Brief regering : Verslag Eurogroep en Ecofinraad 23 en 24 maart en de geannoteerde agenda van de Eurogroep op 7 april 2020
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1680
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2020
Bijgevoegd treft u de geannoteerde agenda van de ingelaste Eurogroep in inclusieve
samenstelling op 7 april 2020. Dit weerspiegelt de meest actuele stand van de gesprekken.
De gedachtevorming is echter nog erg in beweging. Ik zal uw Kamer zo goed mogelijk
op de hoogte te houden van alle ontwikkelingen.
De snelle ontwikkelingen van de afgelopen dagen en weken hebben geleid tot een vertraging
in de verzending van het verslag van de ingelaste Ecofinraad en Eurogroep van 23 en
24 maart 2020 en de beantwoording van de Kamervragen van het lid Leijten (SP) (Aanhangsel
Handelingen II 2019/20, nr. 2425). Beide stukken zijn tevens bijgesloten.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Verslag ingelaste Ecofinraad en Eurogroep 23 en 24 maart 2020
Ecofinraad 23 maart
Economische impact van COVID-19 crisis en de beleidsreactie
De Europese Commissie heeft een presentatie gegeven over de laatste economische vooruitzichten.
Ook heeft de Europese Commissie haar pakket aan maatregelen om de economische gevolgen
van de COVID-19 crisis te beheren en mitigeren toegelicht. Zo heeft de Europese Commissie
in haar mededeling van 13 maart jl. een pakket van Europese maatregelen aangekondigd
dat zich met name richt op de sociaaleconomische gevolgen van COVID-19.1 Voor de appreciatie van het kabinet van deze maatregelen verwijs ik u naar de Kamerbrief
Noodpakket banen en economie en de bijlage daarvan.2 Vervolgens heeft de Europese Commissie separate mededelingen opgesteld over het gebruik
van bestaande flexibiliteit binnen de Europese begrotingsregels en de staatsteunregels.
Zo heeft DG COMP op 16 maart jl. een voorstel gedaan voor een tijdelijk staatssteunkader
voor COVID-19 dat voorwaarden stelt voor het geven van liquiditeitssteun aan bedrijven
voor de economische schade die door de COVID-19 uitbraak is ontstaan. Het kader is
met relatief kleine aanpassingen op 19 maart jl. vastgesteld.3 Voor de kabinetsappreciatie daarvan verwijs ik u naar de geannoteerde agenda voor
de videoconferentie van de Europese Raad inzake COVID-19 van 26 maart 2020.4 Op het gebied van de begrotingsregels heeft de Europese Commissie op 20 maart jl.
in een separate mededeling aan de Raad voorgesteld om de algemene ontsnappingsclausule
te activeren.5 Dit laatste onderwerp is deze Ecofinraad ook nog separaat besproken bij het volgende
agendapunt.
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft haar besluit van 18 maart jl. toegelicht om
een nieuw tijdelijk aankoopprogramma te starten, het pandemic emergency purchase programme
(PEPP).6 Het programma is bedoeld om risico’s voor monetaire transmissie te adresseren en
de economische vooruitzichten te ondersteunen door een verkrapping van de financiële
condities tijdens de COVID-19 crisis tegen te gaan.
Lidstaten erkennen dat de huidige situatie uitzonderlijk is, waarbij (sommige) landen
hard getroffen worden door een gezondheidscrisis, en dit zodoende om een uitzonderlijke
beleidsreactie vraagt om economische groei en werkgelegenheid te ondersteunen. Er
was brede steun voor het voorstel van de Europese Commissie voor een tijdelijk staatssteunkader.
Naast maatregelen op de korte termijn riepen meerdere lidstaten, waaronder Nederland,
op ook oog te hebben voor de herstelfase nadat de uitbraak over is. Daarom heeft Nederland
de Commissie gevraagd om in de tweede helft van 2020 te kijken naar welke lessen getrokken
kunnen worden uit de huidige crisis. Tot slot heeft onder meer Nederland de Europese
Commissie gevraagd te onderzoeken welke aanvullende mogelijkheden zij onder andere
binnen het Meerjarig Financieel Kader ter beschikking heeft ten behoeve van Corona.
Toepassen van flexibiliteit binnen het Stabiliteits- en Groeipact i.v.m. COVID-19
De Europese Commissie heeft een presentatie gegeven over de verschillende vormen van
flexibiliteit binnen het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) die van toepassing zijn
op de situatie rondom COVID-19. In het bijzonder heeft de Commissie haar mededeling
van 20 maart jl. gepresenteerd waarin ze de activering van de algemene ontsnappingsclausule
(«general escape clause») van de begrotingsregels voorstelt.
De Europese Commissie heeft een toelichting gegeven op de algemene ontsnappingsclausule.
Dit is onderdeel van de bestaande begrotingsregels, zoals opgenomen in de regelgeving
van het SGP. De clausule maakt het mogelijk om het begrotingsbeleid te coördineren
in tijden van een ernstige economische neergang. In de preventieve arm van het SGP
(verordening 1466/97) hebben lidstaten een middellang doel (Medium Term Objective, MTO) voor hun structurele begrotingssaldo. Indien lidstaten dat doel niet halen,
moeten ze hun structurele saldo jaarlijks stapsgewijs verbeteren. Met de clausule
kan het lidstaten worden toegestaan om tijdelijk af te wijken van het aanpassingstraject
richting de MTO wanneer er sprake is van een ernstige economische neergang in de eurozone
of de EU als geheel. Daarnaast kan de Raad voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure
van de correctieve arm (verordening 1467/97) tot een aangepast begrotingspad besluiten
wanneer er sprake is van een ernstige economische neergang in de eurozone of de EU
als geheel. Daarbij geldt de voorwaarde dat de houdbaarheid van de begroting op middellange
termijn niet in gevaar mag komen.
Er was brede steun voor het voorstel van de Commissie voor het gebruiken van de algemene
ontsnappingsclausule van het SGP. Zoals ik tijdens het AO Eurogroep en Ecofinraad
op 12 maart jl, heb toegelicht steunt NL het gebruik van flexibiliteit binnen het
SGP om lidstaten in staat te stellen de Coronacrisis te bestrijden en de economische
gevolgen te mitigeren. Tijdens het Wetgevingsoverleg op 25 maart jl. heb ik specifiek
aangegeven dat Nederland het voorstel van de Commissie voor de algemene ontsnappingsclausule
heeft gesteund (Kamerstukken 35 412 en 35 413 en 35 414 en 35 414, nr. 14). De EU ministers van Financiën hebben hiervoor een gezamenlijke verklaring gepubliceerd
(zie bijgevoegd).7
COVID-19 uitbraak: de implicaties voor het Europees Semester
Er heeft een discussie plaatsgevonden over de implicaties van de COVID-19 uitbraak
op (de tijdslijn van) het Europees Semester. Hierbij is met name gesproken over het
aanleveren van de nationale hervormingsprogramma’s (NHP) en de stabiliteits- en convergentieprogramma’s
(SCP) door lidstaten, waarvoor de deadline 30 april is. De COVID-19 uitbraak en de
economische gevolgen ervan hebben grote budgettaire consequenties. Om deze reden hebben
sommige lidstaten zich uitgesproken voor uitstel van de deadline voor het SCP en het
NHP.
De meeste lidstaten, waaronder Nederland, erkennen de uitdagingen die de huidige ontwikkelingen
met zich meebrengen om geactualiseerde stabiliteits- en convergentieprogramma’s aan
te leveren en geven aan een pragmatische opstelling te hebben ten aanzien van het
proces rondom het Europees Semester. De Europese Commissie heeft aangegeven dat de
wetgeving met betrekking tot de deadlines van het Semester beperkte flexibiliteit
kent, maar met een voorstel te zullen komen over hoe gezien de huidige situatie invulling
kan worden gegeven aan het Europees Semester.
Eurogroep 24 maart
COVID-19: uitdagingen voor het economisch beleid – voorbereiding Europese Raad 26 maart
2020
Op maandag 16 maart jl. heeft de Eurogroep uitgebreid gesproken over een gecoördineerde
aanpak van de economische gevolgen en uitdagingen van de COVID-19 uitbraak.8 Op basis daarvan is een Eurogroep-verklaring overeengekomen.9 In deze verklaring is weergegeven welke financieel-economische maatregelen lidstaten
nemen en is aangekondigd dat lidstaten alle benodigde maatregelen zullen nemen om
economische groei en werkgelegenheid te ondersteunen. Ook is in de verklaring van
de Eurogroep opgenomen dat de Europese begrotingsregels zullen worden toegepast met
de flexibiliteit die binnen de bestaande kaders beschikbaar is. Daarnaast heeft de
Eurogroep de aangekondigde maatregelen van de Europese Commissie, de Europese Investeringsbank
(EIB) en de Europese Centrale Bank verwelkomd. Tenslotte heeft de Eurogroep destijds
alle EU instanties opgeroepen om verdere opties te ontwikkelen om de economische gevolgen
van COVID-19 te mitigeren.
Tijdens deze Eurogroep hebben lidstaten elkaar geïnformeerd over de ontwikkelingen
in hun land en de maatregelen die zij nationaal hebben genomen en zijn de stappen
die door de Europese instellingen zijn genomen verwelkomd. Nederland heeft op 17 maart
jl. een groot pakket aan maatregelen aangekondigd om de economische gevolgen van COVID-19
te mitigeren en economische groei en werkgelegenheid te ondersteunen. Hierover bent
u geïnformeerd middels de kabinetsbrief Noodpakket banen en economie.10 Ook alle andere landen stellen dergelijke noodpakketten op. Door de bespreking kunnen
lidstaten van elkaars ervaringen leren en waar mogelijk coördineren door het delen
van nationale «best practices» met elkaar delen. Zoals hierboven in het verslag van de Ecofinraad beschreven heeft
Nederland ook ingestemd met het benutten van de flexibiliteit in de Europese begrotingsregels,
om landen in staat te stellen de COVID-crisis en de economische gevolgen te kunnen
adresseren. Ook heeft Nederland tijdens de Eurogroep herhaald open te staan voor het
beschikbaar maken van meer middelen voor COVID-19.
Daarnaast heeft de Eurogroep gesproken over de verdere coördinatie van de beleidsaanpak.
Naar aanleiding van de oproep van de Eurogroep van 16 maart jl. hebben de Europese
Commissie en het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) nader toegelicht welke rol
zij in het bestrijden van de crisis kunnen spelen. Het ESM heeft verschillende instrumenten
tot zijn beschikking voor landen die in financiële problemen (dreigen te) komen.
De voorzitter van de Eurogroep, Mário Centeno, heeft een brief opgesteld aan de voorzitter
van de Europese Raad met zijn persoonlijke conclusies op basis van de bespreking,
ten behoeve van de videoconferentie van de regeringsleiders op 26 maart a.s.11. Daarin bevestigt hij dat lidstaten veel maatregelen nemen om de economische gevolgen
van de COVID-19-crisis te beheersen en mitigeren. Ook zijn er gecoördineerde maatregelen
genomen op Europees niveau, zoals het activeren van de algemene ontsnappingsclausule
binnen het raamwerk van de Europese begrotingsregels en maatregelen ten aanzien van
het raamwerk voor staatssteun. Verder geeft hij aan dat er brede steun is om te onderzoeken
op welke manier het ESM een rol kan spelen, middels bijvoorbeeld het gebruik van de
kredietlijn tegen verscherpte voorwaarden (Enhanced Conditions Credit Line, ECCL), gericht op de huidige omstandigheden en binnen het bestaande raamwerk zoals
vastgelegd in het ESM-verdrag. Daarbij wordt gedacht aan een envelop ter grootte van
ongeveer 2% van het bruto binnenlands product (bbp) van de lidstaten. Nederland is
van mening dat voor elk instrument passende voorwaarden in acht genomen dienen te
worden. Vanzelfsprekend moeten landen nu eerst alle energie richten op het bestrijden
van de COVID-19-crisis en de economische gevolgen ervan. Daarna is het van belang
dat landen sterker uit deze crisis komen. Over de precieze uitwerking van de mogelijkheden
voor ESM-steun zal nog verder gesproken worden, onder andere in Eurogroep-verband.
Daarover zult u worden geïnformeerd via de geannoteerde agenda en het verslag dat
ik voor deze vergaderingen aan uw Kamer zal sturen. Mocht het op enig moment tot een
aanvraag voor stabiliteitssteun komen dan wordt uw Kamer geïnformeerd conform de daarover
gemaakte afspraken12. Als laatste concludeert de heer Centeno in zijn brief dat de Eurogroep verder zal
blijven werken aan mogelijkheden om de economische gevolgen van de COVID-19-crisis
te adresseren, samen met het ESM en de EIB. Ook geeft hij aan dat de Eurogroep uitkijkt
naar verdere voorstellen van de Europese Commissie gebaseerd op de EU-begroting.
De huidige uitzonderlijke omstandigheden vragen om uitzonderlijke maatregelen, op
nationaal en internationaal vlak. Alle lidstaten en instituties in de Europese Unie
doen hun uiterste best de economische schade van COVID-19 zo klein mogelijk te houden.
In de bijlage «Internationale en Europese maatregelen om economische gevolgen COVID-19
te mitigeren» bij «Kamerbrief over noodpakket economie en banen» is een overzicht
opgenomen over de verschillende maatregelen die de lidstaten en instituties hebben
genomen.13 Zo hebben lidstaten op nationaal niveau verschillende maatregelen genomen om te voorkomen
dat werknemers hun baan verliezen en bedrijven kampen met een tekort aan liquiditeit.
Daarnaast is besloten tot het vrijmaken van financiële middelen binnen de EU-begroting,
het gebruik van flexibiliteit in Europese wetgeving met betrekking tot staatssteun
en het toepassen van uitzonderlijke flexibiliteit op het gebied van de Europese begrotingsregels,
en heeft de ECB besloten tot een uitgebreid pakket van monetaire beleidsbeslissingen.
De nationale en verschillende Europese maatregelen zijn complementair in de zin dat
ze elkaars individuele positieve effect kunnen versterken. Zoals hierboven aangegeven
heeft Nederland ingestemd met het optimaal gebruiken van de flexibiliteit in de Europese
begrotingsregels en de staatssteunregels. Ook heeft Nederland met de Eurogroep de
reeds genomen Europese maatregelen verwelkomd. Nederland heeft de Europese Commissie
opgeroepen om te verkennen welke aanvullende mogelijkheden bestaan binnen het bestaande
raamwerk van de EU-begroting en het toekomstige MFK. Met dit alles zijn en worden
met steun van Nederland aanzienlijke stappen gezet om in Europa gezamenlijk de economische
gevolgen van de COVID-19-crisis het hoofd te bieden, waarbij in een eerste fase alle
aandacht gericht dient te zijn op het bestrijden van COVID-19 en in een tweede fase
gekeken dient te worden naar het versterken van de economische fundamenten.
Geannoteerde agenda extra ingelaste Eurogroep 7 april 2020
Eurogroep – Inclusieve samenstelling
COVID-19: uitdagingen voor het economisch beleid
Op maandag 16 maart jl. heeft de Eurogroep uitgebreid gesproken over een gecoördineerde
aanpak van de economische gevolgen en uitdagingen van de COVID-19 uitbraak.14 Op basis daarvan is een Eurogroepverklaring overeengekomen.15 In deze verklaring is weergegeven welke financieel-economische maatregelen lidstaten
nemen en is aangekondigd dat lidstaten alle benodigde maatregelen zullen nemen om
economische groei en werkgelegenheid te ondersteunen. Ook is in de verklaring van
de Eurogroep opgenomen dat de Europese begrotingsregels zullen worden toegepast met
de flexibiliteit die binnen de bestaande kaders beschikbaar is. Nederland heeft deze
Europese maatregelen gesteund. Daarnaast heeft de Eurogroep de aangekondigde maatregelen
van de Europese Commissie, de Europese Investeringsbank (EIB) en de Europese Centrale
Bank (ECB) verwelkomd. Tenslotte heeft de Eurogroep destijds alle EU-instanties opgeroepen
om verdere opties te ontwikkelen om de economische gevolgen van COVID-19 te mitigeren.
Tijdens de Eurogroep van 24 maart jl. is verder gesproken over een gecoördineerde
aanpak van de economische gevolgen en uitdagingen van de COVID-19 uitbraak. Lidstaten
hebben elkaar geïnformeerd over de ontwikkelingen in hun land en de maatregelen die
zij nationaal hebben genomen. Nederland heeft op 17 maart jl. een groot pakket aan
maatregelen aangekondigd om de economische gevolgen van COVID-19 te mitigeren en economische
groei en werkgelegenheid te ondersteunen. Hierover bent u geïnformeerd middels de
kabinetsbrief Noodpakket banen en economie.16 Ook alle andere landen stellen dergelijke noodpakketten op. Door het delen van nationale
«best practices» kunnen lidstaten van elkaars ervaringen leren. Verder zijn de stappen die door de
Europese instellingen zijn genomen verwelkomd. Ook Nederland heeft steun uitgesproken
voor de stappen die de Europese instellingen hebben gezet en het belang uitgedragen
van een gecoördineerde Europese aanpak van de economische gevolgen van de COVID-19
uitbraak. De Europese Commissie en het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) hebben
nader toegelicht welke rol zij in het bestrijden van de crisis kunnen spelen. Het
ESM heeft verschillende instrumenten tot zijn beschikking voor landen die in financiële
problemen (dreigen te) komen.
De voorzitter van de Eurogroep, Mário Centeno, heeft n.a.v. de discussie in de Eurogroep
op 24 maart jl. een brief gestuurd aan de voorzitter van de Europese Raad met zijn
persoonlijke conclusies, ten behoeve van de videoconferentie van de regeringsleiders
op 26 maart jl.17
In de videoconferentie van de leden van de Europese Raad van 26 maart jl. is o.a.
gesproken over maatregelen om de economische impact van de coronacrisis te mitigeren.
Op basis van die bespreking is de Eurogroep uitgenodigd om binnen twee weken met voorstellen
te komen waar de leden van de Europese Raad zich vervolgens over kunnen uitspreken.18 De verwachting is dat in de aankomende Eurogroep van 7 april a.s. met name gesproken
zal worden over deze mogelijke voorstellen, met als doel om voorstellen aan de Europese
Raad te kunnen presenteren.
Er zal waarschijnlijk worden gesproken over de mogelijke rol die het ESM kan vervullen.
De heer Centeno gaf in zijn brief van 24 maart jl. aan dat er in de Eurogroep brede
steun is om te onderzoeken op welke manier het ESM een rol kan spelen, middels bijvoorbeeld
het gebruik van de kredietlijn tegen verscherpte voorwaarden (Enhanced Conditions Credit Line, ECCL), gericht op de huidige omstandigheden en binnen het bestaande raamwerk zoals
vastgelegd in het ESM-verdrag. Daarbij wordt gedacht aan een envelop ter grootte van
ongeveer 2% van het bruto binnenlands product (bbp) van de lidstaten. Nederland is
van mening dat voor elk instrument passende voorwaarden in acht genomen dienen te
worden. Vanzelfsprekend moeten landen nu eerst alle energie richten op het bestrijden
van de COVID-19-crisis en de economische gevolgen ervan. Daarna is het van belang
dat landen sterker uit deze crisis komen.
Ook zal in de Eurogroep waarschijnlijk gesproken worden over het Nederlandse voorstel
voor een Coronafonds. Het doel van dit fonds is een tijdige en tijdelijke verstrekking
van noodhulp in lidstaten en regio’s voor bestrijding van het COVID-19 virus. Het
fonds zou opgericht worden buiten het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en gevuld worden
met bilaterale bijdragen. Het gaat hierbij expliciet om giften, niet om leningen.
Het voorstel gaat uit van een totale omvang van 10 of 20 miljard euro waarbij Nederland
respectievelijk 0,6 en 1,2 miljard euro zou bijdragen. Nederland zou zelf geen gebruik
maken van het fonds.
Verder zullen sommige lidstaten naar verwachting het belang van eurobonds benadrukken.
Een groep van negen landen heeft naar de Voorzitter van de Europese Raad een brief
gestuurd met een verzoek om gemeenschappelijke schulduitgifte. Nederland is geen voorstander
van eurobonds. Het uitgangspunt van de Europese verdragen is dat landen verantwoordelijk
zijn voor hun eigen begroting. Het samen uitgeven en/of garant staan voor overheidsschuld
voor het structureel financieren van begrotingen en schulden past hier niet bij. Dergelijke
eurobonds vormen ook geen oplossing voor het aanpakken van deze door een pandemie
veroorzaakte crisis en pakt de structurele uitdagingen van lidstaten niet aan. U kunt
het standpunt ten aanzien van eurobonds teruglezen in de kamerbrief over veilige activa
uit februari jl.19 Voor de goede orde, dit betekent niet dat nooit van gezamenlijke schulduitgifte sprake
is. Voor de monetaire unie geeft het ESM ten behoeve van het verstrekken van stabiliteitssteun
door de lidstaten gegarandeerd schuldpapier. Daarnaast bestaat binnen de volledige
EU binnen het Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU) de mogelijkheid om in
uitzonderlijke omstandigheden EU-lidstaten financiële bijstand te verlenen in de vorm
van leningen. De middelen daarvoor kunnen via de uitgifte van EU-obligaties gemobiliseerd
worden. Dit gebeurt ook af en toe, zoals op dit moment via het Europees Financieel
Stabilisatiemechanisme (EFSM) en een faciliteit voor betalingsbalanssteun voor landen
die de euro niet hebben.
Wat betreft de EIB is het de verwachting dat in de Eurogroep gesproken zal worden
over aanvullende maatregelen door de EIB-groep, bovenop het eerder aangekondigde steunprogramma
met de Europese Commissie. Dit eerdere steunprogramma werd door de Eurogroep verwelkomd
op 16 maart jl. en heeft als doel om 40 miljard euro te mobiliseren voor Europees
mkb. De voorgestelde aanvullende maatregelen door de EIB-groep zullen gericht zijn
op het verder ondersteunen van Europees mkb, bijvoorbeeld door middel van het verstrekken
van garanties van de EIB-groep aan banken en financiële intermediairs. Nederland is
positief over het vergroten van de inzet van de EIB. Hierbij is het voor Nederland
belangrijk dat instrumenten vraaggestuurd zijn, snel ingezet kunnen worden en dat
de instrumenten efficiënt en tijdelijk zijn. Over de daadwerkelijke besluitvorming
aangaande de voorgestelde aanvullende maatregelen van de EIB en de gevolgen voor de
Nederlandse begroting zal uw Kamer nader worden geïnformeerd.
In de Eurogroep zal mogelijk ook gesproken worden over voorstellen van de Europese
Commissie, die betrekking hebben op de Europese begroting en het huidige Meerjarig
Financieel Kader (MFK). De Europese Commissie presenteerde 2 april jl. een voorstel
voor een Europees instrument voor tijdelijke steun om de werkloosheidsrisico’s als
gevolg van de COVID-19 uitbraak te verzachten (SURE).20 Deze financiële bijstand wordt verleend in de vorm van leningen van de Unie aan lidstaten.
Ten behoeve van het verstrekken van deze steun kan de Europese Commissie namens de
Unie middelen lenen op de internationale kapitaalmarkt; terugbetaling van deze leningen
wordt gegarandeerd door de lidstaten, waardoor de Unie de middelen tegen lage kosten
kan mobiliseren. Ook heeft de Europese Commissie op 2 april jl. een aantal voorstellen
gedaan voor een verdere flexibilisering van de cohesiemiddelen waardoor middelen sneller
en gerichter kunnen worden ingezet (in aanvulling op het eerdere voorstel voor een
Corona Response Investment Initiative), een versnelde financiering voor steun aan boeren en plattelandsontwikkeling en
speciale COVID-19 maatregelen voor het Visserijfonds. Op 3 april jl. heeft de Europese
Commissie een voorstel gedaan om het Emergency Support Instrument (ESI) voor een periode van 2 jaar opnieuw in werking te stellen, voor de bestrijding van
de COVID-19-crisis. Dit instrument is in 2016 in het leven geroepen om middelen ter
beschikking te stellen voor de vluchtelingencrisis in Griekenland en kan worden gebruikt
voor elke crisis die humanitaire hulp vereist. Zo is de Europese Commissie van plan
om met dit instrument voor 2,7 miljard euro uit de Europese begroting zaken te financieren
die bijdragen aan de bestrijding van COVID-19 zoals het opzetten van veldhospitalen,
de aanschaf van medische voorraad en het transport van medisch materiaal en patiënten
over de grens. Daarnaast hebben lidstaten de mogelijkheid om bilateraal extra bij
te dragen aan het ESI. Ook wil de Europese Commissie via het Union Civil Protection Mechanism 300 miljoen euro beschikbaar stellen voor de aanschaf van bijvoorbeeld beschermend
materiaal. In totaal stelt de Europese Commissie in een tweede aanvullende begroting
voor 2020 (DAB2) een extra budget voor van 3,0 miljard euro dat wordt gefinancierd
via de inzet van speciale instrumenten en marges.
Een appreciatie van deze voorstellen, inclusief SURE, volgt zo spoedig mogelijk in
een bredere kabinetsbrief over de voorstellen die de Europese Commissie recent heeft
gedaan ter bestrijding van COVID-19.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.