Brief regering : Besluit van de Overeenkomstsluitende Partijen bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bestrijding van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen inzake de uitbreiding van de toepassingsreikwijdte van de Overeenkomst met het oog op samenwerking bij het toezicht op de vereisten van Bijlage VI bij het MARPOL-verdrag; Bonn, 11 oktober 2019
35 706 Besluit van de Overeenkomstsluitende Partijen bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bestrijding van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen inzake de uitbreiding van de toepassingsreikwijdte van de Overeenkomst met het oog op samenwerking bij het toezicht op de vereisten van Bijlage VI bij het MARPOL-verdrag; Bonn, 11 oktober 2019
                  A/ nr. 1
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
            
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
                  15 januari 2021.
               
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt
                  onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden
                  van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven
                  uiterlijk op 14 februari 2021.
               
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 januari 2021
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van
                  de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb
                  ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 11 oktober
                  2019 te Bonn tot stand gekomen Besluit van de Overeenkomstsluitende Partijen bij de
                  Overeenkomst inzake samenwerking bij de bestrijding van verontreiniging van de Noordzee
                  door olie en andere schadelijke stoffen inzake de uitbreiding van de toepassingsreikwijdte
                  van de Overeenkomst met het oog op samenwerking bij het toezicht op de vereisten van
                  Bijlage VI bij het MARPOL-verdrag (Trb. 2020, nr.  55).
               
Een toelichtende nota bij het Besluit treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt voor het Europese deel van Nederland gevraagd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
                  S.A. Blok
Toelichtende nota
               
1. Inleiding
               
De op 13 september 1983 te Bonn tot stand gekomen Overeenkomst inzake samenwerking
                  bij de bestrijding van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke
                  stoffen (Trb. 1983, nr. 159) (hierna te noemen: de Overeenkomst van Bonn) regelt verschillende vormen van samenwerking
                  tussen de Noordzeekuststaten België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Nederland,
                  Noorwegen, Verenigd Koninkrijk, Zweden en de Europese Unie, in gevallen waar verontreiniging
                  of dreigende verontreiniging van de zee door olie of andere schadelijke stoffen binnen
                  het Noordzeegebied, een ernstig en onmiddellijk gevaar betekent voor de kust of daarmee
                  samenhangende belangen van één of meer van de Overeenkomstsluitende Partijen. De overeengekomen
                  samenwerking richt zich in hoofdzaak op luchtverkenning waarmee het snel opsporen
                  van verontreiniging wordt beoogd, het vervolgen van schepen die lozingsvoorschriften
                  overtreden en het verlenen van wederzijdse assistentie bij bestrijding van verontreiniging.
               
Tijdens de vergadering van de Overeenkomstsluitende Partijen bij de Overeenkomst van
                     Bonn gehouden van 9 tot en met 11 oktober 2019 te Bonn is het Besluit inzake de uitbreiding
                     van de toepassingsreikwijdte van de Overeenkomst met het oog op samenwerking bij het
                     toezicht op de vereisten van Bijlage VI bij het MARPOL-verdrag (hierna te noemen:
                     Besluit met betrekking tot Bijlage VI bij MARPOL-verdrag) aangenomen. Het strekt tot
                     wijziging van de Overeenkomst van Bonn en ziet op het uitbreiden van de toepassingsreikwijdte
                     van de Overeenkomst van Bonn tot de samenwerking bij het handhaven en het voorkomen
                     van schending van de bepalingen van Bijlage VI bij het op 2 november 1973 te Londen
                     tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen,
                     1973, zoals gewijzigd door het Protocol van 1978 daarbij (MARPOL-verdrag) (Trb. 1975, nr. 147)1 Bijlage VI bij het MARPOL-verdrag stelt regels ten aanzien van emissies naar de lucht
                     door de zeevaart.
                  
Daarnaast hebben de Overeenkomstsluitende Partijen tijdens diezelfde vergadering ingestemd
                     met het voorstel Spanje uit te nodigen om tot de Overeenkomst van Bonn toe te treden.
                     Hiertoe is op 11 oktober 2019 het Besluit inzake samenwerking bij de bestrijding van
                     verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen inzake de
                     toetreding van het Koninkrijk Spanje tot de Overeenkomst aangenomen (Trb. 2020, nr. 55) (hierna te noemen: Besluit inzake de toetreding van Spanje). Dit betreft een besluit
                     van een volkenrechtelijke organisatie aangenomen ingevolge artikel 20 van de Overeenkomst
                     van Bonn, dat als zodanig geen parlementaire goedkeuring behoeft. Het wordt om die
                     reden niet ter goedkeuring voorgelegd. Een direct gevolg van de toetreding van Spanje
                     is de uitbreiding van het toepassingsgebied, zoals omschreven in artikel 2, onderdeel
                     c, van de Overeenkomst van Bonn, waardoor het Noordzeegebied wordt uitgebreid tot
                     de Golf van Biskaje, zoals aangegeven in Deel I van de Bijlage bij de Overeenkomst
                     van Bonn. Als gevolg van de toetreding van Spanje tot de Overeenkomst van Bonn zal
                     ook de Bijlage bij de Overeenkomst van Bonn gewijzigd worden met uitbreiding van het
                     Noordzeegebied tot de Golf van Biskaje. In Deel I, onderdelen (i) – (v) van de Bijlage
                     zijn de precieze begrenzingen van het gebied opgenomen. In Deel III zijn grenzen opgenomen
                     van de gebieden die onder de respectievelijke nationale verantwoordelijkheid vallen
                     van de Overeenkomstsluitende Partijen. Hieraan zijn de gebieden van Frankrijk en Spanje
                     toegevoegd. Het Besluit inzake de toetreding van Spanje tot de Overeenkomst van Bonn,
                     met Bijlage, zal ingevolge paragraaf 5 juncto artikel 20 van de Overeenkomst van Bonn
                     in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum van nederlegging
                     door Spanje van zijn akte van toetreding tot de Overeenkomst van Bonn bij de Duitse
                     depositaris.
                  
2. Besluit met betrekking tot Bijlage VI bij het MARPOL-verdrag
               
Zoals in de inleiding van deze toelichtende nota wordt vermeld betreft het Besluit
                  het uitbreiden van de toepassingsreikwijdte van de Overeenkomst van Bonn tot de samenwerking
                  bij het toezicht op en de handhaving van de bepalingen van Bijlage VI bij het MARPOL-verdrag.
                  Bijlage VI bij het MARPOL-verdrag stelt regels ten aanzien van emissies naar de lucht
                  door de zeevaart. Met de uitbreiding van de toepassingsreikwijdte van de Overeenkomst
                  van Bonn tot Bijlage VI bij het MARPOL-verdrag wordt beoogd de samenwerking en coördinatie
                  te bevorderen en te verbeteren tussen de Overeenkomstsluitende Partijen bij de Overeenkomst
                  van Bonn bij het bestrijden van wederrechtelijke emissies, waaronder de uitstoot van
                  zwavel en stikstof naar de lucht door zeeschepen. Doel is de negatieve gevolgen voor
                  de volksgezondheid, de biodiversiteit en het mariene milieu zoveel mogelijk te beperken.
               
3. Artikelsgewijze toelichting
               
Het Besluit met betrekking tot Bijlage VI bij het MARPOL-verdrag wijzigt de titel
                  van de Overeenkomst van Bonn in „Overeenkomst inzake samenwerking bij de bestrijding
                  van verontreiniging van het Noordzeegebied door olie en andere schadelijke stoffen
                  waaronder door de scheepvaart veroorzaakte verontreiniging van de lucht».
               
In de preambule tot de Overeenkomst wordt Ierland toegevoegd als gevolg van het op
                  21 september 2001 te Rotterdam-Spijkenisse genomen Besluit van de Overeenkomstsluitende
                  Partijen bij de Overeenkomst van Bonn om de toetreding van Ierland tot de Overeenkomst
                  mogelijk te maken (Trb. 2004, nr. 282) dat op 1 april 2010 in werking is getreden.
               
In artikel 1 van de Overeenkomst van Bonn wordt een nieuw onderdeel 2 ingevoegd waarmee
                  de toepassingsreikwijdte van de Overeenkomst van Bonn wordt uitgebreid met Bijlage
                  VI bij het MARPOL-verdrag.
               
In artikel 5 wordt vanwege Bijlage VI bij het MARPOL-verdrag aan de Overeenkomst van
                  Bonn in het eerste lid ingevoegd «door de scheepvaart veroorzaakte emissies». Bijlage
                  VI bij het MARPOL-verdrag heeft betrekking op emissies vanwege de scheepvaart. In
                  artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van de Overeenkomst van Bonn wordt in verband
                  hiermee ook de term «de zee» vervangen door «het mariene milieu», omdat emissies vanwege
                  schepen naar de lucht niet direct in het water terecht komen maar in de lucht daarboven.
                  Ook artikel 15, eerste lid, van de Overeenkomst van Bonn wordt in deze zin gewijzigd.
               
In artikel 6, tweede lid, wordt de verwijzing naar artikel 1 van de Overeenkomst nader
                  gespecificeerd met een verwijzing naar onderdeel 1 van dat artikel.
               
De bepalingen van het Besluit met betrekking tot Bijlage VI bij het MARPOL-verdrag
                  zullen ingevolge paragraaf 7 juncto artikel 16, tweede lid, van de Overeenkomst van
                  Bonn, in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum
                  waarop de Duitse depositaris kennisgevingen van goedkeuring van alle Overeenkomstsluitende
                  Partijen heeft ontvangen.
               
4. Een ieder verbindende bepalingen
               
De Overeenkomst van Bonn betreft verplichtingen tussen de Overeenkomstsluitende Partijen
                  maar bevat naar het oordeel van de regering een ieder verbindende bepalingen in de
                  zin van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, die aan rechtssubjecten rechtstreeks
                  rechten toekennen of plichten opleggen. Het door het Besluit met betrekking tot Bijlage
                  VI bij het MARPOL-verdrag gewijzigde tweede lid van artikel 5 van de Overeenkomst
                  van Bonn legt aan gezagvoerders van alle schepen die de vlag voeren van de Overeenkomstsluitende
                  Partijen en alle gezagvoerders van in de Overeenkomstsluitende Partijen geregistreerde
                  luchtvaartuigen in het uitgebreide Noordzeegebied de plicht op om mededelingen te
                  doen over ongevallen die het mariene milieu bedreigen.
               
5. Koninkrijkspositie
               
Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden zullen de Besluiten tot wijziging van de
                  Overeenkomst van Bonn, evenals de Overeenkomst van Bonn, voor het Europese deel van
                  Nederland gelden.
               
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen-Wijbenga
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
