Brief regering : Fiche: Desinformatie in verband met COVID-19 aanpakken: feiten onderscheiden van fictie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2896 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2020
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 1 fiche dat werd opgesteld
                  door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
               
Fiche: Desinformatie in verband met COVID-19 aanpakken: feiten onderscheiden van fictie
Fiche: Europese Biodiversiteitsstrategie (Kamerstuk 22 112, nr. 2897)
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Fiche: Desinformatie in verband met COVID-19 aanpakken: feiten onderscheiden van fictie
               
1. Algemene gegevens
               
a) Titel voorstel
Desinformatie in verband met COVID-19 aanpakken: feiten onderscheiden van fictie
b) Datum ontvangst Commissiedocument
10 juni 2020
c) Nr. Commissiedocument
Join/2020/8
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1592233656437&uri=C…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
N.v.t.
f) Behandelingstraject Raad
Raad Algemene Zaken
g) Eerstverantwoordelijk Ministerie
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
2. Essentie voorstel
               
De Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger schetsen in hun gezamenlijke mededeling
                  de uitdagingen die zich tijdens de Covid-19 «infodemie» hebben voorgedaan. De mededeling
                  valt uiteen in acht onderdelen die voort bouwen op het EU Actieplan tegen desinformatie1. Verdere stappen om desinformatie te adresseren en de democratie te versterken zullen
                  uiteengezet worden in het Democratie Actieplan dat eind 2020 verwacht wordt.
               
(i) Belangrijkste uitdagingen van de COVID-19-infodemie en volgende stappen ter bestrijding
De Covid-19-crisis heeft laten zien dat desinformatie, misinformatie en buitenlandse
                  beïnvloedingsoperaties ernstige gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid en
                  het vertrouwen in onze democratische samenleving en instituties. Er dient hierbij
                  duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen illegale content, zoals haatzaaien,
                  en content die niet onrechtmatig is maar wel schadelijk.
               
Daarnaast is het belangrijk om vast te stellen of er sprake is misinformatie of desinformatie2 en dus of er sprake is van een intentie om te misleiden of publieke schade te veroorzaken
                  of om economisch gewin te behalen.3 Desinformatie kan daarnaast ook onderdeel zijn van beïnvloedingsoperaties van derde
                  landen, al dan niet versterkt door het gecoördineerd gebruik van valse of niet-authentieke
                  accounts of geautomatiseerde bots.
               
(ii) Versterking van de strategische communicatie binnen en buiten de EU
Duidelijke, toegankelijke en accurate communicatie zijn tijdens de crisis cruciaal
                  gebleken om de gezondheid van burgers te beschermen en misleidende narratieven over
                  de rol en samenwerking van de EU in de bestrijding van het virus te adresseren. In
                  dit kader wordt voorgesteld meer te investeren in capaciteit op het gebied van strategische
                  communicatie, het beter inzetten van bestaande mechanismen hiervoor, zoals de samenwerkingskanalen
                  met lidstaten en de Strategische Communicatie Task Forces van de Europese Dienst voor
                  Extern Optreden (EDEO) en strategische communicatie en publieksdiplomatie van EU delegaties
                  versterken.
               
(iii) Betere samenwerking binnen de EU
De Commissie stelt voor o.a. de andere EU-instituties te stimuleren mechanismen op
                  te zetten om Covid-19 gerelateerde desinformatie gecoördineerd te adresseren en lidstaten
                  aanmoedigen bestaande mechanismen die samenwerking versterken intensiever te gebruiken,
                  zoals het Rapid Alert System (RAS) het systeem waarmee informatie gedeeld wordt tussen
                  de lidstaten en EU-instituties.
               
(iv) Samenwerking met derde landen en internationale partners
Derde landen en samenwerkingsverbanden buiten de EU zijn ook getroffen door desinformatie
                  en buitenlandse beïnvloedingscampagnes. Binnen de grenzen van de bevoegdheden zal
                  de Commissie de samenwerking en informatiedeling verbeteren met de WHO, G7, NAVO,
                  VN, regionale organisaties, civiele partners en private partijen. Ook zal zij in derde
                  landen door EU-delegaties en de diplomatieke missies van lidstaten toegang tot betrouwbare
                  informatie promoten en initiatieven om mis- en desinformatie aan te pakken steunen.
               
(v) Grotere transparantie van onlineplatformen over desinformatie en beïnvloedingsoperaties
De Commissie vraagt online platformen, ook degene die de gedragscode desinformatie
                  nog niet hebben ondertekend, om maandelijks rapporten te publiceren met daarin: initiatieven
                  om informatie van relevante autoriteiten, zoals de WHO en nationale zorgautoriteiten,
                  te promoten, het bewustzijn van gebruikers over desinformatie te verbeteren, rapportage
                  over manipulatief gedrag, bijvoorbeeld door beïnvloedingsoperaties en data over advertentiestromen
                  gelinkt aan Covid-19-gerelateerde desinformatie. De Commissie pleit er daarnaast voor
                  dat online platformen hun samenwerking met fact-checkers versterken. De Commissie
                  ondersteunt fact-checking en onderzoeksinitiatieven o.a. door middel van het recent
                  opgerichte Europese waarnemingspost voor digitale media (EDMO), de onafhankelijke
                  multidisciplinaire gemeenschap voor fact-checkers en wetenschappers. Mogelijk zal
                  zij haar desinformatie detectie tools beschikbaar stellen voor gebruik door deze stakeholders.
                  Ook roept zij de platformen op om samen met het EDMO een kader op te stellen om op
                  een privacy gewaarborgde manier data te delen met wetenschappers. Op die manier kan
                  desinformatie beter gedetecteerd en geanalyseerd worden.
               
(vi) De vrijheid van meningsuiting en het pluralistische democratische debat waarborgen
De Commissie erkent het risico dat sommige maatregelen om de «infodemie» tegen te
                  gaan, gebruikt kunnen worden om fundamentele rechten en vrijheden van burgers te ondermijnen
                  en stelt dat het beschermen van deze rechten en vrijheden juist centraal zou moeten
                  staan in de aanpak van COVID-19. De Commissie zal de impact van noodmaatregelen van
                  lidstaten op de waarborging van fundamentele waarden en grondrechten blijven monitoren.
                  Ook roept zij de lidstaten op om te zorgen dat journalisten veilig hun werk kunnen
                  doen De Commissie zal doorgaan met onafhankelijke journalistieke projecten mede te
                  financieren of toegang tot financiering te bieden en zal ook in andere landen actie
                  ondernemen om de persvrijheid en het maatschappelijk middenveld te versterken.
               
(vii) De burgers beter toerusten en bewuster maken
De Commissie zal via verschillende programma’s en plannen (o.a. het actieplan voor
                  digitaal onderwijs, Erasmus+ en «Mediageletterdheid voor iedereen» projecten) en het
                  aankomende actieplan voor de media en de audiovisuele sector het kritisch denkvermogen
                  van sociale mediagebruikers vergroten en financiering beschikbaar stellen voor projecten
                  die desinformatie helpen tegengaan. De EU-instituten zullen op een gecoördineerde
                  manier hulpmiddelen verspreiden om het bewustzijn over desinformatie te vergroten
                  en desinformatie te herkennen.
               
(viii) De volksgezondheid en de consumentenrechten beschermen
Zowel online platforms als het netwerk van consumentenbeschermingsautoriteiten hebben
                  hier actie ondernomen tegen misleidende reclame, fraude en oplichting gerelateerd
                  aan Covid-19. De Commissie zet daarnaast in op het eventueel ontwikkelingen van een
                  gereedschapskist met specifieke instrumenten voor online onderzoek en het intensiveren
                  van internationale samenwerking om de EU-aanpak tegen consumentenmisleiding in de
                  context van Covid-19 te promoten.
               
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
               
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
De verspreiding van desinformatie met als doel om schade toe te brengen aan het publieke
                  debat, democratische processen, de open economie of nationale veiligheid is een reële
                  dreiging. In de afgelopen periode is er veel misleidende informatie rondgegaan over
                  Covid-194. Het tegengaan van desinformatie, ook gerelateerd aan Covid-19, vraagt een gezamenlijke
                  inspanning van alle betrokken actoren: internetdiensten, maatschappelijke organisaties,
                  media, wetenschap, politieke partijen en de overheid. De strategie van het kabinet
                  tegen desinformatie kent drie actielijnen: preventie, de informatiepositie verstevigen
                  en (zo nodig) reactie5. Preventieve acties hebben het doel om te voorkomen dat desinformatie impact heeft
                  en zich verspreidt. Versteviging van de informatiepositie en informatiedeling geeft
                  tijdig zicht op en duiding van de (potentiële) dreigingen. Informatiedeling gebeurt
                  o.a. door internationale samenwerking met bijvoorbeeld het Europese Rapid Alert System,
                  het G7 Rapid Response Mechanism en de NAVO. Tot slot behoren reactieve acties tot
                  het handelingsperspectief wanneer er sprake van desinformatie is.
               
Bij het adresseren van desinformatie staan de volgende uitgangspunten centraal6:
1) Rechtsstatelijke waarden en grondrechten staan voorop: vrijheid van meningsuiting,
                        vrijheid van pers, het recht op informatie en het bevorderen van transparantie.
                     
2) De kracht van onafhankelijke journalistiek. Een pluriform medialandschap is onontbeerlijk
                        voor een gezonde democratie met open en eerlijke verkiezingen.
                     
3) Statelijke actoren hebben de capaciteit en middelen om desinformatie te verspreiden,
                        mede als onderdeel van hybride conflictvoering. De bescherming van de nationale veiligheid
                        tegen desinformatie is ingebed in de bredere aanpak van statelijke dreigingen.
                     
4) Mediawijsheid en digitale geletterdheid zijn belangrijke elementen in het preventief
                        tegengaan van de impact van desinformatie.
                     
5) Het kabinet ondersteunt de bewustwording van het (lokale) bestuur.
6) Internetdiensten dragen eigen verantwoordelijkheid, met inachtneming van de vrijheid
                        van meningsuiting en persvrijheid. Waar hun zelfregulering tekortschiet, kan regulering
                        worden overwogen.
                     
Bovenstaande uitgangspunten, in het bijzonder de rechtsstatelijke waarden, leiden
                  ertoe dat het adresseren van desinformatie primair een taak van journalistiek en wetenschap
                  is, al dan niet in samenwerking met internetdiensten. De vrijheid van meningsuiting
                  staat daarbij te allen tijde voorop. Dit betekent dat het bestempelen van desinformatie
                  als dusdanig en dit «fact-checken» ook primair geen taak is van de overheid. Wel geldt
                  dat de overheid moet kunnen optreden als de nationale veiligheid, politieke, maatschappelijke
                  en/of economische stabiliteit in het geding is. Dit beperkt zich niet alleen tot Nederland,
                  desinformatie over de EU of de NAVO kan deze internationale samenwerking ondermijnen
                  of destabiliseren. Dit betekent dat overheid soms desinformatie tegenspreekt. Of een
                  bepaalde overheidsinstantie hiertoe besluit, is afhankelijk onder andere van de context
                  en de impact van het bericht. Bij de afweging al dan niet te reageren wordt ook de
                  afweging meegenomen of een bericht al in de reguliere media ontkracht is. Tevens is
                  er een rol voor de overheid in het actief communiceren over haar eigen beleid. Dit
                  is te zien in de context van Covid-19 waar het kabinet zich in eerste instantie richt
                  op officiële kanalen, zowel voor gezondheidsinformatie over het virus als voor informatie
                  over het overheidsbeleid en ontwikkelingen en gebeurtenissen om ons heen. Het blijft
                  daarbij altijd aan burgers zelf om informatie, ook die van de overheid, op waarde
                  te schatten.
               
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet erkent dat er rondom Covid-19 op verschillende manieren – via sociale
                  media, online berichtendiensten, maar ook in brieven – misleidende informatie rondgaat.
                  Zoals aangegeven in de kamerbrief van 13 mei jl. heeft het kabinet binnen de drie
                  pijlers van preventie, informatiepositie verstevigen en reageren verschillende acties
                  ondernomen om dit probleem te adresseren7. Het waarborgen van democratische waarden zoals de vrijheid van meningsuiting en
                  het belang van onafhankelijke media worden prominent benoemd in de mededeling alsook
                  de verantwoordelijkheid van de online platformen om transparanter te zijn. Deze punten
                  staan ook centraal in het Nederlandse beleid. Het kabinet onderschrijft de inzet van
                  de Commissie op de acht onderdelen. Er zijn hierbij een aantal aandachtspunten die
                  hieronder beschreven worden.
               
(i) Belangrijkste uitdagingen van de COVID-19-infodemie en volgende stappen ter bestrijding
Verschillende vormen van misleidende informatie kunnen gedurende de Covid-19-crisis
                  schade toebrengen aan de volksgezondheid en het vertrouwen in onze democratische samenleving
                  en instituten. Het kabinet erkent dat het nodig is onderscheid te maken tussen verschillende
                  types misleidende informatie, al dan niet als onderdeel van een buitenlandse beïnvloedingscampagne,
                  en dat deze om een verschillende aanpak vragen. Het kabinet kijkt daarom uit naar
                  het komende Democratie Actieplan.
               
(ii) Versterking van de strategische communicatie binnen en buiten de EU
Het kabinet deelt de mening van de Commissie dat proactieve, heldere, eenduidige,
                  consequente en op feiten gebaseerde strategische communicatie essentieel is en de
                  impact van desinformatie, ook in de context van de COVID-19 crisis, kan verminderen.
                  Desinformatie kan ook gebruikt worden om de stabiliteit en veiligheid van de EU en
                  haar lidstaten te ondermijnen. Daarom acht het kabinet het opportuun dat de EU investeert
                  in haar strategische communicatiecapaciteit, bestaande mechanismen en de capaciteiten
                  voor publieke diplomatie. Het kabinet is het eens dat de vertegenwoordigingen van
                  de Europese Unie in de lidstaten hier ook een rol in spelen door feitelijke informatie
                  uit te dragen. Wat opvalt is dat de Commissie voorbij gaat aan de mogelijkheid om
                  officiële statistieken van bijvoorbeeld Eurostat en nationale statistische instellingen
                  te noemen als inzet en manier om desinformatie te adresseren.
               
(iii) Betere samenwerking binnen de EU
Desinformatie houdt niet op bij de grenzen, ook niet bij COVID-19. Het kabinet verwelkomt
                  dan ook de oproep van de Commissie om de samenwerking en informatie-uitwisseling te
                  versterken binnen bestaande instituten en mechanismen zoals het Rapid Alert System
                  (RAS) en de Hybrid Fusion Cell, onder andere door het regelmatig delen van rapportages
                  en analyses over alle vormen van desinformatie.
               
(iv) Samenwerking met derde landen en internationale partners
Desinformatie treft niet alleen de EU-instellingen of lidstaten, maar ook andere landen
                  en multilaterale samenwerkingsverbanden. Onderdeel van de Nederlandse aanpak is het
                  verstevigen van de informatiepositie, o.a. door internationale samenwerking met bijvoorbeeld
                  het G7 Rapid Response Mechanism en de NAVO. Het kabinet steunt daarom de samenwerking
                  van de Commissie met dergelijke internationale partners binnen haar verantwoordelijkheden.
               
(v) Grotere transparantie van onlineplatformen over desinformatie en beïnvloedingsoperaties
Het kabinet verwelkomt de oproep van de Commissie aan de online platformen om maandelijks
                  rapporten te publiceren over hun beleid en maatregelen om de verspreiding van Covid-19-gerelateerde
                  desinformatie tegen te gaan. Meer informatiedeling, inzet, transparantie en verantwoordelijkheid
                  is nodig. Het kabinet wenst dat de platformen ook landenspecifieke rapporten uitbrengen,
                  zodat inzichtelijk wordt wat de omvang van desinformatie is op sociale mediaplatformen.
                  Tevens kijkt het kabinet uit naar de evaluatie van de gedragscode desinformatie en
                  het Democratie Actieplan waarin mogelijk verdere transparantie maatregelen richting
                  de online platformen een plek krijgen, en naar het Digital Service Act pakket.
               
(vi) De vrijheid van meningsuiting en het pluralistische democratische debat waarborgen
In de Nederlandse strategie tegen desinformatie staan rechtsstatelijke waarden als
                     de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van pers voorop. Voor het kabinet staat
                     voorop dat buitengewone maatregelen in het kader van de bestrijding van COVID-19 geoorloofd
                     en soms noodzakelijk zijn vanuit het oogpunt van de bescherming van de volksgezondheid.
                     Deze dienen echter wel te allen tijde te voldoen aan de vereisten van noodzakelijkheid,
                     proportionaliteit en tijdelijkheid, en tevens de waarden van de Unie en internationale
                     verdragsverplichtingen te respecteren.
                  
Zoals gemeld in de Kamerbrief nieuwe ontwikkelingen beleidsinzet bescherming democratie
                     tegen desinformatie concludeert het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit
                     van Amsterdam dat het juridisch verbieden van bepaalde informatie alleen op grond
                     van het feit dat informatie onjuist of misleidend is, zonder aanvullende eisen, moeilijk
                     in overeenstemming te brengen is met de vrijheid van meningsuiting. Ook kwalificeert
                     desinformatie in sommige gevallen als politieke uiting en geniet het als zodanig brede
                     bescherming binnen de vrijheid van meningsuiting en mag het niet verwijderd worden.8 Het kabinet verwelkomt daarom de nadruk die de Commissie legt op het waarborgen van
                     rechtsstatelijke waarden, ook in tijden van crisis. Nederland ondersteunt daarnaast
                     onafhankelijke media binnen en buiten Europa.
                  
(vii) De burgers beter toerusten en bewuster maken
Het kabinet steunt de aangekondigde acties om het bewustzijn van burgers te vergroten.
                  Het kabinet vindt het belangrijk dat voor burgers transparant is wat de herkomst en
                  betrouwbaarheid van informatie is. De aangekondigde acties van de Commissie sluiten
                  aan bij de inzet van de Nederlandse overheid op dit gebied. Ook kijkt het kabinet
                  uit naar de aangekondigde plannen ten aanzien van het actieplan voor de media en de
                  audiovisuele sector en de update van het actieplan voor digitaal onderwijs.
               
(viii) De volksgezondheid en de consumentenrechten beschermen
Zoals genoemd in de Kamerbrief nieuwe ontwikkelingen beleidsinzet bescherming democratie
                  tegen desinformatie zijn in een commerciële context misleidende gezondheidsclaims
                  over producten of het weglaten van vitale informatie over onder meer geneesmiddelen
                  en voedingsmiddelen of de producent al streng gereguleerd.9 Ook mag voor geneesmiddelen zonder handelsvergunning in het geheel geen reclame worden
                  gemaakt. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor middelen waarvan wordt geclaimd dat ze zouden
                  helpen tegen de gevolgen van Covid-19. Zo maken malafide bedrijven reclame voor producten
                  zoals beschermingsmaskers, mondkapjes en desinfecterende zeep, die een infectie zouden
                  voorkomen of genezen. Het kabinet is van mening dat het in ieders belang is dat de
                  consument online worden beschermd tegen illegale praktijken die hun gezondheid in
                  gevaar kan brengen. Het kabinet is daarom positief dat Europese consumentenbeschermingsautoriteiten
                  een gemeenschappelijke positie over Covid-19 ingenomen hebben waarin zij online platformen,
                  inclusief online marktplaatsen, vragen om illegale marketing praktijken met betrekking
                  tot het virus te identificeren en verwijderen. Het kabinet verwelkomt de reactie van
                  deze platforms op deze positie en de monitoring die de Commissie, samen met de autoriteiten
                  binnen het netwerk voor samenwerking op het gebied van consumentenbescherming (CPC),
                  uitvoert.
               
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De mededeling is een voorzetting van de acties uit het huidige Actieplan tegen desinformatie
                  van de Europese Commissie. Dit Actieplan kon op brede steun van de lidstaten rekenen.
                  Ook deze mededeling wordt door de EU-lidstaten verwelkomd al roepen sommige lidstaten
                  in raadsverband wel op tot verdergaande maatregelen. Het Europees Parlement heeft
                  positief gereageerd op de mededeling. De Groenen en SenD riepen bij de presentatie
                  op tot sneller optreden richting de grote techbedrijven. De ECR heeft zich kritisch
                  over de mededeling uitgelaten.
               
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
                  gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
               
a) Bevoegdheid
Op het terrein van de interne markt en de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht
                  (RVVR) heeft de Unie een gedeelde bevoegdheid met de lidstaten (zie artikel 4, lid
                  2, onder a en onder j, VWEU). In de mededeling wordt geen Unieregelgeving aangekondigd,
                  maar de Commissie geeft richtsnoeren en uitgangspunten voor online platforms om binnen
                  het bestaande wettelijke kader – in samenwerking met nationale autoriteiten in lidstaten
                  en andere relevante belanghebbenden – online desinformatie tegen te gaan. Daartoe
                  is de Commissie bevoegd. De mededeling doet op verschillende punten oproepen aan lidstaten
                  maar heeft geen bindende werking tegenover de lidstaten.
               
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit van de mededeling
                  is positief. Een gezamenlijke Europese aanpak van desinformatie is wenselijk gezien
                  het grensoverschrijdende karakter van online desinformatie en om te voorkomen dat
                  zorgen van afzonderlijke lidstaten niet voldoende gehoord worden door grote techbedrijven.
               
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit van de mededeling
                  is positief. De voorgestelde acties in de mededeling van de Commissie passen binnen
                  de lijn die al is uitgezet in het Actieplan tegen Desinformatie, welke het kabinet
                  eerder verwelkomt heeft10. Het kabinet acht deze mededeling een geschikt instrument om te komen tot een versterkte
                  gezamenlijke aanpak van desinformatie rondom COVID-19. De mededeling introduceert
                  geen bindende maatregelen. De aangekondigde acties gaan niet verder dan noodzakelijk
                  om de gestelde doelstellingen te bereiken.
               
d) Financiële gevolgen
In deze mededeling worden geen concrete voorstellen gedaan die financiële gevolgen
                  hebben. Indien er desalniettemin toch voorstellen zijn met gevolgen voor de EU-begroting
                  is Nederland van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen
                  de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze
                  moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. De kabinetsinzet
                  voor het volgende MFK (2021–2027) en de herstelstrategie n.a.v. de COVID-19 uitbraak11 is leidend voor een integrale afweging van middelen voor de periode na 2020; Nederland
                  wil niet vooruitlopen op de besluitvorming over het volgende MFK. Mogelijke gevolgen
                  voor de nationale begroting worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke
                  departementen, conform de regels van de budgetdiscipline.
               
e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
Uit deze mededeling vloeit geen nieuwe regelgeving voort; zij is op basis van vrijwilligheid.
                  De transparantieverplichtingen kunnen, zoals door de Commissie eerder aangekondigd,
                  leiden tot administratieve lasten voor de platformbedrijven. In deze mededeling worden
                  verder geen nieuwe voorstellen gedaan die leiden tot een toename voor de regeldruk
                  of administratieve lasten.
               
Indieners
- 
              
                  Indiener
 S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
