Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 29 november 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2418
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2021
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel
van 29 november 2021.
In de bijlage bij deze brief vindt u de kaderinstructie voor de delegatie van het
Koninkrijk der Nederlanden voor deze Ministeriële Conferentie. De instructie schetst
de inzet op hoofdlijnen van het Koninkrijk der Nederlanden in aanloop naar en tijdens
de 12e Ministeriële Conferentie.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
Th.J.A.M. de Bruijn
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL VAN 29 november 2021
Op 29 november 2021 zal in Genève de Raad Buitenlandse Zaken Handel onder Sloveens
voorzitterschap plaatsvinden, voorafgaand aan de 12e Ministeriële Conferentie (MC12) van de WTO die van 30 november tot en met 3 december
plaatsvindt in Genève1. De agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Handel zal derhalve overeenkomen met die
van MC12. Belangrijke thema’s tijdens MC12 zullen onder meer zijn: een mogelijk akkoord
over visserijsubsidies, duurzaamheid en handel, handel en gezondheid en landbouw.
Daarnaast zal MC12 in het teken staan van hervorming van de WTO en het aangeven van
de richting waarin de organisatie zich de komende jaren moet ontwikkelen. Bij de afsluiting
van MC12 zal de RBZ opnieuw bijeenkomen om de EU positie t.a.v. de uitkomsten van
MC12 te bepalen.
Het welslagen van MC12 is van groot belang voor het multilaterale handelssysteem en
voor Nederland. Daarom zal Nederland in de Raad en tijdens MC12 inzetten op enkele
gerichte resultaten. De EU dient tijdens de Conferentie leiderschap, ambitie en flexibiliteit
te tonen. Het op regels gebaseerde multilaterale handelssysteem is immers essentieel
voor de Nederlandse en Europese economie. Daaruit volgt dat de EU dit systeem ook
moet durven verdedigen. Hierbij dient aangetekend te worden dat de WTO zich al geruime
tijd in een impasse bevindt en dat het krachtenveld zich slecht leent voor grote doorbraken
tijdens MC12.
Het kabinet is er zeer aan gehecht dat cruciale maatschappelijke uitdagingen, met
name klimaatverandering, een grotere plek binnen de WTO krijgen. Nederland ziet in
het bijzonder een belangrijke rol weggelegd voor een akkoord om schadelijke visserijsubsidies
in te perken. De komende weken zal dagelijks onderhandeld worden op basis van de huidige
voorzitterstekst2. Hierin staan nog een aantal punten open, bijvoorbeeld wat betreft subsidieregels
voor overbeviste bestanden en overcapaciteit. De EU voert doorlopend gesprekken met
derde landen om tot een gebalanceerde en ambitieuze tekst te komen. Het kabinet is
van mening dat de EU zich ambitieus en flexibel op moet stellen binnen deze onderhandelingen.
De EU zal daarnaast naar verwachting een drietal plurilaterale verklaringen over handel
en milieu kunnen steunen. Ten eerste wordt gewerkt aan een verklaring over handel,
duurzaamheid en milieu naar aanleiding van de Trade and Environmental Sustainability Structured Discussions (TESSD) die sinds november 2020 plaatsvinden. De EU heeft erop ingezet dat hierin
aandacht is voor o.a. het vergroenen van «Aid for Trade», vergroten van transparantie
over klimaatmaatregelen en het promoten van handel in groene goederen en diensten.
Daarnaast steunt het kabinet het aansluiten van de EU bij een verklaring over het
tegengaan van plasticvervuiling en over het afbouwen van fossiele brandstofsubsidies.
Naar verwachting kan ook een plurilaterale verklaring over handel en gender worden
aangenomen. Het streven is dat een zo groot mogelijke groep van de 127 landen die
een eerdere verklaring over handel en gender steunen, zich hieraan verbindt. Het kabinet
ziet graag dat gender en women’s economic empowerment een vaste plek krijgen in het werk van de WTO-leden.
De WTO-leden onderhandelen tevens over een verklaring van het voltallige WTO-lidmaatschap
over Trade & Health, in het bijzonder met het oog op de Covid-19 pandemie. Deze verklaring,
mede door de EU voorgesteld, voorziet in aspecten als handelsfacilitatie, het minimaliseren
van exportrestricties en transparantie in handelsgerelateerde maatregelen t.a.v. voor
de bestrijding van de pandemie essentiële producten. Het kabinet steunt de inzet van
de EU hierop. Apart hiervan worden ook intellectuele eigendomsrechten in het kader
van de pandemie besproken. Het kabinet heeft er binnen de EU, in lijn met de motie
van het lid Piri c.s.3, herhaaldelijk op aangedrongen dat de EU zich constructief opstelt wat betreft een
beperkt waiver-voorstel gericht op coronavaccins.
Voor veel WTO-leden is een resultaat op landbouwgebied tijdens MC12 van groot belang.
Het ligt niet in de lijn der verwachting dat er tijdens MC12 afspraken zullen worden
gemaakt over zaken als binnenlandse landbouwsteun of markttoegang. Wel behoren afspraken
over meer transparantie en werkprogramma’s over o.a. binnenlandse steun tot de mogelijkheden.
Nederland zet daarbij in op transparante procesafspraken over binnenlandse landbouwsteun,
met aandacht voor de EU-prioriteiten bij het verduurzamen van de landbouw, zoals de
EU Green Deal en Boer-tot-Bord.
Naast de directe resultaten zal het belang van MC12 ook liggen in het vormgeven van
de ambities voor WTO-hervormingen voor MC13. Hoewel vrijwel alle WTO-leden het erover
eens zijn dat hervorming van de organisatie nodig is, is er nog geen consensus over
hoe die hervormingen er uit zouden moeten zien. De EU heeft daarom een voorstel gedaan
tot een Werkgroep voor Hervormingen. Het kabinet steunt dit voorstel en hoopt dat
hiermee het hervormingsproces verder geïnstitutionaliseerd kan worden. Het kabinet
hecht voor MC13 grote waarde aan het maken van afspraken op gebieden waar de WTO nog
niet in regelgeving voorziet, bijvoorbeeld op industriële subsidies en staatsgeleide
bedrijven, maar ook op e-commerce. Nederland zal hierop blijven inzetten.
Daarnaast is het kabinet van mening dat herstel van de beroepsmogelijkheid binnen
het geschillenbeslechtingssysteem van de WTO van essentieel belang is. Het kabinet
staat open voor een fundamentele hervorming van het Beroepslichaam om zo tegemoet
te komen aan de zorgen van de VS en tegelijkertijd het draagvlak te behouden onder
alle WTO-leden. Het karakter van een onafhankelijk, bindend systeem met een beroepsmogelijkheid
dient hierbij behouden te blijven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Th.J.A.M. de Bruijn, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.