Brief regering : Afspraken vervolgproces met betrekking tot het Nederlandse Recovery and Resilience Plan (RRP)
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1790
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 november 2021
Met deze brief informeer ik uw Kamer naar aanleiding van mijn eerdere toezegging om
uw Kamer1 te informeren over het vervolgproces en de getroffen voorbereidingen van het Recovery and Resilience Plan (RRP) voor de Europese Recovery and Resilience Facility (RRF) en de motie van het lid Dassen2.
De Nederlandse economie staat er goed voor. Hoewel er nog onzekerheden zijn, heeft
het economisch herstel ingezet: het CPB verwacht dat de Nederlandse economie groeit
met 3,9% in 2021 en 3,5% in 2022. De RRF heeft tot doel het economisch en sociale
herstel, het groeipotentieel en de veerkracht van lidstaten te bevorderen. Mede door
de goede budgettaire uitgangspositie heeft Nederland snel op het uitbreken van de
coronacrisis kunnen reageren en het herstel stevig ondersteund. Vanuit conjunctureel
perspectief is er geen directe noodzaak om meer te doen op het gebied van investeringen.
De rationale voor Nederland voor het RRP kan eerder worden gezocht in het bevorderen
van noodzakelijke transities, het versterken van de economische veerkracht en het
beperken van de sociale effecten van de crisis, via gerichte hervormingen en investeringen.
Dit demissionaire kabinet hecht veel belang aan een stevig en ambitieus RRP. Door
in te zetten op structurele hervormingen en investeringen die aansluiten bij de landspecifieke
aanbevelingen en de groene en digitale transities, kan maximaal gebruik gemaakt worden
van de Europese middelen uit de RRF. Eerder is door het – destijds nog missionaire
– kabinet besloten het nieuwe kabinet een besluit te laten nemen over de invulling
van het RRP, met hervormingen en investeringen. Het nieuwe kabinet zal immers ook
uitvoering geven aan het plan.3
Ik heb eerder in commissiedebatten over de Eurogroep en Ecofinraad4 toegezegd uw Kamer te informeren over een alternatief proces voor het opstellen van
het RRP, indien voor 1 oktober geen evidente vervlechting met de formatie is gerealiseerd.
Daarnaast verzoekt de motie Dassen het kabinet om plannen voor de beschikbare 5,8
miljard euro voor Nederland voor te breiden, en hierover voor 1 november 2021 een
brief aan de Kamer te sturen.
Nu de formatie vorderingen maakt, kan de vormgeving van het Nederlandse RRP en invulling
van de hervormingen en investeringen onderdeel zijn van de formatie. Met inachtneming
van de tijd die de Europese Commissie en de Raad nodig hebben voor de beoordeling
en goedkeuring van een plan, dient Nederland uiterlijk rond de zomer van 2022 een
plan in te dienen om geen geld mis te lopen. Er is dus nog voldoende tijd voor het
opstellen en indienen van een plan. Om een stevig en ambitieus RRP te faciliteren
zijn er ambtelijke voorbereidingen getroffen voor het opstellen van een plan. Deze
hebben betrekking op zowel de inhoudelijke invulling van het plan, als het zekerstellen
van de organisatie en capaciteit om het plan snel op te stellen.
Inhoudelijke voorbereidingen voor het Nederlandse RRP
Volgens de RRF-verordening kan het plan ingevuld worden met maatregelen (hervormingen
en investeringen) die na 1 februari 2020 van start zijn gegaan. Dit betekent dat maatregelen
kunnen worden opgenomen waartoe reeds is besloten, of aanvullende maatregelen. Voor
alle maatregelen zijn ook de geldende Europese staatsteunregels van toepassing. Voor
zover in het Nederlandse plan gekozen wordt voor investeringen waartoe al is besloten
en die reeds gedekt zijn in de nationale begroting, zorgt de bijdrage uit de RRF voor
het vrijspelen van incidentele middelen uit de nationale begroting die vrij kunnen
worden ingezet, bijvoorbeeld om het invoeren van hervormingen te faciliteren of voor
incidentele uitgaven buiten de reikwijdte van de RRF. Als gekozen wordt voor nieuwe
investeringen dan kan daarmee een aanvullende impuls worden gegeven aan het adresseren
van de uitdagingen die bijvoorbeeld de groene en digitale transitie met zich meebrengen.
Het is aan de formatie om invulling te geven aan het plan en een beslissing te nemen
over maatregelen waartoe al is besloten, nieuwe maatregelen, of een combinatie van
beide.
Zoals eerder gedeeld met uw Kamer is er – op verzoek van het kabinet – een ambtelijke
inventarisatie gemaakt met mogelijke investeringen voor het RRP.5 Dit betreft een ambtelijke inventarisatie waarover (nog) geen besluitvorming heeft
plaatsgevonden. Het stuk betreft dan ook geen formele kabinetsstandpunten. Deze inventarisatie
vindt u in de bijlage van deze Kamerbrief en bestaat uit twee bouwstenen.6 Bouwsteen 1 bevat reeds gedekte investeringen en hervormingen (van februari 2020
tot april 2021)7 en bouwsteen 2 betreft een inventarisatie naar nieuwe, additionele investeringen8. Tijdens de verkenning naar nieuwe investeringen konden alle departementen projecten
indienen. Op basis van de RRF-criteria waaraan een herstelplan moet voldoen is daarna
een selectie gemaakt. Zo moet een plan een bijdrage leveren zes pijlers9; bijdragen aan de doeltreffende aanpak van de landenspecifieke aanbevelingen van
2019 en 2020; voor ten minste 37% besteed worden aan het klimaat en voor 20% aan digitalisering;
en maatregelen bevatten die structureel effect sorteren.
Zoals aangegeven moet het RRP bijdragen aan een doeltreffende aanpak van de landspecifieke
aanbevelingen van 2019 en 2020. Nederland heeft de afgelopen jaren diverse landspecifieke
aanbevelingen gekregen. Deze zijn volledigheidshalve als bijlage bij deze Kamerbrief
gevoegd10. Op het gebied van de arbeidsmarkt betreft het met name het verminderen van de prikkels
voor zelfstandigen zonder personeel, het stimuleren van adequate sociale bescherming
van zelfstandigen, het versterken van levenslang leren en hervorming van het pensioenstelsel.
Daarnaast richt een aantal aanbevelingen zich op het stimuleren van de groene en digitale
transitie, het aanjagen van publieke en private investeringen en het bevorderen van
onderzoek en ontwikkeling. Op het gebied van de woningmarkt beveelt de Commissie aan
om de (fiscale) verstoringen op de woningmarkt terug te dringen, onder meer door de
ontwikkeling van de particuliere huursector te bevorderen en prikkels voor het aangaan
van schulden door huishoudens te verminderen. Ook beveelt de Commissie aan om kenmerken
van het belastingstelsel aan te pakken die agressieve fiscale planning in de hand
kunnen werken.
Sinds februari 2020 zijn al diverse maatregelen in gang gezet die betrekking hebben
op deze aanbevelingen, waaronder hervorming van het pensioenstelsel, het verminderen
van prikkels voor zelfstandigen, het aanjagen van investeringen middels het Nationaal
Groeifonds en verschillende maatregelen die betrekking hebben op het tegengaan van
belastingplanning en witwassen. Reeds getroffen hervormingen die aansluiten op de
landenspecifieke aanbevelingen zijn geïnventariseerd en het ligt voor de hand dat
deze hervormingen een plaats zullen krijgen in het RRP.
Uit de informele contacten die in het voorjaar hebben plaatsgevonden met de Europese
Commissie over de mogelijke inhoud van het Nederlandse RRP, blijkt dat de Europese
Commissie bij de beoordeling van het Nederlandse plan waarschijnlijk met name kritisch
zal kijken naar hervormingen die invulling geven aan de uitdagingen op de Nederlandse
arbeids- en woningmarkt. Hervormingen die in lijn zijn met de landspecifieke aanbevelingen
op deze terreinen zijn bijvoorbeeld het versneld afbouwen van de zelfstandigenaftrek
en het meer gelijktrekken van de fiscale behandeling van de huur- en koopsector, onder
andere door het versneld afbouwen van de hypotheekrenteaftrek. Stappen in deze categorie
zullen naar verwachting nodig zijn om een positieve beoordeling van het Nederlandse
RRP te krijgen van de Commissie. Om deze reden heeft het demissionaire kabinet eerder
besloten de invulling van hervormingen, als onderdeel van het RRP, over te laten aan
de formatie.
Organisatorische voorbereidingen voor het Nederlandse RRP
Inmiddels zijn ambtelijk voorbereidingen getroffen die waarborgen dat na de formatie
snel een RRP kan worden opgesteld. Nadat de formatie, al dan niet op hoofdlijnen,
invulling heeft gegeven aan het plan, zal een specifieke projectdirectie het RRP schrijven
en uitwerken. In deze fase zullen tevens consultaties met stakeholders (onder andere
sociale partners en medeoverheden) plaatsvinden en wordt het plan voorgelegd aan uw
Kamer, waarna uiteindelijk het plan formeel wordt ingediend bij de Europese Commissie.
Voor de uitvoering van individuele maatregelen en de realisatie van projecten onder
het RRP, zullen de desbetreffende vakdepartementen de verantwoordelijkheid dragen.
Het controleren van de begrotingen van departementen en het controleren van de uitgaven
die onder het RRP vallen, zal zo veel mogelijk worden uitgevoerd onder het reguliere
begrotingsproces. De ambtelijke coördinatie van het geheel zal in handen zijn van
de eerdergenoemde projectdirectie. Ten slotte zullen ook de (half)jaarlijkse rapportageverplichting
en betalingsverzoeken aan de Europese Commissie worden uitgevoerd door de projectdirectie.
De projectdirectie zal onder de verantwoordelijkheid vallen van de Minister van Financiën.
Uw Kamer zal nader worden geïnformeerd over het vervolgproces van het RRP wanneer
bekend is hoe de formatie besluit over de invulling van het Nederlandse plan.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.