaçao of Sint Maarten te kennen worden gegeven uiterlijk op
22 juni 2023.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2023
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en derde lid, en artikel 5, eerste
en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van
State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring
over te leggen de op 7 februari 2023 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Briefwisseling
tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Republiek
Chili tot wijziging van de op 26 oktober 1995 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Briefwisseling
tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Republiek
Chili houdende een verdrag inzake de tewerkstelling van gezinsleden van het personeel
van diplomatieke zendingen en consulaire posten (Trb. 2023, nr. 15).
Een toelichtende nota bij het verdrag treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt voor het gehele Koninkrijk gevraagd.
Aan de Gouverneurs van Aruba, Curaçao en van Sint Maarten is verzocht hogergenoemde
stukken op 23 mei 2023 over te leggen aan de Staten van Aruba, Curaçao en van Sint
Maarten.
De Gevolmachtigde Ministers van Aruba, Curaçao en van Sint Maarten zijn van deze overlegging
in kennis gesteld.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
TOELICHTENDE NOTA
1. Algemeen
Op 26 oktober 1995 is te ’s-Gravenhage tot stand gekomen de Briefwisseling tussen
de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Republiek Chili
houdende een verdrag inzake de tewerkstelling van gezinsleden van het diplomatieke
en consulaire personeel (Trb. 1995, nr. 297; hierna «het verdrag van 1995»). Het verdrag van 1995 is op 1 februari 1997 in werking
getreden en geldt voor het gehele Koninkrijk.
Op grond van het verdrag van 1995 wordt de echtgeno(o)t(e) van een lid van het diplomatieke
of consulaire personeel of van een lid van het administratieve, technische en ondersteunende
personeel van de zendstaat toestemming verleend om te werken in de ontvangende staat.
Aangezien zowel in Nederland als in Chili naast het huwelijk ook andere vormen van
samenleven worden erkend en het ook voor deze partners belangrijk is om te kunnen
werken in de ontvangende staat, was het gewenst om met Chili te onderhandelen over
de uitbreiding van de personen die op grond van het verdrag mogen werken. Het wijzigingsverdrag
is op 7 februari 2023 tot stand gekomen.
2. Toelichting op het wijzigingsverdrag
Artikel 2 van het verdrag van 1995 bepaalt dat onder de term «gezinslid» wordt verstaan
de echtgeno(o)t(e), ongehuwde kinderen die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben
bereikt of die de leeftijd van 26 jaar nog niet hebben bereikt en een volledige dagopleiding
volgen aan een instelling voor voortgezet of hoger onderwijs dan wel ongehuwde kinderen
met een verstandelijke of lichamelijke beperking.
Met het wijzigingsverdrag wordt bereikt dat naast de echtgeno(o)t(e) voortaan ook
de geregistreerde partner of de partner die samenleeft op grond van een notarieel
verleden samenlevingscontract in de ontvangende staat kan werken.
3. Een ieder verbindende bepalingen
Naar het oordeel van de regering bevat het wijzigingsverdrag een eenieder verbindende
bepaling in de zin van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, die aan rechtssubjecten
rechtstreeks rechten toekent of plichten oplegt.
Met het wijzigingsverdrag wordt artikel 2 van het verdrag van 1995 uitgebreid. Daarbij
gaat het om een bepaling die betrekking heeft op de rechtspositie van de (werkende)
gezinsleden van het diplomatieke, consulaire, administratieve, technische en ondersteunende
personeel van diplomatieke vertegenwoordigingen en consulaire posten.
4. Koninkrijkspositie
De regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten wensen de medegelding van het wijzigingsverdrag.
Het wijzigingsverdrag zal derhalve, net als het verdrag van 1995, voor het gehele
Koninkrijk gelden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.