Brief regering : Fiche: Herziening richtlijn kiesrecht mobiele EU burgers bij gemeenteraadsverkiezingen, Herziening richtlijn kiesrecht mobiele EU burgers bij verkiezingen van het EP, Mededeling bescherming integriteit verkiezingen en stimulering democratische participatie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3261 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 januari 2022
Fiche: Herziening richtlijn kiesrecht mobiele EU burgers bij gemeenteraadsverkiezingen,
Herziening richtlijn kiesrecht mobiele EU burgers bij verkiezingen van het EP, Mededeling
bescherming integriteit verkiezingen en stimulering democratische participatie
Fiche: Verordening transparantie en gerichte politieke reclame (Kamerstuk 36 013, nr. 2)
Fiche: Herziening verordening statuut en financiering Europese politieke partijen
en stichtingen (Kamerstuk 22 112, nr. 3263)
Fiche: Herziening richtlijn betreffende energieprestatie gebouwen (Kamerstuk 36 012, nr. 2)
Fiche: Herziening verordening en richtlijn markten voor financiële instrumenten (Kamerstuk
22 112, nr. 3264)
Fiche: Verordening centraal Europees toegangspunt publieke informatie financiële diensten
(Kamerstuk 22 112, nr. 3265)
Fiche: Herziening richtlijn AIFMD en richtlijn UCITS met betrekking tot uitbesteding,
liquiditeitsmanagement-instrumenten, toezichtrapportages, bewaarders en schuldfondsen
(Kamerstuk 22 112, nr. 3266)
Fiche: Verordening voor Europese langetermijninvesteringsfondsen (European Long-Term
Investment Funds, ELTIF’s) (Kamerstuk 22 112, nr. 3267)
Fiche: Commissieaanbeveling gemeenschappelijke Europese dataruimte voor cultureel
erfgoed (Kamerstuk 22 112, nr. 3268)
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
Fiche: Herziening richtlijn kiesrecht mobiele EU-burgers bij gemeenteraadsverkiezingen,
Herziening richtlijn kiesrecht mobiele EU-burgers bij verkiezingen van het EP, Mededeling
bescherming integriteit verkiezingen en stimulering democratische participatie
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstellen
• Herziening van richtlijn 94/80/EG tot vaststelling van de wijze van uitoefenen van
het actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ten behoeve van de
burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit niet
bezitten.
• Herziening van richtlijn 93/109/EC tot vaststelling van de wijze van uitoefenen van
het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement ten
behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit
niet bezitten.
• Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over Bescherming van de integriteit
van verkiezingen en stimulering van democratische participatie.
b) Datum ontvangst Commissiedocumenten
25 november 2021
c) Nr. Commissiedocumenten
COM (2021) 733
d) COM (2021) 732
COM (2021) 730
e) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:52021PC0733
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:52021PC0732
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52021DC0730
f) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
SWD (2021) 357
g) Behandelingstraject Raad
Raad Algemene Zaken
h) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
i) Rechtsbasis
Artikel 22 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU)
j) Besluitvormingsprocedure Raad
Eenparigheid
k) Rol Europees Parlement
Raadpleging
2. Essentie voorstellen
a) Inhoud voorstellen
De herziening van de twee richtlijnen en de mededeling maken deel uit van het pakket
«Versterking democratie en integriteit van verkiezingen».1 Dit pakket bevat ook een verordening transparantie politieke reclames en een herziening
van de verordening betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke
partijen en Europese politieke stichtingen. Uw Kamer ontvangt voor deze twee voorstellen
aparte BNC-fiches.
De twee richtlijnen actualiseren het kiesrecht van «mobiele EU-burgers» bij gemeenteraadsverkiezingen
(hierna: «GR-verkiezingen») en bij EP-verkiezingen (hierna: «EP»). Mobiele EU-burgers
zijn EU-burgers die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn. Hoofddoel
is verbetering van de informatieverstrekking aan mobiele EU-burgers en het verminderen
van belemmeringen als zij bij de genoemde verkiezingen hun actief en passief kiesrecht
in een andere lidstaat willen uitoefenen. Daarnaast moet de herziening van de richtlijn
over het kiesrecht van mobiele EU-burgers bij EP-verkiezingen voorkomen dat zij tweemaal
kunnen stemmen voor dezelfde verkiezing: eenmaal in de lidstaat van verblijf en eenmaal
in de lidstaat van herkomst; dit is verboden. Voorstellen worden gedaan om de uitwisseling
van informatie tussen lidstaten te verbeteren om dubbel stemmen zoveel mogelijk te
voorkomen.
Beide richtlijnen stellen gelijkluidende regels voor om mobiele EU-burgers specifieke
informatie te verstrekken over hun kiesrecht. Lidstaten moeten een nationale autoriteit
aanwijzen die mobiele EU-burgers die op hun grondgebied verblijven, tijdig informeert
over de voorwaarden en nadere regels voor de registratie als kiezer of kandidaat bij
GR- en EP-verkiezingen. De Commissie stelt namelijk dat mobiele EU-burgers onvoldoende
van hun actief en passief kiesrecht gebruik maken vanwege onbekendheid met deze procedures.
Lidstaten moeten mobiele EU-burgers daarom duidelijk en eenvoudig geformuleerde informatie
verstrekken in de officiële taal of talen van de lidstaat en ten minste één andere
officiële taal van de Unie die wordt begrepen door een zo groot mogelijk aantal burgers
van de EU die wonen op het grondgebied van de lidstaat van verblijf.
In beide richtlijnen worden voorstellen gedaan dat lidstaten in hun verslagen statistische
data over de toepassing van de richtlijn verzamelen, zoals de nationaliteit van mobiele
EU-burgers (kiezers en/of kandidaten) die deelnemen aan GR- en EP-verkiezingen.
Om de mogelijkheid van dubbel stemmen bij EP-verkiezingen verder in te perken wordt
voorgesteld dat lidstaten van mobiele EU-burgers die willen stemmen in de lidstaat
van verblijf specifieke gegevens verzamelen en uitwisselen (geboorteplaats en -datum,
identificatienummer, type ID-document of reisdocument met serienummer, en telefoonnummer/e-mailadres). De Commissie stelt daarvoor een tool ter beschikking ter ondersteuning
van de uitwisseling van die gegevens, waarmee lidstaten van verblijf die informatie
in versleutelde vorm kunnen verstrekken aan lidstaten van herkomst. Tegelijkertijd
mogen mobiele EU-burgers niet worden uitgeschreven uit het kiesregister van hun lidstaat
van herkomst voor andere verkiezingen in die lidstaat uitsluitend op basis van deze
gegevensuitwisseling.
Verder worden in alle EU-talen gestandaardiseerde modellen ingevoerd (opgenomen in
bijlagen bij de richtlijnen) voor de inschrijving als kiezer of kandidaat, zodat mobiele
EU-burgers zich gemakkelijk kunnen registreren in de lidstaat van verblijf. Bij GR-verkiezingen
zijn dit modellen die lidstaten enkel moeten gebruiken indien zij van mobiele EU-burgers
bij registratie als kiezer c.q. kandidaat een officiële verklaring voor registratie
verlangen. Bij EP-verkiezingen is het gebruik van de modellen verplicht.
De mededeling betreft met name een samenvatting van de vier wetgevende voorstellen
in het pakket «Versterking democratie en integriteit van verkiezingen». De Commissie
wil gebruik blijven maken van het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen2 om een aantal van haar toezeggingen na te komen, waaronder meer uitwisseling van
goede voorbeelden, wederzijdse bijstand om vrije en eerlijke verkiezingen te garanderen,
en een gezamenlijk mechanisme om de weerbaarheid van verkiezingsprocessen tot stand
te brengen. Dit mechanisme zal primair gericht zijn op betere ondersteuning van de
inzet van gezamenlijke deskundigenteams en uitwisseling van deskundigen. Het doel
is weerbare verkiezingsprocessen tot stand te brengen, met name in verband met online
forensisch onderzoek, cyberbeveiliging van het verkiezingsproces en bestrijding van
desinformatie. Ook wordt een contactpunt voor het kiesrecht voorgesteld om EU-burgers
en plaatselijke overheden te helpen bij het vinden van oplossingen voor relevante
kwesties tijdens de periode waarin EU-burgers zich voor EP-verkiezingen kunnen inschrijven.
Een en ander zal zorgen voor beter toegankelijke informatie, betere dienstverlening
en snellere beantwoording van vragen van mobiele EU-burgers.
b) Impact assessment Commissie
Gezien de gelijkenissen tussen beide herzieningen is het impact assessment van de
Commissie in één document beoordeeld. In het assessment werden twee alternatieve beleidsopties
beoordeeld voor de aanpak van de huidige problemen rondom het kiesrecht van mobiele
EU-burgers. Optie 1 voorziet in gerichte wetswijzigingen en zachte maatregelen. Het
doel is de bestaande bepalingen van de richtlijnen te consolideren en te verduidelijken.
Optie 2 voorziet in uitgebreide wetgevende maatregelen. Beleidsoptie 2 beoogt een
uitgebreide hervorming van de richtlijnen door bijvoorbeeld wettelijke eisen te stellen
aan de termijnen voor registratie. De verschillende opties zijn getoetst op doeltreffendheid,
doelmatigheid, coherentie met andere (EU-)beleidsmaatregelen, subsidiariteit en proportionaliteit.
Hoewel de Commissie optie 2 als de meest doeltreffende beschouwt, heeft zij om redenen
van doelmatigheid, coherentie, subsidiariteit en proportionaliteit gekozen voor optie
1.
3. Nederlandse positie ten aanzien van de voorstellen
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
In Nederland is het via de Basisregistratie Personen (BRP)3 mogelijk om alle inwoners in een gemeente uit te nodigen om te stemmen. Registratie
als kiezer voor de GR-verkiezingen is niet nodig, ook niet voor andere EU-burgers
die hier wonen. Kandidaatstelling voor de GR-verkiezingen loopt via de gemeentelijke
centrale stembureaus (hoofdstuk H van de Kieswet). Bij registratie als kandidaat voor
de GR-verkiezingen worden van EU-burgers die in Nederland verblijven geen andere of
aanvullende documenten verlangd dan van Nederlandse onderdanen die zich kandidaat
stellen.
Bij EP-verkiezingen moeten onderdanen van andere lidstaten die in Nederland wonen
zich eerst bij hun gemeente registeren met een zogenoemd Y32-formulier als zij als
kiezer willen deelnemen aan de EP-verkiezing in Nederland (artikel Y 32 van de Kieswet).
Kandidaatstelling voor de EP-verkiezingen loopt in Nederland via de Kiesraad (die
bij EP-verkiezingen fungeert als centraal stembureau, zie artikel E 11, tweede lid
en artikel Y 2 van de Kieswet). Bij registratie als kandidaat voor de EP-verkiezing
wordt aan alle kandidaten een verklaring gevraagd dat zij niet tevens in een andere
EU-lidstaat kandidaat zijn (zie artikel Y 13 van de Kieswet).
b) Beoordeling en inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet onderschrijft het belang van het wegnemen van belemmeringen voor deelname
aan GR- en EP-verkiezingen door mobiele EU-burgers. Deelname aan deze verkiezingen
vormt een belangrijk onderdeel van de rechten van het EU-burgerschap en daarmee van
de Europese democratie.
In beide richtlijnen staat een verbetering van de informatievoorziening aan mobiele
EU-burgers centraal. Dit sluit goed aan bij het bestaande nationale beleid. Het kabinet
vindt het van belang dat EU-burgers de beschikking hebben over de benodigde informatie
voor het uitoefenen van actief en passief kiesrecht. Wel is het kabinet van mening
dat de wijze waarop deze informatieverstrekking wordt bewerkstelligd, en dus ook welke
autoriteit of autoriteiten in die informatievoorziening voorzien, een nationale invulling
betreft. Het kabinet is van mening dat Nederland reeds voldoet aan de informatieplicht
om mobiele EU-burgers tijdig, eenvoudig en in ten minste twee talen te informeren
over de regels voor registratie als kiezer of kandidaat bij GR- en EP-verkiezingen.
Op rijksoverheid.nl wordt relevante informatie over het actief en passief kiesrecht
bij de GR- en EP-verkiezingen beschikbaar gesteld, zowel in het Nederlands als in
het Engels. Ook op de website van de Kiesraad is Engelstalige informatie te vinden
over kiesrecht, registratie van politieke partijen, kandidaatstelling en het verkiezingsproces.
Het kabinet zal in gesprek gaan met de Kiesraad om de Engelstalige informatie op hun
website verder uit te breiden. De begeleidende brief bij het zgn. Y32-formulier is
al in het Engels, het Duits en het Frans. Het kabinet zal gemeenten vragen ook op
hun eigen website en/of in de begeleidende brief aan kiezers informatie over de verkiezing
beknopt in het Engels beschikbaar te stellen.
Bij het voorstel om statistische data over de toepassing van de richtlijn te verzamelen
en te delen, zoals nationaliteit van kiezers en/of kandidaten die deelnemen aan GR-
en EP-verkiezingen zet het kabinet vraagtekens. Deze informatie kan alleen worden
achterhaald door deze op te vragen bij kiezers en kandidaten. In verband met het stemgeheim
acht het kabinet dit onwenselijk. De inzet van het kabinet zal daarom zijn dat die
rapportages dergelijke statistische data bevatten indien beschikbaar.
De huidige Europese regelgeving geeft aan onderdanen van de lidstaten de keuze of
zij bij de verkiezing van leden van het EP stemmen in de EU-lidstaat van verblijf
of in de EU-lidstaat waarvan men de nationaliteit heeft. Het kabinet is er voorstander
van dat slechts wordt toegestaan dat EU-burgers in de lidstaat van verblijf kunnen
stemmen, waarmee ook de groep kiezers met een nationaliteit van meerdere EU-lidstaten
wordt geadresseerd. Zolang de hier bovengenoemde keuzemogelijkheid echter bestaat,
zijn maatregelen nodig om zoveel mogelijk te voorkomen dat in beide lidstaten wordt
gestemd. Het kabinet onderstreept dan ook de inzet om het risico op dubbel stemmen
zoveel mogelijk tegen te gaan. De voorstellen die hiertoe zijn gedaan wil het kabinet
graag ondersteunen, mits dit voor Nederland ook uitvoerbaar is. Hieronder gaat het
kabinet nader in op deze voorstellen.
Op dit moment vullen in Nederland wonende mobiele EU-burgers een zogenaamd Y32-formulier
in als zij in Nederland willen stemmen voor EP-verkiezingen (waarmee zij verklaren
niet te stemmen in de lidstaat van herkomst). Het voorstel verplicht mobiele EU-burgers
die willen stemmen bij de EP-verkiezingen een formulier in te vullen conform bijlage
I bij het voorstel.
Mobiele EU-burgers die hun werkelijke woonplaats in Nederland hebben worden net als
Nederlandse onderdanen in de BRP ingeschreven. De gegevens uit bijlage I zijn deels
gegevens die nu niet in de BRP geregistreerd kunnen worden, zoals het type identiteitsdocument
of reisdocument afgegeven door de lidstaat van herkomst met bijbehorend serienummer
en telefoonnummer/e-mailadres. Dit zal vragen om een aanpassing in beleid (en regelgeving)
rond het registreren van buitenlandse persoonsnummers, nummers van ID-documenten en
telefoonnummers/e-mailadressen in de BRP en om aanpassing van beleid en regelgeving
over aan wie deze gegevens verstrekt mogen worden. De inzet van het kabinet is dat
gegevensuitwisseling tussen lidstaten op orde moet zijn om dubbel stemmen te voorkomen,
maar dat het verzamelen van de gevraagde gegevens wel mogelijk moet zijn voor alle
lidstaten. Daarbij zou ten aanzien van dit voorstel wat betreft het kabinet moeten
worden aangetoond dat dit noodzakelijke en proportionele toevoegingen zijn om de uitwisseling
van gegevens te stroomlijnen. Zolang dit niet is aangetoond is het kabinet daarom
kritisch ten aanzien van dit onderdeel van het voorstel. In Nederland zijn dit namelijk
momenteel geen noodzakelijke gegevens om te verifiëren of iemand in Nederland mag
stemmen. Nederland voert beleid van dataminimalisatie, dat geldt ook voor de BRP (zie
bijv. het coalitieakkoord, blz. 30: «De overheid geeft het goede voorbeeld door niet
meer data te verzamelen en onderling te delen dan nodig»).4 Daarom is eerst een verdere impactanalyse nodig voor de uitvoerbaarheid en tevens
onderzoek of alternatieven denkbaar zijn met minder impact voor de uitvoering. Dit
maakt het voor Nederland niet mogelijk om voor de komende EP-verkiezing van 2024 op
dit punt te voldoen aan de beschreven richtlijn. Het voorstel verplicht mobiele EU-burgers
die zich kandidaat willen stellen voor de EP-verkiezingen om bijlage II in te vullen.
Daarvoor gelden voor Nederland dezelfde bezwaren als hierboven genoemd.
De voorgestelde wijzigingen uit de EP-richtlijn, bedoelt om het huidige systeem van
informatie-uitwisseling tussen lidstaten over de kiesrechten van mobiele EU-burgers
te stroomlijnen en dubbel stemmen te voorkomen, omvatten het opstellen van een unieke
reeks gegevens, zoals uiteengezet in bijlage III. Aanvullend op de gegevens die momenteel
worden uitgewisseld gaat het om het door de lidstaat van herkomst (indien van toepassing)
afgegeven persoonlijk identificatienummer, of anders om het type identiteitsbewijs
of reisdocument, en het serienummer daarvan. Aandachtspunt bij het alternatief voor
het persoonsnummer (type ID-document met serienummer) is dat het serienummer van het
ID-document wijzigt wanneer een nieuw document wordt afgegeven. Het nummer is dus
niet permanent en in die zin niet vergelijkbaar met het persoonsnummer zoals het Nederlandse
burgerservicenummer (BSN). Dit zorgt voor een toename van administratieve lasten voor
gemeenten.
Het voorstel impliceert dat andere lidstaten voor de uitvoering van informatie-uitwisseling
over de kiesrechten het BSN van mobiele Nederlanders verwerken. Op grond van art.
10 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (Wabb) en art. 46 van de Uitvoeringswet
Algemene verordening gegevensbescherming is dit niet toegestaan. Dit probleem is bij
de huidige gegevensuitwisseling niet aan de orde.
Aanvullend heeft het kabinet een aantal wensen om dubbel stemmen bij EP-verkiezingen
te voorkomen In elke lidstaat wordt een contactpunt voor gegevensuitwisseling tussen
de lidstaten aangewezen. Daarnaast heeft de Commissie het voornemen een contactpunt
voor het kiesrecht in te stellen voor lidstaten en EU-burgers. In dit verband onderstreept
het kabinet de wens dat voor elke lidstaat een nationaal informatiepunt beschikbaar
zou moeten zijn waar zowel autoriteiten uit de lidstaten als de betreffende kiezers
kunnen verifiëren of zij geregistreerd staan om te stemmen in hun lidstaat van herkomst
of lidstaat van verblijf. Zo wordt ook de kiezer in staat gesteld om zelf te voorkomen
dat hij dubbel geregistreerd staat of ten onrechte uit de kiesregistratie wordt geschrapt.
Daarnaast moet de gegevensuitwisseling over de registraties tussen de lidstaten op
orde zijn. Het kabinet zal daartoe aandacht vragen voor de knelpunten die in de praktijk
zijn gerezen, zoals in de evaluatie van de EP-verkiezing aan uw Kamer is meegedeeld5. Het uitwisselen van deze gegevens moet daartoe tijdig gebeuren om te kunnen handelen
op basis van de informatie van andere lidstaten. In de Kieswet6 is opgenomen dat kiezers zich uiterlijk op de dag van kandidaatstelling moeten registreren
om te stemmen in de lidstaat van verblijf. Uiterlijk zes weken voor de eerste dag
van de verkiezingsperiode voor het EP kan de informatie-uitwisseling met andere lidstaten
vanuit Nederland beginnen. De inzet van het kabinet zal zijn dat in alle lidstaten
een uiterste termijn moet komen voor registratie van de kiezer om te kunnen stemmen
in de lidstaat van verblijf of van herkomst en daarmee in alle gevallen de mogelijkheid
ontstaat voor tijdige uitwisseling van deze gegevens tussen de lidstaten.
Wat betreft de mededeling vindt het kabinet het positief dat ook op Europees niveau
aandacht is voor de weerbaarheid van verkiezingsprocessen voor zover dit een bevoegdheid
van de EU betreft. Het kabinet verwelkomt de acties die gericht zijn op kennisuitwisseling
en het bevorderen van samenwerking tussen EU-landen waar het gaat om het beschermen
van de integriteit van de verkiezingen. Hierbij is het voor het kabinet een aandachtspunt
dat het «gezamenlijk mechanisme voor de weerbaarheid van het kiesstelsel» alleen op
verzoek van een lidstaat ingeschakeld wordt voor diens verkiezingen, zoals wordt voorgesteld
door de Commissie. Een dergelijk mechanisme moet niet hetzelfde doel hebben als waarnemingsmissies
bij verkiezingen, maar aan door de betreffende lidstaat gevraagde expertiseopbouw
doen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Het is nog niet duidelijk op welke wijze de lidstaten de richtlijnvoorstellen beoordelen.
Een verwacht aandachtspunt zal zijn hoe deze voorstellen zich verhouden tot de nationale
bevoegdheden ten aanzien van de organisatie van verkiezingen. De verwachting is dat
behandeling van deze richtlijnen in de Raad niet eerder zal starten dan eind voorjaar
2022.
Een aantal EP-leden is kritisch en van mening dat het voor mobiele EU-burgers nog
steeds moeilijk is om in andere lidstaten te stemmen en dat daarmee de voorstellen
van de Commissie niet ver genoeg gaan. EP-commissies LIBE en AFCO zullen de richtlijnvoorstellen
behandelen. Er is nog geen rapporteur vastgesteld, enkel een schaduwrapporteur voor
EU-verkiezingen (Damian Boeselager).
4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid
Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De voorstellen
zijn gebaseerd op artikel 22 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese
Unie (VWEU). Artikel 22 VWEU geeft de EU de bevoegdheid om nadere regelingen vast
te stellen over de uitvoering van het actief en passief kiesrecht bij GR-en EP-verkiezingen.
Het kabinet kan zich vinden in deze rechtsgrondslag. De EU heeft een met de lidstaten
gedeelde bevoegdheid op dit terrein.
b) Subsidiariteit
Het oordeel van het kabinet over de richtlijnen ten aanzien van de subsidiariteit
positief. De herzieningen van de richtlijnen hebben tot doel de uitoefening van het
kiesrecht door mobiele EU-burgers te verbeteren. Het kiesrecht van mobiele EU-burgers
om deel te nemen aan de EP-verkiezingen en aan GR-verkiezingen in de lidstaat waar
zij verblijven, maakt deel uit van hun rechten als burgers van de Unie. De organisatie
en uitvoering van verkiezingen vindt plaats op grond van nationale wetgeving. Bij
de uitoefening van het kiesrecht door mobiele EU-burgers is sprake van grensoverschrijdende
vraagstukken die niet in de lidstaten afzonderlijk kunnen worden geadresseerd. Door
deze richtlijnen wordt het gelijk speelveld op het terrein van de uitoefening van
het actief en passief kiesrecht van mobiele EU-burgers verbeterd. Daarnaast heeft
optreden op EU-niveau meerwaarde doordat het bijdraagt aan de uitwisseling van kennis
op het gebied van verkiezingen tussen lidstaten. Een wijziging van bestaande EU-regelgeving
kan bovendien slechts op EU-niveau plaatsvinden. De grondhouding van het kabinet ten
aanzien van de mededeling is ook positief. Vanwege het grensoverschrijdende karakter
van de beschreven problematiek in de mededeling en de meerwaarde van kennisuitwisseling
tussen de lidstaten is optreden op EU-niveau wenselijk. Om die redenen is optreden
op het niveau van de EU gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit van de herziening
van de richtlijn inzake de GR-verkiezingen is positief. De richtlijn heeft tot doel
de informatieverstrekking aan mobiele EU-burgers bij die verkiezingen te verbeteren
en belemmeringen weg te nemen ten behoeve van de uitoefening van hun actief en passief
kiesrecht. Het voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling te bereiken
omdat het zorgt voor duidelijke informatie aan mobiele-EU-burgers in een officiële
taal van de Unie die wordt begrepen door een zo groot mogelijk aantal burgers van
de Europese Unie die op het grondgebied van de lidstaat van verblijf wonen. Bovendien
gaat het voorstel niet verder dan noodzakelijk om de uitoefening door mobiele EU-burgers
van hun kiesrecht bij de GR-verkiezingen te verbeteren.
Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit van de herziening
richtlijn inzake deelname door mobiele EU-burgers aan EP-verkiezingen is positief,
met kanttekening. De voorgestelde uitwisseling van gegevens, zoals beschreven in bijlage
III van het voorstel, met persoonlijk identificatienummer of soort identiteitsbewijs
en serienummer, gaat verder dan in de Nederlandse context nodig is. Het kabinet begrijpt
de wens achter dit voorstel, namelijk dat wanneer een persoon op naam en geboortedatum
zich registreert om te stemmen, de kans op persoonswisseling groter is dan wanneer
daar een uniek nummer voor wordt gebruikt. De voorgestelde uitwisseling van gegevens
lijkt geschikt om de doelstelling van het optreden te verwezenlijken, omdat daarmee
de kans op persoonsverwisseling wordt verkleind. Het kabinet vraagt zich echter af
of het voorstel hiermee niet verder gaat dan noodzakelijk. De voorgestelde uitwisseling
van gegevens, met persoonlijk identificatienummer of soort identiteitsbewijs en serienummer,
gaat namelijk verder dan wat momenteel in Nederland nodig is om te verifiëren of iemand
in Nederland mag stemmen. Het kabinet is daarom van mening dat zou moeten worden aangetoond
dat de in dit voorstel voorgestelde additionele toevoegingen t.a.v. de verzameling
van gegevens, noodzakelijk zijn om de uitwisseling van gegevens voldoende te stroomlijnen
met het oog op de doelstelling.
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit van de mededeling
is positief. De mededeling is geschikt om de doelstelling van het optreden te verwezenlijken.
De mededeling kondigt enkele initiatieven aan die niet-regulerend zijn. Bovendien
is het aan een individuele lidstaat zelf om te bepalen of zij het eerdergenoemde gezamenlijk
mechanisme voor de weerbaarheid van verkiezingsprocessen wil inzetten of hier expertise
voor wil leveren, waardoor het voorgestelde optreden niet verder gaat dan noodzakelijk.
5. Financiële consequenties, gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke
aspecten
a) Consequenties EU-begroting
De voorstellen hebben volgens de Commissie geen gevolgen voor de EU-begroting. Indien
er toch gevolgen zijn voor de EU-begroting, is het kabinet van mening dat eventueel
benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële
kaders van het MFK 2021–2027, en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling
van de jaarbegroting.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of medeoverheden
Onderzoek is nodig om na te gaan welke aanpassingen in de regelgeving en de systemen
van de BRP nodig zouden zijn als gevolg van de herziening van de EP-richtlijn. Wanneer
besloten wordt dat aanpassingen in de systemen van de BRP nodig zijn brengt dit kosten
mee, ook voor lokale overheden. Daarnaast worden er voor lokale overheden administratieve
lasten verwacht ingeval serienummers van ID-documenten onderdeel vormen van informatie-uitwisseling
van kiesrechten. De omvang van die kosten is nu nog niet in te schatten, maar zal
onderdeel zijn van de afwegingen die het kabinet maakt in de onderhandelingen over
de richtlijn. Eventuele budgettaire gevolgen zullen worden ingepast in de begroting
van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels inzake budgetdiscipline.
Daarbij dient ook rekening gehouden te worden met evt. budgettaire gevolgen voor lokale
overheden.
c) Financiële consequenties en gevolgen voor regeldruk voor bedrijfsleven en burger
Mobiele EU-burgers, die al als kiezers in de lidstaat van verblijf geregistreerd staan,
zullen eenmalig opnieuw gegevens moeten aanleveren en daardoor enige regeldruk kunnen
ervaren.
d) Gevolgen voor concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Geen
6. Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid
(inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
De herzieningen van de richtlijn over deelname door mobiele EU-burgers aan GR-verkiezingen
vergen geen aanpassingen van nationale of decentrale regelgeving en beleid. Wel zal
worden bezien op welke wijze actiever kan worden gewezen op beschikbare Engelstalige
informatie, bijvoorbeeld in de communicatie door gemeenten.
De herzieningen van de richtlijn over deelname door mobiele EU-burgers aan EP-verkiezingen
zouden, indien deze in deze vorm worden aangenomen, geen aanpassing van bepalingen
in de Kieswet vergen. Wel moet de Kiesregeling (enkele modellen in de bijlage) worden
aangepast. Ook is aanpassing in regelgeving van de BRP nodig als de herziening in
deze vorm wordt aangenomen. Er zouden meer persoonsgegevens ingevuld moeten kunnen
worden, zoals type ID-document of met bijbehorend serienummer. Daarnaast zal het voor
afnemers, zoals gemeenten, mogelijk moeten zijn om inzage in deze gegevens te krijgen.
Ook dit vraagt om een aanpassing in de regelgeving.
b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan
De richtlijnen geven de Commissie de bevoegdheid tot het vaststellen van enkele gedelegeerde
handelingen, die een wijziging van de bijlagen bij de richtlijn betreffen.
In de herziening van de richtlijn over het kiesrecht van mobiele EU-burgers bij GR-verkiezingen
wordt in artikel 2 aan de Commissie de bevoegdheid verleend gedelegeerde handelingen
vast te stellen om ervoor te zorgen dat de lijst van lokale bestuurlijke basiseenheden7 (wijziging van bijlage I bij de richtlijn) actueel blijft. Het toekennen van deze
bevoegdheid is volgens het kabinet mogelijk, omdat het hier niet gaat om essentiële
onderdelen van de richtlijn. Het kabinet vindt toekenning van deze bevoegdheid ook
wenselijk, omdat de Europese wetgevingsprocedure daardoor niet belast wordt met zaken
waar het enkel gaat om een juiste weergave van het nationale recht per lidstaat en
de bijlage hierdoor flexibel kan worden aangepast aan wijzigingen in het nationale
recht van een lidstaat.
In de artikelen 8 en 9 krijgt de Commissie de bevoegdheid ervoor te zorgen dat de
modellen van de formele verklaringen die mobiele EU-burgers bij hun registratie als
kiezer of kandidaat indienen (wijziging van bijlage II en III bij de richtlijn), relevante
gegevens blijven bevatten. Delegatie van deze bevoegdheden acht het kabinet niet mogelijk,
omdat behalve het model, ook de inhoud van de formele verklaringen en daarmee de persoonsgegevens
die een lidstaat mag vragen, kan worden aangepast door de Commissie. Het gaat daarbij
volgens het kabinet om essentiële onderdelen van de richtlijn. De verwerking van persoonsgegevens
is namelijk aan te merken als een inmenging in het grondrecht op de eerbiediging van
de persoonlijke levenssfeer en daarom is blijkens vaste jurisprudentie van het Hof
van Justitie delegatie niet mogelijk. Welke persoonsgegevens lidstaten mogen verwerken
ten behoeve van de uitoefening van het kiesrecht door mobiele EU-burgers bij GR-verkiezingen
zou – ook vanuit het oogpunt dat enkel persoonsgegevens mogen worden verwerkt indien
dat noodzakelijk is voor de goede uitoefening van het kiesrecht door EU-burgers –
moeten daarom blijken uit de richtlijn zelf. Het kabinet vindt toekenning van deze
bevoegdheid aan de Commissie om deze redenen ook onwenselijk. Het kabinet zal zich
er tijdens de onderhandelingen voor inzetten dat wijziging van de bijlage niet gedelegeerd
wordt.
In de herziening van de richtlijn over het kiesrecht van mobiele EU-burgers bij EP-verkiezingen
zijn vergelijkbare bevoegdheden voor de Commissie tot het vaststellen van gedelegeerde
handelingen geregeld in de artikelen 9, 10 en 13. De artikelen 9 en 10 verplichten
het gebruik van de formele verklaring door mobiele EU-burgers naar het model van bijlage
I voor registratie als kiezer en bijlage II voor registratie als kandidaat voor de
EP-verkiezing. Artikel 13 schrijft voor dat het model in bijlage III wordt gebruikt
voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten om dubbel stemmen of kandidaatstelling
in meer dan één lidstaat te voorkomen. De Commissie kan op basis van deze voorgestelde
bevoegdheden de inhoud en het format van de bijlagen wijzigen in een gedelegeerde
handeling en daarmee bepalen welke persoonsgegevens een lidstaat moet vragen aan kiezers
en kandidaten. Delegatie van deze bevoegdheden acht het kabinet niet mogelijk omdat
het hier net als bij de richtlijn voor GR-verkiezingen gaat om essentiële onderdelen
van de richtlijn, temeer nu het gebruik van de verklaringen, waarmee de verwerking
van persoonsgegevens is gemoeid, verplicht is bij EP-verkiezingen. De verwerking van
persoonsgegevens is aan te merken als een inmenging in het grondrecht op de eerbiediging
van de persoonlijke levenssfeer en daarom is toekenning van deze bevoegdheid volgens
het kabinet niet mogelijk. Welke persoonsgegevens lidstaten moeten verwerken ten behoeve
van de uitoefening van het kiesrecht door mobiele EU-burgers bij EP-verkiezingen zou
moeten blijken uit de richtlijn zelf. Aangezien het gebruik van deze verklaringen
bovendien uitvoeringsconsequenties kan hebben voor de verwerking van bepaalde categorieën
van persoonsgegevens in nationale ICT-systemen, zoals in Nederland de BRP, vindt het
kabinet het ook onwenselijk dat de Commissie de verklaringen in de bijlagen I, II
en III door middel van gedelegeerde handelingen kan aanpassen.
Omdat de voorgestelde bevoegdheden voor het vaststellen van gedelegeerde handelingen
in beide richtlijnen zien op wijzigingen van de bijlagen van de richtlijnen, is alleen
delegatie mogelijk en kan daar geen sprake zijn van uitvoeringshandelingen. De bevoegdheid
wordt voor al deze artikelen toegekend voor onbepaalde tijd. Indien en voor zover
deze bevoegdheden in de richtlijnen blijven staan zal het kabinet inzetten op toekenning
voor bepaalde tijd met de mogelijkheid van stilzwijgende verlenging, waarbij de bevoegdheidsdelegatie
naar behoren geëvalueerd kan worden.
Tot slot geeft artikel 13 van de richtlijn over het kiesrecht van mobiele EU-burgers
bij EP-verkiezingen de Commissie ook een bevoegdheid voor uitvoeringshandelingen om
het doel, de verantwoordelijkheden en verplichtingen van de werking van de door haar
ter beschikking gestelde tool voor de uitwisseling van informatie tussen lidstaten
vast te stellen. Voor de uitvoeringshandelingen wordt de onderzoeksprocedure voorgeschreven.
Toekenning van deze uitvoeringsbevoegdheid is mogelijk omdat het gaat om de nadere
uitwerking van de werking van een door de Commissie zelf ter beschikking gesteld en
beheerd systeem, dit betreft geen essentiële onderdelen van de richtlijn. Toekenning
van deze bevoegdheid is bovendien wenselijk, omdat de Commissie deze taak als beheerder
van het systeem als enige kan uitvoeren. Uitvoering (i.p.v. delegatie) ligt hier voor
de hand, omdat deze handelingen zorgen voor gebruik van het voorgeschreven systeem
voor de uitwisseling van informatie door lidstaten volgens eenvormige voorwaarden.
De voorgestelde onderzoeksprocedure is, gezien de algemene strekking van deze handelingen
(art. 2, lid 2, onder a, comitologieverordening), naar het oordeel van het kabinet
wenselijk en op zijn plaats.
c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum
inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
Het voorstel tot herziening van de richtlijn over kiesrecht van mobiele EU-burgers
bij GR-verkiezingen treedt in werking 20 dagen na publicatie in het Publicatieblad
van de EU en zal vanaf 31 december 2023 van toepassing zijn. Deze inwerkingtredingstermijn
acht het kabinet voor Nederland haalbaar; uitvoering van de richtlijn vereist voor
Nederland geen wets- of beleidswijzigingen.
Het voorstel tot herziening van de richtlijn over kiesrecht van mobiele EU-burgers
bij EP-verkiezingen treedt in werking 20 dagen na publicatie in het Publicatieblad
van de EU en zal vanaf 31 mei 2023 van toepassing zijn. Deze inwerkingtredingstermijnen
acht het kabinet niet realistisch gezien de tijd die nodig is voor de totstandkoming
van de (mogelijk) benodigde wijzigingen in de BRP en de regelgeving omtrent de BRP.
Het kabinet zal zich inzetten voor een termijn die voldoende tijd laat voor een zorgvuldige
analyse en de daar mogelijk uit voortvloeiende beleidswijzigingen en aanpassing van
systemen.
d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
De Commissie stelt voor om binnen twee jaar na de EP-verkiezing van 2029 beide herzieningen
te evalueren en stelt een evaluatierapport op over de vorderingen bij de verwezenlijking
van de doelstellingen van de richtlijnen.
e) Constitutionele toets
Het voorstel moet het kiesrecht van EU-burgers vergemakkelijken en versterken door
middel van informatieverstrekking en het verminderen van belemmeringen voor EU-burgers
als zij hun actief kiesrecht in een andere lidstaat willen uitoefenen. Artikel 129
jo. artikelen 53 en 59 van de Grondwet bepalen dat de verkiezing van de leden van
de gemeenteraad bij wet wordt geregeld (de Kieswet) en dat verkiezingen worden gehouden
bij geheime stemming. Ook de uitoefening van het kiesrecht voor mobiele EU-burgers
is uitgewerkt in de Kieswet, waarbij het stemgeheim is gewaarborgd. De voorstellen
brengen daarin geen verandering en leiden derhalve in Nederland niet tot constitutionele
bezwaren, met uitzondering van het volgende punt. Waar het voorstel voor de richtlijn
vraagt om statistische data over de toepassing van de richtlijn zoals nationaliteit
van kiezers en/of kandidaten die deelnemen aan GR- en EP-verkiezingen te verzamelen
en delen is al opgemerkt dat het stemgeheim het niet toestaat op geïndividualiseerd
niveau dergelijke data te verzamelen en delen. Dergelijke gegevens kunnen alleen worden
gedeeld voor zover die data op geaggregeerd niveau beschikbaar zijn (bijv. op basis
van kiezersonderzoek).
7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving
a) Uitvoerbaarheid
Zie eerdergenoemde punten over de gegevensuitwisseling van de BRP.
Het voorstel tot herziening van de richtlijn over kiesrecht van mobiele EU-burgers
bij verkiezingen van het EP heeft gevolgen voor de uitvoering, wanneer aanpassing
in BRP vereist is voor het registreren van gegevens die momenteel niet in de BRP geregistreerd
kunnen worden. Een dergelijke aanpassing vereist aanvullend ook aanpassingen in het
centrale BRP-systeem en in de gemeentelijke BRP-systemen (zowel de gegevens set als
gegevensuitwisseling). Met betrekking tot gegevensuitwisseling van kiesgerechtigden
worden voor gemeenten implicaties voor de uitvoering verwacht ingeval ook serienummers
van ID-documenten uitgewisseld dienen te worden. De veranderlijkheid van serienummers
vereist namelijk aanvullende wijzigingen in het systeem wanneer een nieuw ID-document
wordt uitgegeven.
b) Handhaafbaarheid
De voorstellen inzake de EP-verkiezing gaan uit van de eigen verklaring van de kiezer
respectievelijk de kandidaat over zijn kiesgerechtigheid. De procedure rond de gegevensuitwisseling
voorziet erin dat uit de verificatie op enig moment zal moeten blijken dat de desbetreffende
persoon reeds geregistreerd is in de lidstaat van herkomst, dan wel geen kandidaat
kan zijn, niet benoemd kan worden, of dat zijn mandaat moet worden ingetrokken.
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
Geen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken