Brief regering : Fiche: LHBTIQ strategie 2020-2025
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3002
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2020
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 1 fiche dat werd opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: LHBTIQ strategie 2020–2025
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Fiche: LHBTIQ strategie 2020–2025
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH
EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een Unie van gelijkheid: strategie
voor gelijkheid van lhbtiq'ers 2020–2025
b) Datum ontvangst Commissiedocument
12 november 2020
c) Nr. Commissiedocument
COM(2020) 698
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020DC06…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ), Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid
en Consumentenzaken (EPSCO)
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2. Essentie voorstel
Met haar eerste LHBTIQ gelijkheidsstrategie (hierna: de strategie) richt de Commissie
zich op de ongelijkheden en uitdagingen waarmee LHBTIQ personen te maken hebben –
waaronder discriminatie, onveiligheid en de inbreuk op grondrechten – alsook het verbeteren
van hun leefsituatie. LHBTIQ staat voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders,
intersekse personen en queers. In de strategie worden aan de hand van vier thema’s
enkele nieuwe voorstellen aangekondigd en wordt er vermeld aan welke bestaande maatregelen
en voorstellen de Commissie samen met de lidstaten een impuls wil geven. De vier thema’s
zijn als volgt:
1. discriminatie van LHBTIQ personen bestrijden;
2. de veiligheid van LHBTIQ personen garanderen;
3. inclusieve samenlevingen opbouwen;
4. oproepen tot gelijkheid van LHBTIQ personen over de hele wereld.
Met de strategie streeft de Commissie naar een EU waar LHBTIQ personen, in al hun
diversiteit, veilig zijn en gelijke kansen krijgen om ten volle deel te nemen aan
de samenleving en zich volledig te ontplooien. De strategie wordt gepresenteerd in
een tijd waarin de grondrechten van LHBTIQ personen in sommige lidstaten onder druk
staan. Hoewel de Europese Unie (hierna: EU) hoge normen hanteert op het gebied van
grondrechten, worden deze binnen de EU niet altijd op gelijke wijze toegepast. Deze
strategie vormt een aanvulling op bestaande en toekomstige initiatieven ter bevordering
van de EU-dimensie van gelijkheid in het algemeen.
Ten aanzien van het bestrijden van discriminatie van LHBTIQ personen stelt de Commissie
ten eerste voor om de situatie van LHBTIQ personen in de EU uitgebreid in kaart te
brengen, met name op het gebied van werkgelegenheid. In 2021 moet het verslag over
de toepassing van de «richtlijn gelijke behandeling in arbeid en beroep» worden bekendgemaakt.
Naar aanleiding van het verslag zal de Commissie onder andere wetgevingsvoorstellen
uitbrengen, met name ten aanzien van het versterken van de rol van nationale organen
voor gelijke behandeling. De Commissie zal ook investeren in diversiteit en inclusie
op de werkvloer, in sport, in de gezondheidszorg, cultuur en in het onderwijs. Dit
zal gebeuren via bestaande EU-fondsen. Daarnaast zal de Commissie zich richten op
technologische ontwikkelingen. Zo kan kunstmatige intelligentie (KI) worden gebruikt
om veel maatschappelijke problemen aan te pakken, maar kan het ook discriminatie in
het echte leven – onder meer tegen LHBTIQ personen – en genderongelijkheid verergeren.
De Commissie zal daarom een regelgevingskader voorstellen dat specifiek gericht is
op het risico van vooroordelen en discriminatie dat inherent is aan systemen voor
KI.
De Commissie constateert dat LHBTIQ personen buitenproportioneel vaak te maken krijgen
met haatmisdrijven, haatuitingen en (fysiek) geweld en niet altijd aangifte doen van
dergelijke haatmisdrijven. Dit blijft een ernstig probleem. Ten einde de veiligheid
van LHBTIQ personen te bevorderen én de bescherming tegen haatmisdrijven en haatuitingen
te harmoniseren, zal de Commissie onder andere in 2021 een initiatief presenteren
om haatmisdrijven en -uitingen, onder meer tegen LHBTIQ personen, toe te voegen aan
de lijst van strafbare feiten die in Art. 83 van het Verdrag betreffende de werking
van de Europese Unie (hierna: VWEU) zijn vermeld. Daarnaast zal de Commissie maatregelen
treffen en financieringsmogelijkheden bieden voor initiatieven ter bestrijding van
haatmisdrijven, (online) haatuitingen, desinformatie en geweld tegen LHBTIQ personen.
De Commissie kondigt ook verschillende maatregelen aan gericht op de bescherming van
LHBTIQ asielzoekers die extra kwetsbaar zijn voor haatzaaien, desinformatie en geweld.
De Commissie geeft aan dat schadelijke praktijken, zoals niet-essentiële chirurgie
of medische ingrepen bij intersekse kinderen en adolescenten zonder hun persoonlijke
en volledig geïnformeerde toestemming (genitale verminking van intersekse personen),
gedwongen medicalisering van transgender personen en conversiepraktijken gericht op
LHBTIQ personen ernstige gevolgen hebben voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid.
De Commissie zal de uitwisseling van goede praktijken door de lidstaten met het oog
op het beëindigen van deze praktijken bevorderen.
Om de lidstaten te ondersteunen in het opbouwen van LHBTIQ inclusieve samenlevingen
zal de Commissie onder andere campagnes ten aanzien van de acceptatie en (sociale)
veiligheid van LHBTIQ personen inzetten en financieren. Ook wordt geconstateerd dat
als gevolg van verschillen in de nationale wetgeving van de lidstaten gezinsbanden
niet altijd erkend worden wanneer regenbooggezinnen1 de binnengrenzen van de EU overschrijden. De Commissie zal onder andere een wetgevingsinitiatief
inzake de wederzijdse erkenning van ouderschap voorstellen en maatregelen onderzoeken
om de rechtsbescherming van regenbooggezinnen in grensoverschrijdende situaties te
verbeteren. Daardoor moet het bijvoorbeeld mogelijk worden dat een lidstaat het ouderschap
moet erkennen dat in een andere lidstaat op geldige wijze is toegekend.
Ook wil de Commissie dat de Unie zich steviger gaat inzetten voor de oproep tot gelijkheid
van LHBTIQ personen overal ter wereld, onder andere door de betrokkenheid van de EU
op het gebied van LHBTIQ aangelegenheden in alle externe betrekkingen van de EU te
versterken. In verschillende delen van de wereld worden LHBTIQ personen geconfronteerd
met ernstige schendingen en inbreuken op hun grondrechten. De Commissie zal steun
verlenen aan acties voor gelijkheid van LHBTIQ personen in het kader van het instrument
voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI), het
instrument voor pretoetredingssteun (IPA), het Fonds voor Asiel en Migratie (AMF),
het programma Burgers, Gelijkheid Rechten en Waarden (CERV) en het Justitie programma.
Tot slot, stelt de Commissie voor de uitvoering van deze strategie te monitoren.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Nederland was in 2001 het eerste land ter wereld waar partners van gelijk geslacht
in het huwelijk konden treden. Nederland heeft mede daarmee ten aanzien van LHBTIQ
personen2 een pioniersrol vervuld, maar het betekent allerminst dat aandacht voor dit thema
mag verslappen. Het kabinet blijft ernaar streven dat alle mensen zich veilig voelen
en de ruimte krijgen om te zijn wie ze willen zijn.3 Hierop wordt vooruitgang geboekt, maar voor sommige groepen is het nog steeds geen
vanzelfsprekendheid. Het Nederlandse beleid ten aanzien van LHBTIQ personen richt
zich op het verbeteren van sociale acceptatie, (sociale) veiligheid en gelijke (wettelijke)
behandeling. Ten aanzien van het verbeteren van sociale acceptatie, (sociale) veiligheid
vindt er nauwe samenwerking met gemeenten plaats vanwege hun zicht op de situatie
in woonwijken, sportclubs en het lokale uitgaansleven. Ook in het onderwijs zet het
kabinet in op het bestrijden van stereotypering en het bevorderen van sociale acceptatie,
(sociale) veiligheid. Scholen moeten toezien op een veilige omgeving waarin men kan
zijn wie men is. In haar beleid heeft het kabinet extra aandacht voor kwetsbare groepen
die te maken hebben met een samenloop van gronden op basis waarvan men onterecht anders
behandeld wordt, oftewel waar sprake is van intersectionaliteit. Ook wordt er aanvullende
aandacht besteed aan LHBTIQ personen in bepaalde levensbeschouwelijke kringen waar
acceptatie en veiligheid lager kan zijn. Verder wordt gewerkt aan het verbeteren van
de positie van LHBTIQ personen op de werkvloer door meer inclusie na te streven in
zowel het bedrijfsleven als de publieke sector.
Het kabinet zet in op het verwezenlijken van het Regenboogstembusakkoord4, waar gelijke – wettelijke en feitelijke – behandeling van LHBTIQ personen onderdeel
van is. Dit betreft bijvoorbeeld het waar mogelijk beperken van onnodige sekseregistratie,
transgender personen de mogelijkheid bieden hun geslacht te laten veranderen op hun
geboorteakte, het zekerstellen van gelijke rechten voor lesbische ouders met een kinderwens
en initiatieven om de kwaliteit en de toegankelijkheid van zorg voor transgender personen
te verbeteren.
Indachtig de eerdere Nederlandse pioniersrol is er in het Nederlandse beleid ook uitgebreid
aandacht voor de positie en gelijke rechten van LHBTIQ personen in andere landen binnen
én buiten de EU. Samen met gelijkgestemde Europese lidstaten wordt er steun geboden
aan Europese LHBTIQ netwerkorganisaties en wordt de uitwisseling van goede wetgevings-
en praktijkvoorbeelden gestimuleerd. Mede op verzoek van het kabinet ondersteunen
nu ook andere overheden in Europa de Europese LHBTIQ netwerkorganisaties. Activiteiten
van deze Europese netwerken richten zich vooral op lotgenotencontact, deskundigheidsbevordering
en voorlichting. Zo worden onder andere de activiteiten van ILGA-Europe, IGLYO-Europe
en Transgender Europe ondersteund. Het door de Nederlandse overheid opgerichte Europese
LHBTI Focal Points Netwerk is op initiatief van dit kabinet en met steun van gelijkgezinde lidstaten per 2020
ingebed bij de SOGI-Unit van de Raad van Europa. Tot slot bevordert Nederland gelijke
rechten van LHBTIQ personen wereldwijd via het Nederlands mensenrechtenbeleid, waarin
aandacht voor de gelijke rechten van LHBTIQ personen prioriteit is. Nederland zet
zich via bilaterale en multilaterale kanalen wereldwijd in om strafbaarstelling van
homoseksualiteit en genderidentiteit af te schaffen, discriminatie en geweld tegen
te gaan en sociale acceptatie te bevorderen.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet is positief over het feit dat de Commissie de positie van en gelijke rechten
voor LHBTIQ personen met deze strategie op de Europese agenda zet, hier heeft Nederland
zich samen met een aantal andere lidstaten jarenlang hard voor gemaakt. Zo heeft Nederland
tijdens het EU-Voorzitterschap in 2016 het initiatief genomen tot de eerste Raadsconclusies
over de gelijkheid van LHBTI personen.5 Het kabinet onderkent, evenals de Commissie, de uitholling van grondrechten in sommige
lidstaten. De gelijkheidsstrategie komt daarom op een geschikt moment en getuigt terecht
van een hoog ambitieniveau.
De EU is naast een interne markt óók een waardengemeenschap. Het kabinet staat pal
achter het behoud van de kernwaarden waarop de EU is gefundeerd, zoals vastgelegd
in de Verdragen en het Handvest van de grondrechten van de EU, zoals respect voor
de menselijke waardigheid, gelijkheid en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder
de rechten van personen die tot minderheden behoren. Het baart het kabinet zorgen
dat sommige lidstaten die kernwaarden niet toepassen of zelfs bewust bestrijden. Maatregelen
in deze landen variëren in ernst en hardnekkigheid, maar alle stigmatiseren en/of
discrimineren ze LHBTIQ personen. De daarbij door deze landen gehanteerde argumentatie
is dat deze «levensstijl» in strijd zou zijn met «traditionele gezinswaarden» en «de
nationale cultuur». Met deze strategie geeft de Commissie een sterk signaal af, namelijk
dat het paal en perk wil stellen aan die ontwikkelingen en dat het de situatie van
LHBTIQ personen wil verbeteren. Het kabinet steunt de Commissie daarin, en zal in
de uitwerking van de strategie waar mogelijk samenwerken met de Commissie en gelijkgestemde
lidstaten. De strategie van de Commissie sterkt het kabinet in zijn stevige inzet
– waar mogelijk in coalitieverband met EU-lidstaten – voor gelijke rechten van LHBTIQ
personen, in lijn met het EU-acquis en tegen regressieve krachten binnen de EU op
dit thema.
In de strategie worden voornemens tot het publiceren van enkele (wetgevings)voorstellen
genoemd ter verbetering van de positie van LHBTIQ personen die zien op vier specifieke
terreinen: het bestrijden van discriminatie, het garanderen van veiligheid, het opbouwen
van een inclusieve samenleving én het oproepen tot LHBTIQ gelijkheid wereldwijd. Het
kabinet is positief over de benadering en de vier gekozen thema’s welke nog verder
zullen worden uitgewerkt in voorstellen. Daarnaast acht het kabinet het positief dat
de Commissie zich met haar aanpak op het brede spectrum richt en daarbij een intersectionele
benadering hanteert. Het kabinet zal de in de strategie aangekondigde voorstellen
bij publicatie op hun eigen merites beoordelen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Naar verwachting zal een grote meerderheid van lidstaten de strategie verwelkomen.
Enkele hoofdzakelijk Midden-Europese lidstaten zullen zich naar verwachting negatief
uitlaten over deze strategie.
Gezien eerdere resoluties van het Europees Parlement, zal het de strategie naar verwachting
verwelkomen en de Raad verzoeken de strategie proactief te implementeren.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid voor deze mededeling
is positief. De mededeling heeft met name betrekking op het terrein van het sociaal
beleid. Op dit terrein is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten
(zie artikel 4, lid 2, onder b, VWEU).
Daarnaast bevat artikel 19 VWEU de rechtsgrondslag voor de EU om op te treden op het
gebied van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst
of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid. De Commissie is derhalve
bevoegd om op deze onderwerpen een mededeling uit te brengen.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit van deze mededeling
is positief. Het kabinet is van mening dat de toegevoegde waarde van optreden van
de EU, ten opzichte van een enkel nationale aanpak ten aanzien van LHBTIQ gelijkheid
gelegen is in: het – onafhankelijk van lidstaten – monitoren van relevante data; het
uitwisselen van effectieve beleidsvoorbeelden; het (breed) agenderen van kwesties
van de positie en rechten van LHBTIQ personen en het bewaken van de waarden en normen
van de Europese samenleving, zoals verwoord in het VWEU, het Handvest van de grondrechten
van de Europese Unie en de Europese pijler van sociale rechten. De doelstellingen
van de in de strategie aangekondigde voorstellen en andere beleidsinitiatieven kunnen
niet door de lidstaten afzonderlijk verwezenlijkt worden vanwege hun EU brede toepassing,
denk aan de verplichte, grensoverschrijdende erkenning van regenbooggezinnen in de
gehele EU. Maar ook omdat enkele lidstaten zonder een actieve rol van de EU op dit
vlak niet de nodige maatregelen zullen nemen.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit van de strategie
is positief. In de strategie geeft de Commissie aan over welke LHBTIQ gerelateerde
onderwerpen zij wetgevingsvoorstellen en andere beleidsinitiatieven zal ontwikkelen.
Het kabinet deelt de visie van de Commissie dat dit de terreinen zijn waarop de positie
en rechten van LHBTIQ personen het meest in het gedrang komen én waar de EU grootste
meerwaarde kan hebben. Op basis van de informatie die in de strategie over de toekomstige
voorstellen en initiatieven wordt verstrekt, is het kabinet van mening dat deze niet
verder gaan dan noodzakelijk is en dat deze ook op geschikte wijze positief kunnen
bijdragen aan de positie en gelijke rechten van LHBTIQ personen in Europa.
d) Financiële gevolgen
Vooralsnog geeft de Commissie aan dat de investeringen vooral zullen komen uit het
Europese Sociale Fonds (ESF+), het Horizon Europe programma, het instrument voor nabuurschapsbeleid,
ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI), het instrument voor pretoetredingssteun
(IPA), het Fonds Justitie, Rechten en Waarden (JRVF) en het Fonds voor Asiel en Migratie
(AMF).
Indien er gevolgen zijn voor de EU-begroting is Nederland van mening dat de benodigde
EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële
kaders van het MFK 2014–2020 en het MFK 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een
prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. (Eventuele) budgettaire gevolgen worden
ingepast op de begroting van het/de beleidsverantwoordelijk(e) departement(en), conform
de regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht
De mededeling heeft vooralsnog geen gevolgen voor de regeldruk, administratieve lasten
en concurrentiekracht omdat de maatregelen in de strategie summier zijn toegelicht.
Opgemerkt dient te worden dat indien nieuwe indicatoren en statistische informatie
verzameld moeten worden die niet aansluiten bij de bestaande monitoringskaders, dat
een kostbaar proces is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken