Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 13 en 14 januari 2022
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2443
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 18 januari 2022
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 4 januari 2021
over de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van
13 en 14 januari 2022 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2441), over de brief van 15 december 2021 over het verslag Raad Buitenlandse Zaken van
13 december 2021 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2440) en over de brief van 7 december 2021 over sectoren bilaterale handel met Belarus
(Kamerstuk 21 501-02, nr. 2436).
De vragen en opmerkingen zijn op 6 januari 2022 aan de Minister van Buitenlandse Zaken
voorgelegd. Bij brief van 13 januari 2022 zijn de vragen beantwoord.
De fungerend voorzitter van de commissie, Wilders
Adjunct-griffier van de commissie, Konings
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie en reactie van de bewindspersoon
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie en reactie van de bewindspersoon
8
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie en reactie van de bewindspersoon
13
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie en reactie van de bewindspersoon
19
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie en reactie van de bewindspersoon
21
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie en reactie van de bewindspersoon
24
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) op 13 en 14 januari 2022.
Zij hebben hierover de volgende vragen en opmerkingen.
Strategisch Kompas
De leden van de VVD-fractie zijn op dit moment nog in afwachting van de beantwoording
van het schriftelijk overleg over het Strategisch Kompas. In aanvulling daarop verzoeken
deze leden de Minister om bij eventuele inhoudelijke wijzigingen in het Strategisch
Kompas de Kamer op zo’n kort mogelijke termijn te informeren (indien nodig vertrouwelijk).
Kan de Minister dit nogmaals toezeggen?
1. Antwoord van het kabinet:
Ja.
De EU Hoge Vertegenwoordiger deelde op 6 januari jl. een tweede concept versie van
het Strategisch Kompas met de lidstaten. Het (vertrouwelijke) document is voor uw
Kamer beschikbaar via EU Delegates Portal. In navolging van de weergave en kabinetsappreciatie van de eerste conceptversie
van het Strategisch Kompas1, komt het kabinet in de beantwoording van het SO Strategisch Kompas tegemoet aan
het verzoek van uw Kamer om een (openbare) appreciatie van de belangrijkste wijzingen
ten opzichte van de eerste concept versie. De beantwoording van het SO Strategisch
Kompas (Kamerstuk 21 501-28, nr. 231) komt uw Kamer gelijktijdig met het SO Gymnich toe.
Veiligheidssituatie Oost-Europa
De leden van de VVD-fractie maken zich grote zorgen over de oplopende spanningen in
Oost-Europa. Zij zijn van mening dat verdere escalatie voorkomen moet worden, maar
dat er ook een plan gereed moet zijn indien verdere escalatie wel plaatsvindt. Deze
leden waren dan ook verheugd te lezen dat de Raad eerder een stevig statement tegen
verdere agressie tegen Oekraïne heeft uitgebracht, maar maken zich zorgen dat er nog
geen overeenstemming is binnen de Raad over daadwerkelijke actie. Deelt de Minister
deze zorg? Mocht Rusland overgaan tot verdere agressie, is het van het grootste belang
dat de EU geen tijd verspeelt met discussies over hoe te reageren. Is hij bereid erop
aan te dringen dat sanctiepakketten zo concreet mogelijk worden voorbereid?
Verwacht hij verdere stappen in de aankomende informele RBZ op dit terrein?
2. Antwoord van het kabinet:
De Europese Raad heeft op 16 december conclusies aangenomen die stellen dat elke verdere
militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne grote gevolgen en zware kosten met zich
zal meebrengen, waaronder met partners gecoördineerde maatregelen. Conform de motie
van het lid Brekelmans c.s.2, blijft Nederland zich actief in EU-kader inzetten om, naast dialoog en de-escalatie,
een geloofwaardig en zwaar pakket afschrikwekkende (economische) maatregelen voor
te bereiden. Tijdens Gymnich zal gesproken worden over de veiligheidssituatie in Oost-Europa
in den brede en de rol die de EU daarin kan vervullen.
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat Rusland met de Verenigde Staten, NAVO
en Organisatie voor Vrede en Samenwerking in Europa (OVSE) spreekt over de-escalatie,
maar benadrukken ook het belang van betrokkenheid van de EU in deze dialoog. Op welke
manier heeft de EU hierover contact met Rusland en de Verenigde Staten? Ziet de Minister
mogelijkheden voor de EU om dit contact te intensiveren en wie zou hierin het voortouw
moeten nemen?
3. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet deelt de mening van de VVD-fractie dat de EU, naast de NAVO en de OVSE,
een belangrijke rol speelt bij stabiliteit, vrede en veiligheid op het Europese continent.
Er is daarom nauw contact tussen de EU en de NAVO, zowel tussen de instellingen als
tussen de lidstaten en bondgenoten. Tevens vinden er nauwe consultaties plaats tussen
de VS en Europese partners. Nederland zal tijdens Gymnich andermaal het belang van
nauwe samenwerking en een gecoördineerde aanpak tussen de EU en NAVO op dit dossier
onderstrepen. De inzet van de EU t.b.v. de ontwikkeling van een sterk sanctiepakket
is daarbij essentieel, naast de inzet op een serieuze dialoog en de-escalatie.
Dit is in de ogen van de leden van de VVD-fractie ook van belang vanwege de druk die
Rusland uitoefent op EU-lidstaten Finland en Zweden om geen lid te worden van de NAVO.
Kan de Minister aangeven welke rol de EU speelt om ervoor te zorgen dat deze twee
lidstaten zelf vrijelijk kunnen kiezen over mogelijk NAVO-lidmaatschap?
4. Antwoord van het kabinet:
Inzake mogelijke toetreding tot NAVO of andere organisaties van staten staan voor
Nederland de afspraken uit de Slotakte van Helsinki voorop. Daarin is afgesproken
dat soevereine staten zelf beslissen of zij een bondgenootschap aan gaan en hoe zij
dat doen. Daarmee is de vraag of Finland en Zweden toe zouden kunnen treden uitdrukkelijk
enkel aan deze landen zelf en aan de dertig NAVO-bondgenoten. Ook de EU onderschrijft
dit standpunt.
Kazachstan
De VVD-fractieleden maken zich zorgen over de actuele ontwikkelingen in Kazachstan
en de mogelijke betrokkenheid van Rusland en de Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie
(CSTO) bij het neerslaan van protesten en onderdrukken van de bevolking. Welke positie
dient de EU hierin in te nemen?
5. Antwoord van het kabinet:
De situatie heeft de volle aandacht van zowel het kabinet als de EU. Er is nog altijd
veel onduidelijk over de situatie. De ontwikkelingen in Kazachstan volgen elkaar snel
op. Derhalve is het van belang om zorgvuldig te werk te gaan ten aanzien van de positiebepaling
door de EU. Het kabinet steunt de verklaring van de EU van 5 januari jl.3, waarin alle partijen in Kazachstan worden opgeroepen af te zien van acties die kunnen
leiden tot verdere escalatie van geweld. Ook onderstreept de EU het recht op vreedzame
demonstratie in Kazachstan, conform internationale verplichtingen die ook Kazachstan
heeft onderschreven. Op 7 januari jl. sprak de Hoge Vertegenwoordiger telefonisch
met de Kazachse Minister van Buitenlandse Zaken. Hij riep hierbij op tot de-escalatie
en bood EU-steun aan bij het zoeken naar een vreedzame oplossing. Het kabinet onderschrijft
deze boodschap.
Hoe kan ervoor worden gezorgd dat de EU steun uitspreekt voor vreedzame demonstranten,
zonder hiermee Russische desinformatie over betrokkenheid van het westen in de kaart
te spelen?
6. Antwoord van het kabinet:
Als belangrijke partner van de EU, ook in het kader van de «Enhanced Partnership and Cooperation Agreement» dat de EU met Kazachstan heeft afgesloten, is het van belang dat de EU zich blijft
uitspreken voor fundamentele rechten. Zo roept de EU in een verklaring van 5 januari
jl. Kazachstan op zich te houden aan de beginselen overeengekomen in het kader van
de «Enhanced Partnership and Cooperation Agreement» tussen de EU en Kazachstan, inclusief het waarborgen van het recht op vreedzame demonstratie
en de persvrijheid. Daarnaast wordt in de verklaring benadrukt dat de veiligheid en
de fundamentele rechten van burgers gerespecteerd dienen te worden.
Relatie EU-China
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voornemen van
de Raad om een strategische discussie te voeren over de EU-China relatie, aangezien
zij dit onderwerp van groot belang achten. Deze leden delen de mening dat de eenheid
van de EU-lidstaten over dit onderwerp versterkt moet worden. Op welke deelterreinen
ziet de Minister hiertoe mogelijkheden?
7. Antwoord van het kabinet:
Om effectief te zijn, is het van belang dat de lidstaten eenheid tonen over de gehele breedte van de EU-China relatie. Daarbij gaat het om onderwerpen als veiligheid,
mensenrechten, het tegengaan van oneerlijke concurrentie, de verhouding tot China
in multilateraal verband, en klimaat. Wanneer de EU niet op alle onderwerpen eensgezind
is, verzwakt dat de positie van de Unie als geheel tegenover een toenemend assertief
China. De afgelopen jaren is aanzienlijke voortgang geboekt bij het vergroten van
de eenheid onder de lidstaten, ook op gevoelige onderwerpen zoals de mensenrechtensituatie
in China. Tegelijkertijd is die eensgezindheid nog bepaald niet altijd een gegeven.
Het kabinet blijft via kopgroepen en in bilaterale contacten met andere lidstaten
de boodschap uitdragen dat de belangen van de EU als geheel in de relatie met China
uiteindelijk groter zijn dan de belangen van individuele lidstaten.
Een belangrijk prioriteit is het afbouwen van strategische afhankelijkheden tegenover
China. Hiervoor lopen binnen de EU diverse initiatieven, maar dit bevat onvoldoende
snelheid en coördinatie. Gaat de Minister aandringen op meer urgentie en coördinatie?
Zo ja, welke accenten zal hij hierbij aanbrengen, aangezien wereldwijde aanvoerketens
en de toegang tot grondstoffen steeds meer onder druk komen te staan?
8. Antwoord van het kabinet:
Voor het tegengaan en afbouwen van ongewenste strategische afhankelijkheden loopt
binnen de EU een aantal belangrijke meerjarige strategische trajecten. In de EU-industriestrategie
wordt ingezet op diversificatie van handelsstromen, industriële allianties en het
monitoren en beheersen van de risico’s van strategische afhankelijkheden om de open
strategische autonomie van de EU te vergroten. Het «Actieplan inzake kritieke grondstoffen»
maakt inzichtelijk hoe de EU-afhankelijkheden op het gebied van kritieke grondstoffen
wil verminderen. In het kader van de implementatie van het actieplan is de EU Raw
Materials Alliance (ERMA) in het leven groepen. Ook in de EU farmaceutische strategie
wordt aandacht besteed aan het verminderen van strategische afhankelijkheden. Voor
versterking van de positie van de EU binnen strategische waardeketens worden IPCEI’s
(Important Projects of Common European Interest) opgezet. Het kabinet heeft geld vrij gemaakt voor de IPCEI’s Micro-elektronica 2
(ME2), Cloudinfrastructuur en services (CIS) en Waterstof. Op het gebied van halfgeleiders
heeft Commissievoorzitter Von der Leyen een EU Chips Act aangekondigd. De mogelijkheden
voor samenwerking van de EU met de VS op het gebied van halfgeleiders en lithografie
worden verkend via de EU-VS Trade and Technology Council. Lidstaten en Commissie zijn
zich bewust van het belang en de urgentie van de problematiek. De meerjarige trajecten
moeten zorgvuldig uitgevoerd worden, om te zorgen dat ze leiden tot de beoogde lange
termijn resultaten. In de ogen van het kabinet is hierbij geen sprake van een gebrek
aan coördinatie.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet het goed zou vinden als de Raad
stilstaat bij de druk die Litouwen op dit moment vanuit China ervaart. Is de Minister
ook van plan dit zelf actief in te brengen? En deelt de Minister de mening dat nu
Litouwen het slachtoffer is, maar dat als de EU geen eenheid toont, dit derde landen
het idee kan geven dat het in de toekomst effectief is om één land onder druk te zetten?
9. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet is voornemens tijdens de Raad, conform de motie-Brekelmans4, aandacht te vragen voor de Chinese druk die Litouwen op dit moment ondervindt en
erop aan te dringen dat de EU steun uitspreekt voor Litouwen. Het kabinet acht EU-solidariteit
van groot belang en wil voorkomen dat het beeld ontstaat dat druk zetten op individuele
lidstaten loont. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft deze punten ook benadrukt
in zijn gesprek met HV Borrell van 11 januari jl. Zie ook het antwoord op vraag 16
en 17.
Kan de Minister in dat kader aangeven met welke oneigenlijke economische drukmiddelen
Litouwen op dit moment te maken heeft, welke initiatieven er op dit moment vanuit
de EU lopen om daar iets tegen te doen, wat er nog meer mogelijk is, en hoe het kabinet
zich daarvoor inzet?
10. Antwoord van het kabinet:
Zie voor een beschrijving van de oneigenlijke economische drukmiddelen waar Litouwen
mee te maken heeft en de initiatieven die vanuit de EU lopen (zowel t.a.v. de Chinese
druk op Litouwen als breder) de antwoorden op de vragen 16 en 17.
Ten slotte is er door diverse Europese leiders recentelijk gesproken over de wenselijkheid
van een top tussen de EU en China. Wat is het standpunt van de Minister hierover?
Deelt de Minister de mening van de leden van de VVD-fractie dat een top op het niveau
van regeringsleiders alleen wenselijk is indien er concrete vooruitgang in het vooruitzicht
is ten aanzien van veiligheid, eerlijke concurrentie, mensenrechten of andere thema’s
die van belang zijn voor Nederland? Indien dergelijke vooruitgang niet waarschijnlijk
is, zien de leden van de VVD-fractie geen aanleiding voor een dergelijke top.
11. Antwoord van het kabinet:
Er is recent niet door Europese leiders in EU-verband gesproken over de wenselijkheid
van een nieuwe top tussen de EU en China. Wel voert de EDEO gesprekken met China om
de mogelijkheden en voorwaarden voor een mogelijk nieuwe EU-China top te onderzoeken.
Juist omdat de EU-China relatie op het moment onder spanning staat, ziet het kabinet
meerwaarde in een top. Het is van belang om op het hoogste niveau met China in gesprek
te blijven. Zonder contacten op het hoogste niveau kan geen voortgang worden geboekt
op onderwerpen als mensenrechten, eerlijke economische concurrentie, veiligheid en
de situatie in Hong Kong. Het kabinet zal er bij de Commissie en EDEO op aandringen
dat de EU die onderwerpen zal opbrengen tijdens een eventuele nieuwe top.
Lunch met AU Commissievoorzitter Moussa Faki
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de inzet van Nederland voor de
aanstaande EU-Afrikaanse Unie (AU) Top. Waarom kiest Nederland ervoor om in te zetten
op bestendiging van bestaande migratie- en mobiliteitsafspraken? Waar schort het op
dit moment aan de uitvoering van die afspraken, en hoe wordt er ingezet op een concreet
tijdpad voor meetbare verbeterde uitvoering? Ziet de Minister ook mogelijkheden tot
het verbreden van deze afspraken?
12. Antwoord van het kabinet:
Migratie is een thema dat zowel het Afrikaanse als het Europese continent raakt. In
de dialoog over migratie hecht de AU grote waarde aan meer mogelijkheden voor legale
migratie. De EU en de EU-lidstaten hechten vooral waarde aan het tegengaan van irreguliere
migratie en de internationale verplichtingen van Afrikaanse landen op het terrein
van gedwongen terugkeer. Tegelijkertijd is er waardering voor de opvang van de enorme
aantallen vluchtelingen en migranten binnen Afrika zelf, en biedt de EU ook ondersteuning
voor die opvang. Dit is een precaire balans en omdat van beide kanten hierin nog ruimte
voor verbetering wordt gezien, ziet het kabinet de top als uitgelezen moment om op
politiek niveau bestaande overkoepelende intenties en afspraken te bestendigen, ook
ten aanzien van al bestaande succesvolle gezamenlijke migratie-inzet zoals bijvoorbeeld
op het vlak van opvang in de regio. De top zal niet het meest geëigende forum worden
voor het in detail bespreken van lopende afspraken of samenwerkingsverbanden die in
de regel zijn opgezet met afzonderlijke landen, en niet met de AU als geheel. Het
kabinet verwacht dan ook niet dat er zal worden onderhandeld over zaken als een tijdlijn
en meetbare uitvoering ten aanzien van migratie en mobiliteit.
Tot slot, welke afspraken verwacht de Minister dat er mogelijk zijn tussen de EU en
Afrika ten aanzien van het thema veiligheid en stabiliteit, en terrorismebestrijding
in het bijzonder? Wat is hierbij de concrete inzet van Nederland?
13. Antwoord van het kabinet:
Veiligheid en stabiliteit vormt een belangrijk thema op de top en zal ook terugkomen
in de politieke slotverklaring die bij de top moet worden aangenomen. De verwachting
van het kabinet is dat de top vooral het politieke commitment zal herbevestigen om
de EU-AU samenwerking op dit vlak verder te versterken. Daarbij moet worden gedacht
aan versterkte uitvoering van het MoU met de AU uit 2018 ten aanzien van vrede, veiligheid
en governance, waarin de aanpak van radicalisering en terrorisme en het adresseren van de grondoorzaken
van conflict belangrijke elementen zijn. Bij de top zal de EU zich ook opnieuw committeren
om, waar mogelijk, Afrikaanse stabilisering- en veiligheidsinzet actief te ondersteunen,
via bijvoorbeeld civiele en militaire missies zoals die al bestaan in o.a. de Sahel,
Somalië en Mozambique. Nederland en de EU zullen daarbij in ieder geval ook het belang
onderstrepen van het naleven van mensenrechten en het internationaal humanitair recht,
alsook de geïntegreerde aanpak met aandacht voor grondoorzaken van conflict. Onder
dit thema zet Nederland specifiek in op verdere ondersteuning van Afrikaanse initiatieven
om Illicit Financial Flows tegen te gaan. Tot slot vraagt Nederland t.a.v. terrorismebestrijding nadrukkelijk
aandacht voor de toenemende dreiging van spillover van extremistisch geweld vanuit
de Sahel naar kustlanden van West-Afrika, waarbij de inzet op grondoorzaken eveneens
essentieel is.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geagendeerde
stukken voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich). Deze leden hebben nog
enkele vragen aan de Minister.
Mali
De leden van de D66-fractie zijn tevreden met de Europese sancties jegens de Wagner
Group en de rol die Nederland hierin heeft gespeeld. Deze leden zijn verder ook benieuwd
naar het raamwerk van de Europese Raad voor autonome EU-sancties tegen personen en
entiteiten die de vrede, stabiliteit, veiligheid en politieke transitie van Mali bedreigen.
Kan de Minister verder uitweiden wat dit raamwerk en haar mogelijke effecten precies
inhouden? In hoeverre kan dit raamwerk de huidige Malinese transitieautoriteiten bijvoorbeeld
op voorhand doen afschrikken over het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst met
de Wagner Group?
14. Antwoord van het kabinet:
Dankzij het nieuwe raamwerk in kwestie kan de EU autonome sancties opleggen jegens
personen en entiteiten die de vrede, stabiliteit, veiligheid en stabiliteit van Mali
bedreigen of de politieke transitie belemmeren. Deze sancties behelzen reisverboden,
het bevriezen van tegoeden en het verbod om middelen beschikbaar te stellen. Er staan
op dit moment geen personen of entiteiten op de desbetreffende lijst.
Vooralsnog ontkennen de Malinese transitieautoriteiten dat er sprake zou zijn van
een ontplooiing van een private militaire onderneming in Mali. Met dit raamwerk heeft
de EU een extra instrument om maatregelen te nemen tegen onder meer de Malinese transitieautoriteiten,
en hen zodoende te ontmoedigen een samenwerkingsovereenkomst met de Wagner Groep aan
te gaan.
Zoals aan Uw Kamer gemeld5 en in lijn met de motie van het lid Sjoerdsma c.s.6 zet Nederland in op maatregelen in geval van een samenwerkingsovereenkomst tussen
de Malinese transitieautoriteiten en de Wagner Group, waarbij ook sancties tot de
mogelijkheden behoren. Het kabinet bepleit dat mogelijke sancties in verhouding staan
met de omvang en aard van een eventuele samenwerkingsovereenkomst tussen beide partijen.
Kan de Minister ook uitweiden over het gezamenlijke diplomatieke statement van Nederland
waarbij wordt aangegeven dat de Malinese transitieautoriteiten publieke fondsen hebben
gebruikt om buitenlandse huurlingen in te huren?7 Wijst dit volgens de Minister op een samenwerkingsovereenkomst tussen Malinese transitieautoriteiten
en de Wagner Group? Zo ja, zijn er wat betreft een dergelijke constatering bewijzen?
Wat zijn potentiële volgende stappen die de Europese Raad op een dergelijk bewijs
zal nemen? Welke rol speelt Nederland hierin? Welke geopolitieke als militaire implicaties
zouden deze ontwikkelingen kunnen hebben voor de MINUSMA-missie? Hoe denken de andere
deelnemende landen aan deze missie hierover?
15. Antwoord van het kabinet:
Er is geen aanvullende informatie bekend over de ondertekening van een samenwerkingscontract
tussen de Malinese autoriteiten en de Wagner-groep. Zoals aan uw Kamer gemeld, is
de Russische private militaire onderneming Wagner-groep volgens verschillende bronnen
momenteel actief in Mali. Voorts kan de aanwezigheid van Russische (para)militaire
eenheden in Centraal-Mali bevestigd worden. Voor deze eenheden is onbekend of dit
specifiek de Wagner-groep betreft. Als sprake is van inzet van een private militaire
onderneming in Mali, zoals de Wagner-groep, zal deze bekostigd moeten worden uit publieke
middelen. In het gezamenlijke diplomatieke statement wordt aangegeven dat deze keuze
wordt betreurd, omdat deze middelen bijvoorbeeld ten goede hadden kunnen komen aan
de Malinese bevolking.
De potentiële vervolgstappen van de Europese Raad alsook de eventuele implicaties
voor de VN-missie MINUSMA hangen af van de precieze aard en omvang van een eventuele
samenwerking. Het kabinet blijft de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten houden.
Nederland blijft in nauw contact met zijn partners, de EU en de VN over de standpunten
en ontwikkelingen ten aanzien van de Wagner-groep en mogelijke gevolgen voor de internationale
inzet in Mali. Hierbij benadrukt het kabinet wederom dat de maatregelen in verhouding
dienen te zijn met de aard en omvang van een eventuele samenwerkingsovereenkomst.
Zoals reeds toegezegd, zal het kabinet uw Kamer nader schriftelijk informeren zodra
meer bekend is over de inzet en/of een mogelijke overeenkomst.
Litouwen
De leden van de D66-fractie zijn ontevreden over het ontbrekende antwoord van de EU
op de blokkade van importproducten uit Litouwen die China afgelopen december heeft
ingesteld. Hoe beoordeelt de Minister deze situatie?
16. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet deelt de zorgen t.a.v. de handelsbeperkende maatregelen die China heeft
ingesteld in reactie op de opening van een handelskantoor («Taiwanese Representative Office») in Litouwen. Litouwen rapporteert belemmeringen van Chinese import uit en export
naar Litouwen, en druk op multinationals om geen Litouwse onderdelen meer te gebruiken
in het productieproces. Tijdens politieke consultaties met China heeft het kabinet
aangegeven dat de Chinese maatregelen richting Litouwen ook hun weerslag hebben op
de bredere EU-China relatie. Ook op andere momenten heeft het kabinet zich solidair
met Litouwen getoond. Op 8 december jl. heeft de EU, met volledige instemming van
Nederland, zijn solidariteit met Litouwen uitgesproken ten aanzien van deze kwestie.
De EU blijft bij China opheldering vragen om tot een oplossing van de situatie te
komen. Voorzitter van de Europese Commissie von der Leyen en Handelscommissaris Dombrovskis
hebben recentelijk aangegeven de situatie nauwlettend te volgen. Er wordt door de
EU informatie verzameld zodat getoetst kan worden of China voldoet aan de verplichtingen
van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Tijdens Gymnich zullen de lidstaten naar verwachting
de Europese reactie op de Chinese druk op Litouwen verder bespreken. Nederland zal
daarbij aandringen op EU-solidariteit. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft dit
ook benadrukt in zijn gesprek met HV Borrell van 11 januari jl.
Wat is momenteel de consensus binnen de Europese Raad wat betreft de te nemen maatregelen?
Waarom blijft een antwoord voorlopig uit? Hoe staat het bijvoorbeeld met het nieuwe
«antidwanginstrument» van de Europese Commissie, ook om dergelijke praktijken in de
toekomst beter het hoofd te kunnen bieden? Kan de Minister toezeggen dit onderwerp
op te brengen bij de aankomende informele Raad Buitenlandse Zaken?
17. Antwoord van het kabinet:
Zie ook het antwoord op vraag 16. Het kabinet zet zich ervoor in dat
lidstaten elkaar zo snel mogelijk informeren, onder andere via het in april overeengekomen
rapid alert system, op het moment dat zij te maken krijgen met economische of diplomatieke druk uit
derde landen. Daarbij acht het kabinet het van belang dat hier ook zoveel mogelijk
in gezamenlijkheid op wordt gereageerd, zoals door middel van gezamenlijke verklaringen.
Verder heeft de Commissie op 8 december 2021 het wetsvoorstel voor een anti-dwang
instrument gepubliceerd dat tot doel heeft om de EU in staat te stellen om onder voorwaarden
te reageren op economische dwang door derde landen. Dit wetsvoorstel zal komende tijd
onder het Franse EU-voorzitterschap nader besproken worden in de Raad. Uw Kamer zal
zoals gebruikelijk via een BNC-fiche geïnformeerd worden over de kabinetspositie ten
aanzien van het voorstel, waarin onder andere aandacht zal zijn voor het toepassingsbereik
van het instrument. Tijdens de informele Raad Buitenlandse Zaken is het kabinet voornemens
de publicatie van het wetsvoorstel te verwelkomen.
Franse EU-voorzitterschap
De leden van de D66-fractie kijken met belangstelling naar de ontwikkelingen rondom
het Franse EU-voorzitterschap in 2022. Wat is de Nederlandse strategie ten opzichte
van dit ambitieuze voorzitterschap? Op welke manier kan Nederland tijdens dit voorzitterschap
een constructieve rol spelen? Hoe denkt de Minister tijdens dit voorzitterschap samen
met andere EU-lidstaten een leidende rol te nemen om de EU slagvaardiger, economisch
sterker, groener en veiliger te maken? Welke verhoogde diplomatieke middelen worden
er hiervoor ingezet? Welke concrete stappen op geopolitiek vlak kunnen volgens het
kabinet tijdens dit voorzitterschap daadwerkelijk gerealiseerd worden? Hoe denkt Nederland
hier precies aan bij te dragen?
18. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet zal in de eerste plaats bij het Franse voorzitterschap het belang blijven
onderstrepen van de prioriteiten uit het coalitieakkoord (Kamerstuk 35 788, nr. 77) om daarmee de EU slagvaardiger, economisch sterker, groener en veiliger te maken.
Daarnaast zal het kabinet onderwerpen voor het voetlicht brengen in lijn met de Kamerbrief
voor de Staat van de Unie 20218, kort samengevat: migratie, veiligheid, economie, klimaat, extern beleid en een beter
functioneren van de EU, en in het verlengde daarvan voor aansluiting bij de Strategische
Agenda 2019–2024 die de Europese Raad in juni 2019 aannam. Hiertoe is voorafgaand
aan het voorzitterschap op ministerieel en ambtelijk niveau contact geweest. Hierbij
is toegezegd dat onze inzet is ertoe bij te dragen het voorzitterschap tot een succes
te maken. Deze contacten zullen tijdens het voorzitterschap worden voortgezet. Op
het gebied van het externe EU-beleid is de verwachting dat het Strategisch Kompas
de belangrijkste concrete deliverable van het Franse voorzitterschap zal worden. Daarnaast is bekend dat het Franse voorzitterschap
belang hecht aan de voorziene EU-AU top en het concreet implementeren van de Indo-Pacific
strategie. Nederland hecht eraan dat er deze belangrijke thema’s tijdens het Franse
voorzitterschap concrete resultaten kunnen worden geboekt en zal zich daarvoor inspannen.
De leden van de D66-fractie zijn verheugd met Frankrijks visie over een «een nieuw
groeimodel voor Europa». Hoe oordeelt de Minister deze visie als beschreven in de
speech van Emmanuel Macron van 13 december jl.?9 Hoe oordeelt de Minister bijvoorbeeld over het mogelijk herzien van het Europese
budgettaire raamwerk zoals beschreven in deze speech? Hoe denkt de Minister over de
andere specifieke elementen uit dit «nieuwe groeimodel voor Europa»?
19. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet heeft met interesse kennis genomen van de speech van Emmanuel Macron waarin
hij een aantal prioriteiten naar voren brengt voor het EU beleid op het terrein van
industrie en werkgelegenheid, klimaat, digitalisering en sociaalbeleid en ingaat op
het herzien van het budgettaire raamwerk. Ook kondigt hij een top aan in maart dit
jaar van staatshoofden en regeringsleiders over een nieuw groeimodel voor Europa.
Het kabinet steunt veel van de prioriteiten zoals genoemd door president Macron en
hecht eraan Europa economisch sterker te maken en de groene en digitale transitie
te stimuleren. Voor de Nederlandse positie op de verschillende door president Macron
genoemde onderwerpen verwijst het kabinet in eerste instantie naar de verschillende
BNC-fiches en Kamerbrieven ter zake. Zoals aangegeven in het coalitieakkoord van 15 december
2021, zal het kabinet zich inzetten voor een gezond en prudent macro-economisch beleid
en benodigde hervormingen door lidstaten, gericht op houdbare schulden, meer economische
groei en opwaartse convergentie. Het kabinet benadert een modernisering van het Stabiliteits-
en Groeipact (SGP) constructief, wanneer deze is gericht op de houdbaarheid van de
schulden en opwaartse economische convergentie. Bij het bovenstaande stelt het kabinet
effectieve handhaving als eis. Het kabinet zal uw Kamer nader informeren in de aanloop
naar de eerdere genoemde top van staatshoofden en regeringsleiders.
De leden van de D66-fractie kijken met belangstelling naar Frankrijks visie wat betreft
de stabiliteit en welvaart in derde landen, zoals beschreven in dezelfde speech, waarbij
specifiek Afrika en de Westerse Balkan worden beschreven. Is het kabinet een voorstander
van een dergelijke visie? Zo ja, op welke manier zal Nederland tijdens en na het Franse
voorzitterschap zich inzetten om deze visie te realiseren? Wat zijn eventuele belemmeringen
hierbij? Hoe kunnen deze belemmeringen gemitigeerd worden?
20. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet deelt de visie dat het bevorderen van stabiliteit en welvaart in het nabuurschap,
waaronder intensievere samenwerking met en ondersteuning van de landen op de Westelijke
Balkan en in Sub Sahara Afrika in het belang zijn van de Europese Unie. Dit wordt
gereflecteerd in het nieuwe coalitieakkoord, waarin staat dat veranderende machtsverhoudingen
en instabiliteit rondom Europa, evenals de opstelling van landen als China en Rusland,
vragen om een actievere inzet op de bescherming van onze vrijheid, veiligheid en welvaart.
Nederland en de EU hebben internationale partners nodig om mondiale uitdagingen het
hoofd te bieden zoals klimaatverandering, pandemiebestrijding, irreguliere migratie,
het bevorderen van economisch herstel en het verminderen van ongelijkheid. Niet alleen
uit welbegrepen eigenbelang, de EU wordt immers geraakt door instabiliteit aan de
buitengrenzen, maar ook vanuit het perspectief van het bevorderen van de internationale
rechtsorde en mensenrechten, die wereldwijd onder druk staan. De visie van het Franse
voorzitterschap vormt reeds in belangrijke mate de inzet in EU-verband.
Strategisch Kompas
Ten slotte kijken de leden van de D66-fractie met belangstelling uit naar de herziene
versie van het Strategisch Kompas. Wat zal de specifieke Nederlandse inzet zijn bij
de informele Raad op dit punt? Wat is het politieke krachtenveld hierbij? Welke risico’s
verwacht de Minister in dit proces? Hoe denkt de Minister deze risico’s te mitigeren?
Op welke manier kan Nederland hierbij een actieve en constructieve rol spelen?
21. Antwoord van het kabinet:
De EU deelde op 6 januari jl. een tweede conceptversie van het Strategisch Kompas
met de lidstaten. Het (vertrouwelijke) document is voor uw Kamer beschikbaar via EU Delegates Portal. In de beantwoording van het SO Strategisch Kompas komt het kabinet tegemoet aan
het verzoek van uw Kamer om een (openbare) appreciatie van de belangrijkste wijzingen
ten opzichte van de eerste conceptversie.
Het kabinet is voornemens tijdens de gezamenlijke sessie met de Ministers van Buitenlandse
Zaken en de Ministers van Defensie over het Strategisch Kompas deze tweede conceptversie
te verwelkomen. Voor Nederland belangrijke aandachtspunten zoals beschreven in de
kabinetsappreciatie komen hierin nadrukkelijker naar voren en zijn verder uitgewerkt.
Het ambitieniveau is bovendien behouden. Daarnaast is het kabinet voornemens het belang
van transparantie in alle stappen van het besluitvormingsproces te onderstrepen te
bepleiten en op te roepen tot een spoedige nieuwe gezamenlijke EU-NAVO verklaring.
Het kabinet zal zich actief blijven inzetten om ervoor te zorgen dat het ambitieniveau
bij de onderhandelingen in de Raad niet verwatert. Nederland zal daartoe in de onderhandelingen
op alle niveaus in Brussel een actieve rol blijven spelen en samen met andere lidstaten
steun uitspreken voor de nieuwste conceptversie van het Strategisch Kompas. Nederland
zal hier ook aandacht aan besteden in de bilaterale contacten met EU-lidstaten.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie en reactie van bewindspersoon
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) op 13 en 14 januari 2022. Deze leden hebben
de volgende vragen en opmerkingen.
Algemeen
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister aan te geven hoe wordt opgelost dat
dit een informele Raad is, en er mogelijk toch acute actie en daarmee besluitvorming
van de EU wordt gewenst gezien de ontstane situatie in Oekraïne en in Kazachstan.
22. Antwoord van het kabinet:
Tijdens een informele Raad kunnen geen Raadsconclusies of Raadsbesluiten worden aangenomen.
Dat neemt niet weg dat de Lidstaten handelingsperspectieven kunnen bespreken of dat
de discussie tot een uitkomst kan leiden op basis waarvan de Hoge Vertegenwoordiger
en de Europese Dienst Extern Optreden posities kunnen innemen of kunnen handelen.
Oekraïne
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister in het verslag van deze informele Raad
tevens een verslag op te nemen van het bezoek van Hoge Vertegenwoordiger Josep Borrell
aan Oekraïne deze week. Borrell ziet nadrukkelijk een rol voor de EU in het de-escaleren
van de situatie, dat wil zeggen in de bemiddeling tussen de Verenigde Staten en Rusland;
de leden van de CDA-fractie vragen de Minister welke rol er dan ligt voor de EU. Deze
leden vragen de Minister of daarbij rekening wordt gehouden met verschillende scenario’s
waarin de EU een rol kan en moet spelen en voor elk van deze scenario s dus al duidelijk
is welke rol de EU kan gaan spelen.
23. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet is van mening dat de EU een belangrijke rol heeft bij het bevorderen van
stabiliteit, vrede en veiligheid in Europa, waarbij er sprake moet zijn van nauwe
samenwerking met de NAVO en OVSE. Tevens vinden er nauwe consultaties plaats tussen
de VS en Europese partners. Nederland zal tijdens Gymnich andermaal het belang van
nauwe samenwerking en een gecoördineerde aanpak tussen de EU en NAVO op dit dossier
onderstrepen. Als grootste handelsblok ter wereld dient de EU, indien de gebeurtenissen
daar aanleiding toe geven, zijn economische macht te gebruiken om verdere verslechtering
van de situatie te voorkomen. De inzet van de EU t.b.v. de ontwikkeling van een sterk
sanctiepakket is daarbij essentieel, naast de inzet op een serieuze dialoog en de-escalatie.
Het draagt niet bij aan de-escalatie om te speculeren over verschillende scenario’s
en welke rol de EU daarin zou kunnen spelen.
Rusland beweert de steun van China te genieten in de opbouw van de spanningen aan
de Oekraïense grens. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister dit te verifiëren
en wanneer dat zo is welke implicaties daarvan uitgaan.
24. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet is hiermee niet bekend. Indien daar aanleiding voor is zal het kabinet
eventuele implicaties hiervan met internationale partners bespreken.
Tevens vragen deze leden de Minister om zich waar mogelijk uit te spreken over de
vrijheid van Finland en Zweden om over de eigen veiligheidsagenda te gaan en daar
naar eigen believen invulling aan te geven.
25. Antwoord van het kabinet:
Inzake mogelijke toetreding tot de NAVO of andere organisaties van staten staan voor
Nederland de afspraken uit de Slotakte van Helsinki voorop. Daarin is afgesproken
dat soevereine staten zelf beslissen of zij een bondgenootschap aan gaan en hoe zij
dat doen. Daarmee is de vraag of Finland en Zweden toe zouden kunnen treden uitdrukkelijk
enkel aan deze landen zelf en aan de 30 NAVO-bondgenoten. Ook de EU onderschrijft
dit standpunt.
Kazachstan
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of de situatie in Kazachstan besproken
wordt en op welke manier de EU daarbij betrokken is. Deze leden vragen de Minister
een toelichting te geven op de vredesmacht onder leiding van Rusland die richting
Kazachstan optrekt om orde te herstellen.
26. Antwoord van het kabinet:
De situatie heeft de volle aandacht van zowel het kabinet als de EU zoals ook benadrukt
in de EU verklaring van 5 januari jl.10. De ontwikkelingen in Kazachstan volgen elkaar snel op, inclusief ten aanzien van
de inzet van buitenlandse troepen via de Collectieve Veiligheidsverdragsorganisatie
(CVVO). Volgens berichten hebben Rusland en Belarus inmiddels troepen gestuurd naar
Kazachstan. In totaal zou de CVVO 2500 troepen willen sturen naar Kazachstan.
Zij maken zich grote zorgen over de ontstane situatie in Kazachstan, er is echter
weinig informatie daarom is het volgens de leden van de CDA-fractie van groot belang
dat journalisten en onafhankelijke verslaglegging van de ontwikkelingen gestand houdt.
Deze leden vragen de Minister hoe de onafhankelijke pers in Kazachstan en het middenveld
gesteund kunnen worden om informatievoorziening in stand te houden. Tevens maken deze
leden zich zorgen over de mensenrechten in Kazachstan. Zij vragen de Minister in EU-verband
aan te kaarten om de mensenrechtensituatie nauwlettend te monitoren en EU-waarnemers
naar Kazachstan te sturen. De leden van de CDA-fractie vragen aangaande Kazachstan
ten slotte hoe het staat met de oppositie en welke rol ze kunnen spelen in de de-escalatie
van de ontstane situatie.
27. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet deelt de zorgen omtrent de gebrekkige toegang tot informatie. De EU heeft
op 5 januari jl. in een verklaring opgeroepen tot bescherming van de persvrijheid
en van toegang tot informatie, zowel online als offline. Het kabinet sluit zich hierbij
volledig aan en brengt zijn zorgen waar mogelijk ook bilateraal op bij de Kazachse
autoriteiten.
Ook in EU-verband brengt het kabinet het belang van de mensenrechtensituatie op.
Aangezien de situatie in Kazachstan nog niet volledig duidelijk is, kan het kabinet
op dit moment geen appreciatie geven ten aanzien van een mogelijke rol voor de oppositie
in de de-escalatie van de huidige situatie.
Veiligheidssituatie Oost-Europa
De Minister noemt de motie Brekelmans c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2433) waarin staat dat de Russische agressie voorkomen moet worden met de dreiging van
een uitgebreid sanctiepakket. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of een
dergelijk EU-sanctiepakket in de maak is.
28. Antwoord van het kabinet:
Zoals eerder met uw Kamer gedeeld is het kabinet van mening dat een eventuele inval
van Rusland in Oekraïne grote gevolgen en zware kosten moet hebben. De op elkaar afgestemde
conclusies van de Noord-Atlantische Raad en de Europese Raad van 16 december 2021
onderstrepen deze boodschap. Conform de motie Brekelmans c.s.11 zet Nederland zich actief in binnen EU-kader om een geloofwaardig en zwaar pakket
afschrikwekkende maatregelen voor te bereiden. Daarbij is het van belang om alle opties
op tafel te houden. Op de precieze aard van mogelijke sancties die worden overwogen
kan het kabinet op dit moment niet ingaan.
Deze leden verzoeken de Minister bovendien om met zijn Nederlandse collega’s in kaart
te brengen welke Nederlandse sectoren hard worden getroffen bij eventuele sancties
aan het adres van Rusland. Zij vragen de Minister voorts om flankerend beleid op te
stellen zodat sancties wel afgekondigd kunnen worden en niet tegengehouden worden,
omdat deze te grote economische effecten in EU-landen hebben en vragen de Minister
dit bovendien in EU-verband aan te kaarten en ook daar te verzoeken om EU-middelen
vrij te maken om eventueel flankerend beleid op te stellen en middelen ter beschikking
te stellen wanneer er vergaande sancties aan Rusland moeten worden opgelegd.
29. Antwoord van het kabinet:
Wat betreft eventuele sancties benadrukt het kabinet dat het van belang is alle opties
op tafel te houden. Op de precieze aard van mogelijke sancties en de consequenties
daarvan kan het kabinet op dit moment niet ingaan. Zie ook de beantwoording van vraag
28.
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat de bereidheid om sancties op te leggen
vallen of staan bij de mate van pijn die we onze eigen economieën bereid zijn toe
te doen, wanneer de EU-landen deze pijn samen pakken wordt deze verlicht. Deze leden
vragen de Minister hierop te reflecteren en daar in het verslag van deze Raad op terug
te komen.
30. Antwoord van het kabinet:
Op de precieze aard van sancties die worden overwogen en de consequenties daarvan
kan het kabinet op dit moment niet ingaan. Zie ook de beantwoording van vraag 28 en
29.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister een update te geven van de cyberactiviteiten
van Rusland gedurende de afgelopen maanden in hoeverre deze zijn toegenomen.
31. Antwoord van het kabinet:
Rusland is één van de statelijke actoren waarvan onderkend is dat het een offensief
cyberprogramma gericht tegen Nederlandse belangen heeft. Zoals in zowel het meest
recente Dreigingsbeeld Statelijke Actoren van de AIVD, MIVD en NCTV, als de jaarverslagen
van de diensten is opgenomen, vormen voorbereidingshandelingen vanuit Rusland voor
digitale verstoring en sabotage een potentiële dreiging voor Nederland en Europa.
Ook is bekend dat de Russische inlichtingen- en veiligheidsdiensten wereldwijd inlichtingen
verzamelen over buitenlandbeleid om het streven naar geopolitieke invloed te ondersteunen,
ook via digitale spionage. Nederland is hierbij in het verleden meermaals doelwit
geweest. Deze analyse is onverminderd relevant.
Zoals in het Cybersecurity Beeld Nederland is opgenomen geldt in algemene zin dat
(statelijke) actoren vaak opportunistisch zijn en snel acteren waar het aankomt op
het exploiteren van nieuwe kwetsbaarheden in processen, technologie en menselijk gedrag.
Daarom blijft het kabinet ook prioriteit geven aan het vergroten van de digitale weerbaarheid
van bedrijven en organisaties. Een verhoogde weerbaarheid kan ook een afschrikkende
werking hebben.
Nu de Europese Ministers van Buitenlandse Zaken en de Ministers van Defensie samen
zijn tijdens deze informele Raad vragen de leden van de CDA-fractie of er ook verschillende
scenario’s besproken worden aangaande veiligheidsgaranties voor de Oostelijke lidstaten.
32. Antwoord van het kabinet:
Voor de NAVO geldt als fundament het concept van collectieve zelfverdediging zoals
neergelegd in artikel 5 van het NAVO-Verdrag. Het draagt niet bij aan de-escalatie
om in te gaan op de verschillende scenario’s.
Strategisch Kompas
Deze leden vragen wanneer het Strategisch Kompas, ervan uitgaand dat deze inderdaad
in maart 2022 wordt vastgesteld, tot werkelijke praktisch uitvoering leidt bijvoorbeeld
als het gaat om de speerpunten van de Nederlandse regering op het gebeid van een snel
inzetbare capaciteit, een hybride toolbox en versterking van de EU-NAVO-samenwerking.
33. Antwoord van het kabinet:
De voorgestelde maatregelen in het concept Strategisch Kompas zijn gekoppeld aan concrete
doelstellingen en heldere tijdlijnen.
In dit verband zouden nog dit jaar operationele inzetscenario’s worden uitgewerkt
om de taakstelling en eventuele inzet van de EU Rapid Deployment Capacity te concretiseren. Vanaf 2023 kunnen op basis van deze scenario’s regelmatig oefeningen
plaatsvinden. Vanaf 2025 zou de EU dan in staat moeten zijn om deze Rapid Deployment Capacity in te zetten. Daarnaast is het streven dat de Military Planning and Conduct Capability (MPCC) van de EU vanaf 2025 twee kleinschalige executieve EU-operaties of één middelgrote
executieve EU-operatie kan plannen en aansturen. Het MPCC stuurt op dit moment al
de non-executieve trainingsmissies aan. Ook de uitwerking van de EU Hybrid Toolbox, als kader voor een gecoördineerde aanpak tegen hybride dreigingen, zou na aanname
van het Strategisch Kompas nog dit jaar starten.
Momenteel wordt er door de internationale staf van de NAVO en door de EDEO gewerkt
aan een nieuwe Gezamenlijke Verklaring. Deze concepttekst is nog niet gedeeld met
de lidstaten en bondgenoten. Nederland zet zich in nauwe samenwerking met partners
in zowel EU als NAVO-kader in voor spoedige aanname van de Verklaring, die in moet
spelen op de veranderende veiligheidscontext en nieuwe uitdagingen, zoals nieuwe disruptieve
technologieën, klimaatverandering, hybride dreigingen en desinformatiecampagnes. De
versterking van EU-NAVO samenwerking is wat het kabinet betreft van belang; verankering
van de samenwerking in een nieuwe EU-NAVO verklaring versterkt die ambitie. Het kabinet
pleit daarbij voor het maximaliseren van complementariteit en het zoveel mogelijk
vermijden van doublures met de NAVO.
Relatie EU-China
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of de diplomatieke deelname van EU-landen
aan de opening van de Olympische Winterspelen in China wordt besproken. Wanneer dat
niet het geval is, waarom niet, en wat is de voortgang daaromtrent?
34. Antwoord van het kabinet:
Diplomatieke deelname aan de Olympische Winterspelen is niet geagendeerd. Een definitief
besluit over het niveau van eventuele aanwezigheid van NL officiële delegaties bij
de Olympische Spelen is nog niet genomen. Nederland vindt het wenselijk om in EU-kader
zoveel mogelijk gezamenlijk op te trekken en heeft hierover contact met EU-partners.
Litouwen
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister nadrukkelijk aan de Litouwse collega’s
te vragen hoe de situatie is met China en daarvan verslag te doen.
35. Antwoord van het kabinet:
Ik zal bij de kennismaking met de Litouwse collega de huidige relatie met China opbrengen.
Overigens heeft Nederland op diverse niveaus contact met Litouwen over de huidige
situatie. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft ten aanzien van de huidige situatie
het belang van EU-eenheid benadrukt in zijn gesprek met HV Borrell van 11 januari
jl. Relevante informatie die tijdens Gymnich wordt besproken wordt vanzelfsprekend
opgenomen in het verslag aan de Kamer.
Lunch met AU Commissievoorzitter Moussa Faki
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister aan te geven of de Nederlandse Afrika-taskforce
iets kan betekenen in het bereiken van de inzet van de regering tijdens de EU-AU Top.
Deze leden vragen bovendien of de connectiviteit tussen Europa en Afrika onderdeel
is van de inzet. Deze leden denken daarbij aan de logistieke connectiviteit, maar
ook de digitale connectiviteit.
36. Antwoord van het kabinet:
De Nederlandse Afrika Taskforce komt gemiddeld vier keer per jaar bijeen. Tijdens
deze bijeenkomsten worden de leden ook geïnformeerd over relevante ontwikkelingen
tussen de EU en de AU. De agenda van de Taskforce is voornamelijk gericht op de behoeften
van de negen ondernemers die lid zijn en daarmee op concrete uitdagingen en kansen
voor sectoren en bedrijven.
Het versterken van connectiviteit vormt een belangrijk onderdeel van de inzet van
de Europese Unie voor de EU AU top in februari. In het beoogde Europese investeringspakket
genoemd in de Geannoteerde Agenda voor deze Gymnich, zijn voorstellen opgenomen ter
versterking van onder meer de logistieke en digitale connectiviteit. Deze inzet past
binnen het kader van de mededeling die de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger
op 1 december 2021 uitbrachten over de Global Gateway, de mondiale connectiviteitsstrategie
van de EU12. Uw Kamer ontvangt hierover binnenkort een BNC-fiche.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister eveneens of er met de Afrikaanse landen
en wellicht kan dat in AU-verband, afspraken worden gemaakt over de vervolging van
mensensmokkelaars, zodat deze bij de overgang van een landsgrens niet buiten jurisdictie
vallen.
37. Antwoord van het kabinet:
Internationale vervolging van mensensmokkelaars en hun organisaties is een prioriteit
voor het kabinet, in het bijzonder waar zij opereren langs migratieroutes. Nederland
maakt afspraken en probeert de operationele samenwerking met landen van herkomst en
transit te verbeteren. Dit gebeurt momenteel vooral via verschillende regionale processen,
zoals het Khartoum Proces en het Rabat Proces. Hier nemen Afrikaanse en Europese landen
aan deel. Verdere afspraken over de vervolging van mensensmokkelaars juicht het kabinet
toe. De operationele samenwerking, zoals informatiedeling, blijft in de praktijk lastig.
De EU-AU top zal met name een belangrijk moment zijn – en het kabinet zal zich daar
zo nodig ook voor inzetten – om op politiek niveau het gezamenlijke Europese en Afrikaanse
commitment om mensensmokkel aan te pakken te herbevestigen. Naar verwachting zal de
top niet het geëigende forum zijn om bestaande samenwerkingsverbanden in detail te
bespreken.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de SP-fractie hebben de agenda voor de aankomende informele Raad Buitenlandse
Zaken (Gymnich) gelezen. Deze leden hebben hier nog een aantal vragen over.
Strategisch Kompas
De leden van de SP-fractie constateren dat er bij deze informele Raad zal worden gesproken
over een herziene versie van het Strategisch Kompas. Kan de Minister ingaan op de
verschillen tussen deze versie en de eerste versie betreffende toon en inhoud? Is
de Minister tevreden met de veranderingen? Kan de Minister ingaan op het krachtenveld
omtrent de aanname van het Strategisch Kompas, en welke passages in het Strategisch
Kompas leveren het meeste discussie op?
38. Antwoord van het kabinet:
De (openbare) kabinetsappreciatie van de tweede conceptversie van het Strategisch
Kompas, inclusief
de belangrijkste wijzingen ten opzichte van de eerste conceptversie, komt uw Kamer
in de beantwoording van het Schriftelijke Overleg Strategisch Kompas toe, dat gelijktijdig
met de beantwoording van dit SO aan uw Kamer wordt verstuurd. De
tweede conceptversie van het Strategisch Kompas is tevens als (vertrouwelijke) document
voor uw Kamer beschikbaar via EU Delegates Portal.
De ambities op deelonderwerpen uit het Strategisch Kompas kunnen verschillen tussen
lidstaten, maar de Hoge Vertegenwoordiger is erin geslaagd een goed gebalanceerd document
op te stellen. Tijdens een gezamenlijke sessie met de Ministers van Buitenlandse Zaken
en Defensie tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 15 november jl. spraken veel lidstaten
waardering uit voor de eerste conceptversie van het Strategisch Kompas. Over het algemeen
stelden lidstaten er hun inbreng voldoende in terug te zien.
Veiligheidssituatie Oost-Europa
De leden van de SP-fractie lezen dat er zal worden gesproken over de helaas nog steeds
oplopende spanningen in Oost-Europa. Hoe denkt de Minister over de effectiviteit van
sancties tegenover Rusland? Zijn er volgens de Minister alternatieven denkbaar die
effectiever zijn?
39. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet zet enerzijds in op de-escalatie en dialoog, bijvoorbeeld in de NAVO-Rusland
Raad, maar benadrukt anderzijds dat Rusland een hoge prijs zal betalen voor verdere
agressie. Dit doet het kabinet in nauwe samenwerking met bondgenoten en partners in
de NAVO, de EU en de OVSE en in gesprek met Oekraïne en met gelijkgestemden. Over
de precieze aard van sancties die worden overwogen en de effectiviteit daarvan kan
het kabinet op dit moment niet ingaan. Zie ook de beantwoording van vraag 28, 29 en
30.
Relatie EU-China
De leden van de SP-fractie constateren dat er gesproken zal worden over de relatie
EU-China. Wat zijn de belangrijkste knelpunten in de relatie tussen de EU- en China?
Is het juist dat de relaties tussen de EU en China momenteel behoorlijk bekoeld zijn?
Hoe staat het met de plannen om import van producten die gemaakt worden met behulp
van dwangarbeid (bijvoorbeeld door Oeigoeren) uit te sluiten middels wetgeving?
40. Antwoord van het kabinet:
De EU-China relatie bevindt zich in onrustig vaarwater. Op dit moment vormen de diverse
maatregelen die China heeft genomen tegen Litouwen een belangrijk aandachtspunt. Een
ander knelpunt in de relatie is de mensenrechtensituatie in China. De listing van 4 personen en 1 entiteit onder het EU-mensenrechtensanctieregime in maart 2021
en de daaropvolgende Chinese sancties tegen Europese parlementariërs en academici
geven blijk van de spanningen op dit vlak. Zolang de Chinese sancties van kracht zijn,
is voortgang op het investeringsverdrag met China geblokkeerd door het Europees parlement.
EU-Commissievoorzitter Von der Leyen heeft een importverbod aangekondigd voor producten
die tot stand zijn gekomen door middel van dwangarbeid. Het is nog onduidelijk op
welke manier dit precies wordt vormgegeven. Het is van belang dat een eventuele maatregel
uitvoerbaar en handhaafbaar is. Een maatregel gericht op het tegengaan van dwangarbeid
gerelateerd aan producten op de EU-markt dient WTO-conform te worden vormgegeven.
Lunch met AU Commissievoorzitter Moussa Faki
In de geannoteerde agenda valt te lezen dat er op de EU-AU Top afspraken gemaakt gaan
worden over versterkte samenwerking op de thema’s migratie en mobiliteit, veiligheid
en stabiliteit, gezondheid, onderwijs en multilaterale samenwerking. De leden van
de SP-fractie nemen graag vooraf kennis van de inzet van Nederland respectievelijk
de EU hierbij, alsmede de inhoud van de afspraken wanneer deze gemaakt worden. Ook
wordt een toelichting op de aard van de afspraken op prijs gesteld (dwingend/vrijblijvend,
naleving, handhaving).
41. Antwoord van het kabinet:
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld zal het kabinet als onderdeel van de geannoteerde
agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 24 januari verdere informatie verstrekken
over de Nederlandse (en de Europese) inzet bij de top. De afspraken die bij de top
zullen worden gemaakt zijn politiek van aard en derhalve niet juridisch bindend. De
top moet het gezamenlijke politieke commitment leveren om de samenwerking op de genoemde
onderwerpen verder uit te kunnen werken. De afspraken die bij de top zullen worden
gemaakt en de slotverklaring die zal worden overeengekomen zullen in ieder geval ook
op geëigende momenten op ministerieel niveau worden besproken, in de aanloop naar
een volgende EU-AU top.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) op 13 en 14 januari 2022. Deze leden hebben
de volgende vragen en opmerkingen.
Kazachstan
De leden van de PvdA-fractie volgen met ernst de ontwikkelingen die zich razendsnel
opvolgen in Kazachstan, waar demonstranten in meerdere steden in het land in opstand
zijn gekomen tegen de verdubbeling van lpg-prijzen en het regime van president Tokajev.
Met name zijn er grote zorgen over de berichten dat de door Rusland geleide militaire
alliantie CSTO te hulp is geroepen en dat er al tientallen demonstraten om het leven
zijn gekomen. Kan de Minister deze berichten bevestigen?
42. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet kan bevestigen dat Kazachstan publiekelijk ondersteuning heeft ingeroepen
van de Collectieve Veiligheidsverdragsorganisatie (CVVO). Kazachse autoriteiten spraken
afgelopen weekend over 164 sterfgevallen door de demonstraties. Het is niet duidelijk
of dit alleen demonstranten zijn of dat hier ook omgekomen veiligheidstroepen in zijn
meegenomen.
Is de Minister daarnaast bereid de situatie in Kazachstan te agenderen voor de informele
Raad Buitenlandse Zaken?
43. Antwoord van het kabinet:
De agendastelling van de informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) is in handen
van het Franse Voorzitterschap en de Hoge Vertegenwoordiger. Op moment van schrijven
is de situatie in Kazachstan (nog) niet toegevoegd aan de agenda voor de Gymnich van
13 en 14 januari, maar mogelijk komt dit aan de orde onder actualiteiten.
Naast de reeds gedane oproep van de EU-buitenlandchef Josep Borrell tot het respecteren
van fundamentele rechten in het land, welke additionele stappen zou de EU volgens
de Minister moeten zetten?
44. Antwoord van het kabinet:
Gezien de vele onduidelijkheden ten aanzien van de situatie in Kazachstan is het van
belang om de EU-positiebepaling zorgvuldig te bezien, binnen de kaders van de «Enhanced Partnership and Cooperation Agreement» tussen de EU en Kazachstan. Het kabinet steunt de verklaring van de EU van 5 januari
jl., waarin alle partijen in Kazachstan worden opgeroepen af te zien van acties die
kunnen leiden tot verdere escalatie van geweld. Ook onderstreept de EU het recht op
vreedzame demonstratie in Kazachstan, conform internationale verplichtingen die ook
Kazachstan heeft onderschreven. Op 7 januari jl. sprak de Hoge Vertegenwoordiger telefonisch
met de Kazachse Minister van Buitenlandse Zaken. Hij riep hierbij op tot de-escalatie
en bood EU-steun aan bij het zoeken naar een vreedzame oplossing. Het kabinet onderschrijft
deze boodschap.
En welke invloed verwacht de Minister dat de situatie in Kazachstan gaat hebben op
bijvoorbeeld de situaties in Belarus of aan de Russische-Oekraïense grens?
45. Antwoord van het kabinet:
Zoals het kabinet in zijn brief over de motie Stoffer (SGP) en Verhoeven (D66)13 schreef draagt de angst voor «kleurenrevoluties» eraan bij dat de Russische autoriteiten
in toenemende mate hun toevlucht nemen tot repressief optreden tegen (vermeende) bedreigingen
voor de gevestigde orde. Om die reden heeft de Russische staat zijn greep op de politiek,
de media, de maatschappij verder verstevigd. Ook in Belarus wordt elke binnenlandse
roep om verandering beantwoord met repressie en geweld. Het is nader te bezien of
de situatie in Kazachstan hierop van invloed is en hoe precies.
Lunch met AU Commissievoorzitter Moussa Faki
De leden van de PvdA-fractie nemen kennis van de lunchbijeenkomst over de EU-AU Top
die op de agenda staat. Hoewel wordt aangegeven dat het voor Nederland van belang
is «dat de Afrikaanse prioriteiten goed worden meegenomen in de voorbereiding van
de top», wordt slechts kort ingegaan op de aanpak van COVID-19 in Afrika. Dat terwijl
nog geen 1 op de 10 mensen in Afrika volledig gevaccineerd is en het door Nederland
onderschreven doel om eind 2021 tenminste 40% van de bevolking te vaccineren dus bij
lange na niet gehaald is. Dat gaat ook tegen het eigen belang in omdat men pas beschermd
is tegen COVID-19 als iedereen dat is. Niet verassend heeft dit dan ook de hoogste
prioriteit voor Afrikaanse regeringsleiders en de bevolking. Daarom vragen de leden
van de PvdA-fractie of de Minister bereid is om tijdens de lunch met AU Commissaris
Moussa Faki te benadrukken dat (a) de levering en distributie van vaccins aan Afrika
urgent is en blijft; (b) Nederland en de EU zich zullen blijven hardmaken om het doel
70% van de bevolking volledig te vaccineren in de zomer te behalen, en (c) er tevens
werk gemaakt moet worden van de steunprogramma’s voor Afrikaanse economieën zodat
zij de impact van COVID-19 kunnen absorberen en zich zo snel mogelijk kunnen herstellen.
Zo nee, waarom niet?
46. Antwoord van het kabinet:
Tijdens de lunchbijeenkomst met AU Commissievoorzitter Moussa Faki zal gesproken worden
over de voorbereiding van de zesde EU-AU top die op 17 en 18 februari in Brussel plaats
zal vinden. De top zal ook in het teken staan van COVID-19-respons en -herstel. Mede
in die context zal tijdens de lunch ook over dit onderwerp gesproken worden, al leent
deze lunch zich gezien de beperkte tijd en het grote aantal te bespreken onderwerpen
zich waarschijnlijk niet voor een bespreking in detail conform de gevraagde inzet.
Mede met het oog op een solidaire en efficiënte verdeling van vaccins wereldwijd,
staat voor het kabinet multilaterale samenwerking centraal bij de top, waaronder via
het internationale initiatief COVAX. Het kabinet blijft zich hiervoor inzetten en
voor de doelstelling van de WHO om medio 2022 70% van de bevolking wereldwijd in te
enten en draagt dit ook bilateraal en multilateraal uit. Nederland draagt financieel
EUR 245 miljoen bij aan de «Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A)» en doneert
daarnaast 27 miljoen vaccins waarvan 22,55 miljoen vaccins aan COVAX. De EU draagt
in totaal met USD 5,1 miljard bij aan ACT-A. Vaccindonaties vanuit Europese lidstaten
aan ontwikkelingslanden, overwegend via COVAX, zijn aan het einde van 2021 opgelopen
tot 380 miljoen. 255 miljoen hiervan zijn inmiddels daadwerkelijk afgeleverd. In totaal
streeft de EU er naar medio 2022 700 miljoen doses te hebben gedoneerd. Naast de levering
en distributie van vaccins blijft ook country readiness en de versterking van gezondheidssystemen van belang. Het kabinet steunt dan ook
het brede Europees investeringsplan dat bij de top zal worden gepresenteerd ter versterking
van de regionale en continentale economische integratie, de groene transitie, pandemische
paraatheid en werkgelegenheid.
Veiligheidssituatie Oost-Europa
De leden van de PvdA-fractie steunen de positie van het kabinet aangaande het voorbereiden
van Europese sancties bij verdere Russische agressie tegen Oekraïne. Gezien de ernst
van de situatie zouden deze sancties alleen een effect kunnen hebben als ze omvangrijk
en bijtend zijn. De nieuwe Minister van Buitenlandse Zaken van Duitsland heeft reeds
in december verklaard dat de gaspijpleiding Nord Stream 2 niet in gebruik moet komen
als de spanningen rond Oekraïne verder escaleren. Is de Minister het eens met deze
redenering en is hij bereid deze positie tijdens de informele RBZ kenbaar te maken?
Zo nee, waarom niet?
47. Antwoord van het kabinet:
Zoals blijkt uit het antwoord op vraag 28, 29, 30 en 39 is het kabinet van mening
dat een eventuele inval van Rusland in Oekraïne zware consequenties moet hebben. Op
de precieze aard van mogelijke sancties die worden overwogen kan het kabinet op dit
moment niet ingaan.
De nieuwe Duitse BZ-minister Baerbock heeft benadrukt dat de nieuwe Bondsregering
gecommitteerd is aan het door de vorige Bondsregering op 21 juli jl. met de VS gesloten
akkoord over Nord Stream 2 (onder andere over het nemen van maatregelen tegen Rusland,
indien Rusland energie als wapen tegen Oekraïne inzet of anderszins nieuwe agressieve
stappen zet tegen Oekraïne). Het kabinet heeft eerder al aangegeven dit akkoord te
verwelkomen, ook omdat het bijdraagt aan trans-Atlantische samenwerking ten opzichte
van Rusland.
Overigens geldt dat, aangezien Nord Stream 2 over Duits grondgebied loopt, de certificeringsprocedure
van deze pijpleiding (de goedkeuringsprocedure conform de EU-gasrichtlijn) wordt behandeld
door de bevoegde instantie in Duitsland (het Bundesnetzagentur). Nederland is niet
betrokken bij deze certificeringsprocedure, die zoals bekend november jl. voorlopig
is stilgelegd door het Bundesnetzagentur, omdat de Duitse dochteronderneming van Nord
Stream 2 vooralsnog niet voldoet aan de wettelijke eisen wat betreft de eigendomsstructuur.
Daarnaast vinden de leden van de PvdA-fractie het positief dat de Minister bereid
is te pleiten voor het voorbereiden van verdere sancties tegenover het Belarussische
regime. Daarbij is het van belang dat niet alleen personen maar ook meerdere sectoren
aan de sanctielijst worden toegevoegd, en dat er geen uitzonderingen worden gemaakt
voor bestaande contracten. In welke fase zit de voorbereiding voor een zesde sanctiepakket
en wanneer verwacht de Minister dat dit pakket van kracht zal komen? Is de Minister
bereid tijdens deze informele RBZ ervoor te pleiten dat bestaande contracten ook worden
meegenomen in de totstandkoming van nieuwe sanctiepakketten? Zo nee, waarom niet?
48. Antwoord van het kabinet:
In lijn met de gefaseerde benadering die de EU hanteert en welke de steun geniet van
het kabinet, pleit Nederland continu voor het blijven opbouwen van de druk op het
regime van Loekasjenko zolang de repressie, mensenrechtenschendingen en inzet van
migranten als politiek wapen voortduren. De verwachting is dat de discussie hierover
in EU-verband de komende tijd concreter zal worden, maar een precieze tijdlijn is
nog niet duidelijk.
Uw Kamer wordt spoedig per brief geïnformeerd over de status van bestaande contracten
in EU-sanctieregimes. Dit betreft een zeer technische kwestie waarover Nederland in
EU-verband in gesprek is op expertniveau. Gezien de lopende discussie op expertniveau
en het hoge detailniveau van deze kwestie is het nog te vroeg om dit nu op politiek
niveau in te brengen in de Raad.
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) op 13 en 14 januari 2022. Deze leden hebben
de volgende vragen en opmerkingen.
Oekraïne
Het feit dat de EU niet uitgenodigd is voor het gesprek tussen de Russische president
Poetin en de Amerikaanse president Biden laat zien hoe schrijnend het is gesteld met
de strategische autonomie van de EU, stellen de leden van de Volt-fractie. Zelfs in
de eigen regio kan de EU zonder de Verenigde Staten geen vuist maken tegen Poetin.
We kunnen er niet meer omheen: er is een Europees leger nodig om daadkrachtig en eensgezind
op te kunnen treden. Voor de huidige situatie bij de grens tussen Oekraïne en Rusland
is het te laat voor een eensgezind Europees militair optreden. Deze situatie moet
echter wel met beide handen worden aangepakt om de gewenste Europese reactie in een
vergelijkbare situatie in de toekomst gedetailleerd uit te werken. Zo kan een goed
overzicht worden gekregen van de tekortkomingen die deze gewenste reactie onmogelijk
maken waardoor tot concrete voorstellen gekomen kan worden voor het aanpakken van
deze tekortkomingen. De leden van de Volt-fractie hebben hierover de volgende vragen.
Wordt er binnen de EU gesproken over eventueel militair optreden? Hoe verhouden de
verschillende lidstaten zich tot eventueel militair optreden? Is de Minister bereid
om een voortrekkersrol te spelen bij het uitwerken van de gewenste Europese militaire
reactie in deze situatie en het in kaart brengen van de huidige tekortkomingen die
een eensgezinde Europese militaire reactie momenteel in de weg staan? En op welke
termijn kan de uitkomst van een dergelijk onderzoek worden verwachten?
49. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet wil niet speculeren over eventueel militair optreden indien de situatie
bij de grens tussen Oekraïne en Rusland verslechtert, omdat dit mogelijkerwijs kan
bijdragen aan verdere escalatie. Inzake Europees militair optreden geldt dat de NAVO
de primaire verantwoordelijkheid heeft voor de verdediging van het NAVO-verdragsgebied
conform Artikel 5. Het kabinet bepleit coherentie en complementariteit tussen de NAVO
en de EU.
In EU-verband wordt momenteel onderhandeld over het Strategisch Kompas dat richting
geeft aan het EU Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB), door te
bepalen waartoe de EU op het gebied van veiligheid en defensie de komende vijf tot
tien jaar in staat moet zijn, en hoe dat gerealiseerd moet worden. Uw kamer ontving
recent een uitgebreide kabinetsappreciatie van het eerste concept Strategisch Kompas.14 Het kabinet acht de EU onvoldoende geëquipeerd om deze huidige en toekomstige dreigingen
het hoofd te bieden. Een belangrijk aandachtspunt voor effectievere EU-crisisbeheersing
is de beschikbaarheid van strategische capaciteiten, zoals lucht- en zeetransport,
logistieke faciliteiten, medische capaciteiten en inlichtingen, waarover de EU lidstaten
maar in beperkte mate beschikken. Nederland speelt een actieve rol bij de vormgeving
van het Strategisch Kompas dat onder meer als doel heeft om de tekortkomingen waar
de EU tegenaan loopt als het gaat om eensgezind en slagvaardig optreden, weg te nemen.
De tekortkomingen zullen aanwijzingen zijn voor de investeringen die nodig zijn. Vervolgens
kunnen de lidstaten afspraken maken over welk land zich waarin verder zal specialiseren.
In het onlangs gepresenteerde coalitieakkoord staat dat Nederland de militaire samenwerking
met omringende landen zal verdiepen en «onze specialismen» daarbij zal versterken.
De leden van de Volt-fractie hebben hierover de volgende vragen. Is het al helder
wat de Nederlandse militaire specialismen in Europees verband zijn? Welke specialismen
zijn dit? En hoe gaat de Minister ervoor zorgdragen dat de Nederlandse specialismen
een aanvulling zijn op de specialismen van de andere lidstaten?
50. Antwoord van het kabinet:
In de Defensievisie 2035 (Kamerstuk 34 919, nr. 71) is aangegeven dat Defensie gaat inzetten op verdere specialisatie binnen de NAVO
en EU. Dit onderwerp wordt nu al geregeld opgebracht in internationaal verband, en
Nederland heeft specialisatie expliciet ingebracht tijdens de strategische dialoogfase
over het Strategisch Kompas.15 In het coalitieakkoord is aangegeven dat Nederland de samenwerking met omringende
Europese landen wil verdiepen en specialismen wil versterken om de kwaliteit, kwantiteit
en doelmatigheid van onze krijgsmacht te vergroten. Het kabinet zal de komende periode
in gesprek blijven met andere EU-lidstaten om meer en beter gebruik te maken van ieders
respectieve meerwaarde. Iedere lidstaat heeft van nature een focus op bepaalde typen
capaciteiten en operationele inzet. Deze vorm van samenwerking tussen lidstaten is
geheel vrijwillig, op basis van kansen die lidstaten gezamenlijk identificeren. Het
coalitieakkoord wordt door het kabinet verder uitgewerkt in de Defensienota. Ook de
Nederlandse inzet op dit thema wordt verder uitgewerkt in de Defensienota. Uw Kamer
ontvangt bovendien nog een brief waarin nader wordt ingegaan op de rationale van specialisatie,
welke vormen mogelijk zijn en waar kansen en risico’s liggen. Komen tot specialisatie
is overigens een langdurig proces.
De leden van de fractie van Volt hebben vernomen dat de Verenigde Staten uitsluiting
van SWIFT dreigen in te zetten als sanctie tegen Rusland. Dit idee wordt breed gesteund
in het Europees parlement. Dit is echter een zeer onverstandige actie die voor veel
backlash kan zorgen. Het als wapen inzetten van SWIFT drijft niet alleen Rusland verder in
de armen van China, maar spoort ook al bondgenoten zoals India aan om zich aan te
sluiten bij dit alternatieve betalingssysteem. Bovendien kan deze sanctie het zeer
moeilijk en misschien wel onmogelijk voor Europese landen maken om Rusland te betalen
voor gas. De leden van de Volt-fractie hebben hierover de volgende vragen: Zijn tijdens
de Europese Raad van 16 december jl. scenario’s besproken waarin de EU overgaat tot
het instellen van verdere sancties tegen Rusland? Is er overeenstemming bereikt over
rode lijnen? Ziet de Minister ook dat het als wapen inzetten van SWIFT (een van origine
politiek neutraal instituut) gevolgen heeft voor het vertrouwen in dit internationale
betalingssysteem? Heeft de Minister (en hebben zijn collega’s) deze lange termijn-nadelen
voldoende op de radar om de overweging te kunnen maken of het strategische voordeel
op de korte termijn opweegt tegen de nadelen op de lange termijn? Is de Minister bereid
om zijn collega’s te wijzen op de negatieve gevolgen van het inzetten van SWIFT als
sanctiemiddel en naar alternatieven te zoeken?
51. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet is van mening dat een eventuele inval van Rusland in Oekraïne zware consequenties
moet hebben. De op elkaar afgestemde conclusies van de Noord-Atlantische Raad en de
Europese Raad van 16 december jl. onderstrepen deze boodschap en zijn daarom zeer
welkom. Conform de motie Brekelmans c.s.16 zet Nederland zich actief in binnen EU-kader om een geloofwaardig en zwaar pakket
afschrikwekkende maatregelen voor te bereiden. Daarbij is het van belang om alle opties
tegen het licht te houden. Het is duidelijk dat het uitsluiten van Rusland van SWIFT
verstrekkende gevolgen heeft, zowel voor het mondiale financiële systeem als voor
de Russische economische positie en die van al haar burgers en bedrijven. Op de precieze
aard van mogelijke sancties die worden overwogen kan op dit moment echter niet verder
worden ingegaan.
Door zoals de Duitse Bondskanselier Scholz te pleiten dat Nordstream 2 gesteund wordt
zolang Rusland gas niet inzet als «geopolitiek wapen», wordt de verantwoordelijkheid
bij Rusland gelegd. Hoe staat de Minister tegenover het stopzetten van Nordstream
2 als sanctie tegen Rusland?
52. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet is van mening dat een eventuele inval van Rusland in Oekraïne zware consequenties
moet hebben. De op elkaar afgestemde conclusies van de Noord-Atlantische Raad en de
Europese Raad van 16 december jl. onderstrepen deze boodschap en zijn daarom zeer
welkom. Conform de motie Brekelmans c.s.17 zet Nederland zich actief in binnen EU-kader om een geloofwaardig en zwaar pakket
afschrikwekkende maatregelen voor te bereiden. Daarbij is het van belang om alle opties
tegen het licht te houden. Op de precieze aard van mogelijke sancties die worden overwogen
kan op dit moment echter niet verder worden ingegaan.
De nieuwe Duitse BZ-minister Baerbock heeft benadrukt dat de nieuwe Bondsregering
gecommitteerd is aan het door de vorige Bondsregering op 21 juli jl. met de VS gesloten
akkoord over Nord Stream 2 (onder andere over het nemen van maatregelen tegen Rusland,
indien Rusland energie als wapen tegen Oekraïne inzet of anderszins nieuwe agressieve
stappen zet tegen Oekraïne). Het kabinet heeft eerder al aangegeven dit akkoord te
verwelkomen, ook omdat het bijdraagt aan trans-Atlantische samenwerking ten opzichte
van Rusland.
Overigens geldt dat, aangezien Nord Stream 2 over Duits grondgebied loopt, de certificeringsprocedure
van deze pijpleiding (de goedkeuringsprocedure conform de EU-gasrichtlijn) wordt behandeld
door de bevoegde instantie in Duitsland (het Bundesnetzagentur). Nederland is niet
betrokken bij deze certificeringsprocedure, die zoals bekend november jl. voorlopig
is stilgelegd door het Bundesnetzagentur, omdat de Duitse dochteronderneming van Nord
Stream 2 vooralsnog niet voldoet aan de wettelijke eisen wat betreft de eigendomsstructuur.
President Biden zal zich wellicht gedwongen voelen om president Poetin te beloven
dat Oekraïne (voorlopig) geen NAVO-lid zal worden om de spanningen af te doen nemen
en Poetin de mogelijkheid te geven om zich zonder gezichtsverlies terug te trekken,
stellen de leden van de fractie van Volt. Er heerst echter wel een pro-Europees sentiment
in veel voormalige Sovjetlanden zoals Belarus, Oekraïne en Kazachstan. Ook zijn er
veel Europagezinde Russen. Door niets te doen om Oekraïne te ondersteunen, wint (de
angst voor) president Poetin. In theorie zou Rusland op den duur ook kandidaat-lidstaat
kunnen worden. Dit maakt EU-lidmaatschap minder provocerend dan NAVO-lidmaatschap.
Een toekomst waarin Rusland niet langer een dreiging is voor Europa is een toekomst
om na te streven. De leden van de fractie van Volt hebben niet de illusie dat dit
snel en eenvoudig gerealiseerd kan worden, maar het pro-Europese sentiment in de voormalige
Sovjetlanden wijst wel op een window of opportunity waar de EU slim gebruik van kan maken. De leden van de fractie van Volt hebben hierover
de volgende vragen. Wordt het EU-kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne in plaats van
NAVO-lidmaatschap op dit moment serieus overwogen als strategische zet om een inval
af te wenden en de strategische autonomie van de EU te versterken? Ziet de Minister
heil in deze strategie?
53. Antwoord van het kabinet:
EU-kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne is wat het kabinet betreft niet aan de orde.
Oekraïne heeft een pro-Europese koers ingeslagen. Het Associatieakkoord tussen de
EU en Oekraïne biedt voldoende ruimte voor verdieping van de relatie tussen de EU
en haar lidstaten enerzijds en Oekraïne anderzijds.
Nieuwe EU-NAVO verklaring
Over de nieuwe EU-NAVO verklaring hebben de leden van de Volt-fractie de volgende
vragen. Waarom is de nieuwe gezamenlijke EU-NAVO verklaring nog niet aangenomen? Wat
zijn op dit moment de belangrijkste punten van discussie? Wat kan de Minister alvast
met de Kamer delen over het concept dat er nu ligt?
54. Antwoord van het kabinet:
Op 16 december jl. nam de Europese Raad (ER) conclusies aan waarin werd onderstreept
dat de trans-Atlantische relatie en EU-NAVO samenwerking essentieel zijn voor onze
veiligheid. De ER sprak steun uit voor verdere versterking van het strategisch partnerschap
tussen de EU en de NAVO en stelde uit te kijken naar een nieuwe gezamenlijke verklaring.
Wat de Raad betreft moet deze op inclusieve wijze worden geformuleerd en ligt de focus
in het bijzonder op gezamenlijke nieuwe dreigingen en uitdagingen, zoals weerbaarheid,
cyber- en hybride dreigingen, klimaatverandering en veiligheid, ruimte en opkomende
en disruptieve technologieën.
Op basis van de politieke sturing van de ER wordt er momenteel door de internationale
staf van de NAVO en door de EDEO gewerkt aan de inhoud van de gezamenlijke verklaring.
Deze concepttekst is nog niet gedeeld met de lidstaten en bondgenoten.
Nederland blijft zich in nauwe samenwerking met partners zowel binnen EU als NAVO
kader inzetten op een spoedige nieuwe, ambitieuze, gezamenlijke EU-NAVO verklaring.
Belarus
De leden van de fractie van Volt stellen dat sinds oktober 2020 de EU geleidelijk
beperkende maatregelen aan Belarus heeft opgelegd. De maatregelen werden genomen als
reactie op het onaanvaardbare geweld van de Belarussische autoriteiten tegen vreedzame
demonstranten en de intimidatie, willekeurige arrestaties en detenties sinds de presidentsverkiezingen
van augustus 2020. In juni 2021 kwamen daar maatregelen tegen Belarussische vliegmaatschappijen
bij naar aanleiding van de gedwongen landing van een Ryanairvlucht in Minsk waarbij
een journalist werd opgepakt. In december kwamen nieuwe sancties bij vanwege de voortdurende
mensenrechtenschendingen en de instrumentalisering van migranten. Met andere woorden:
de instrumentalisering van migranten was niet de grondreden voor de sancties tegen
Belarus en de stabilisatie van de situatie aan de grens tussen Belarus en Polen, Letland
en Litouwen mag daarom niet de reden zijn om geen verdere sancties tegen Belarus af
te nemen. De leden van de fractie van Volt vragen de Minister daarom om zich te blijven
inzetten voor de burgers in Belarus door sancties in te zetten waar de oppositie specifiek
om vraagt, namelijk een boycot van de drie industrieën waarmee het regime haar inkomsten
vergaard: petrochemie, staalindustrie en houtindustrie. De leden van de Volt-fractie
hebben hierover de volgende vragen. Wat is de situatie nu aan de grens? In welke omstandigheden
bevinden de migranten zich aan de grens?
Hoe beïnvloedt de situatie aan de grens de beslissing over verdere sancties ten behoeve
van de verbetering van mensenrechten in Belarus? En wat is het krachtenveld binnen
de EU? Vraagt Polen bijvoorbeeld om minder strenge maatregelen om nieuwe ongeregeldheden
aan de grens te voorkomen? Wordt er in het volgende pakket aan maatregelen gehoor
gegeven aan de oproep van de Belarussische oppositie om de sancties met name op deze
drie industrieën te richten? Zo nee, waarom niet?
55. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet volgt de ontwikkelingen rondom irreguliere migratie aan grens tussen de
EU en Belarus nauwgezet. Zoals uw Kamer bekend, beschikt het kabinet echter niet over
eigenstandige informatie over wat er aan de buitengrenzen precies gebeurt. Het is
daarom op dit moment niet op basis van betrouwbare cijfers vast te stellen hoeveel
migranten er momenteel in het betreffende grensgebied aanwezig zijn en hoe hun situatie
precies is.
In EU-verband zijn vijf pakketten EU-sancties ingesteld tegen personen en bedrijven
in Belarus. Daarbij gaat het om sancties tegen 183 personen en 26 entiteiten. De sectorale
economische sancties die de EU heeft opgelegd voorzien in beperkingen op de handel
in bepaalde aardolieproducten, bepaalde kaliumchlorideproducten («potas») en goederen
die worden gebruikt voor de productie of vervaardiging van tabaksproducten. Ook de
toegang tot de kapitaalmarkten van de EU is ingeperkt en het verstrekken van verzekeringen
en herverzekeringen aan de Belarussische regering en Belarussische overheidsorganen
en instanties is verboden. Het vijfde pakket sancties dat werd ingesteld op 2 december
2021, omvat onder andere maatregelen gericht tegen personen en organisaties die zich
schuldig maken aan het faciliteren van irreguliere migratie vanuit Belarus.
Zoals bij uw Kamer bekend, pleit Nederland in EU-verband voor een spoedige start met
de voorbereiding van een zesde pakket sancties, om druk te houden op het regime in
Belarus, en andere actoren die irreguliere migratie faciliteren.
Litouwen
De leden van de fractie van Volt constateren dat Litouwen China gebruikt als pion
om de aandacht van de Verenigde Staten terug naar Rusland te halen. Een klein land
dat zo zijn nek durft uit te steken richting China en daarmee het Amerikaanse beleid
tegen China steunt, kan niet aan zijn lot worden overgelaten. De Chinese overheid
wenst echter niet als pion ingezet te worden in de strijd tegen Rusland. De reactie
van de Chinese overheid (om de import van Europese bedrijven die zakendoen met Litouwen
te blokkeren) is op zijn minst niet handig te noemen. Maar welke keuze heeft de Chinese
overheid? De Chinese overheid had vast verwacht dat een aantal Europese landen op
de bres zouden springen en Litouwen duidelijk zouden maken dat China niet als pion
ingezet kan worden in deze strijd. Maar de actie van Litouwen is ook zeer begrijpelijk.
De hele situatie maakt één ding heel duidelijk: Europa heeft een Europees leger nodig
om onafhankelijk van de Verenigde Staten te kunnen opereren. De leden van de Volt-fractie
hebben hierover de volgende vragen. Is de Minister zich ervan bewust dat het huidige
conflict tussen Litouwen en China is begonnen door een gebrek aan Europese slagkracht
waardoor Litouwen de steun van de Verenigde Staten heeft gezocht? Ziet de Minister
dan ook in dat Nederland beter niet kan reageren op een reactie van China op een reactie
van Litouwen en er wijzer aan doet om zich in plaats daarvan in te zetten om de slagkracht
van Europa te vergroten en China buiten dit conflict met Rusland te houden?
56. Antwoord van het kabinet:
In de ogen van het kabinet is de aanleiding voor de oplopende spanningen tussen China
en Litouwen de naam van het recent geopende handelskantoor («Taiwanese Representative Office») in Vilnius, waarschijnlijk opgeteld bij eerdere terugtrekking van Litouwen uit het
zogenoemde 17+1 overleg. China heeft vervolgens unilateraal de Litouwse ambassade
in Peking afgeschaald tot «Office van de Chargé d’Affaires», wat de facto een afschaling
van de bilaterale relatie betekent. Ook rapporteert Litouwen economische belemmeringen
– zie vraag 16, ook voor de reactie van Nederland en de EU hierop. Overigens zet het
kabinet, zoals Volt voorstelt, zich ervoor in de Europese eenheid en slagkracht verder
te vergroten.
Hoewel het nut van het antidwanginstrument in deze situatie betwijfeld kan worden
aangezien de aanleiding een reactie op een reactie lijkt te zijn en dus eerst de grondoorzaken
aangepakt dienen te worden, is dit wel een gelegenheid waarbij de effectiviteit van
het instrument in ieder geval deels getest kan worden. De leden van de fractie van
Volt vragen: Heeft het antidwanginstrument tot dusverre het gewenste effect?
57. Antwoord van het kabinet:
De Commissie heeft op 8 december het wetsvoorstel voor een anti-dwanginstrument gepubliceerd.
Uw Kamer zal zoals gebruikelijk via een BNC-fiche geïnformeerd worden over de kabinetspositie
ten aanzien van het voorstel. Het wetsvoorstel zal de komende periode nader besproken
worden in de Raad onder het Franse EU-voorzitterschap. Het is niet mogelijk om de
effectiviteit van het beoogde instrument te beoordelen omdat het wetgevingstraject
nog doorlopen moet worden.
Frans EU-voorzitterschap en lunch met AU Commissievoorzitter Moussa Faki
Wat betreft het Frans voorzitterschap onderstrepen de leden van de Volt-fractie het
enorme strategische belang van EU-Afrika relaties en zullen deze leden blijven pleiten
voor een gebalanceerd partnerschap met meer oog voor de behoeften van – en de oplossingen
aangedragen door – onze Afrikaanse partners. Met daarbij vooral ook oog voor de potentie
van de jongeren op het continent. Europa moet zich niet blindstaren op de problemen
omtrent migratie en terrorisme, maar vooral ook de potentie op de gebieden van bijvoorbeeld
digitalisering en landbouw zien. Het Afrikaanse continent herbergt vele jonge talenten
die zeker niet allemaal willen migreren. Door middel van uitwisseling van studenten
en bedrijven, IMVO-wetgeving en het afdwingen van belastingafdrachten van Europese
bedrijven aan de Afrikaanse landen waarin zij opereren, kan worden bijgedragen aan
florerende Afrikaanse samenlevingen die interessante markten voor Europese bedrijven
vormen en emigratie grotendeels overbodig maken. Wanneer het Afrikaanse continent
meer vanuit kansen dan vanuit problemen wordt bekeken, zullen we vanzelf ook meer
kansen dan problemen zien. De leden van de Volt-fractie hebben hierover de volgende
vragen. Mochten de Franse verkiezingen leiden tot een versmalling van de Franse focus
op migratie en terrorismebestrijding in de EU-Afrika relatie, is de Minister dan bereid
de focus te verbreden en ook de kansen te blijven benadrukken? Hoe wil de Minister
dit aanpakken?
58. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet benadrukt dat de EU-AU top in de kern gaat over bestendiging en versterking
van langlopende EU-AU samenwerking op tal van terreinen. Het kabinet deelt de mening
van de Volt-fractie dat de EU-AU relatie veelomvattend is en niet alleen vanuit een
migratie- of terrorisme-invalshoek zou moeten worden bezien. De agenda van de top
weerspiegelt het brede karakter van de EU-AU samenwerking. De top vindt ruim voor
de Franse verkiezingen plaats. Het kabinet acht het niet opportuun om vooruit te lopen
op een eventuele wijziging in de Franse visie op de EU-AU samenwerking als gevolg
van de aanstaande Franse verkiezingen. Feit is dat een enkele lidstaat, ook als deze
het voorzitterschap bekleedt, de koers van de EU-inzet niet zomaar kan wijzigen.
Kazachstan
President Tokajev van Kazachstan heeft de door Rusland geleide alliantie CSTO om hulp
gevraagd bij het onderdrukken van de protesten. Europa/ het westen krijgt van president
Tokajev indirect de schuld van het trainen van «terroristische groepen die het land
teisteren». Graag willen de leden van de fractie van Volt de Minister verzoeken om
de situatie in Kazachstan op de agenda te zetten voor de aankomende RBZ en daar o.a.
te bespreken wat de verschillende scenario’s zijn en hoe de EU daarop zal reageren.
Deze leden hebben de volgende vragen aan de Minister. Welke scenario’s heeft de EU
klaarliggen? Wat kan de EU doen om te voorkomen dat het geweld verder escaleert? Welke
Europese acties kunnen het pro-Europese sentiment in Kazachstan steunen? Is de Minister
zich ervan bewust dat Italië de op één-na-grootste en Nederland de vierde grootste
exportbestemming van olie uit Kazachstan is? Welke mogelijkheden geeft dit de EU om
in te grijpen? Wie zijn de kwetsbare groepen? En is de Minister bereid om zich alvast
voor te bereiden op noodvisa voor mensen die het land uit willen?
59. Antwoord van het kabinet:
De agendastelling van Gymnich is in handen van het Franse Voorzitterschap en de Hoge
Vertegenwoordiger. Op moment van schrijven is de situatie in Kazachstan (nog) niet
toegevoegd aan de agenda voor de Gymnich van 13 en 14 januari, maar mogelijk komt
dit aan de orde onder actualiteiten.
Gezien de vele onduidelijkheden ten aanzien van de situatie in Kazachstan is het van
belang om de EU-positiebepaling zorgvuldig te bezien, binnen de kaders van de «Enhanced Partnership and Cooperation Agreement» tussen de EU en Kazachstan. Wat de precieze positie van de EU zal zijn, zal in EU-verband
verder besproken moeten worden. Het kabinet steunt de verklaring van de EU van 5 januari
jl., waarin alle partijen in Kazachstan worden opgeroepen af te zien van acties die
kunnen leiden tot verdere escalatie van geweld. Ook onderstreept de EU het recht op
vreedzame demonstratie in Kazachstan, conform internationale verplichtingen die ook
Kazachstan heeft onderschreven.
Op 7 januari jl. sprak de Hoge Vertegenwoordiger telefonisch met de Kazachse Minister
van Buitenlandse Zaken. Hij riep hierbij op tot de-escalatie en bood EU steun aan
bij het zoeken naar een vreedzame oplossing. Het kabinet onderschrijft deze boodschap.
Op dit moment is de noodzaak van verstrekking van noodvisa niet aan de orde. Mocht
dat veranderen, dan zullen de noodzakelijke maatregelen worden getroffen.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
Geert Wilders, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
R. Konings, adjunct-griffier