Brief regering : Evaluatie tweede pilotjaar Alcoholmeter
27 565 Alcoholbeleid
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 175 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 mei 2020
In 2017 en 2018 is een pilot met de Alcoholmeter uitgevoerd in de eenheden Oost-Nederland
en Rotterdam. De evaluatie van het eerste pilotjaar is uw Kamer aangeboden bij brief
van 18 december 2018.1 Vanwege de lage instroom van het aantal deelnemers aan de pilot, werd besloten de
pilot met één jaar te verlengen. Hierbij bied ik u het onderzoeksrapport Evaluatie pilot Alcoholmeter 2018 aan2, dat opgesteld is door het onderzoeksbureau Breuer & Intraval. De toezending van
dit rapport heb ik u onder meer toegezegd tijdens het AO Verkeershandhaving van 5 maart
2020 (Kamerstuk 29 398, nr. 821).
Inleiding: alcoholgebruik als risicofactor voor geweld
Veel geweldsdelicten worden onder invloed van alcohol gepleegd. Uit onderzoek blijkt
dat 26% tot 43% van het geweld in Nederland gerelateerd is aan alcohol.3 Onder meer bij uitgaansgeweld, voetbalgeweld, huiselijk geweld en vandalisme is alcoholgebruik
veelvuldig aan de orde. Daarnaast speelt alcohol een rol bij rijden onder invloed.
De maatschappelijke schade van alcoholmisbruik wordt geraamd op 2,3 tot 4,2 miljard euro
per jaar en loopt op tot 6,1 miljard euro als ook private kosten meegerekend worden
zoals voortijdige sterfte en verlies aan kwaliteit van leven.4
In het arsenaal aan maatregelen tegen de schadelijke effecten van alcoholgebruik biedt
onder meer het strafrecht diverse mogelijkheden. Zo kan bij een voorwaardelijke veroordeling
een alcoholverbod als bijzondere voorwaarde worden gesteld, alsmede de verplichting
om in dat kader mee te werken aan bloedonderzoek of urineonderzoek. Controle op de
naleving van het alcoholverbod verloopt via de reclassering, die gemiddeld twee keer
per week urineonderzoek laat uitvoeren. Dit onderzoek is echter slechts een momentopname,
waardoor het alcoholverbod tussentijds eenvoudig te ontduiken is.
Pilot Alcoholmeter
In januari 2017 is in de eenheden Oost-Nederland en Rotterdam een pilot met de Alcoholmeter
van start gegaan. De Alcoholmeter maakt het continu meten van alcoholgebruik mogelijk
doordat een enkelband via het zweet meet wanneer en hoeveel alcohol gedronken is.
Deze informatie wordt één keer per dag via een basisstation en modem doorgegeven aan
de reclassering. De pilot moest uitwijzen of de Alcoholmeter het toezicht kan verbeteren
en of deze, gecombineerd met professionele begeleiding, een gunstige invloed heeft
op het terugdringen van het alcoholmisbruik en het daaraan gerelateerde delictgedrag
van de veroordeelde. Uit de evaluatie van het pilotjaar 2017 bleek dat de Alcoholmeter
een positieve invloed had op het terugdringen van alcoholmisbruik en de gevolgen daarvan.
Het rapport moest echter met een slag om de arm geïnterpreteerd worden omdat de instroom
te laag was voor het verkrijgen van statistisch betrouwbare gegevens.
Vanwege de beperkte instroom in 2017 en met het oog op de positieve teneur van de
eerste onderzoeksresultaten werd de looptijd van de pilot met één jaar verlengd. De
aanvankelijke doelgroep van cliënten met een alcoholverbod als bijzondere voorwaarde
werd in het pilotjaar 2018 uitgebreid met cliënten die: 1. verplichte alcoholcontroles
(zonder alcoholverbod) als bijzondere voorwaarde opgelegd hebben gekregen, of 2. vrijwillige
alcoholcontroles ondergaan in het kader van verplicht reclasseringstoezicht. Tijdens
het pilotjaar 2018 hebben 91 personen de Alcoholmeter op vrijwillige basis gedragen
(tegenover 26 in 2017), van wie 42 ook bereid waren deel te nemen aan het evaluatieonderzoek
(tegenover 18 in 2017). Het aantal van 91 dragers van de Alcoholmeter is volgens de
onderzoekers voldoende om statistisch betrouwbare uitspraken te kunnen doen over de
objectieve meetgegevens van de alcoholenkelband.
Tabel 1. Respondenten onderscheiden naar alcoholverbod, verplichte en vrijwillige
controle
N 2017
N 2018
% 2018
alcoholverbod
18
18
43%
verplichte controle
–
11
26%
vrijwillige controle
–
13
31%
totaal
18 (100%)
42
100%
Resultaten pilot 2018
De Alcoholmeter blijkt een positief effect te sorteren op het terugdringen van het
alcoholgebruik. Uit de metingen van alle dragers gezamenlijk, inclusief degenen die
niet deelnamen aan het evaluatieonderzoek, blijkt het nuchterheidspercentage op 92%
te liggen.5 Daarbij dient bedacht te worden dat niet alle dragers van de Alcoholmeter in het
tweede pilotjaar een alcoholverbod opgelegd hadden gekregen; degenen met een verplichte
alcoholcontrole als bijzondere voorwaarde of vrijwillige alcoholcontrole in het kader
van verplicht reclasseringstoezicht was het niet verboden alcohol te drinken. De resultaten
van het evaluatieonderzoek onder 42 personen worden hieronder gepresenteerd.
Alcoholgebruik
Ook uit het evaluatieonderzoek onder 42 dragers van de Alcoholmeter kan de conclusie
getrokken worden dat de alcoholenkelband een positief effect heeft op het terugdringen
van alcoholgebruik. 76% geeft zelf aan geen alcohol gedronken te hebben tijdens het dragen van de band. Voor degenen
met een alcoholverbod bedraagt dit percentage 89%. In de objectieve metingen van de
Alcoholmeter liggen deze percentages met 71% respectievelijk 84% iets lager. Op dit
verschil tussen zelfrapportage en de meting van de Alcoholmeter wordt nader ingegaan
in de hiernavolgende passage over de betrouwbaarheid van de Alcoholmeter. Drie maanden
na het afdoen van de enkelband geeft 52% aan nog steeds niet gedronken te hebben.
Van degenen die wel alcohol nuttigen, zegt de helft minder te zijn gaan drinken.
De resultaten van de dragers van de Alcoholmeter in 2018 zijn vergeleken met een controlegroep,
bestaande uit 75 personen uit de eenheden Den Haag en Noord-Nederland die alleen urinecontroles
ondergingen. Terwijl de Alcoholmeter in 29% van de gevallen alcohol gedetecteerd heeft,
ligt dit bij de controlegroep op 39%. Dit verschil is echter niet significant. De
urinecontroles zijn niet waterdicht. Er kunnen ook andere aanwijzingen zijn dat er
alcohol is gedronken, bijvoorbeeld omdat dit is geconstateerd door de toezichthouder
van de reclassering of omdat de cliënt is aangehouden vanwege rijden onder invloed.
Als deze constateringen worden meegeteld, komt het alcoholgebruik van de controlegroep
op 47% en is het verschil met de dragers van de Alcoholmeter bijna significant.
Delictgedrag
De Alcoholmeter blijkt een positief effect te sorteren op het delictgedrag tijdens
het dragen. 10% van de dragers heeft blijkens de politiegegevens in die periode delicten
gepleegd. Bij de controlegroep die alleen urinecontroles ondergaat, ligt dit met 51%
significant hoger. Drie maanden na het afkoppelen van de enkelband is nog steeds sprake
van positieve effecten op het delictgedrag. Van de deelnemers aan het onderzoek heeft
17% in die drie maanden delicten gepleegd, terwijl de controlegroep in dezelfde periode
met 52% significant slechter scoort.
Voordelen Alcoholmeter
De dragers van de Alcoholmeter zijn merendeels positief over deze vorm van toezicht
op hun alcoholgebruik. Het belangrijkste voordeel is dat men niet naar de reclassering
hoeft voor urinecontrole, waardoor de enkelband geen inbreuk maakt op hun arbeidsdeelname.
Ook de continue controle op alcoholgebruik als stok achter de deur om niet te drinken
wordt veelvuldig genoemd. In het onderzoek naar het pilotjaar 2017 gaven de familieleden
van de dragers, de reclassering, officieren van justitie en advocaten ook al aan de
Alcoholmeter een goed instrument te vinden voor de controle op het alcoholverbod en
als instrument om te komen tot gedragsverandering. Wel zagen enkele advocaten de Alcoholmeter
als een inbreuk op de privacy van de drager.
Nadelen Alcoholmeter
Als nadelen van de Alcoholmeter worden het meest genoemd het te grote formaat en gebrek
aan draagcomfort van de enkelband. 14% van de dragers ervaart geen last van de band,
terwijl 57% rept van (een beetje) last en 29% van (heel) veel last. Vooral bij het
slapen en dragen van bepaalde kleding kan de Alcoholmeter in de weg zitten. Overigens
merkten de respondenten in het onderzoek naar het pilotjaar 2017 op dat de ervaren
last na een periode van gewenning snel afneemt. Er kunnen bijwerkingen optreden, zoals
blauwe plekken, een geïrriteerde huid en schaafplekken. 43% van de dragers heeft geen
bijwerkingen ervaren.
Betrouwbaarheid Alcoholmeter
De detectie van alcoholgebruik door de Alcoholmeter ligt met 29% hoger dan het percentage
dragers dat zelf aangeeft alcohol gedronken te hebben (24%). Een deel van deze dragers
ontkent alcoholgebruik en wijt de detectie aan een false positive (5 dragers, van wie 4 met een alcoholverbod en 1 met vrijwillige controle). Ook in
het pilotjaar 2017 repten 4 dragers van een false positive. In één geval zegt een drager gedronken te hebben, terwijl dit niet door de Alcoholmeter
geregistreerd is. In dit geval is sprake van een false negative.
Bij 32% van de dragers heeft de Alcoholmeter op enig moment geconstateerd dat men
de metingen – al dan niet bewust – poogde te saboteren. Dit hoeft niet altijd een
bewuste handeling te zijn; het obstructiesignaal kan ook het gevolg zijn van jeuk
of een geïrriteerde huid waardoor de drager de Alcoholmeter om de enkel verschuift.
Eén respondent geeft ruiterlijk toe dat hij geprobeerd heeft de meting door de Alcoholmeter
te verhinderen.
43% heeft weleens een technisch probleem ondervonden met de enkelband. Meestal was
dit een eenmalige aangelegenheid, die zich vooral voordeed in de periode dat zich
technische storingen voordeden in de communicatie tussen de Alcoholmeter en het basisstation.
Medio 2018 zijn alle basisstations vervangen. Overigens is de Alcoholmeter voorzien
van een back-up van 90 dagen waardoor de data ook tijdens storingen naderhand uitgelezen
kunnen worden.
Beleidsreactie
De pilot met de Alcoholmeter is uitgevoerd met als doel bij een positieve evaluatie
te komen tot landelijke invoering van dit instrument. Uit de evaluatie komt naar voren
dat de Alcoholmeter positieve effecten sorteert op zowel het problematische drinkgedrag
als op de delictpleging. Deze effecten zijn echter gebaseerd op lage aantallen. Daarom
heb ik in mijn besluitvorming over landelijke invoering ook de volgende overwegingen
betrokken. Ten eerste hebben de onderzoekers in hun evaluatie van de pilot 2017 een
aantal in theorie werkzame mechanismen geïdentificeerd, die vertrouwen geven in het
fundament van de effectiviteit van dit instrument. Deze werkzame mechanismen hebben
betrekking op de continue monitoring van het alcoholgebruik, het inzicht in het eigen
drinkgedrag dat de Alcoholmeter biedt en de bewustwording van de effecten van alcoholmisbruik
op de eigen gezondheid en op de sociale omgeving. Ten tweede worden de positieve effecten
in de pilot ruimschoots geschraagd door de resultaten met grote aantallen dragers
van de Alcoholmeter in de Verenigde Staten, waar al vijftien jaar ervaring is met
deze vorm van toezicht, en Groot-Brittannië. Als derde punt heb ik in overweging genomen
dat alcohol een belangrijke risicofactor is voor geweldpleging en gepaard gaat met
veel maatschappelijke schade en persoonlijk leed voor de slachtoffers. De inzet van
een instrument dat bijdraagt aan het terugdringen van alcoholmisbruik, kan veel van
dit leed en van deze schade voorkomen. Ten vierde is het niet zonder gegronde reden
dat het strafrecht de mogelijkheid biedt een alcoholverbod op te leggen. De huidige
systematiek om twee keer per week via urinecontroles de naleving van het alcoholverbod
te controleren is allerminst waterdicht en doet daarmee afbreuk aan zowel het beoogde
doel van het alcoholverbod als aan de geloofwaardigheid van deze strafrechtelijke
sanctie.
Alles overwegende constateer ik dat de Alcoholmeter voldoende positieve effecten kan
sorteren om mij te doen besluiten tot landelijke invoering over te gaan. Vanwege de
financiële consequenties zal de invoering wel beperkt blijven tot de inzet van de
Alcoholmeter bij het alcoholverbod als bijzondere voorwaarde. De Alcoholmeter is gemiddeld
op jaarbasis per cliënt € 432,906 duurder dan de urinecontroles, wat voor de controle op naleving van het alcoholverbod
neerkomt op een extra bijdrage van afgerond € 600.000,– per jaar ten opzichte van
het budget dat nu door het ministerie aan de (verslavings)reclassering beschikbaar
wordt gesteld voor de uitvoering van urinecontroles.
In 2015 oordeelde de Hoge Raad dat iemand die verplicht moet deelnemen aan het alcoholslotprogramma
(ASP), daarnaast niet ook nog strafrechtelijk kan worden vervolgd. Daarnaast is het
ASP datzelfde jaar door de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State onverbindend
verklaard, onder meer vanwege de ingrijpende gevolgen in individuele gevallen. Sindsdien
zijn er geen nieuwe ASP’s meer opgelegd. Mijn voorganger en ik hebben in dat kader
toegezegd te bezien of de Alcoholmeter mogelijkheden biedt voor de aanpak van rijden
onder invloed van alcohol. Het verheugt mij te melden dat met de landelijke invoering
van de Alcoholmeter hiertoe de mogelijkheid wordt geschapen. Het alcoholverbod en
het toezicht daarop met de Alcoholmeter kunnen als alternatief voor het alcoholslot
ingezet worden. In de pilot is dit ook een aantal keren gebeurd. In totaal hebben
17 personen de Alcoholmeter gedragen na rijden onder invloed, vooral in het kader
van een alcoholverbod, maar ook in het kader van een verplichte of vrijwillige alcoholcontrole.
Het besluit om te komen tot landelijke invoering van de Alcoholmeter leidt tot enkele
specifieke technische, organisatorische en juridische maatregelen die getroffen moeten
worden. Ten eerste werkt de fabrikant van de Alcoholmeter aan de ontwikkeling van
een meer comfortabele band, die nog dit jaar wordt getest. Daarmee wordt het belangrijkste
bezwaar tegen de Alcoholmeter, het gebrek aan draagcomfort, zo veel mogelijk verholpen.
Ten tweede zal ik de reclassering verzoeken organisatorisch voorbereidingen te treffen
voor de landelijke invoering van de Alcoholmeter, waaronder de training van de medewerkers
die belast zijn met het aansluiten van de enkelband. Ten derde het juridische aspect:
vanwege het ontbreken van een wettelijke grondslag kan de Alcoholmeter nu alleen op
vrijwillige basis als controlemiddel dienen. Dit betekent dat ik het Wetboek van Strafrecht
zal aanpassen om in een passende grondslag voor de Alcoholmeter te voorzien.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid