Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 11 november 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2427 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 oktober 2021
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel
van 11 november 2021.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Th.J.A.M. de Bruijn
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL VAN 11 NOVEMBER 2021
Introductie
Op 11 november 2021 zal in Brussel de Raad Buitenlandse Zaken Handel onder Sloveens
voorzitterschap plaatsvinden. Tijdens de Raad zal worden gesproken over de WTO, in
aanloop naar de 12e Ministeriële Conferentie van de WTO die van 30 november tot en met 3 december plaatsvindt
in Genève. Ook wordt gesproken over de handelsrelatie tussen de EU en de VS en de
opvolging die kan worden gegeven aan de EU-VS Trade and Technology Council (TTC), die eind september bijeenkwam in Pittsburgh. Verder zal de Commissie een jaarlijks
voortgangsrapport presenteren over de implementatie en handhaving van EU handelsakkoorden.
Tot slot zal de Commissie de stand van zaken schetsen ten aanzien van een aantal lopende
onderhandelingen over bilaterale handelsakkoorden, waaronder die met Nieuw-Zeeland
en Chili.
Hervormingen Wereldhandelsorganisatie en voorbereidingen van de 12e Ministeriële Conferentie
Onder dit eerste agendapunt zal de Raad zich met name buigen over de aanstaande 12e Ministeriële Conferentie (MC12). Hierbij zal de Commissie naar verwachting prioriteiten
voorstellen voor MC12, alsmede een uiteenzetting geven van het huidige krachtenveld
en de voortgang ten aanzien van verschillende WTO-initiatieven.
Nederland zal in de Raad inzetten op een betekenisvol en zo ambitieus mogelijk resultaat
voor MC12. Hierbij is voor Nederland van belang dat de Europese Unie een sterke leiderschapsrol
op zich neemt in aanloop naar en tijdens de Conferentie. Dit betekent dat de EU met
betrekking tot overbevissing, overcapaciteit en IUU-visserij (illegale, niet gerapporteerde
en ongereguleerde visserij) niet alleen de eigen belangen verdedigt, maar ook landen
bij elkaar brengt, proactief voorstellen doet en als eerste concessies durft te doen.
Alleen met dergelijk leiderschap kan de WTO uit de huidige impasse komen. Hoewel een
hervorming van de WTO nodig is, is het voortbestaan van de WTO essentieel voor de
Nederlandse economie, die sterk leunt op veilige, voorspelbare internationale handel.
Daarbij biedt het verder integreren in de WTO van hedendaagse uitdagingen, zoals klimaatverandering,
een kans om te laten zien dat de WTO en het op regels gebaseerde multilaterale handelssysteem
brede maatschappelijke relevantie hebben.
Nederland zal zich met name inzetten voor de prioriteiten zoals die in de Kamerbrief
van 4 september 2020 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2197) genoemd zijn. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor duurzaamheid en handel,
en in het bijzonder een akkoord om schadelijke visserijsubsidies in te perken. Nederland
hecht veel waarde aan totstandkoming van dit akkoord. Ook zal Nederland een actieve
rol van de EU bepleiten op verdere duurzaamheidsinitiatieven binnen de WTO. Daarnaast
zal Nederland zich binnen de Raad inzetten voor een constructieve, proactieve opstelling van de EU op het gebied van Trade & Health, waarbij alle belangrijke aspecten in ogenschouw dienen te worden genomen, zoals
exportbeperkingen, intellectuele eigendomsrechten en handelsfacilitatie.
Voor de middellange termijn zal Nederland bepleiten dat de EU zich blijft inzetten
voor een mondiaal gelijk speelveld, bijvoorbeeld door middel van afspraken binnen
de WTO over industriële subsidies en staatsgeleide bedrijven. Eveneens zal Nederland
inzetten op een andere balans tussen rechten en plichten van WTO-leden, waarbij de
uitzonderingen voor ontwikkelingslanden binnen de WTO in de toekomst op een andere
manier vormgegeven dienen te worden.
Bij dit alles dient aangetekend te worden dat het krachtenveld binnen de WTO zich
nog altijd slecht leent voor grote doorbraken. Het is daarom van belang om de verwachtingen
voor MC12 realistisch te houden en tegelijkertijd ambitieus te werk te blijven gaan.
EU-VS handelsrelaties
Op 29 september vond de eerste bijeenkomst van de EU-VS Trade and Technology Council (TTC) plaats in Pittsburgh, Verenigde Staten. Van EU-zijde namen Commissarissen Dombrovskis
(Handel) en Vestager (Competitie) deel. Van VS-zijde waren de deelnemers Secretary
of State Blinken, Secretary of Commerce Raimondo, en United States Trade Representative
Tai. Zij spraken over het verbeteren van de trans-Atlantische relatie op het gebied
van handel en technologie. Specifieke onderwerpen op de agenda waren investeringsscreening,
exportcontrole, kunstmatige intelligentie, halfgeleider waardeketens, en uitdagingen
voor het internationale handelssysteem. Na afloop werd een algemene verklaring gepubliceerd,
waarin de grote lijnen van verbeterde samenwerking worden beschreven1. Ook werden op de deelonderwerpen verklaringen aangenomen met daarin de contouren
van toekomstige samenwerking. Na de bijeenkomst in Pittsburgh zullen werkgroepen starten
om de details van de samenwerking verder uit te werken in werkprogramma’s over tien
verschillende onderwerpen. Elke werkgroep heeft twee voorzitters, een vanuit de Europese
Commissie en een vanuit de VS. Het is aan de voorzitters om het proces verder vorm
te geven per onderwerp. De datum van de volgende TTC bijeenkomst is nog niet bekend.
De TTC kan een zeer nuttige rol spelen in de verdieping van de trans-Atlantische samenwerking,
en Nederland steunt dan ook de TTC als platform voor Trans-Atlantisch overleg dat
samenwerking op de genoemde onderwerpen verder kan intensiveren. Handel en technologie
zijn steeds nauwer verweven met de geopolitieke verhoudingen in de wereld. Het is
in het Nederlandse belang dat de EU en de VS samenwerking vinden als de twee belangrijkste
markteconomieën ter wereld en leiderschap tonen op de verschillende onderwerpen vanuit
gedeelde normen en waarden. Het kabinet beschouwt de bijeenkomst in Pittsburgh als
een veelbelovende aftrap. Het concretiseren van de goede voornemens zal nog veel werk
en overleg vergen, maar er is een goed begin gemaakt voor verdere samenwerking. Het
kabinet hecht eraan hierbij op te merken, dat de TTC geen eigen besluitvormende bevoegdheden
heeft. Iedere afspraak die in de toekomst zou kunnen voortkomen uit de TTC, zal dus
zowel in de VS als in de EU de geëigende besluitvormingsprocessen moeten doorlopen.
Tevens zal de Raad spreken over de stand van zaken in het staal en aluminiumconflict.
In 2018 voerde de VS tarieven in op Europees staal en aluminium op basis van nationale
veiligheid (de zogenaamde «sectie 232 tarieven»). Als antwoord implementeerde de EU
rebalancerende maatregelen op verschillende VS producten. Om een de-escalerend signaal
te geven, voerde de EU de tarieven slechts gedeeltelijk in. Per 1 juni 2021 zouden
de tarieven verhoogd worden om tot een een-op-een compensatie voor de VS tarieven
te komen. In mei van dit jaar kwamen de EU en VS overeen om gezamenlijk de wereldwijde
staal en aluminium overcapaciteit aan te pakken2. Als teken van goede wil, stelde de EU de automatische verhoging van tarieven uit
tot 1 december aanstaande. Dit positieve signaal zou beantwoord moeten worden vanuit
de VS. Het kabinet moedigt beide partijen aan om een duurzame oplossing te vinden,
zodat de tarieven van beide partijen kunnen worden afgebouwd.
AOB
Jaarlijks rapport over implementatie en handhaving EU handelsakkoorden
Op 27 oktober jl. heeft de Commissie haar jaarlijkse rapport over de implementatie
en handhaving van EU handelsakkoorden gepubliceerd. Hierin wordt een overzicht gegeven
van de implementatie van de verschillende handelsakkoorden en wordt gerapporteerd
over handels- en investeringsbarrières en de implementatie van de duurzaamheidsafspraken.
Nederland verwelkomt de publicatie van dit rapport en hecht veel waarde aan een goede
implementatie en handhaving van EU handelsakkoorden. Het rapport biedt een goed evaluatiemoment
van de EU-handelsakkoorden en stipt aan waar het goed gaat en waar ruimte is voor verbetering.
Herziening van bepalingen over handel en duurzame ontwikkeling in handelsakkoorden
Nederland zal voorts onder AOB aandacht vragen voor de door de Commissie opgestarte
herziening van de duurzaamheidsafspraken in EU handelsakkoorden. Nederland zal in
dit verband wijzen op het belang van goede naleving en monitoring van bestaande duurzaamheidsafspraken
en het versterken van de mogelijkheden voor effectieve handhaving in toekomstige handelsakkoorden.
Nederland zal benadrukken dat in toekomstige handelsakkoorden de prikkels voor effectieve
naleving van duurzaamheidsafspraken versterkt moeten worden. De gedetailleerde kabinetsinbreng,
waarover uw Kamer geïnformeerd zal worden conform motie 31 985, nr. 77 kan naar verwachting eind november 2021 met de Commissie en de Raad gedeeld worden.
Lunch item: lopende onderhandelingen handelsakkoorden
Tijdens de lunch zal de Commissie een update geven van lopende onderhandelingen over
nieuwe handelsakkoorden. Naar verwachting zal de Commissie met name stil staan bij
de onderhandelingen met Nieuw-Zeeland en Chili. De onderhandelingen over een EU-Nieuw-Zeeland
handelsakkoord zijn in een vergevorderd stadium. De regering van Nieuw Zeeland heeft
aangegeven de onderhandelingen graag voor eind 2021 af te ronden. De laatste openstaande
punten betreffen o.a. investeringen en aanbestedingen. De modernisering van het associatieakkoord
met Chili bevindt zich in de afrondende fase van de onderhandelingen. De afgelopen
maanden bleken met name de toegang tot ruwe materialen en investeringsliberalisatie
lastige openstaande onderhandelingspunten. Tot slot zal tijdens de lunch de Commissie
mogelijk ook een update geven over de modernisering van het Global Agreement EU-Mexico,
dat dateert uit 1997. Nederland wacht op de aanbieding van de finale tekst door de
Commissie aan de Raad alvorens een positie in te nemen.
Overig
Hierbij ga ik in op het verzoek van de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
om aan te geven of het kabinet voornemens is te reageren op de raadpleging «Evaluatie
van het handelsdeel van het Associatieakkoord tussen de EU en Centraal Amerika». Het
kabinet is niet voornemens om te reageren op deze consultatie. Nederland geeft haar
inbreng al via de relevante werkgroepen en expertgroepen in Brussel. Nederland heeft
het bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld opgeroepen om deel te nemen aan de
consultatie.
Bijlage 1: Voortgangsrapportage handelsakkoorden – okt 2021
Deze bijlage bevat informatie omtrent EU-handelsakkoorden die nog niet definitief
in werking zijn getreden en EU-handelsakkoorden waarbij de betrokken partijen al wel
de intentie kenbaar hebben gemaakt om een handelsakkoord te verkennen. Deze rapportage
wordt ieder kwartaal aan de Kamer toegezonden.
A. Multilaterale handelsakkoorden
Onderhandelingen over afschaffen van visserijsubsidies
Het mandaat om binnen de WTO over visserijsubsidies te onderhandelen is onderdeel
van de Doha Ontwikkelingsagenda (Doha Development Agenda, DDA). Doel is om bepaalde vormen van subsidie af te schaffen die bijdragen aan overcapaciteit
en overbevissing, een einde te maken aan illegale, niet gerapporteerde en ongereguleerde
(IUU) visserij, en daarbij rekening te houden met een speciale gedifferentieerde behandeling
van ontwikkelingslanden conform SDG 14.6. Het is WTO-leden niet gelukt om in 2020
de onderhandelingen af te ronden, onder andere vanwege beperkingen door de COVID-19
pandemie. Het streven van WTO-leden is om dit jaar tijdens de ministeriële bijeenkomst
een akkoord af te sluiten. De EU blijft gecommitteerd aan het bereiken van een ambitieuze
overeenkomst. Tegelijkertijd zijn er een aantal openstaande punten in de onderhandelingen
waar WTO-leden ver van elkaar af staan.
B. Plurilaterale handelsakkoorden
Milieugoederenakkoord (Environmental Goods Agreement (EGA)):
Sinds juli 2014 onderhandelen achttien partijen, waaronder de EU, over een milieugoederenakkoord.
Dit beoogde akkoord richt zich op de vrijmaking van de handel in goederen die bijdragen
aan milieu en klimaatdoelstellingen. Hiertoe onderhandelen deelnemende partijen over
een lijst van «groene goederen». Eveneens wordt getracht de aan deze producten gekoppelde
diensten op termijn te liberaliseren. De Europese Commissie onderhandelt op basis
van het mandaat vastgesteld door de Raad in 2014. Inmiddels hebben 18 onderhandelingsrondes
plaatsgevonden en zijn mogelijke hoofdlijnen van een akkoord (zogenoemde «landing zones») geïdentificeerd. Partijen hebben gepoogd de onderhandelingen in 2016 af te ronden,
maar zijn daar niet in geslaagd. Hierop zijn de onderhandelingen stilgelegd. Het is
onduidelijk wanneer deze onderhandelingen worden hervat, ook gezien het veranderde
internationale krachtenveld sinds 2016. De Europese Commissie zet namens de EU in
op het verder brengen van duurzaamheidsinitiatieven in het kader van de WTO. Voor
het bevorderen van handel in groene klimaatgoederen en diensten door middel van het
wegnemen van handelsbarrières is momenteel beperkte steun onder WTO-leden. De EU zet
in op het verder verkennen van de mogelijkheden voor het stimuleren van handel in
groene goederen en diensten.
Verdrag over de handel in diensten (Trade in Services Agreement (TiSA):
Het Trade in Services Agreement (TiSA) is een plurilateraal handelsakkoord over de handel in diensten waarover de EU tot december 2016 met 22 WTO-leden
onderhandelde, op basis van een mandaat van de Raad uit maart 2013.3 Het doel van het akkoord is onder meer om afspraken te maken over internationale
e-commerce, datastromen, telecommunicatie, transport, kennismigratie en betere regelgeving.
Van 2 tot en met 10 november 2016 heeft de 21e onderhandelingsronde plaatsgevonden. De Europese Commissie heeft een verslag van
deze ronde op haar website gepubliceerd.4 Sindsdien zijn er in verband met het veranderde internationaal krachtenveld geen
onderhandelingen meer geweest. Het is onbekend wanneer deze onderhandelingen worden
hervat.
Onderhandelingen over elektronische handel (e-commerce)
In december 2017 hebben 71 WTO-leden, waaronder de EU, de VS, Japan en China, en marge
van de 11e Ministeriële Conferentie van de WTO een gezamenlijke verklaring gepubliceerd die
als startschot diende voor verkennende gesprekken ten behoeve van toekomstige onderhandelingen
over e-commerce. Het doel van het akkoord is afspraken maken over onderwerpen die e-commerce betreffen, zoals erkenning van elektronische handtekeningen, consumentenbescherming,
bescherming van persoonsgegevens en privacy en grensoverschrijdende datastromen. In
januari 2019 hebben 76 leden van de WTO, waaronder de eerdergenoemde leden, in een
gezamenlijk Joint Statement Initiative (JSI) te Davos besloten onderhandelingen te starten over de aan handel gerelateerde
aspecten van e-commerce. Ondertussen is het aantal deelnemers gestegen tot 86.
De onderhandelingen vinden voor de EU plaats op basis van het mandaat voor de Doha
Ontwikkelingsagenda, aangevuld met de onderhandelingsrichtsnoeren die in mei 2019
door de Raad zijn vastgelegd.5 Door COVID-19 is een aantal rondes geannuleerd, maar vanaf juni 2020 zijn deze weer
aangevangen in hybride vorm. Naast de plenaire vergaderingen vinden op een tiental
onderwerpen bijeenkomsten in kleiner verband middels werkgroepen plaats om de teksten
verder te stroomlijnen. In augustus 2020 werd een stocktaking-tekst gepresenteerd. Er is begin 2021 op technisch niveau overeenstemming bereikt
over een tekst over spam (ongewenste elektronische post) en over e-signature (elektronische handtekening). Recent zijn ook de onderhandelingen inzake o.a. e-contracts (elektronische contracten), consumentenbescherming en open government data afgerond. De small groups over e-invoicing, paperless trade, electronic transaction frameworks en open internet access gaan de goede kant op. De co-conveners die de onderhandelingen voorzitten streven
naar afronding van zoveel mogelijk onderwerpen voor MC12. Ook streven zij ernaar een
tijdspad te presenteren voor afronding van de onderhandelingen.
C. Bilaterale handelsakkoorden
C.1 Afrika:
In 2002 zijn onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille
Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika
liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. Nog niet alle EPA’s zijn volledig
in werking; in de tussentijd heeft de EU (interim-)EPA’s gesloten met afzonderlijke
landen (Kameroen, Ivoorkust, Ghana)6.
Economisch Partnerschap Centraal Afrika (Centraal Afrika-EU EPA):
In deze regio is de EPA alleen getekend door Kameroen. Met dat land vindt overleg
plaats over een mogelijke verdieping van de overeenkomst. De laatste onderhandelingsronde
vond in april 2021 plaats en ging o.a. over oorsprongsregels. Onderhandelingen met
andere landen in Centraal-Afrika verlopen moeizaam. Congo komt in aanmerking voor
preferenties onder het Algemeen Preferentieel Stelsel. Sinds 1 januari 2014 komt Gabon
daar niet meer voor in aanmerking. De overige landen van deze regio vallen onder de
«minst ontwikkelde landen» en genieten daarom rechten- en quota-vrije toegang tot
de EU-markt onder het zogenoemde «Everything but Arms» schema.
Economisch Partnerschap Westelijk Afrika (ECOWAS-EU EPA):
Eind 2014 is een akkoord over een EPA bereikt met de zestien landen in de Westelijk
Afrikaanse regio (verenigd in de Economic Community of West African States, ECOWAS). Van hen hebben dertien landen het akkoord direct getekend. In 2018 hebben
ook Gambia en Mauritanië getekend, waarmee Nigeria het enige land in West-Afrika is
dat de EPA niet getekend heeft. Het akkoord komt in aanmerking voor voorlopige toepassing
wanneer alle ECOWAS-lidstaten het akkoord getekend hebben en minimaal twee derde van
de ECOWAS-lidstaten het akkoord hebben geratificeerd. In 2016 zijn interim-EPA’s met
Ghana en Ivoorkust tot stand gekomen. Beide worden voorlopig toegepast. Recent is
een dialoog gestart met beide landen voor duurzame cacao; het Sustainable Cocoa Initiative. Het Initiative heeft drie doelen; het inkomen van cacaoboeren op duurzame wijze
te verbeteren, de kinderarbeid in de cacaosector te elimineren en de ontbossing tegen
te gaan.
Economisch Partnerschap Oostelijk Afrika (EAC-EU EPA):
Eind 2014 is een akkoord bereikt met de vijf landen in de Oostelijk Afrikaanse regio
(de East African Community, EAC) over een EPA. Op 1 september 2016 tekenden Kenia en Rwanda de overeenkomst.
Ook alle EU-lidstaten en de EU hebben de overeenkomst getekend. Op de EAC-Top van
20 mei 2017 is de EU ingegaan op zorgpunten van enkele EAC-leden. Op de EAC-Top van
1 februari 2019 werd afgesproken om binnen vier maanden meer helderheid te krijgen
over deze zorgpunten en de EU bood ook technische assistentie aan, maar voortgang
is sindsdien uitgebleven7. Tijdens de top van 28 februari 2021 riep Kenia op alvast de onderhandelingen met
de EU te beginnen in afwachting van de inwerkingtreding van het akkoord. De EU bevestigde
het overleg te kunnen starten met de landen die daartoe bereid zijn. Een joint Task Force is hiervoor inmiddels opgericht.
Economisch Partnerschap Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESA-EU EPA):
Sinds 2012 is voor Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe een EPA van kracht.
In januari 2019 kwamen partijen overeen om de overeenkomst te verdiepen. De eerste
onderhandelingen hierover gingen van start in oktober 2019. Inmiddels hebben vijf
onderhandelingsrondes plaatsgevonden waarvan de laatste plaats vond van 19–23 juli
jl. Er met name voortgang geboekt op oorsprongsregels, technische handelsbarrières,
douane, handelsfacilitatie, voedselveiligheid en landbouw en verkennend gesproken
over diensten, investeringen en duurzame ontwikkeling. De ambitie is te komen tot
een veelomvattend modern akkoord met betrokkenheid van de «civil society» en de parlementen.
Economisch Partnerschap Zuidelijk Afrika (SADC-EU EPA):
In juni 2016 kwam een akkoord tot stand met zes landen in de Zuidelijk Afrikaanse
regio: Botswana, Lesotho, Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika en Eswatini (voorheen Swaziland).
Angola heeft formeel haar «accession negotiation letter» ingediend en de toetredingsprocedure is in gang gezet. De SADC-EPA (Southern African Development Community) wordt sinds 10 oktober 2016 voorlopig toegepast. Toen ook Mozambique vanaf februari
2018 de EPA toepaste, werd dit de eerste volledig operationele regionale EPA in Afrika.
De zes andere landen in de SADC-regio (te weten: de Democratische Republiek Congo,
Madagaskar, Malawi, Mauritius, Zambia en Zimbabwe), maken deel uit van andere regionale
groepen waarmee de EU samenwerkt, te weten Centraal Afrika, respectievelijk Oostelijk
en Zuidelijk Afrika. Zeven onderhandelingsrondes hebben inmiddels plaatsgevonden.
De onderhandelingen verlopen moeizaam. De voorbereidingen voor de review van de EPA
zijn in oktober gestart. De betrokkenheid van maatschappelijk middenveld in het monitoren
van de EPA stuit op weerstand van de zijde van SADC. Verder houdt Zuid Afrika de toetreding
van Angola tot de EPA tegen.
Egypte (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):
In 2004 trad een associatieakkoord tussen de EU en Egypte in werking. Dit heeft vrijhandel
van goederen bewerkstelligd door de afschaffing van invoerrechten voor industriële
producten en omvat diverse concessies voor landbouwproducten. In 2010 trad additioneel
een akkoord in werking met betrekking tot landbouw en visserij. In 2011 kreeg de Europese
Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord,
met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Een dialoog daarover
is gestart in juni 2013, maar er is nog geen zicht op opening van de onderhandelingen.
Marokko (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):
Het associatieakkoord tussen de EU en Marokko is in werking getreden in maart 2000.
Het akkoord heeft geleid tot de geleidelijke afbouw van invoerrechten voor industriële
producten en liberalisatie voor landbouw- en visserijproducten. In 2011 kreeg de Europese
Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord,
met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De onderhandelingen
daarover zijn in april 2013 van start gegaan. Sinds de vierde ronde in april 2014
liggen de onderhandelingen stil. Marokko wenste meer tijd voor interne afstemming.
Tijdens de EU-Marokko Associatieraad in juni 2019 is nog gesproken over hervatting
van de onderhandelingen.8 Deze hervatting is nog niet gepland of verder besproken.
Tunesië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):
Het associatieakkoord tussen de EU en Tunesië is in 1998 in werking getreden. In 2008
zijn de douanerechten voor industrieproducten volledig afgeschaft. In 2011 kreeg de
Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van
het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De
EU-tekstvoorstellen en verslagen van de onderhandelingsrondes zijn online beschikbaar.9 De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 29 april tot en met 3 mei 2019 in
Tunis. Het verslag van deze onderhandelingsronde is ook online beschikbaar.10 Er is nog geen datum bekend voor de vijfde onderhandelingsronde.
C.2 Azië:
ASEAN (Association of Southeast Asian Nations):
In 2007 zijn de onderhandelingen gestart tussen de EU en de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN)11 om tot een regionaal handelsakkoord te komen. De basis hiervoor is het ASEAN-mandaat uit 2007. Na zeven onderhandelingsrondes
hebben de EU-lidstaten in 2009 besloten om de onderhandelingen te vervolgen op het
niveau van bilaterale handelsakkoorden met ASEAN-landen. Deze handelsakkoorden kunnen
als bouwstenen dienen om later alsnog tot een regionaal handelsakkoord te komen. Op
1 december 2020 vond de 23e ASEAN-EU ministeriële ontmoeting (virtueel) plaats, waar ASEAN en de EU hun betrekkingen
verdiepten door een strategisch partnerschap te sluiten. Ook op de Joint Cooperation Comité
virtuele vergadering van 28 maart 2021 herbevestigden ASEAN en de EU hun intenties
om uiteindelijk tot een regionaal handelsakkoord te komen. Tijdens deze vergadering
werd ook de samenwerking besproken op het gebied van klimaat en duurzaamheid, zoals
met betrekking tot bosbehoud, duurzame landbouw en visserij. ASEAN-lidstaten (AMS)
en de Commissaris van Handel van de Europese Unie (EU) vergaderden virtueel op 14 september
2021. Er werd afgesproken verder te werken aan de ontwikkeling van parameters voor
een toekomstig ASEAN-EU-handelsakkoord.
China (EU-China Investment Agreement):
Op 30 december 2020 kondigden de EU en China aan een principeovereenkomst te hebben
bereikt over het EU-China Comprehensive Agreement on Investment (CAI). De Kamer is hierover geïnformeerd per brief12. De onderhandelingen over het CAI waren gaande sinds 2013. De conceptteksten en de
annexen zijn online gepubliceerd13. Op basis van de tekst van de principeovereenkomst lijkt er sprake van een EU-only overeenkomst. Zoals vermeld in de beantwoording op Kamervragen over het CAI (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2255), kan het kabinet pas een volledige analyse van het akkoord maken als een definitieve
tekst beschikbaar komt inclusief alle bijlagen14.
In mei 2021 heeft de Commissie bij monde van EVP Dombrovskis aangegeven dat de goedkeuringsprocedure
van het EU-China Comprehensive Agreement on Investment (CAI) wordt stilgelegd. Dit was in reactie op de Chinese sancties op Europese politici.
Tevens heeft het EP uitgesloten het CAI te bespreken zolang de sancties van kracht
zijn. De grote zorgen die NL al eerder had over de link tussen handel en mensenrechten
in de EU-China relatie, lijken daarmee binnen de EU meer tractie te hebben gekregen.
Een formele kabinetspositie over het CAI zal pas aan de orde zijn als de definitieve
teksten zijn ontvangen. Oorspronkelijk was dat moment voorzien voor voorjaar 2022,
maar inmiddels lijkt dat tijdspad onwaarschijnlijk. Voor Nederland geldt daarbij dat
de mensenrechtensituatie in China zwaar weegt, waarbij in het bijzonder verbetering van de situatie
t.a.v. dwangarbeid noodzakelijk is. NL zal aandacht blijven vragen voor de wisselwerking
tussen handel en mensenrechten in de EU-China relatie.
Filipijnen (EU-Philippines Free Trade Agreement):
In december 2015 zijn de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en
de Filipijnen aangekondigd. De Raad heeft eind 2015 ingestemd met een voorzitterschapsnotitie
voor de start van de onderhandelingen. Deze notitie vormt een aanvulling op het mandaat
van de Raad aan de Europese Commissie voor de onderhandelingen over een regionaal
handelsakkoord met de ASEAN- regio uit 2007. De tweede onderhandelingsronde vond plaats
van 13 tot en met 17 februari 2017. De Europese Commissie heeft het verslag van deze
ronde op haar website gepubliceerd.15 Op dit moment is geen volgende onderhandelingsronde gepland.
India (India-EU Free Trade Agreement):
De EU en India onderhandelen sinds 2007 over een handels- en investeringsakkoord.
Sinds de zomer van 2013 liggen de onderhandelingen stil. Na verschillende pogingen
om de EU-India Free Trade Agreement onderhandelingen te heropenen, is in juni 2018 besloten de onderhandelingen voorlopig
niet te herstarten wegens een blijvend gebrek aan een gelijk ambitieniveau. Sindsdien
heeft de Commissie de strategische dialoog met India voortgezet om de onderhandelingen
in de toekomst te kunnen heropenen en de mogelijkheden bekeken om te komen tot een
separaat investeringsakkoord. Tijdens de EU-India Top op 8 mei 2021 is besloten de
onderhandelingen over een gebalanceerd, ambitieus, alomvattend en wederzijds voordelig
handelsakkoord te hervatten. Tevens is afgesproken om de onderhandelingen over een
separaat investeringsakkoord op te starten alsook over een separaat akkoord inzake
de bescherming van geografische indicaties.
Indonesië (Indonesia-EU Comprehensive Economic Partnership Agreement (CEPA)):
De Raad heeft op 18 juli 2016 ingestemd met een voorzitterschapsnotitie voor de start
van de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Indonesië. Deze notitie
vormt een aanvulling op het bestaande ASEAN-mandaat uit 2007. Van 15 tot 26 juni 2020
vond de onderhandelingsronde via videoconferentie plaats. Het verslag van deze digitale
ronde is te vinden op de website van de Europese Commissie.16 Tijdens deze ronde hebben de EU en Indonesië onder andere voortgang geboekt op het
gebied van regels van oorsprong en technische handelsbelemmeringen. Op andere onderwerpen,
zoals handel in goederen en handel en duurzame ontwikkeling is weinig voortgang geboekt.
Ook is nog geen markttoegangsaanbod op het gebied van overheidsopdrachten uitgewisseld.
In de laatste digitale ronde van 22–26 februari 2021 zijn er, zoals verwacht door
de CIE, geen doorbraken geboekt. Op traditionele handelsonderdelen is 80% afgerond,
maar er is weinig vooruitgang ten aanzien van meer moderne handelshoofdstukken zoals
TSD, subsidies en overheidsaanbestedingen.17 De volgende ronde zal plaatsvinden in de week van 8 november 2021.
Jordanië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):
In 2002 is een associatieakkoord tussen de EU en Jordanië in werking getreden. Afschaffing
van de invoertarieven is na een transitieperiode van twaalf jaar gerealiseerd. In
2007 trad een aanvullend akkoord in werking voor liberalisatie van handel in landbouwproducten.
In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding
en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en
investeringen. Er is voorlopig geen eerste onderhandelingsronde gepland.
Kazachstan (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (EPCA)):
In december 2015 is het nieuwe akkoord ondertekend, gevolgd door voorlopige toepassing
door de EU per 1 mei 2016. Kazachstan is lid van de Euraziatische Economische Unie
(samen met Rusland, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland), daarom zijn er geen afspraken
over tariefliberalisatie voor goederen in het akkoord opgenomen. Hier kan alleen met
de Euraziatische Unie als geheel over onderhandeld worden. In 2011 zijn onderhandelingen
van start gegaan tussen de Europese Commissie en Kazachstan over een hernieuwd Partnership and Cooperation Agreement (PCA). In 2014 zijn de onderhandelingen na acht onderhandelingsrondes afgerond. De
Raad van State heeft zijn advies gegeven over het akkoord. Op 29 oktober 2018 is de
memorie van toelichting samen met het akkoord ter goedkeuring naar de Tweede Kamer
en Eerste Kamer gestuurd. De Tweede Kamer heeft dit tijdens de plenaire behandeling
op 7 februari 2019 aangenomen, waarna de Eerste Kamer op 5 maart 2019 heeft ingestemd.
Het akkoord treedt pas in werking als alle partijen geratificeerd hebben.
Kirgizië (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (ECPA))
De samenwerking tussen de EU en Kirgizië is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), die in 1999 in werking is getreden. Deze samenwerking omvat drie pilaren:
een politieke dialoog, economische samenwerking (inclusief ontwikkelingshulp vanuit
de EU) en samenwerking op een aantal concrete beleidsterreinen, zoals technologie
en cultuur. Daarnaast heeft Kirgizië preferentiële markttoegang tot de EU op grond
van het «APS+»-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). Op 2 juni 2017 heeft de Commissie een aanbeveling
aan de Raad gedaan voor het openen van de onderhandelingen voor het moderniseren van
het PCA, inclusief een voorstel voor een mandaat. Hierin stelt de Commissie voor om
de samenwerking op alle drie de pijlers te verdiepen. De Raad heeft het onderhandelingsmandaat
op 9 oktober 2017 goedgekeurd. Onderhandelingen over het handelsdeel zijn op 28 februari
2018 van start gegaan. Ten aanzien van handel zijn de onderhandelingsteksten gemodelleerd
op het recent aangepaste akkoord met Kazachstan.18 Er is geen sprake van tariefliberalisatie, omdat daarover alleen met de Euraziatische
douane-unie als geheel onderhandeld kan worden. De zevende en laatste onderhandelingsronde
vond plaats van 6 tot en met 8 juni 2019. Tijdens de EU-Centraal-Azië Ministeriële
bijeenkomst hebben de EU en Kirgizië het politieke akkoord geparafeerd. De tekst van
het handelsgedeelte van het akkoord wordt momenteel juridisch opgeschoond en vertaald.
Maleisië (Malaysia-EU FTA (MEUFTA)):
Onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Maleisië zijn in oktober
2010 begonnen. Het ASEAN-mandaat uit 2007 lag hieraan ten grondslag. De zevende, en
tot nu toe laatste ronde, vond plaats in april 2012. Op dit moment is nog geen zicht
op hervatting van de onderhandelingen.
Myanmar (EU-Myanmar Investment Protection Agreement):
In maart 2014 heeft de Raad een mandaat aan de Europese Commissie verleend en zijn
de onderhandelingen tussen de EU en Myanmar over een investeringsbeschermingsakkoord
begonnen. Het doel van de bilaterale investeringsovereenkomst met de EU is om investeringen
te bevorderen ten behoeve van de sociaaleconomische ontwikkeling van Myanmar. Het
akkoord zal hoofdstukken bevatten over transparantie, duurzame ontwikkeling, investeringsbescherming
en geschillenbeslechting. Op 26 en 27 april 2017 hebben technische besprekingen plaatsgevonden.19 Er staat geen nadere onderhandelingsronde gepland.
Oezbekistan (Enhanced Partnership Cooperation Agreement)
De samenwerking tussen de EU en Oezbekistan is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. De EU en Oezbekistan onderhandelen over
een overeenkomst ter modernisering en vervanging van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA) op basis van het mandaat dat de Raad op 16 juli 2018 heeft aangenomen. Op 23 november
2018 lanceerden de EU en Oezbekistan de onderhandelingen van het Enhanced Partnership Cooperation Agreement formeel en marge van de EU-Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst. De meest recente
en achtste onderhandelingsronde van het handelsgedeelte vond plaats van 29–30 juni
202120.
Singapore (European Union-Singapore Free Trade Agreement (EUSFTA)):
De EU-Singapore akkoorden zijn op 19 oktober 2018 ondertekend. Het gaat om een handelsakkoord
en een investeringsakkoord. De akkoorden vormen een belangrijke kans voor het bedrijfsleven
en zullen tevens een positieve impuls geven aan de bilaterale relatie tussen de EU
en Singapore. Singapore heeft, net als Nederland, een bijzonder open economie. Singapore
behoort tot de twintig belangrijkste exportmarkten van Nederland. Het handelsakkoord
is op 21 november 2019 in werking getreden. Bij de viering van het 1-jarig bestaan
van het verdrag tekenden de EU en Singapore een samenwerkingsovereenkomst «Administrative arrangement on cluster cooperation», een instrument voor het benutten van de voordelen van EUSFTA door middel van regelmatige
uitwisselingen en business matchmaking voor Singaporese en Europese bedrijven. Het investeringsakkoord bevat alle vernieuwende
elementen van de EU-inzet voor investeringsbescherming. Het EU-investeringsakkoord met Singapore zal het bestaande investeringsakkoord tussen Nederland en Singapore
vervangen. Het Europees Parlement heeft het EU-handelsakkoord en het EU-investeringsakkoord
op 13 februari 2019 goedgekeurd. Het investeringsakkoord is een gemengd akkoord en
kan pas in werking treden nadat het is geratificeerd door alle EU-lidstaten. In Nederland
is de goedkeuring van het investeringsakkoord in voorbereiding.
Syrië (Euro-Mediterranean Agreement Establishing an Association):
De bilaterale relatie is geregeld in een Samenwerkingsovereenkomst uit 1977, die in
1978 in werking trad. Onderhandelingen over een associatieakkoord zijn afgerond in
2004, maar ondertekening is uitgebleven als gevolg van de interne politieke situatie
in Syrië. Tevens heeft de EU in 2011 besloten handelsrestricties in te stellen in
reactie op de gewelddadige onderdrukking door het Syrische regime van vreedzame demonstraties.
Deze sancties zijn sindsdien regelmatig aangepast en uitgebreid.
Thailand (EU-Thailand Free Trade Agreement):
In februari 2013 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Thailand gestart. Het ASEAN-mandaat
uit 2007 vormt hiervoor de basis. De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 8
tot en met 10 april 2014. Na de militaire coup in mei 2014 zijn de onderhandelingen
stilgelegd. Conform de Raadsconclusies van 2017 zouden de onderhandelingen slechts
worden heropend op het moment dat er een democratisch gekozen regering aan de macht
is. Op 24 maart 2019 zijn er in Thailand democratische verkiezingen gehouden. Naar
aanleiding hiervan stelde de Raad in haar conclusies van 14 oktober 201921 dat de nodige stappen moeten worden gezet om de onderhandelingen over een ambitieus en alomvattend handelsakkoord te hervatten. Nederland heeft tijdens de RBZ/Handel in november 2019 gesteld dat de EU zou moeten
overwegen opnieuw naar de onderhandelingsinzet te kijken. Het is nog niet bekend of
en wanneer de onderhandelingen met Thailand daadwerkelijk hervat zullen worden.
Vietnam (EU-Vietnam Free Trade Agreement):
Per 1 augustus 2020 is het EU-Vietnam handelsakkoord in werking getreden. Daarnaast
is op 30 juni 2019 een investeringsakkoord tussen de EU en Vietnam ondertekend. Dit
verdrag is op 12 februari 2020 door het Europees Parlement goedgekeurd. Alvorens het
investeringsakkoord in werking kan treden, dient het door de nationale parlementen
van de EU-lidstaten te worden goedgekeurd. In Nederland is de goedkeuring van het
investeringsakkoord in voorbereiding. Het investeringsakkoord lijkt sterk op het investeringsakkoord
van het EU-Singapore akkoord. Dit betekent dat het investeringsakkoord de gemoderniseerde
EU-inzet voor investeringsbescherming bevat, zoals het Investment Court System.
C.3 Europa:
Andorra, Monaco en San Marino (gezamenlijk Association Agreement):
De huidige relatie tussen de EU en de drie micro-staten Andorra, Monaco en San Marino
is gebaseerd op een groot aantal afzonderlijke akkoorden. Sinds 8 maart 2015 wordt
er onderhandeld om deze afzonderlijke akkoorden te integreren in één associatieakkoord.
De Raad heeft hiervoor op 4 december 2014 het mandaat verleend. Het doel is een significante
verlaging van de handelsbarrières voor ondernemers uit Andorra, Monaco en San Marino,
vergelijkbaar met de markttoegang voor EER-staten Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.
De onderhandelingen bevinden zich momenteel in de finale fase. Nederland is voorstander
van een zo goed mogelijke integratie van Andorra, Monaco en San Marino in de Europese
interne markt door middel van één gezamenlijk associatieakkoord voor de drie micro-staten. Nederland wenst dat het aantal uitzonderingsbepalingen
voor het vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal zo veel als mogelijk
wordt beperkt, en door de micro-staten grondig wordt onderbouwd.
Armenië (Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement (CEPA)):
Per 1 juni 2018 is de Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement (CEPA) voorlopig in werking getreden. Op 26 februari 2017 bereikten de Europese Commissie
en Armenië overeenstemming over dit akkoord. Op 24 november 2017 is het akkoord door
beide partijen ondertekend. Deze CEPA vervangt het in 1999 in werking getreden Partnership and Cooperation Agreement. Armenië en de EU hadden als onderdeel van een associatieakkoord in 2013 reeds de
onderhandelingen over een Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) afgerond. Dit akkoord is nooit in werking getreden, vanwege het feit dat Armenië
lid werd van de Euraziatische Economische Unie (de douane-unie van Rusland, Kazachstan,
Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland). Deze afspraken zijn onverenigbaar met de preferentiële
markttoegang voor goederen tot de Europese markt die volgt uit het DCFTA. In de Kaderovereenkomst
hebben de EU en Armenië geprobeerd op de overige terreinen zo veel mogelijk afspraken
uit het DCFTA in stand te houden.
Azerbeidzjan (Comprehensive Agreement):
De huidige relatie tussen de EU en Azerbeidzjan is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1996. Dit akkoord is in 1999 in werking getreden. Op 14 november 2016 heeft
de Raad de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger het mandaat gegeven voor het voeren
van de onderhandelingen voor een breed akkoord, ter vervanging van het PCA. De onderhandelingen
zijn gestart op 7 februari 2017. De zevende onderhandelingsronde over het handelsgedeelte
van een nieuw akkoord vond plaats van 23 tot en met 25 april 2019 in Baku. De onderhandelingen
vertraging opgelopen en sinds juli 2021 wordt gepoogd spoedig een nieuwe onderhandelingsronde
te organiseren. Streven is dat de volgende ronde zal plaatsvinden wanneer voortgang
is geboekt in technische discussies.
Rusland (verdieping van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA)):
De huidige relatie tussen de EU en Rusland is gebaseerd op een Partnership and Cooperation
Agreement (PCA) uit 1994, dat in 1997 in werking is getreden. In 2008 zijn onderhandelingen
begonnen over modernisering en uitbreiding van het PCA op basis van een mandaat van
de Raad. Vanaf 2010 wordt er vooral over handel en investeringen onderhandeld.
In maart 2014 heeft de Raad besloten om de onderhandelingen te schorsen. De reden
hiervoor was de annexatie van de Krim door Rusland, alsook het conflict in Oost-Oekraïne.
Turkije (Modernised Customs Union):
Sinds 1995 vormen de EU en Turkije gezamenlijk een douane-unie. Op 23 december 2016
heeft de Europese Commissie een aanbeveling voor een mandaat gedaan aan de Raad om
de douane-unie te moderniseren. Tevens wenst de Commissie de douane-unie uit te breiden
met afspraken op het gebied van landbouw, handel in diensten en overheidsaanbestedingen.
De ER herhaalde in juni, in lijn met zijn conclusies van maart, dat indien Turkije
zich constructief blijft opstellen, de Europese Unie bereid is om op een gefaseerde,
proportionele en omkeerbare wijze de samenwerking met Turkije op een aantal gebieden
te intensiveren. In dat verband constateerde de ER dat op technisch niveau een begin
was gemaakt met het werk aan een mandaat voor de eventuele modernisering van de douane-unie.
De ER onderstreepte dat aanvullende guidance van de Europese Raad nodig is voordat de Raad een dergelijk mandaat mag aannemen.
De ER benadrukte eveneens dat Turkije de implementatie van de douane-unie moet verbeteren.
Mede op Nederlands aandringen herhaalde de ER dat een dialoog over mensenrechten en
de rechtsstaat een integraal onderdeel van de betrekkingen tussen de EU en Turkije
blijft.
C.4 Noord- en Midden-Amerika:
Canada (Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA)):
Nederland heeft net als Canada, de EU en de andere EU-lidstaten het EU-handelsakkoord
met Canada (CETA) in 2016 ondertekend. Op 15 februari 2017 heeft het Europees Parlement
het akkoord goedgekeurd. De handelsafspraken in het akkoord worden sinds 21 september
2017 voorlopig toegepast. Daarnaast zijn de goedkeuringsprocessen in de EU-lidstaten
opgestart. De Nederlandse CETA-goedkeuringswet is op 5 maart 2019 naar de Tweede Kamer
gestuurd. In de loop van 2019 hebben een schriftelijke vragenronde, twee technische
briefings en een rondetafelgesprek over CETA plaatsgevonden. De Tweede Kamer heeft
vervolgens op 12 en 13 februari 2020 over CETA gedebatteerd en voor dit verdrag gestemd.
De Eerste Kamer behandelt momenteel de goedkeuringswet. In de loop van 2020 hebben
twee schriftelijke vragenrondes en twee expertbijeenkomsten plaatsgevonden. CETA treedt
volledig in werking na ratificatie door Canada, de EU en de EU-lidstaten.
Economisch Partnerschap met de landen in de Cariben (CARIFORUM-EU EPA):
In 2008 zijn de onderhandelingen over de CARIFORUM-EU EPA afgerond, waarna de goedkeuringsprocedures
zijn gestart en de EPA voorlopig wordt toegepast. Nederland heeft het akkoord geratificeerd.
De EPA treedt definitief in werking wanneer alle partijen hebben geratificeerd. Aan
implementatie van het akkoord wordt gestaag gewerkt. Op 27 en 28 november 2019 vond
de negende bijeenkomst plaats van het Comité Handel en Ontwikkeling. De volgende bijeenkomst
van de gezamenlijke CARIFORUM-EU Raad was voorzien in de eerste helft van 2020, maar
heeft nog niet plaatsgevonden. Het evaluatie rapport van CARIFORUM werd 21 januari
jl. gepubliceerd en beslaat de periode 2008–201822. Om de voordelen van de EPA beter te benutten beveelt het rapport o.a. aan de transparantie
en de bewustwording te verbeteren, een gunstiger ondernemingsklimaat te bevorderen
en de capaciteit van de overheid te versterken in de CARIFORUM-landen.
Mexico (modernisering EU-Mexico Global Agreement):
Op 23 mei 2016 heeft de Raad het onderhandelingsmandaat ten behoeve van de modernisering
van het bestaande EU-Mexico Global Agreement uit 1997, dat sinds 2000 in werking is, goedgekeurd. Op 28 april 2020 is er een politiek
akkoord bereikt tussen de Europese Commissie en Mexico. Naar verwachting zal de Commissie
begin volgend jaar het akkoord ter besluitvorming voorleggen aan de Raad. Het kabinet
zal dan een standpunt innemen over de vorm en inhoud van het akkoord zoals aangeboden
door de Europese Commissie aan de Raad. Het handels- en investeringsdeel van de Global Agreement zet in op 97% liberalisering van de handel in goederen. Voor Nederland is van belang
het wegnemen van onnodige belemmeringen, zoals niet-tarifaire obstakels, het openstellen
van aanbestedingsprocedures op subfederaal niveau en de afspraken voor vergrote markttoegang
voor landbouwproducten, zoals zuivel, pluimvee, varkens, eierproducten, aardappelen,
bloembollen en granen.
Voor geschillenbeslechting is Mexico akkoord gegaan met het voorstel van de EU voor
de oprichting van het Investment Court System. Ten opzichte van de bestaande EU-Mexico overeenkomst zijn nu ook anti-corruptiebepalingen
en een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling opgenomen. Ook zal voor het eerst het
maatschappelijk middenveld een rol krijgen in de monitoring van het akkoord.
Verenigde Staten:
Op 15 april 2019 is een Raadsbesluit aangenomen waarmee twee mandaten aan de Europese
Commissie zijn verleend voor onderhandelingen met de Verenigde Staten. Het gaat om
(1) een mandaat voor onderhandelingen over een handelsakkoord beperkt tot tariefverlaging
voor industriële goederen, inclusief visserij, en (2) een mandaat voor onderhandelingen
over een akkoord met betrekking tot erkenning van elkaars conformiteitsbeoordeling.23 Er zijn geen ontwikkelingen geweest met betrekking tot de nieuwe twee mandaten. In
het Raadsbesluit van 15 april 2019 is tevens het onderhandelingsmandaat voor de Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) als verouderd en niet meer relevant verklaard.
C.5 Oceanië:
Australië (EU-Australia Free Trade Agreement):
Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Australië
is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.24 Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie van
de EU. Er is geen sprake van onderhandelingen over investeringsbescherming. Op 18 juni
2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Australië officieel begonnen. Er hebben
tot nu toe acht onderhandelingsrondes plaatsgevonden. Meest recente elfde onderhandelingsronde
van een EU – AUS handelsakkoord vond plaats van 1–11 juni jl.25 Openstaande punten in de onderhandelingen liggen onder andere op het gebied van handel
en duurzame ontwikkeling, geografische aanduidingen en markttoegang voor overheidsaanbestedingen.
De eerst volgende onderhandelingsronde voorzien voor oktober is uitgesteld.
Nieuw-Zeeland (EU-New Zealand Free Trade Agreement):
Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Nieuw-Zeeland
is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.26 Op 21 juni 2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Nieuw-Zeeland officieel
begonnen. Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie
van de EU. Er is geen sprake van onderhandelingen over investeringsbescherming. De
11e ronde heeft van 28 juni tot 8 juli plaatsgevonden, tijdens deze ronde heeft de
Europese Commissie een herzien goederenaanbod gedeeld27. De discussie verliep constructief en de onderhandelingen zijn in een vergevorderd
stadium. Handelsminister O’Connor heeft tijdens zijn laatste ontmoeting met vicepresident
Dombrovskis benadrukt eraan te hechten om dit jaar de onderhandelingen af te ronden,
bij voorkeur rondom de volgende voorziene onderhandelingsronde in november.
Economisch Partnerschap met de landen in de Stille Oceaan (Pacific-EU EPA):
De onderhandelingen met de gehele Stille Oceaan regio over een regionale EPA zijn
nog altijd gaande. Voor Papoea-Nieuw-Guinea, Fiji en Samoa is een interim-EPA van
kracht. In oktober 2019 vond de zevende en laatste EU-Pacific EPA Trade Committee bijeenkomst plaats. Samoa, dat eind 2018 de status «minst ontwikkeld land» kwijtraakte,
trad per 1 januari 2019 tot het akkoord toe, de Solomon-eilanden op 7 mei 2020. Inmiddels
is ook de procedure gestart voor de toetreding van Tonga en Timor Leste tot deze interim-EPA.
C.6 Zuid-Amerika:
Chili (modernisering associatieakkoord):
Het associatieakkoord tussen de EU en Chili kwam in 2002 tot stand en is in 2005 in
werking getreden. De EU en Chili besloten in 2013 de mogelijkheden te verkennen om
het handelsgedeelte van het bestaande associatieakkoord te moderniseren. Om de toegevoegde
waarde, de omvang en de ambitie te verkennen, werd in 2014 een gezamenlijke werkgroep
opgericht. De Europese Commissie heeft in 2016 de stakeholders consultatie en het scoping paper afgerond. Op 13 november 2017 werd het onderhandelingsmandaat door de Raad goedgekeurd.
Het mandaat is openbaar.28 De tiende onderhandelingsronde vond plaats van 15–29 mei 202129. De recentste besprekingen vonden plaats in de week van 13 september, toen de Chileense
Viceminister van Handel Rodrigo Yanez Brussel bezocht. Op dit moment zijn de onderhandelingen
in een vergevorderd stadium. Streven is om tot spoedige overeenstemming over een akkoord
te komen, bij voorkeur voor einde van dit jaar. Dit lijkt haalbaar, mits enkele openstaande
punten kunnen worden opgelost
Colombia, Peru en Ecuador (EU-Colombia/Peru/Ecuador Free Trade Agreement):
De onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador
en Peru) over een associatieovereenkomst zijn in juni 2007 van start gegaan op basis
van een mandaat uit april 2007. Deze onderhandelingen zijn in juni 2008 stilgelegd.
In januari 2009 werden, op basis van een nieuw mandaat, onderhandelingen over een
meerpartijen-overeenkomst hervat met Colombia, Ecuador en Peru. Na vier rondes schorste
Ecuador zijn deelname aan de besprekingen. De onderhandelingen werden met Colombia
en Peru in mei 2010 succesvol afgesloten. Voorlopige toepassing geldt met Peru per
maart 2013 en met Colombia per augustus 2013. Vanaf 2014 vonden tussen de EU en Ecuador
onderhandelingen plaats over een protocol van toetreding. De onderhandelingen zijn
op 17 juli 2014 afgerond. Per 1 januari 2017 wordt dit akkoord met Ecuador voorlopig
toegepast. Op 14 december 2018 heeft de ministerraad ingestemd met het opstarten van
de stilzwijgende goedkeuringsprocedure inzake het toetredingsprotocol van Ecuador
bij de Handelsovereenkomst. De Kamer heeft op 14 juli 2019 ingestemd met het protocol
van toetreding tot de Handelsovereenkomst; het Koninkrijk der Nederlanden heeft het
toetredingsprotocol vervolgens op 27 juli 2019 (voor het Europese deel van het Koninkrijk)
geratificeerd. Het protocol treedt pas in werking als alle partijen geratificeerd
hebben.
Mercosur (Comprehensive Free Trade Agreement als onderdeel van Association Agreement):
In 2000 zijn de EU en Mercosur gestart met onderhandelingen over een associatieakkoord
met als onderdeel daarvan een handelsakkoord.30 In 2004 werden de onderhandelingen stilgelegd en in 2010 zijn deze hervat. Tussen
2012 en 2015 lagen de onderhandelingen wederom stil. Op 11 mei 2016 hebben de EU en
Mercosur markttoegangsaanbiedingen uitgewisseld en sindsdien hebben meerdere onderhandelingsrondes
plaatsgevonden, waaronder in juni, juli en september 2018. Op 28 juni 2019 zijn de
onderhandelaars tot een politiek akkoord gekomen, waarbij een aantal voorlopige teksten
door de Europese Commissie is gepubliceerd.31 De Commissie werkt momenteel aan de juridische opschoning en vertaling van de teksten.
Wageningen Universiteit voerde een studie uit om de mogelijke effecten van het handelsakkoord
voor Nederland, in het bijzonder op agrarische huishoudens, te evalueren. In januari
2021 werd het eindrapport aan de Tweede Kamer aangeboden (bijlage bij Kamerstuk 31 985, nr. 68). De Commissie heeft het Sustainability Impact Assessment, waarover ook het maatschappelijk middenveld in 2020 is geraadpleegd, in maart 2021
samen met een eigen positie paper gepubliceerd.32 Vanwege zorgen over de toename van ontbossing in met name Brazilië, heeft Handelscommissaris
Dombrovskis met Mercosur-landen gesproken over aanvullende bindende afspraken die
EU-zorgen over het akkoord moeten wegnemen. De Commissie werkt aan tracks op milieu,
klimaat en andere duurzaamheidsgebieden. Mercosur-landen staan hier in beginsel positief
tegenover. De Kamer is hierover geïnformeerd (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2328). Op 11 maart jl. verzocht de Commissie de lidstaten om inbreng aangaande de zorgen
over ontbossing en mensenrechtenschendingen in Mercosur. Een document over de NL inbreng
voor de Europese Commissie is gefinaliseerd en zal binnenkort aan de Commissie aangeboden
worden en gedeeld met de Kamer. Kern van de voorstellen is dat effectief gebleken
bestaand beleid t.a.v. het tegengaan van ontbossing in de regio onmiddellijk wordt
uitgevoerd, veranderingen hierop worden teruggedraaid en dat de EU met Mercosur samen
de problemen definieert en samen de oplossingen ervan meet, verifieert en bespreekt.
NL benadrukt d.m.v. deze inbreng dat het meedenkt over mogelijke verbeteringen, zonder
daarmee vooruit te lopen op een (standpunt over een) mogelijk EU-Mercosur handelsakkoord.
Zoals hierboven gesteld, NL neemt daarover pas een standpunt in na aanbieding van
alle documenten aan de Raad voor besluitvorming.
D. Bilaterale investeringsakkoorden
Ecuador
Ecuador heeft de IBO (tot stand gekomen op 27-6-1999, in werking getreden op 1-7-2001)
opgezegd in 2017. De IBO is op 1-7-2021 buiten werking vanaf. NL Op 29 en 30 april
2019 zijn de eerste gesprekken gevoerd met Ecuador. De gesprekken verliepen in een
positieve en constructieve sfeer. Nederland heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet
gepresenteerd en toegelicht. Ecuador gaf aan open te staan voor een heronderhandeling
van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse modeltekst. Sindsdien
zijn er geen verdere stappen ondernomen.
Argentinië
Op 2 en 3 mei 2019 zijn de eerste gesprekken gevoerd met Argentinië. De gesprekken
verliepen in positieve en constructieve sfeer. Argentinië gaf aan open te staan voor
een heronderhandeling van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse
modeltekst. Sindsdien zijn er geen verdere stappen ondernomen.
Burkina Faso
Het oude investeringsakkoord met Burkina Faso is beëindigd per 1 januari 2019. Burkina
Faso en Nederland hebben de wens uitgesproken om een nieuw modern investeringsakkoord
te sluiten. Op 2 en 3 mei 2019 zijn de eerste gesprekken daartoe gevoerd. Nederland
heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Burkina Faso
heeft in december 2019 een eigen inzet gedeeld. Sindsdien zijn er geen verdere stappen
ondernomen.
Irak
Op 21 november 2019 is een voorstel van Irak binnengekomen om te onderhandelen over
een investeringsakkoord, nadat eerder de Nederlandse modeltekst met de Iraakse autoriteiten
was gedeeld. Er is nog geen datum voor een eerste gesprek bekend.
Verdrag tot beëindiging van de intra-EU investeringsakkoorden
In 2018 begonnen de onderhandelingen over het beëindigen, middels een plurilateraal
verdrag, van alle intra-EU investeringsakkoorden. De aanleiding voor het beëindigen
van alle investeringsakkoorden tussen EU-lidstaten is te vinden in de uitspraak van
het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 maart 2018 in de zaak C-284/16 (het
Achmea-arrest). In zijn uitspraak oordeelt het Hof dat een arbitrageregeling, zoals
opgenomen in het investeringsakkoord, tussen het Koninkrijk en Slowakije in strijd
is met het Unierecht. De uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie raakt
niet enkel het investeringsakkoord tussen het Koninkrijk en Slowakije maar heeft tot
gevolg dat alle bilaterale investeringsakkoorden tussen de EU-lidstaten beëindigd
moeten worden. De onderhandelingen over het beëindigingsverdrag zijn afgerond.
Op 12 december 2019 heeft de Rijksministerraad ingestemd met de ondertekening van
het verdrag. De ondertekening heeft op 5 mei 2020 plaatsgevonden. Conform de gebruikelijke
procedure heeft de regering het beëindigingsverdrag en de toelichtende nota ter advies
voorgelegd aan de Raad van State. Het beëindigingsverdrag is vervolgens op 26 december
2020 stilzwijgend door uw Kamer goedgekeurd (Kamerstuk 35 649 (R2150)).
Indieners
-
Indiener
Th.J.A.M. de Bruijn, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.