Brief regering : Vervoer aardgascondensaat

22 343
Handhaving milieuwetgeving

Nr. 74
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2022

Zoals toegezegd in het Commissiedebat Externe Veiligheid van 22 juni jl., informeer
ik u met deze brief over het vervoer van aardgascondensaat. De toezegging heb ik gedaan
naar aanleiding van vragen van het lid Beckerman over het vervoer van aardgascondensaat
vanuit Roodeschool. Door de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat bent
op 22 april jl. geïnformeerd over de overslag(installatie) van deze stof in Roodeschool1.

Het vervoer van gevaarlijke stoffen, ook over het spoor, is een activiteit die op
grond van Europese en internationale regelgeving door Nederland gefaciliteerd moet
worden. Voorwaarde hierbij is uiteraard dat de stof (i.c. aardgascondensaat2) wordt vervoerd conform de toepasselijke veiligheidsvoorschriften van het Reglement
betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke stoffen (RID). Aardgascondensaat
is een stof die door de afzender ook over het water vervoerd mag worden.

Eventuele verplaatsing naar het vervoer over het water is op grond van het vrij verkeer
van goederen primair een bedrijfskeuze en kan ik niet afdwingen. Hoe het vervoer ook
wordt uitgevoerd, ik draag er zorg voor dat de strenge veiligheidsvoorschriften op
het vervoer van toepassing zijn en blijven. De Inspectie Leefomgeving van Transport
houdt toezicht op de naleving van deze vervoersvoorschriften door de afzender en de
vervoerder.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen