Brief regering : Fiche: Mededeling Naiades III ‘Het toekomstbestendig maken van de Europese binnenvaart’
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3170
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2021
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 6 fiches die werden opgesteld
                  door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
               
Fiche: Mededeling Naiades III «Het toekomstbestendig maken van de Europese binnenvaart»
Fiche: Mededeling langetermijnvisie plattelandsgebieden EU (Kamerstuk 22 112, nr. 3171)
Fiche: Mededeling End the Cage Age (Kamerstuk 22 112, nr. 3173)
Fiche: Wijziging Verordening terbeschikkingstelling eigen middelen (Kamerstuk 22 112, nr. 3174)
Fiche: Herziening richtlijn consumentenkrediet (Kamerstuk 22 112, nr. 3175)
Fiche: Verordening algemene productveiligheid (Kamerstuk 22 112, nr. 3176)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
                  S.A.M. Kaag
Fiche: Mededeling Naiades III «Het toekomstbestendig maken van de Europese binnenvaart»
               
1. Algemene gegevens
               
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
                        en Sociaal Comité en het Comité van de regio’s. NAIADES III «Het toekomstbestendig
                        maken van de Europese binnenvaart»
                     
b) Datum ontvangst Commissiedocument
24 juni 2021
c) Nr. Commissiedocument
COM (2021) 324
d) EUR-Lex
EUR-Lex – 52021DC0324 – EN – EUR-Lex (europa.eu)
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Transportraad
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
2. Essentie voorstel
               
De mededeling behelst het Naiades-actieplan voor 2021–2027, een vervolg op het tweede
                     Naiades-actieplan1 dat eindigde in 2020 en waarover uw Kamer in 2013 middels een BNC-fiche is geïnformeerd2. De actieplannen beschrijven maatregelen om het marktpotentieel van de binnenvaart
                     in de Europese Unie optimaal te benutten. De focus van het voorgestelde actieplan
                     is, sinds het eerste actieprogramma, verschoven naar de verduurzaming van de binnenvaart.
                     In het nieuwe actieplan staan de doelstellingen van de Green Deal3 en de Duurzame en Slimme Mobiliteitsstrategie4 centraal, en wordt gestreefd naar een toekomstbestendigere binnenvaart. Een duurzame
                     en moderne binnenvaartsector wordt beschouwd als een essentieel instrument voor het
                     terugdringen van broeikasemissies in de gehele transportsector.
                  
Het actieplan stelt een tweetal hoofddoelen, te weten: het vergroten van het aandeel
                     van binnenvaart in het totale goederenvervoer (modal shift) en het verder bestendigen
                     van de ontwikkeling richting nul emissie binnenvaart. Deze doelen worden ondersteund
                     door verdere digitalisering en ondersteuning om het werk in de binnenvaartsector aantrekkelijker
                     en hoogwaardiger te maken, naast het voltooien van het infrastructuurnetwerk. Voorts
                     benadrukt de Commissie dat toegang tot financiering en duidelijke governance van belang
                     zijn om de doelen te halen. Daarnaast is een geïntegreerde aanpak en een pakket maatregelen
                     op het gebied van vervoer, milieu, digitalisering, energie en belastingen, aangevuld
                     met financiële stimulansen, nodig. Op deze manier wordt ook de veerkracht van de sector
                     verbeterd. Klimaatverandering en extreme weersomstandigheden, maar ook ernstige economische
                     schokken zoals veroorzaakt door de COVID-19 pandemie, moeten door de sector getrotseerd
                     kunnen worden.
                  
De maatregelen zijn onderverdeeld in 8 thema’s. Het gaat dan om hulp aan waterwegbeheerders
                     om tegen 31 december 2030 een hoog niveau van dienstverlening langs de binnenvaartcorridors
                     van de EU te garanderen, het actualiseren van het EU-rechtskader voor intermodaal
                     vervoer om binnenvaart te stimuleren, het versnellen van certificeringsprocedures
                     voor innovatieve en emissiearme schepen, het garanderen dat binnenvaart-investeringen
                     rekening houden met klimaat- en milieudoelstellingen, het ontwikkelen van binnenhavens
                     als multimodale knooppunten voor de alternatieve brandstoffen infrastructuur, het
                     maken van een routekaart voor de digitalisering en automatisering van de binnenvaart,
                     het realiseren van slimme en flexibele EU-bemanningsregels en het ondersteunen van
                     de sector en lidstaten bij de transitie naar emissievrije schepen.
                  
Om de doelen van deze thema’s te realiseren zijn 35 acties5 geformuleerd.
Dit actieplan kan niet los gezien worden van de voorstellen in het kader van de Green
                     Deal en de transportsector, die de Commissie op 14 juli 2021 heeft gepresenteerd6. Met name de voorstellen over alternatieve brandstoffen en de infrastructuur daarvoor,
                     energiebelasting en verdeling van inspanningen voor de uitvoering van dit actieplan.
                  
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
               
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Nederland zet ook sterk in op versterking en vergroening van de sector met de Maritieme
                  strategie7, de Green deal Zee- en binnenvaart8 en havens en de Havennota9. Innovatie en attractiviteit voor personeel zijn daarbij ondersteunende pijlers10. Met die focus wordt in feite een vervolg gegeven op de lijn van het vorige beleidsdocument
                  Naiades II waarin ook al optimalisering marktpotentieel en verduurzaming centraal
                  stonden. Na Naiades II is door de traditionele binnenvaartlanden, waaronder dus Nederland,
                  ook op een vervolg aangedrongen.
               
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet verwelkomt het voorstel en onderschrijft de beide hoofddoelen van het
                  actieplan: het vergroten van het aandeel van binnenvaart in het totale goederenvervoer
                  (modal shift) en het verder bestendigen van de ontwikkeling richting een emissieloze
                  binnenvaart. Deze doelen sluiten aan op de Nederlandse inzet. Naast de passages over
                  verduurzaming en modernisering verwelkomt het kabinet ook de inzet om de economische
                  veerkracht van de sector te borgen. Hoewel acties genoemd in de mededeling belangrijk
                  zijn om de Europese Green Deal doelstellingen11 te halen, zullen veel van deze acties door de lidstaten en de sector zelf geïnitieerd
                  moeten worden. Het kabinet verwelkomt daarbij de maatregelen van het toekomstbestendig
                  maken van de binnenvaart van de Commissie enerzijds, maar ziet ook het belang van
                  de werkzaamheden van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) die zich met studies,
                  een transitie routekaart en regelgeving inzet hiervoor. Dit mede vanwege de trekkersrol
                  die Nederland speelt in de CCR. Het kabinet is daarom voorstander van een duurzame
                  samenwerking tussen de Commissie en de CCR, waaronder het harmoniseren van standaarden
                  in het Europees Comité voor het aannemen van standaarden in de binnenvaart (CESNI),
                  en vindt dit van essentieel belang om de gestelde doelen te halen. In dat kader verwelkomt
                  Nederland het voornemen van de Commissie om CESNI te blijven steunen met middelen
                  uit de Connecting Europe Facility (CEF) voor de periode 2021–2027.
               
Aangezien de plannen op hoofdlijnen zijn, bieden deze nog weinig houvast v.w.b. de
                     precieze uitwerking. Wel kan steun en waardering uitgesproken worden voor het initiatief
                     van de Commissie om de binnenvaart te vergroenen. Het kabinet kijkt met name uit naar
                     concrete voorstellen voor de uitrol van emissieloze schepen, herziening van de staatssteunregels
                     om een blokuitzondering voor ondersteuning mogelijk te maken, voortzetting van de
                     ondersteuning van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, het faciliteren van
                     het realiseren van een vergroeningsfonds en het realiseren van een hoog niveau van
                     dienstverlening langs de binnenvaartcorridors. Weer andere acties worden positief
                     beoordeeld mits de actie inderdaad in lijn is met de onder essentie voorstel genoemde
                     doelen, zoals herziening van de TransEuropese transportnetwerk Richtlijn12 (TEN-T), herziening van de River Information Services Richtlijn13 (RIS), evaluatie van de sociale wetgeving en de ondersteuning van het Europese Comité
                     voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart14 (CESNI). Tenslotte is er een aantal acties geformuleerd die, afhankelijk van de inzet
                     van de Europese Commissie, juist voor meer spanning in de governance van de binnenvaart
                     zouden kunnen zorgen, terwijl de mededeling zelf aangeeft naar een verbetering van
                     die governance te willen streven. Dat zal het geval zijn als de Commissie onvoldoende
                     rekening houdt met de bestaande competenties van internationale partijen op deze terreinen.
                     Het gaat dan om herziening van de regelgeving met betrekking tot de markttoegang,
                     de herziening van de Technische Richtlijn15, beoordeling van de noodzaak voor afvalontvangstinrichtingen en het verzekeren van
                     de coördinatie tussen EU beleid en het beleid van de rivierencommissies.
                  
Het kabinet zal de aandacht van de Commissie vragen voor de financiering van de voorgestelde
                     maatregelen, zowel voor de acties die komen te liggen bij de lidstaten als de toegang
                     tot financiering door de sector. Naast het feit dat het TransEuropese transportnetwerk
                     nog niet voltooid is en veel investeringen van de lidstaten zal vergen, zal het bereiken
                     van een emissievrije binnenvaartsector de binnenvaartsector ook veel kosten.
                  
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Naar verwachting zullen de lidstaten met binnenvaart de algemene lijn van het toekomstbestendig
                     maken en vergroenen van de sector steunen. Discussie zal wellicht ontstaan als de
                     actiepunten concreet gemaakt worden. Enerzijds gaat het dan om de financiële voorzieningen
                     en anderzijds om de wijze waarop acties worden uitgewerkt. De lidstaten die partij
                     zijn bij de relevante internationale organisaties16 zullen wel vóór een verbeterde governance zijn, maar willen niet dat de Commissie
                     hun bevoegdheden ondermijnt. De binnenvaartsector vindt veel steun in het document
                     voor hun markt en noodzakelijke vergroening, maar vooral voor wat betreft vergroenen
                     is het wachten op de omvang van de noodzakelijke investeringen door de Commissie bij
                     de verschillende voorstellen.
                  
Het Europees Parlement heeft zich nog niet uitgesproken over de mededeling.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
                  gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
               
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft betrekking op de
                  terreinen van milieu, vervoer en trans-Europese netwerken. Op die terreinen is sprake
                  van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten op basis van artikel 4,
                  tweede lid onder e, g en h van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
                  Unie (VWEU). De Commissie is hierdoor bevoegd deze mededeling uit te vaardigen.
               
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft betrekking op een
                  actieplan dat als hoofddoelen het vergroten van het aandeel van binnenvaart in het
                  totale goederenvervoer (modal shift) en het voortzetten van de ontwikkeling richting nul emissie binnenvaart heeft. Gezien
                  het grensoverschrijdende karakter van de binnenvaart kan dit onvoldoende binnen de
                  nationale rechtsorde door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau worden
                  verwezenlijkt. Daarom is een EU-aanpak noodzakelijk. Het kabinet erkent dat de hoofddoelen
                  door een aanpak op EU-niveau aangepakt moeten worden. Tegelijkertijd is medewerking
                  van met name de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) ook belangrijk. Immers
                  is de CCR hét regelgevend orgaan voor de Rijnvaart, voor technische eisen aan schepen,
                  bemanningsregels en politievoorschriften, en zal bijvoorbeeld beprijzing moeten passen
                  binnen het heffingsverbod van de Akte van Mannheim, hetzij doordat een geëigend instrument
                  gekozen wordt, hetzij doordat de Akte aangepast wordt. Door de voorgestelde maatregelen
                  op het gebied van o.a. vervoer, milieu en digitalisering op EU niveau te treffen,
                  wordt, gelet op het grensoverschrijdende karakter van de binnenvaart, fragmentatie
                  voorkomen en een gelijk speelveld bevorderd. Om die redenen is optreden op EU-niveau
                  gerechtvaardigd.
               
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet is positief. Het voorgestelde optreden is geschikt
                  om de hierboven genoemde doelstellingen te bereiken en daarmee de binnenvaart toekomstbestendiger
                  te maken. Ondersteuning van de vergroening wordt door verschillende actiepunten gerealiseerd:
                  criteria voor lagere uitstoot, herziening van de staatssteunregels, ondersteuning
                  van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen en het faciliteren van de inspanningen
                  van sector en lidstaten om een vergroeningsfonds te realiseren. Dit fonds, zoals voorzien
                  in de CCR-studie naar financiering van de energietransitie, wordt via EU-wetgeving17 opgebracht door de sector zelf en gebruikt om met verschillende financieringsinstrumenten18 de transitie financieel te ondersteunen. Andere actiepunten zien juist op het vergroten
                  van het marktaandeel, bijvoorbeeld herziening van de TEN-T Verordening19 en de Gecombineerd Vervoer Richtlijn20, evaluatie van de wetgeving omtrent markttoegang en het maken van transportcrisis
                  noodplannen. Bovendien gaat het voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk,
                  omdat voldoende acties aan de lidstaten worden overgelaten en ruimte wordt geboden
                  om tot nadere invulling op basis van de nationale context te komen. Dat is bijvoorbeeld
                  terug te zien bij de herziening van de staatssteunregels en de ondersteuning van de
                  lidstaten bij diverse actiepunten, zoals de realisatie van een vergroeningsfonds,
                  het geven van technische sturing bij het klimaatbestendig maken van infrastructuur
                  en het geven van continue ondersteuning bij de uitrol van infrastructuur voor alternatieve
                  brandstoffen.
               
d) Financiële gevolgen
De Commissie stelt voor dat financiering van de initiële fase voor emissie loze vaartuigen
                     en de benodigde infrastructuur op het werkprogramma van de Connecting Europe Facility21 (CEF 2 voor 2021–2027) wordt opgenomen. Voorts zal de Commissie nationale financiële
                     instrumenten voor dit doeleinde aanvullen waar nodig. Daarnaast worden onderzoek-
                     en innovatiefondsen, zoals het LIFE programma en Horizon Europe, genoemd als bronnen
                     voor financiering van de toekomstige voorstellen. Sommige acties zullen ook investeringen
                     vanuit de sector zelf vergen. De Commissie noemt in dit verband het «Sustainable Infrastructure Window» van InvestEU, maar stelt tegelijkertijd dat de sector zelf ook zal moeten bijdragen
                     (vervuiler en gebruiker betalen) en investeren. Tot slot staat de toegang tot het
                     Europees Herstelfonds (RRF) open voor lidstaten die aanvragen willen doen in het kader
                     van nul emissie binnenvaart.
                  
Het kabinet zal de Commissie vragen bij het uitkomen van de concrete voorstellen aan
                     te geven wat het financieel beslag van de toekomstige voorstellen zal zijn. Daarbij
                     is het kabinet van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen
                     de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze
                     moeten worden ingepast bij een prudente ontwikkeling van de EU-jaarbegroting. Eventuele
                     budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke
                     departement conform de regels van de budgetdiscipline.
                  
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Afhankelijk van de concrete toekomstige voorstellen zal moeten worden bezien hoe groot
                     de gevolgen voor de regeldruk zijn. In het actieplan staat dat regelgeving wordt gewijzigd
                     om de doelen te bereiken: het stimuleren van binnenvaart, de (financiering van de)
                     transitie naar emissievrije en (semi-) autonome schepen, digitalisering, het creëren
                     van banen, sociale zekerheid en governance.
                  
Bepaalde acties, zoals diegenen met betrekking tot digitalisering, beogen de administratieve
                     last aan boord van het schip te verminderen. Dat is een ontwikkeling die het kabinet
                     kan steunen. Het gaat hier bijvoorbeeld om de digitale integratie in de synchromodale
                     transportketen22 en het aanbieden via één uitgiftepunt van corridor informatie23.
                  
De ondersteuning van de modal shift van wegvervoer naar spoor en binnenvaart is gericht
                     op het Europese concurrentievermogen door transport als geheel te verbeteren. Aangezien
                     binnen de sector Nederlandse ondernemers een fors aandeel hebben, zal dit ook goede
                     kansen voor hen bieden. Binnenvaart heeft nauwelijks geopolitieke aspecten, omdat
                     deze modaliteit door land omgeven is. Het is dan ook niet te verwachten dat de mededeling
                     geopolitieke gevolgen heeft.
                  
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken