Brief regering : Verslag Eurogroep en Ecofinraad van 17 en 18 februari 2020 te Brussel
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1655 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2020
Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 17 en 18 februari
2020 te Brussel.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Verslag Eurogroep en Ecofinraad 17 en 18 februari 2020
Eurogroep
Presentatie van de Europese Commissie over haar prioriteiten voor de EMU
De Europese Commissie heeft haar prioriteiten voor de Economische en Monetaire Unie
(EMU) gepresenteerd in lijn met het op 29 januari jl. gepresenteerde werkprogramma
van de Europese Commissie.1 De Europese Commissie geeft aan belang te hechten aan versterking van de EMU, met
specifieke aandacht voor het oprichten van het Begrotingsinstrument voor Convergentie
en Concurrentievermogen (BICC), versterking van de bankenunie en de kapitaalmarktunie
en de hervorming van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM).
Evaluatie van de Commissie van het «six-pack» en «two-pack» van het Stabiliteits-
en Groeipact
Op 5 februari jl. heeft de Europese Commissie haar evaluatie van de «six-pack» en
«two-pack» wetgeving van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) gepubliceerd.2 De evaluatie vloeit voort uit een bepaling die is opgenomen in deze wetgeving, die
stelt dat de Europese Commissie elke vijf jaar een verslag uitbrengt over de toepassing
ervan. De Kamer heeft op 11 februari een de kabinetsappreciatie van deze evaluatie
ontvangen.3
Tijdens de Eurogroep heeft de Europese Commissie de evaluatie gepresenteerd. Zoals
reeds in de kabinetsappreciatie opgenomen benadrukt de Europese Commissie dat het
SGP gericht is op het corrigeren van buitensporige begrotingstekorten en schuldenniveaus
van de overheid en niet op het voorschrijven van specifiek begrotingsbeleid. Ook onderstreept
de Europese Commissie het belang van het opbouwen van voldoende buffers in economisch
goede tijden zodat in slechte tijden beleid kan worden gevoerd ter ondersteuning van
de economische groei (anticyclisch beleid). De Europese Commissie geeft daarnaast
aan dat de buitensporigtekortprocedure (excessive deficit procedure – EDP) heeft bijgedragen aan het corrigeren van begrotingstekorten groter dan 3%
van het bruto binnenlands product (bbp). Verder is de geaggregeerde begrotingspositie
van de eurozone, de zogeheten fiscal stance, volgens de Commissie steeds belangrijker geworden. In dat kader wijst de Commissie
erop dat het gebrek aan een stabilisatiefunctie voor de eurozone ertoe leidt dat de
mogelijkheden voor macro-stabilisatie beperkt zijn. Hierdoor is de eurozone in de
ogen van de Commissie voor stabilisatie met name afhankelijk van het monetair beleid.
Meerdere lidstaten spraken hun steun uit voor de bevindingen van de Commissie, met
name dat de huidige begrotingsregels complex zijn en transparantie omtrent de implementatie
verbeterd kan worden. Een aantal lidstaten benadrukte dat het SGP vooral tot houdbare
overheidsfinanciën moet leiden en benadrukt dat het van belang is om in goede tijden
voldoende buffers op te bouwen. Daarnaast geven deze lidstaten aan dat het belangrijk
is dat lidstaten structurele hervormingen doorvoeren voor het bevorderen van duurzame
economische groei. Andere lidstaten benoemden dat het vooral van belang is om binnen
het begrotingsraamwerk voldoende flexibiliteit te hebben om te kunnen inspelen op
veranderingen in economische omstandigheden en de nieuwe uitdagingen van de Europese
Unie.
De Europese Commissie gaf aan dat het in hun ogen nuttig is om het komende half jaar
te benutten om de discussie aan te gaan over het SGP-raamwerk. Daartoe heeft de Europese
Commissie consultaties aangekondigd4 waarbij door iedereen input geleverd kan worden op het raamwerk middels een online
tool5. Na de zomer zal de Europese Commissie bezien of het nodig is om aanpassingen voor
te stellen.
Thematische discussie over groei en banen; belasting op arbeid – een verschuiving
van inkomensbelasting naar andere vormen van belasten
In de Eurogroep heeft een thematische discussie plaatsgevonden over de belastingmix
van lidstaten. De Europese Commissie had hiervoor een notitie opgesteld6 en de discussie richtte zich met name op het verlagen van belasting op arbeidsinkomen
en tegelijkertijd het verhogen van milieubelastingen. De discussie werd ingeleid door
professor Ottmar Edenhofer, directeur van het Mercator Research Institute on Global
Commons and Climate Change (MCC) en van het Potsdam Institute for Climate Impact Research
(PIK). Hij gaf een presentatie met als titel Making carbon pricing work for citizens.7
Enkele lidstaten gaven aan het idee van hogere milieubelastingen in combinatie met
lagere belasting op arbeid te steunen. Zij geven daarbij aan dat het wel van belang
is om goed te analyseren hoe structureel de inkomsten zijn en wat het effect is op
de inkomensverdeling. Lidstaten benoemden ook de meerwaarde van het voeren van discussies
over deze onderwerpen op Europees niveau, om zodoende van elkaar te leren.
Ierland post-programmasurveillance – 12de review
De Eurogroep heeft een terugkoppeling ontvangen van de twaalfde post programma-surveillance
(PPS) missie naar Ierland.8 De missie in het kader van PPS, waaraan de Europese Commissie, de ECB, het ESM en
het IMF deelnamen, heeft plaatsgevonden van 19 tot 21 november jl. Het doel van PPS
is om de economische, budgettaire en financiële ontwikkelingen van een land dat financiële
steun heeft ontvangen te monitoren, om zodoende de terugbetaalcapaciteit te beoordelen.
De bevindingen van de missie waren over het algemeen positief. Ierland kent een stabiele
economische groei, heeft de overheidsfinanciën versterkt en maakt voorderingen ten
aanzien van het terugdringen van niet-presterende leningen (NPLs). Wel blijven er
risico’s bestaan zoals de toekomstige relatie met het Verenigd Koninkrijk en internationale
handelsspanningen, waar de Ierse economie relatief gevoelig voor is. De volgende PPS-missie
naar Ierland zal plaatsvinden in de lente van 2020.
Winterraming Commissie
De Europese Commissie heeft de belangrijkste uitkomsten van haar winterraming toegelicht
die op 13 februari jl. is gepubliceerd.9 De winterraming bevat alleen cijfers over economische groei en inflatie, en niet
over de overheidsfinanciën. De winterraming stelt dat de EU op een pad van stabiele
maar gematigde economische groei blijft. De vooruitzichten voor de EU als geheel zijn
onveranderd ten opzichte van de herfstraming van 7 november 2019. De inflatieverwachting
is licht opwaarts bijgesteld. De Europese Commissie wijst erop dat neerwaartse risico’s
blijven bestaan. De oorzaken hiervoor zijn onzekerheid rond het Amerikaanse handelsbeleid,
politieke en sociale onrust in Latijns-Amerika, geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten,
onzekerheid over de relatie met het Verenigd Koninkrijk op de lange termijn en de
zorgen over het Coronavirus.
Aanbevelingen voor de Eurozone 2020
De Europese Commissie heeft op dinsdag 17 december jl. haar voorstel voor de jaarlijkse
aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone (eurozone-aanbevelingen)
gepubliceerd.10 Uw Kamer is op 15 januari jl. geïnformeerd over de kabinetspositie t.a.v. het herfstpakket,
waar de eurozone-aanbevelingen deel van uitmaken11. De Eurogroep besprak de in de voorportalen van de Raad aangepaste aanbeveling.
De aanbevelingen van de Raad voor het economisch beleid van de eurozone worden dit
jaar gedaan op het gebied van (1) het bevorderen van de economische groei, veerkracht
en het tegengaan van onevenwichtigheden, 2) het afbouwen van publieke schulden, verbeteren
van de samenstelling van overheidsfinanciën, een ondersteunend begrotingsbeleid in
geval van een verslechtering van de vooruitzichten voor de economische groei en het
bestrijden van agressieve belastingplanning, 3) het verlagen van lasten op arbeid,
versterken van onderwijssystemen en doorvoeren van arbeidsmarkthervormingen, 4) de
financiële sector, risicoreductie en het voltooien van de bankenunie en 5) het vervolmaken
van de Economische en Monetaire Unie (EMU) en de internationale rol van de euro.
Na deze bespreking in de Eurogroep heeft de Ecofinraad de eurozone-aanbevelingen goedgekeurd
(zie hieronder in het verslag). De Europese Raad zal de eurozone-aanbevelingen bekrachtigen,
waarna de Ecofinraad deze formeel aanneemt.
Overige zaken
In de Eurogroep is Tuomas Saarenheimo (Finland) benoemd tot voorzitter van de Eurogroepwerkgroep
(EWG)12 vanaf 1 april 2020 voor een termijn van twee jaar. Hij volgt daarmee Hans Vijlbrief
op die deze functie van februari 2018 tot januari 2020 heeft bekleed. Nederland acht
de heer Saarenheimo een geschikte kandidaat.
Inclusieve samenstelling
BICC – rapport over een mogelijke IGA
Tijdens de Eurogroep van 9 oktober jl. hebben lidstaten de afspraak bevestigd dat
de financiering van het Begrotingsinstrument voor Convergentie en Concurrentievermogen
(BICC) zal worden bepaald in de context van het Meerjarig Financieel Kader (MFK).13 Nederland is van mening dat het BICC gefinancierd dient te worden uit de reguliere
middelen van de EU-begroting, onder het MFK-plafond, om de eenheid van de EU-begroting
te bewaken. Een aantal landen wil dat eurolanden additionele bijdragen leveren aan
het instrument, bovenop de financiering uit de reguliere middelen van de EU-begroting.
Tegen deze achtergrond heeft de Eurogroep van 9 oktober jl. aan de ambtelijke werkgroep
van de Eurogroep de opdracht gegeven om een rapport op te stellen over de noodzaak,
inhoud, modaliteiten en omvang van een intergouvernementele overeenkomst (IGA), waarmee
aanvullende middelen voor het BICC zouden kunnen worden vastgelegd. Naar aanleiding
van die afspraak heeft de Eurotop van 13 december jl. de Eurogroep verzocht om spoedig
te rapporteren over geschikte financieringsopties voor het BICC.14
De Eurogroep heeft het rapport over een IGA aangenomen (zie als bijlage bijgevoegd)15 en ten behoeve van de besluitvorming over het MFK doorgestuurd naar de Europese Raad.16 In lijn met de Nederlandse wens is in het rapport opgenomen dat deelname aan een
IGA niet verplicht is, maar een soevereine beslissing van iedere lidstaat. Daarnaast
geeft het rapport in lijn met de Nederlandse visie aan dat een IGA niet noodzakelijk
is, maar nuttig kan zijn in het geval dat lidstaten besluiten een additionele bijdrage
te willen leveren. Tijdens de bespreking in de Eurogroep onderstreepten sommige lidstaten,
waaronder Nederland, dat deelname aan een IGA vrijwillig is en dat een IGA ook tot
stand kan komen met een beperkt aantal deelnemers. Door andere lidstaten werd aangegeven
dat een IGA alleen zinvol is als alle eurolanden deelnemen.
Overige zaken
Denemarken17 en Zweden18 gaven een korte toelichting op een recent door die landen uitgebracht rapport over
de verkenning van mogelijke deelname aan de bankenunie.
Transparantie
En marge van de Eurogroep heeft de Minister van Financiën met de voorzitter van de
Eurogroep, de heer Mário Centeno, gesproken over het belang van transparantie in Europese
besluitvorming. Daarbij heeft hij ook het belang benadrukt dat het Nederlandse parlement
hecht aan transparantie, zoals onder andere reeds naar voren is gekomen in het COSAC-paper
Opening up closed doors, en aangegeven dat het goed zou zijn om transparantie-initiatieven te blijven bespreken.
Eveneens zet de Minister van Financiën erop in om het onderwerp transparantie in het
werkprogramma van de Eurogroep voor de tweede helft van 2020 te krijgen, om de implementatie
en de werking van de in september 2019 door de Eurogroep aangekondigde transparantiemaatregelen
te bevorderen.
Ecofinraad
Ecofin-ontbijt
Tijdens het ontbijt kregen de Ministers een korte terugkoppeling uit de Eurogroep.
Ook is gesproken over het selectieproces voor de volgende president van de European
Bank for Restructuring and Development (EBRD), die in mei 2020 zal worden benoemd
door de Raad van Gouverneurs van de EBRD.
A-punt – Raadsconclusies lijst van fiscaal niet-coöperatieve landen
De lijst van non-coöperatieve jurisdicties, beter bekend als de Europese «zwarte lijst»
is in de Ecofinraad behandeld als A-punt.19 Vier jurisdicties (de Kaaimaneilanden, Panama, Palau en de Seychellen) zijn toegevoegd
aan de «zwarte lijst», waardoor deze lijst nu uit 12 jurisdicties bestaat.20
Overige zaken – Stand van zaken financiële diensten dossiers
Het voorzitterschap van de Raad heeft zoals gebruikelijk de Ecofinraad van informatie
over de huidige wetgevingsvoorstellen voor financiële diensten voorzien.21
Europees Semester: Herfstpakket
De Europese Commissie heeft op 17 december 2019 de start van het Europees Semester
2020 ingeluid met de publicatie van drie documenten in het zogenoemde Herfstpakket22: de jaarlijkse analyse van groeiprioriteiten van de Europese Unie voor 2020 (Annual
Sustainable Growth Strategy; ASGS), het jaarlijkse rapport over het waarschuwingsmechanisme
(Alert Mechanism Report; AMR) in het kader van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure
(MEOP) en het voorstel voor de aanbeveling van de Raad over het economisch beleid
van de eurozone (eurozone-aanbevelingen). Uw Kamer heeft op 15 januari jl. een brief
ontvangen met een kabinetsappreciatie van het herfstpakket.23
In de ASGS blikt de Europese Commissie vooruit op de belangrijkste economische beleidsuitdagingen
voor het komende jaar. In vergelijking met vorig jaar ligt de nadruk op duurzame groei
en maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. De volgende prioriteiten zijn
door de Europese Commissie geïdentificeerd: 1) duurzaamheid; 2) productiviteit; 3)
rechtvaardigheid en 4) stabiliteit.
In het AMR worden aan de hand van een scorebord met indicatoren mogelijke macro-economische
onevenwichtigheden opgespoord en bepaald welke lidstaten onderworpen worden aan nader
onderzoek. Deze onderzoeken moeten uitwijzen of en in welke mate de betreffende lidstaten
te kampen hebben met macro-economische onevenwichtigheden en in hoeverre deze een
risico vormen voor de lidstaten zelf, de Economische en Monetaire Unie, of de Europese
Unie als geheel. De Europese Commissie is voornemens om dit jaar 13 lidstaten nader
te onderzoeken om vast te stellen in welke mate zij kampen met onevenwichtigheden.
Dit zijn Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië,
Portugal, Roemenië, Spanje, Zweden en Nederland. Dit zijn dezelfde landen als vorig
jaar. De resultaten van de diepteonderzoeken worden in het voorjaar van 2020 verwacht.
De Raad doet dit jaar aanbevelingen voor het economisch beleid van de eurozone op
het gebied van (1) het bevorderen van de economische groei, veerkracht en het tegengaan
van onevenwichtigheden, 2) het afbouwen van publieke schulden, verbeteren van de samenstelling
van overheidsfinanciën, een ondersteunend begrotingsbeleid in geval van een verslechtering
van de vooruitzichten voor de economische groei en het bestrijden van agressieve belastingplanning,
3) het verlagen van lasten op arbeid, versterken van onderwijssystemen en doorvoeren
van arbeidsmarkthervormingen, 4) de financiële sector, risicoreductie en het voltooien
van de bankenunie en 5) het vervolmaken van de Economische en Monetaire Unie (EMU)
en de internationale rol van de euro.
In de Ecofinraad zijn Raadsconclusies aangenomen over de ASGS24 en het AMR25 en zijn de eurozone-aanbevelingen, die de dag ervoor zijn besproken in de Eurogroep
(zie dit deel van het verslag) goedgekeurd26. De Europese Raad zal de eurozone-aanbevelingen bekrachtigen, waarna de Ecofinraad
deze formeel aanneemt.
Evaluatie van de Commissie van het «six-pack» en «two-pack» van het Stabiliteits-
en Groeipact
Op 5 februari jl. heeft de Europese Commissie haar evaluatie van de «six-pack» en
«two-pack» wetgeving van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) gepubliceerd.27 De evaluatie vloeit voort uit een bepaling die is opgenomen in deze wetgeving, die
stelt dat de Europese Commissie elke vijf jaar een verslag uitbrengt over de toepassing
ervan. De Kamer heeft op 11 februari een de kabinetsappreciatie van deze evaluatie
ontvangen.28
Net als bij de Eurogroep heeft de Europese Commissie ook in de Ecofinraad de evaluatie
gepresenteerd. En net als in de Eurogroep spraken meerdere lidstaten hun steun uit
voor de bevindingen van de Commissie, met name dat de huidige begrotingsregels complex
zijn en transparantie omtrent de implementatie verbeterd kan worden. Enkele lidstaten,
waaronder Nederland, benadrukten dat het SGP primair tot houdbare overheidsfinanciën
moet leiden en benadrukken de bevinding van de Commissie dat het van belang is om
in goede tijden voldoende buffers op te bouwen. Daarnaast geven deze lidstaten aan
dat het vooral van belang is dat lidstaten structurele hervormingen doorvoeren voor
het bespoedigen van duurzame economische groei. Andere lidstaten benoemden dat het
vooral van belang is om binnen het begrotingsraamwerk voldoende flexibiliteit te hebben
om te kunnen inspelen op veranderingen in economische omstandigheden en de nieuwe
uitdagingen van de Europese Unie.
De Europese Commissie gaf aan dat het in hun ogen nuttig is om het komende half jaar
te benutten om de discussie aan te gaan over het SGP-raamwerk. Daartoe heeft de Europese
Commissie consultaties aangekondigd29 waarbij door iedereen input geleverd kan worden op het raamwerk middels een online
tool30. Na de zomer zal de Europese Commissie bezien of het nodig is om aanpassingen voor
te stellen.
Voorbereiding G20 vergadering februari
Op 20-23 februari vindt de G20 vergadering voor Ministers van Financiën en Centrale
Bank presidenten (FMCBG) plaats in Riyadh. Deze bijeenkomst is de eerste FMCBG-meeting
onder het Saoedische voorzitterschap. Belangrijke onderwerpen zijn: (i) de mondiale
economie, (ii) infrastructuur investeringen, (iii) internationale belastingen en (iv)
financiële sector. De EU-inzet voor de Europese Commissie en het EU-voorzitterschap
voor deze vergadering wordt uitgedrukt in de EU Terms of Reference (ToR), welke in
deze Ecofinraad is aangenomen.
In de ToR wordt benadrukt dat het van groot belang is de huidige handelsspanningen
op te lossen. Het werk op mondiale onevenwichtigheden moet daarnaast worden voortgezet
en de EU roept landen met hoge schulden op om budgettaire buffers op te bouwen. De
EU blijft gecommitteerd aan het op regels gebaseerde multilaterale handelssysteem
en aan de implementatie en evaluatie van de overeengekomen G20 hervormingen van de
financiële sector. De EU verwelkomt de infrastructuurprioriteiten van het G20 voorzitterschap
en ziet uit naar de implementatie van de G20 principes voor kwalitatieve infrastructuur
en hecht grote waarde aan het vinden van internationale oplossingen voor belastingen
in de digitale economie.
Decharge over de EU-begroting 2018
Op basis van het jaarverslag van de Europese Rekenkamer (ERK) stelt de Ecofinraad
ieder jaar aanbevelingen op als onderdeel van de dechargeprocedure van de EU-begroting.
De Europese Rekenkamer geeft over het jaar 2018 een «verklaring met beperking» over
de uitgaven van de EU-begroting. Het foutenpercentage berekent de ERK voor 2018 op
2,6%, een lichte verslechtering ten opzichte van voorgaand jaar (2017: 2,4%), en nog
steeds boven de materialiteitsgrens van 2%.
Hoofdoorzaak van het te hoge foutenpercentage is het subsidiëren van kosten en projecten
die daarvoor niet in aanmerking hadden mogen komen omdat niet is voldaan aan de subsidievoorwaarden
(eligibility). De volgende beleidsvelden blijven persistent foutengevoelig: economische, sociale
en territoriale cohesie (5%), natuurlijke hulpbronnen (2,4%) en concurrentievermogen
voor groei en werkgelegenheid (2%).
Daarnaast concludeerde de ERK dat de kwaliteit van het werk van de nationale auditautoriteiten
verbetering vergt en dat de foutenpercentages per fonds substantieel lager zouden
zijn geweest als de Europese Commissie en de lidstaten alle beschikbare informatie
hadden gebruikt om fouten tijdig te signaleren en te corrigeren. Verder legde de ERK
uit dat het type financiering ten grondslag ligt aan de foutgevoeligheid:
• «Entitlements» zijn op rechten gebaseerde vergoedingen zoals het aantal hectares. Er zijn geen materiële
fouten bij dit type betalingen aangetroffen (betreft vooral landbouw, circa een derde
van de EU begroting).
• «Declaraties» zijn afrekeningen op basis van werkelijke kosten of standaard kosten
(«bonnetjes»). Deze bekostiging wordt toegepast bij de Europese structuur- en investeringsfondsen,
concurrentievermogen en innovatie en bij plattelandsontwikkeling. Hier doen zich structureel
hoge foutenpercentages voor.
In deze Ecofinraad is een positief dechargeadvies voor de EU-begroting 2018 aangenomen.31 Nederland heeft tegen het positieve dechargeadvies van de Raad gestemd. Samen met
lidstaat Zweden (stem onthouden) heeft Nederland een gezamenlijke verklaring opgestuurd,
bestemd voor het Europees Parlement. Daarmee geven Zweden en Nederland de boodschap
af dat urgente verbetering belangrijk is, met name op de beleidsvelden met persistente
fouten. De verklaring wordt gepubliceerd op de website van het Europees Parlement.32 Uiteindelijk beslist het Europees Parlement of zij overgaat tot het verlenen van
kwijting aan de Europese Commissie.
Begrotingsrichtsnoeren 2021
In de Ecofinraad zijn begrotingsrichtsnoeren aangenomen voor de EU-begroting voor
het jaar 2021.33 Lidstaten kunnen de Europese Commissie – via deze richtsnoeren – sturing geven bij
het opstellen van de (concept) begroting over 2021. De begrotingsrichtsnoeren zijn
niet juridisch bindend. De begroting voor het jaar 2021 is de eerste begroting van
het volgende Meerjarig Financieel Kader voor de periode 2021–2027.
In de richtsnoeren wordt allereerst het belang van een prudente begroting benadrukt,
waarbij tegelijkertijd wordt aangegeven dat er voldoende middelen beschikbaar dienen
te zijn om de prioriteiten in de EU te ondersteunen. Daarnaast benadrukt de Raad in
de richtsnoeren, evenals in voorgaande jaren, het belang van budgettaire discipline
in de EU: de plafonds binnen het MFK-raamwerk moeten gerespecteerd worden en er dienen
voldoende marges onder de plafonds te resteren om te kunnen reageren op onvoorziene
omstandigheden. Verder wordt het belang genoemd van betrouwbare en precieze ramingen
om de voorspelbaarheid van de afdrachten van lidstaten aan de EU te vergroten. Tevens
roept de Raad alle EU-instituties op om zich te houden aan de afspraken omtrent personeelsformatie.
Overige zaken – Artikel 126(3) rapport voor Roemenië
De Europese Commissie heeft de Ecofinraad geïnformeerd dat het een zogenaamd 126(3)
rapport heeft opgesteld over Roemenië. De Commissie stelt een dergelijk rapport op
indien een lidstaat ex-ante of ex-post, de begrotingsdoelstellingen uit het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie overschrijdt of dreigt te overschrijden.
In een dergelijk rapport beoordeelt de Commissie of een buitensporigtekortprocedure
(excessive deficit procedure – EDP) gerechtvaardigd is.34 Het begrotingstekort van Roemenië ligt op basis van cijfers uit de winterraming van
de Europese Commissie vorig jaar, dit jaar en komend jaar ruim boven de grens van
3% van het bruto binnenlands product (bbp).35 Daarnaast stelt de Europese Commissie vast dat de overschrijding niet exceptioneel
en niet tijdelijk is. Daarom concludeert de Europese Commissie in haar rapport dat
een buitensporigtekortprocedure gerechtvaardigd is. Een hoog-ambtelijk comité dat
de Ecofinraad voorbereidt (Economic and Financial Committee – EFC) zal in de aankomende
weken een zogenaamd EFC-opinie opstellen (conform artikel 126 VWEU lid 4) over het
126(3) rapport van de Commissie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën