Brief regering : Modernisering Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk & Inkomen
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 692
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VOOR MINISTER VOOR
ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 december 2022
Om mensen zo goed mogelijk van dienst te zijn in de sociale zekerheid is het belangrijk
dat organisaties goed samenwerken en dat het makkelijk is om met de overheid te communiceren.
De burger moet de overheid als betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig ervaren.1 Daarom vinden we het van belang om de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk &
Inkomen (hierna: Wet SUWI) en onderliggende regelgeving te moderniseren. In deze brief
gaan wij in op de waarden die daarbij voor ons leidend zijn en welke voorstellen we
gaan doen om de wet- en regelgeving aan te passen.
Sinds 2002 regelt de Wet SUWI2 de inrichting van het stelsel rondom de uitvoering van de sociale zekerheid om mensen
te voorzien van werk en bestaanszekerheid. Met de Wet SUWI kwam er een einde aan de
vele (bestuurs-)lagen die de toenmalige verkokerde uitvoeringsstructuur van werknemersverzekeringen
kenmerkte. Het nieuwe stelsel was gericht op effectiviteit, klantgerichtheid en doelmatigheid.3
Nu, twintig jaar later, is het tijd om de Wet SUWI te moderniseren. Verschillende
(parlementaire) rapporten4 en de evaluatie van de Wet SUWI5 laten zien dat het nodig is de burger nog meer centraal te stellen. Dat komt ook
terug in de kabinetsreactie op het onderzoek naar hardvochtige effecten in sociale
zekerheidsregelingen: werken vanuit vertrouwen in de mens, eenvoudigere wet- en regelgeving
en de taak om de mens weer centraal te zetten als overheid.6 Daarnaast blijven bovenstaande doelstellingen, te weten een effectief, klantgericht
en doelmatig systeem, onverminderd relevant.
Deze modernisering past binnen de bredere beweging van het programma Werk aan Uitvoering,
waarmee het kabinet de dienstverlening voor burgeren bedrijven wezenlijk wil verbeteren.
Het uitgangspunt bij de modernisering is dat de dienstverlening van de overheid gericht
is op het verwezenlijken van publieke waarden. Het gaat hierbij om het realiseren
van maatschappelijke opgaven die volgen uit de sociale grondrechten zoals die zijn
vastgelegd in de Grondwet, zoals het bevorderen van werkgelegenheid en bestaanszekerheid
voor iedereen.7 Daarnaast zijn er publieke waarden die leidend dienen te zijn bij het handelen van
de overheid ten opzichte van de burger. De overheid moet betrouwbaar, dienstbaar,
dichtbij en rechtvaardig zijn. Publieke dienstverleners moeten uitgaan van vertrouwen
in plaats van wantrouwen. Daar wil het kabinet aan werken.
Deze waarden brengen we in de praktijk door te zorgen dat bij de uitvoering de behoefte
van de burger beter centraal staat. Snelle, simpele en gemakkelijke dienstverlening
vereist dat de basis altijd op orde is en continu wordt geïnvesteerd in vernieuwing.
Door goede samenwerking tussen overheidspartijen en goed ingerichte en gebruiksvriendelijke
communicatiekanalen, willen we zorgen dat de burger minder of zelfs geen last heeft
van hoe ingewikkeld de uitvoering zelf georganiseerd is. Dat is onze stip op de horizon
en daar werken we stapsgewijs naartoe.
Om de positie van de burger in het stelsel van de sociale zekerheid te verbeteren
en het verwezenlijken van publieke waarden in beleid en uitvoering te verankeren,
bereiden we een aantal wijzigingen van de Wet SUWI en onderliggende regelgeving voor.
We voorzien daarbij een viertal actielijnen, die we tezamen de Werkagenda SUWI noemen.
Deze Werkagenda zal leiden tot een aantal wetsvoorstellen. Het gaat om de volgende
actielijnen:
1. Sturen op en verantwoorden over publieke waarden
2. Meer proactieve dienstverlening (bestaanszekerheid)
3. Zorgvuldige gegevensuitwisseling (privacy by design)
4. Inkadering onderzoeksbevoegdheden (rechtmatigheid en privacy)
Hieronder gaan we op hoofdlijnen in op deze actielijnen, die nog verder uitgewerkt
worden. Uitgangspunt bij alle actielijnen is het versterken van de positie van de
burger door publieke waarden te verankeren. Bij de uitwerking zullen we zoveel mogelijk
het perspectief van de burger betrekken en centraal zetten. De eerste actielijn ziet
op het sturen op en verantwoorden over publieke waarden, zodat dit uitgangspunt overal
in het stelsel doorwerkt. Om de bestaanszekerheid te vergroten, zetten we met actielijn
twee in op meer proactieve dienstverlening door de overheid. De derde ziet op gegevensuitwisseling
als middel om werk en bestaanszekerheid te vergroten, waarbij in wet- regelgeving
en de in de praktijk de privacy van mensen zo goed mogelijk geborgd wordt. De vierde
actielijn betreft het inkaderen van onderzoeksbevoegdheden om te zorgen voor zowel
een goede bescherming van de persoonlijke levenssfeer als rechtmatigheid van verstrekte
uitkeringen. In de bijlage treft u een overzicht aan van diverse acties die onder
deze werkagenda vallen, en de verwachte planning.
I. Sturen op en verantwoorden over publieke waarden
De huidige sturingsafspraken tussen SZW, UWV en de SVB zijn met name productie- en
procesgedreven, met een sterke focus op de publieke waarden doelmatigheid en rechtmatigheid.
UWV, SVB en SZW willen de sturing en verantwoording verbreden naar meer publieke waarden
dan deze twee. Het gaat dan om de doelen van de Wet SUWI (bestaanszekerheid bieden
en arbeidsparticipatie bevorderen) en om de wijze van handelen van de overheid richting
de burger.
Samen met UWV en SVB hebben we een nieuwe samenwerkingsvisie vastgesteld. Het motto
daarvan is: «Samen voor de burger». Die visie nodigt uit om veelvuldig het «goede
gesprek» te voeren tussen de publieke dienstverleners en SZW, maar ook met de politiek.
De visie verduidelijkt onderlinge rollen, faciliteert de samenwerking en stimuleert
informatiedeling met uw Kamer door mogelijkheden tot contact tussen uitvoeringsorganisaties
en uw Kamer te vergroten. De samenwerkingsvisie is als bijlage bij de Stand van de
uitvoering van juni 2022 met uw Kamer gedeeld.8
Om ervoor te zorgen dat deze wijze van sturen en verantwoorden op lange termijn onderdeel
blijft van de samenwerking tussen SZW, UWV en SVB, willen we dit ook verankeren in
de Regeling SUWI. Die kent nu een vrij eenzijdige focus op doelmatigheid en rechtmatigheid,
en daaraan willen we expliciet aandacht voor andere publieke waarden toevoegen. We
denken daarbij in ieder geval aan de verplichting om te verantwoorden over de mate
waarin UWV en SVB bijdragen aan het realiseren van de doelen van de Wet SUWI. Zo blijven
we samen continu kijken naar het effect van de dienstverlening op de burger, de werkgever
en de samenleving.
Tot slot werkt het Ministerie van SZW met verschillende publieke dienstverleners in
toenemende mate via ketens. Een keten is een samenwerkingsverband tussen organisaties
die naast hun eigen doelen, één of meer gemeenschappelijke doelen nastreven. Denk
bijvoorbeeld aan de SUWI-ketens voor werk en inkomen, de schuldenketens, de inburgeringsketen
en de loonaangifteketen. Sturen op publieke waarden berust nu nog vooral bij de individuele
organisaties. Nu de ketensamenwerking aan belang wint moet sturing op publieke waarden
ook op het niveau van de keten nadrukkelijker een plek krijgen.
II. Meer proactieve dienstverlening (bestaanszekerheid)
Een van de doelen van de Wet SUWI is het bieden van bestaanszekerheid9. Dat doel krijgt concreet vorm door de diverse inkomensondersteunende regelingen
die de overheid aanbiedt. Er zijn echter veel mensen die wel recht hebben op deze
regelingen, maar daar geen gebruik van maken. Wij willen stimuleren dat iedereen krijgt
waar hij of zij recht op heeft. Dit verkleint het risico op geldzorgen, armoede en
schulden. Zoals beschreven in de aanpak geldzorgen, armoede en schulden, werken we
daarom samen met gemeenten, UWV en SVB10.
Uit diverse onderzoeken blijkt dat niet-gebruik van inkomensondersteunende regelingen
vaak komt doordat de sociale zekerheid ingewikkeld is, doordat mensen onbekend zijn
met regelingen, weinig vertrouwen hebben in de overheid of het lastig vinden om zelf
actie te ondernemen11. Om een nog scherper beeld te krijgen van de omvang en oorzaken van niet-gebruik
en manieren om dat effectief tegen te gaan, laten we een literatuuronderzoek uitvoeren
naar de belangrijkste inzichten en onbekendheden die er zijn op dit terrein. We verwachten
het onderzoeksrapport begin 2023 aan uw Kamer te kunnen zenden.
Daarnaast willen we het bevorderen van het gebruik van inkomensregelingen door mensen
die daar recht op hebben verankeren als overheidstaak in de Wet SUWI. Door publieke
dienstverleners expliciet de taak te geven om hun dienstverlening pro-actiever te
maken, verstevigen we de juridische grondslag van reeds bestaande praktijken en maken
we het mogelijk voor die dienstverleners om nieuwe initiatieven op dit terrein te
ontplooien. Zij hebben daarvoor politieke en juridische legitimatie nodig in de Wet
SUWI.
Het gaat bijvoorbeeld om meer voorlichting over regelingen, beter doorverwijzen van
mensen naar het juiste loket of hulp bieden bij het doen van een aanvraag. Dat kan
op verschillende plekken (denk aan bibliotheken, buurthuizen of fysieke overheidsloketten)
en via verschillende kanalen, zowel persoonlijk, als schriftelijk als digitaal. Naast
het contact zoeken met mensen die mogelijk recht hebben op een regeling, willen we
ook dat het eenvoudiger wordt voor mensen om die aan te vragen12. Afhankelijk van het soort regeling en de doelgroep, kunnen dienstverleners zelf
bezien hoe ze het beste invulling kunnen geven aan deze taak om het gebruik van regelingen
te bevorderen en de burger zo beter te bereiken. Zo kan het bijvoorbeeld helpen om
aanvraagformulieren vooraf in te vullen met beschikbare overheidsgegevens.
Staande praktijk is al dat de SVB mensen op grond van gegevens uit de Basisregistratie
Personen attendeert op een mogelijk recht op kinderbijslag of AOW.13 Bij de dubbele kinderbijslag intensieve zorg zorgen we dat die voor een specifieke
groep automatisch wordt toegekend14. Voor de Aanvullende Inkomensondersteuning Ouderen kijken we met een pilot of het
zinvol is om mensen die mogelijk in aanmerking komen, persoonlijk door de SVB te laten
benaderen.15 Omdat die persoonlijke benadering in dit geval een grootschalige bestandsvergelijking
vereist, is nadere regelgeving nodig zodat voorzienbaar is welke gegevens ongevraagd
over mensen verwerkt worden.
Met het Programma Innovatie Gegevensuitwisseling in de Sociale Zekerheid (IGS)16 willen we UWV, SVB en gemeenten faciliteren om met pilots te ervaren hoe met behulp
van gegevensuitwisseling de dienstverlening naar de burger beter wordt. Het programma
richt zich op het bieden van meer duidelijkheid aan burgers over het recht op regelingen
én op vereenvoudiging van de dienstverlening door burgerregie over hun eigen gegevens.
Uit deze pilots kunnen ook belemmeringen in de Wet SUWI of onderliggende regelgeving
naar voren komen, die vervolgens middels deze werkagenda kunnen worden opgepakt om
op te lossen. Via de Stand van de uitvoering zullen wij u informeren over de voortgang
van het programma IGS.
We verkennen verder of het passend is om artikel 32e van de Wet SUWI, dat de digitale
weg voor bepaalde berichten verplicht stelt, te schrappen of aan te passen. We willen
uitgaan van de voorkeur van de burger voor digitale of schriftelijke communicatie.
Dat sluit ook aan bij de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer die momenteel
in behandeling is bij de Eerste Kamer.
De keerzijde van deze proactieve dienstverlening is dat de overheid mogelijk ook in
contact treedt met mensen die daar niet om hebben gevraagd. Ook van die mensen zullen
persoonsgegevens worden verwerkt. Dat dilemma bij de uitvoering van het realiseren
van bestaanszekerheid bij de burger willen we graag met uw Kamer bespreken. Zo overwegen
we om het mogelijk te maken om als burger – goed geïnformeerd – aan te geven hier
geen prijs op te stellen (opt-out). Bij de uitwerking hiervan zullen we zowel burgers
als de publieke dienstverleners intensief betrekken.
III. Zorgvuldige gegevensuitwisseling (privacy by design)
De vergaande digitalisering en automatisering in de sociale zekerheid hebben de afgelopen
jaren geleid tot meer technische mogelijkheden in de dienstverlening. Daarnaast zijn
met de inwerkingtreding van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) de privacybescherming
en het privacy-bewustzijn vergroot. Tegelijkertijd zien we dat het stelsel sociale
zekerheid steeds complexer is geworden, waardoor het steeds minder transparant is
welke gegevens door wie over een persoon verwerkt worden.
Om mensen aan het werk te helpen, het recht op een uitkering te bepalen, uitkeringen
punctueel te kunnen uitbetalen én om misbruik gericht tegen te gaan, is het nodig
veel persoonsgegevens te verwerken. Dat moet zo zorgvuldig en transparant mogelijk,
want we vinden het belangrijk dat de privacy van mensen binnen de sociale zekerheid
goed beschermd is. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat uitvoeringsorganisaties
en gemeenten rechtmatig, behoorlijk en transparant omgaan met hun persoonsgegevens.
Dit is integraal onderdeel van goede dienstverlening aan de burger. Daar hoort ook
bij dat de grondslagen om gegevens te verstrekken tussen publieke dienstverleners
onderling en aan andere partijen duidelijk wettelijk zijn vastgelegd.
Met dit in gedachten willen we de bestaande grondslagen tegen het licht houden en
zoeken naar oplossingen voor knelpunten waar UWV, SVB en gemeenten in de praktijk
tegenaan lopen. Denk bijvoorbeeld aan knelpunten uit de knelpuntenbrieven van UWV
en SVB17, zoals de overgang tussen twee uitkeringen. Of aan de uitbreiding van de arbeidsmarktinfrastructuur,
waar we u eerder al over informeerden en die ook zal leiden tot wijzigingen in de
Wet SUWI.18 Daarbij zullen we telkens in kaart brengen wie welke gegevens waarvoor nodig heeft.
We zullen zoeken naar een optimale balans om de burger zo goed mogelijk te helpen
en tegelijkertijd zijn privacy zo goed mogelijk te beschermen. We streven daarbij
naar meer duidelijkheid en eenvoud.
De uitkomsten van het onderzoek naar het stelsel van gegevensuitwisseling en meer
in het bijzonder het bestuur van het BKWI en het Inlichtingenbureau (IB)19 zijn met de Stand van Uitvoering naar uw Kamer gestuurd. Dat zal leiden tot een voorstel
voor een duidelijkere besturingsstructuur en verantwoordelijkheidsverdeling en tot
aanpassingen in wet- en regelgeving. Hierdoor wordt het binnen de sociale zekerheid
voor de burger ook duidelijker welke organisatie welke gegevens over hem verwerkt
voor welke doeleinden, en waar hij zijn rechten, zoals op inzage en correctie, uit
kan oefenen. Binnen het programma IGS verkennen we daarnaast het doen van een pilot
op digitale wijze inzage aan burgers te geven in de gegevens die bij overheidsbesluiten
verwerkt worden20.
IV. Inkadering onderzoeksbevoegdheden (rechtmatigheid en privacy)
Uitkeringen moeten rechtmatig worden verstrekt en fraude willen we bestrijden. Als
onrechtmatigheden geconstateerd worden, moet hier passend op gereageerd worden. Om
dat goed te kunnen doen, werken we aan de herijking van het handhavingsinstrumentarium21. Daarnaast verkennen we welke onderzoeksbevoegdheden noodzakelijk zijn om te bepalen
of uitkeringen rechtmatig verstrekt zijn. Om toezicht te kunnen houden op de rechtmatige
verstrekking van uitkeringen hebben publieke dienstverleners een algemene onderzoeksbevoegdheid.
Deze algemene onderzoeksbevoegdheid roept in de praktijk soms vragen op bij burgers
en bij publieke dienstverleners. Het gaat om de wijze waarop publieke dienstverleners
mogen controleren op de rechtmatigheid van uitkeringen.
Onderzoeksbevoegdheden grijpen per definitie in op de privacy van een burger: aspecten
van iemands leven worden in kaart gebracht om te bezien of iemand recht heeft op een
uitkering. Het is soms onduidelijk welke bevoegdheden door overheidsinstanties gebruikt
mogen worden. In hoeverre mag de publieke dienstverlener gebruik maken van informatie
op sociale media, van risicomodellen of van bijvoorbeeld camera’s of andere technische
hulpmiddelen? En wat is proportioneel? Die onduidelijkheid is onwenselijk.
Het is, voor zowel de publieke dienstverlener, als de professional, als de burger,
belangrijk dat er duidelijkheid bestaat over de vraag op welke manier welke informatie
verzameld mag worden. Als deze bevoegdheden een aanmerkelijke inbreuk maken op iemands
persoonlijke levenssfeer, moet daarvoor een expliciete wettelijke grondslag bestaan.
Daarbij is het uitgangspunt dat de publieke dienstverleners moeten kunnen uitgaan
van een helder afwegingskader bij het beantwoorden van de vraag of ze gebruik mogen
maken van bepaalde onderzoeksbevoegdheden. Denk aan verzwegen vermogen of inkomsten
of controle op samenlevingsvormen. Dit zorgt ervoor dat zowel publieke dienstverleners
als burgers op een eenvoudige manier kunnen bezien of een onderzoeksbevoegdheid in
een bepaald geval gebruikt kan worden. De controle op de overheidsinterventie wordt
hierdoor beter mogelijk. Wij gaan bekijken hoe we dit vorm willen en kunnen geven
en informeren uw Kamer hier op een later moment over.
Tot slot
Door de Wet SUWI te moderniseren met publieke waarden als bestaanszekerheid, privacy
en rechtmatigheid als leidraad, komen burgers en werkgevers meer centraal te staan
in beleid en uitvoering. Daardoor zal het systeem mensen beter ondersteunen en dus
doen waarvoor het bedoeld is. Dat draagt bij aan het vertrouwen in de overheid. In
de bijlage vindt u een overzicht van lopende en nog in gang te zetten acties, die
tezamen de Werkagenda SUWI vormen. Wij zijn voornemens u eind 2023 te informeren over
de voortgang van de Werkagenda en wij gaan graag met u in gesprek over bovenstaande
onderwerpen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Onderwerpen werkagenda SUWI (modernisering Wet SUWI en onderliggende regelgeving)
I Sturen op en verantwoorden over publieke waarden
1. Inzichtelijk maken publieke waarden
SZW, UWV, SVB
Lopend
2. Herijking KPI’s verantwoording UWV en SVB
SZW, UWV, SVB
Lopend
3. Vaststellen samenwerkingsvisie SZW, UWV, SVB
SZW, UWV, SVB
Afgerond en gepubliceerd bij Stand van de Uitvoering juli 2022
4. Aanpassing Hoofstuk 5 Regeling SUWI:
– Verankeren publieke waarden en samenwerkingsvisie
– Ondertekening reacties op 4- en 8-maanden verslagen
SZW
In voorbereiding; aanpassing Regeling SUWI verwacht in 2023
II Meer proactieve dienstverlening (bestaanszekerheid)
1. Synthese onderzoek niet-gebruik
In opdracht van SZW
Onderzoek is gestart en rapport wordt begin 2023 aan de Tweede Kamer gezonden
2. Bevorderen gebruik van inkomensregelingen als wettelijke taak
SZW
Wetsvoorstel in voorbereiding, internetconsultatie gepland in de loop van 2023
3. Stimuleren diverse initiatieven UWV, SVB en gemeenten
SZW, UWV, SVB en gemeenten
Doorlopend
4. Verkennen schrappen artikel 32e Wet SUWI
SZW, UWV
Verkenning
5. Pilot niet-gebruik AIO
SVB samen met UWV op grond van ministeriele regeling SZW
Regeling is gepubliceerd en pilot is gestart
6. Programma Innovatie Gegevensuitwisseling Sociale Zekerheid (IGS)
SZW, VNG/gemeenten, UWV, SVB, IB en BKWI
Programmaplan juli 2022 vastgesteld
III Zorgvuldige gegevensuitwisseling (privacy by design)
1. Verstrekkingsgrondslagen doorlichten
SZW samen met UWV, SVB en gemeenten
Op zijn vroegst tweede helft 2023
2. Uitbreiding arbeidsmarktinfrastructuur
SZW samen met alle betrokken partijen
TK wordt in voorjaar 2023 geïnformeerd over nadere uitwerking en de randvoorwaarden
3. Aanpassingen besturingsstructuur IB en BKWI
SZW
Onderzoeksrapport naar TK met Stand van de Uitvoering
IV Inkadering onderzoeksbevoegdheden (rechtmatigheid en privacy)
1. Algemene onderzoeksbevoegdheid verduidelijken
SZW
Verkenning
2. Verkennen nut en noodzaak bevoegdheden met grotere impact op persoonlijke levenssfeer
(bijvoorbeeld gebruik sociale media en cameratoezicht) en mogelijke waarborgen
SZW
Verkenning
3. Schrappen wetsartikel over SyRI
SZW
Zal meelopen met 1 en 2
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen