Brief regering : Fiche: Mededeling actieplan voor billijke en eenvoudige belastingheffing
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2903
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 augustus 2020
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 2 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling actieplan voor billijke en eenvoudige belastingheffing
Fiche: Verordening maatregelen duurzame spoorwegmarkt naar aanleiding van COVID-19
(Kamerstuk 22 112, nr. 2904)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Fiche: Mededeling actieplan voor billijke en eenvoudige belastingheffing
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over een actieplan
voor billijke en eenvoudige belastingheffing ter ondersteuning van de herstelstrategie
b) Datum ontvangst Commissiedocument
juli 2020
c) Nr. Commissiedocument
COM (2020) 312
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1595945980479&uri=C…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Economische en Financiële Raad
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Financiën
2. Essentie voorstel
Volgens de Europese Commissie (hierna Commissie) zal eerlijke en efficiënte belastingheffing
de komende maanden en jaren nog belangrijker zijn, aangezien de EU en de wereldgemeenschap
proberen te herstellen van de gevolgen van de COVID-19-crisis. Solidariteit en eerlijkheid
horen centraal te staan bij dit herstel. De Commissie zal daarom de strijd opvoeren
tegen belastingfraude en andere ongeoorloofde praktijken die een bedreiging vormen
voor een gelijk speelveld en de werking van de interne markt. Dit zal de lidstaten
helpen de belastinginkomsten te genereren die nodig zijn om de grote uitdagingen van
de huidige crisis aan te gaan. Vandaar dat de Commissie komt met een «actieplan voor
billijke en eenvoudige belastingheffing ter ondersteuning van de herstelstrategie»,
met een reeks van 25 acties. De acties uit de mededeling hebben de tweeledige doelstelling
van de bestrijding van belastingontduiking en vereenvoudiging van de belastingheffing.
Het is ontworpen om de dubbele uitdaging van de huidige crisis aan te gaan: een snel
en duurzaam economisch herstel ondersteunen en zorgen voor voldoende overheidsinkomsten
in de EU.
Het actieplan schetst mogelijkheden om fiscale belemmeringen voor bedrijven in de
interne markt te verminderen. Belastingvereenvoudiging zal het ondernemingsklimaat
verbeteren, het concurrentievermogen van het bedrijfsleven versterken en bijdragen
tot economische groei.
Daarnaast kondigt het actieplan een aantal acties aan die de lidstaten zullen helpen
de bestaande belastingregels te handhaven en de belastingnaleving te verbeteren. Het
doel is om ervoor te zorgen dat de lidstaten de belastinginkomsten veiligstellen die
nodig zijn om de crisismaatregelen te financieren. De strijd tegen belastingfraude,
-ontwijking en -ontduiking blijft in dit opzicht cruciaal. Dit moet er ook toe bijdragen
dat de inkomsten voor zowel de nationale als de EU-begroting op een eerlijke, effectieve
en efficiënte manier door de lidstaten worden geïnd.
Het actieplan is een reeks van 25 acties die de Commissie onderzoekt en tussen nu
en 2024 mogelijk zal voorstellen om belastingheffing eerlijker, eenvoudiger en beter
aangepast aan moderne technologieën te maken. Alhoewel het actieplan enkele acties
benoemt op het gebied van de directe belastingen, zoals bijvoorbeeld het oprichten
van een expertgroep om pragmatische, niet-wetgevende oplossingen voor praktische problemen
als gevolg van verrekenprijspraktijken in de EU uit te werken, ligt het accent duidelijk
op het gebied van de btw en de bijstand bij invordering. Het belastingactieplan onderzoekt
mogelijkheden om:
1. Obstakels die bedrijven ondervinden van de belasting wet- en regelgeving, met name
waar het gaat om grensoverschrijdende activiteiten, en onnodige administratieve lasten
voor bedrijven in de interne markt te verminderen.
2. De lidstaten te helpen de bestaande belastingregels te handhaven en de naleving ervan
te verbeteren, zodat zij belastinginkomsten structureel kunnen waarborgen.
3. Belastingdiensten te helpen om de hun reeds ter beschikking staande gegevens en informatie
nog efficiënter te benutten en nieuwe gegevens efficiënter te delen, met als doel
de handhaving van belastingregels te verbeteren en belastingfraude en -ontduiking
doeltreffender te bestrijden.
4. De rechten van belastingbetalers te bevorderen door het bewustzijn van deze rechten
te vergroten, hun verplichtingen te vereenvoudigen en de naleving ervan te vergemakkelijken.
3. Nederlandse positie ten aanzien van de mededeling/aanbeveling
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet is, ongeacht de gevolgen van de COVID-19-crisis, in algemene zin voorstander
van eerlijk, eenvoudig en aan moderne technologieën aangepaste belastingheffing. Het
naleven van een gelijk speelveld blijft hierbij de prioriteit. Het is belangrijk om
stappen te blijven zetten in de strijd tegen belastingfraude- en ontduiking, om belastingdiensten
te helpen gelijke tred te houden met een zich voortdurend ontwikkelende economie en
om te focussen op een verlichting van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven
daar waar mogelijk. Daarnaast is het kabinet voorstander van een betere samenwerking
met derde landen. Maatregelen op dit terrein dienen effectief, doelgericht, uitvoerbaar,
controleerbaar en handhaafbaar te zijn, waarbij in het bijzonder de IT-capaciteit
van de Belastingdienst aandacht vraagt.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet onderschrijft in algemene zin de doelstellingen van dit actieplan, waarbij
wordt ingezet op het bestrijden van fraude en een vereenvoudiging van belastingheffing
voor zowel het bedrijfsleven als de belastingdiensten. De meeste in het actieplan
aangekondigde acties zullen in concrete vervolgstappen, waaronder richtlijnvoorstellen,
worden uitgewerkt. Met name die verdere uitwerking van de geschetste acties is voor
Nederland van cruciaal belang om te kunnen inschatten of de beoogde doelstellingen
daadwerkelijk kunnen worden bereikt, doelmatig zijn en in hoeverre zij gepaard gaan
met een redelijk beslag op de uitvoering. De gevolgen voor de IT-capaciteit binnen
de Belastingdienst zijn daarbij een kritische factor die op voorhand moet worden benoemd.
De Commissie verdeelt de 25 actiepunten onder in zes categorieën, waarbij de volgende
initiële opmerkingen kunnen worden gemaakt:
1 Registratie
De Commissie zal voor wat betreft de btw-registratie van ondernemers onder andere
voorstellen de Btw-richtlijn zodanig te wijzigen dat kan worden volstaan met één EU-btw-registratie
waarmee binnen de gehele Unie diensten kunnen worden verricht en/of goederen kunnen
worden geleverd. Het streven naar een eenvoudige belastingheffing is een uitgangspunt
dat het kabinet onderschrijft, maar in dit stadium is nog niet te overzien of dit
initiatief doelmatig is en daar daadwerkelijk aan bijdraagt. Daarnaast is van belang
wat de IT- en toepassingsimplicaties zijn voor de Belastingdienst, waaronder de mogelijkheden
van fraudebestrijding via een weigering van afgifte of de intrekking van btw-nummers.
Zoals geldt voor alle voorgestelde actiepunten ziet het kabinet de uitwerking hiervan
dan ook graag tegemoet.
2 Rapportage
De Commissie zal samen met de lidstaten een initiatief voorbereiden om de fiscale
naleving voor bedrijven te vergemakkelijken en te bevorderen, met name door middel
van intensievere samenwerking, vertrouwen en transparantie tussen belastingautoriteiten
en het voortborduren op reeds bestaande programma’s op het gebied van «coöperatieve
compliance». Voorzien wordt in een preventieve dialoog tussen lidstaten om grensoverschrijdende
kwesties op het gebied van de vennootschapsbelasting op te lossen. Voorts zal de Commissie
(richtlijn)voorstellen doen voor de modernisering van de btw-rapportageverplichtingen
en voor verdere uitbreiding van het toepassingsgebied van het btw-éénloketsysteem
(One Stop Shop: OSS), waarbij een ondernemer de in de verschillende EU-lidstaten verschuldigde
btw in één lidstaat kan voldoen. Het kabinet ondersteunt de doelstelling van modernisering
van de rapportageverplichtingen mits dat efficiënt, en uitvoerbaar is. Het kabinet
is voorstander van een geleidelijke uitbreiding van de OSS, met een tussentijdse evaluatie
over de werking ervan.
3 Betaling
Ter verbetering van de bestrijding van fraudegevallen, zal de Commissie aanbevelingen
doen ter verbetering van de bijstand bij terugvordering van niet-betaalde belastingen
en wetgevingsvoorstellen doen om te verduidelijken waar belastingplichtigen die grensoverschrijdend
actief zijn in de EU voor belastingdoeleinden als ingezetenen moeten worden beschouwd.
Met het oog om de positie van het bedrijfsleven in de EU te verbeteren, is de Commissie
voornemens om een richtlijnvoorstel te maken voor de invoering van een gemeenschappelijk,
gestandaardiseerd en EU-breed systeem voor de vermindering van bronbelasting, gecombineerd
met gegevensuitwisseling en samenwerking tussen belastingautoriteiten waarbij eventueel
ook toezichthouders van financiële markten worden betrokken. Het kabinet onderschrijft
het streven naar efficiënte processen voor het voldoen aan belastingverplichtingen
en kijkt uit naar de concrete voorstellen van de Commissie. Wat het EU-breed systeem
voor de vermindering van bronbelasting betreft, acht het kabinet het waardevol dat
zoveel mogelijk wordt voortgebouwd op het werk dat is verricht in het kader van het
TRACE-project van de OESO.
4 Verificatie, monitoring en administratieve samenwerking
De Commissie zal stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat Eurofisc meer gegevens
en instrumenten tot haar beschikking krijgt. Het kabinet benadrukt dat het toekennen
van extra bevoegdheden zodat Eurofisc beter in staat is om data te verkrijgen en te
analyseren om zodoende de gezamenlijke strijd tegen btw-fraude te intensiveren, wenselijk
is. Daarbij is het echter van belang dat Eurofisc als zodanig een multilateraal samenwerkingsnetwerk
blijft van specialisten op het gebied van opsporing en bestrijding van fraude die
snel met elkaar kunnen communiceren en gegevens kunnen wisselen. De Commissie geeft
aan ook de werkingssfeer van Eurofisc te willen uitbreiden naar het terrein van de
directe belastingen. Aangezien de directe belastingen niet zijn geharmoniseerd, is
een gezamenlijke EU-aanpak van fraude binnen de directe belastingen via Eurofisc een
onderwerp dat volgens het kabinet nadere studie vereist met betrekking tot de effecten
hiervan alvorens hierover een oordeel kan worden gevormd. Daarnaast stelt de Commissie
voor dat zij zal onderzoeken hoe op btw-gebied kan worden overgeschakeld van handmatige
uitwisseling naar het geautomatiseerd delen van gegevens via elektronische systemen
en zal, indien nodig, een voorstel indienen. Hierbij benadrukt het kabinet dat de
mogelijkheden hiertoe afhangen van de binnen de Belastingdienst beschikbare IT-capaciteit
en het daardoor van belang is om een voorbehoud te maken ten aanzien van de realisering
en uitvoering hiervan.
5 Geschillen
In samenwerking met de lidstaten zal de Commissie blijven werken aan de implementatie
van een permanent orgaan voor geschillenbeslechting, een zogenaamde permanente commissie.
De Commissie zal in dit kader opties onderzoeken en waar nodig met een wetgevingsvoorstel
komen over een mechanisme voor preventie en geschillenbeslechting op het gebied van
de btw. Het kabinet ziet de uitwerking hiervan tegemoet.
6 Vereenvoudig de belastingregels van de EU voor meer concurrentievermogen op de interne
markt
De Commissie zal een wijziging van de btw-richtlijn voorstellen om van het raadgevend
btw-comité een «comitologiecomité» te maken dat via gekwalificeerde meerderheid toezicht
houdt op de vaststelling van uitvoeringshandelingen door de Commissie. Het kabinet
is hier geen voorstander van en benadrukt hierbij het belang dat de vaststelling van
Europese uitvoeringshandelingen op fiscaal terrein via unanieme besluitvorming door
de Raad en op voorstel van de Commissie plaatsvindt. Door middels een «comitologiecomité»
te gaan werken via de zogenoemde onderzoeksprocedure trekt de Commissie (uitvoerings)
bevoegdheden naar zich toe. Uitvoeringshandelingen kunnen door de Commissie worden
vastgesteld na een positief advies van het comite waarbij het comite besluit met gekwalificeerde
meerderheid. Een dergelijke wezenlijke wijziging van de besluitvormende rol van de
Raad naar een toezichthoudende rol van de vertegenwoordigers van de lidstaten via
een comitiologiecomité op basis van gekwalificeerde meerderheid is niet in overeenstemming
met de door het kabinet gewenste en binnen de EU verankerde wijze van besluitvorming
op fiscaal terrein.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Alhoewel een inhoudelijke bespreking van dit actieplan nog niet heeft plaatsgevonden
staan lidstaten over het algemeen, net als Nederland, positief tegenover de uitgangspunten
van dit voorstel om te streven naar eerlijke en efficiënte belastingheffing. Dat zal
de komende maanden en jaren nog belangrijker zijn, aangezien de EU en de wereldgemeenschap
proberen te herstellen van de gevolgen van de COVID-19-crisis. Het Europees Parlement
heeft zich tot dusverre nog niet uitgesproken over het actieplan.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet ten opzichte van de bevoegdheid voor de mededeling
is positief. Op het terrein van de interne markt heeft de EU een gedeelde bevoegdheid
met de lidstaten (artikel 4, lid 2, onder a, VWEU).
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit van de mededeling
is positief. Een gezamenlijke Europese aanpak van eerlijke en eenvoudige belastingheffing
ter ondersteuning van het herstel is noodzakelijk gezien het grensoverschrijdende
karakter van de COVID-19-crisis en nadelige effecten van belastingontduiking en ongeoorloofde
praktijken.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit van de mededeling
is positief, met een kanttekening. De mededeling biedt een actieplan voor een billijke
en eenvoudige belastingheffing ter ondersteuning van het herstel van de COVID-19-crisis.
Vooralsnog lijken de gepresenteerde acties geschikt om dit doel te bereiken. Echter
is het kabinet geen voorstander van het plan met betrekking tot het BTW-comité dat
ziet op besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid. De meeste in het actieplan
aangekondigde acties zullen in concrete voorstellen, waaronder richtlijnvoorstellen,
worden uitgewerkt.
d) Financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk, administratieve lasten
en concurrentiekracht
De meeste in het actieplan aangekondigde acties worden in concrete voorstellen uitgewerkt.
Pas wanneer deze worden gepresenteerd en de inhoud ervan duidelijk is, kan een inschatting
worden gemaakt van de financiële implicaties en de gevolgen voor regeldruk, administratieve
lasten en concurrentiekracht. Ook kunnen dan pas de precieze gevolgen voor de uitvoering
en de handhaving in kaart worden gebracht. De Belastingdienst zal na de publicatie
van de concrete voorstellen de uitvoeringsgevolgen onderzoeken en daarbij komen o.a.
de impact op de handhaafbaarheid, personele gevolgen en de impact op de automatisering
aan de orde. De verwachting is dat een aantal acties IT-aanpassingen vergen. Ook zal onderzocht worden of inpassing van de benodigde IT-aanpassingen
in de planning van de Belastingdienst mogelijk is. Eventuele IT-werkzaamheden zullen
hoe dan ook ten koste gaan van de beschikbare ruimte voor nationaal beleid en noodzakelijke
vernieuwingen. Daarom is het van belang om reeds in de eerste fase na publicatie van
een concreet voorstel de maakbaarheid en haalbaarheid in de IT-systemen van de Belastingdienst
nauwgezet te bezien.
In deze mededeling worden geen concrete voorstellen gedaan die financiële gevolgen
hebben.
Indien er toch gevolgen zijn voor de EU-begroting is Nederland van mening dat de benodigde
EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële
kaders van het MFK 2014–2020 en het MFK 2021–2027, en dat deze moeten passen bij een
prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
Eventuele budgettaire gevolgen worden in ieder geval ingepast op de begroting van
het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.