Brief regering : Verslag van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken op 2 en 3 december 2019 te Brussel
32 317 JBZ-Raad
Nr. 581 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING EN DE
STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2019
Hierbij bieden wij u, mede namens Minister Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
het verslag aan van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken op 2
en 3 december 2019 te Brussel, waar alle drie de bewindspersonen van Justitie en Veiligheid
aan hebben deelgenomen.
In de marge van de Raad heeft de Staatssecretaris verschillende gesprekken gevoerd,
waaronder een werkdiner met ambtgenoten uit een geografisch diverse groep lidstaten
en de Commissaris van Binnenlandse Zaken. Conform de motie van het lid Van Toorenburg
c.s., ingediend tijdens de begrotingsbehandeling d.d. 20-11-20191, heeft de Staatssecretaris de last die scheepswrakken vormen voor lokale gemeenschappen
opgebracht. De Commissaris heeft gezegd dit beeld te herkennen. De mogelijkheden om
lokale gemeenschappen, in Europees verband, te ondersteunen bij het opruimen van achtergelaten/in
beslaggenomen wrakken worden momenteel door de Commissie onderzocht.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol
Verslag van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 2 en 3 december
2019 te Brussel
Belangrijkste resultaten
De toekomst van EU migratie en asielbeleid
De nieuwe Commissie gaf aan op basis van een tour langs de hoofdsteden te gaan werken
aan een nieuw pact inzake migratie en asiel. Ook benadrukte de Commissie het belang
van de versterking van de EU agentschappen om lidstaten te ondersteunen en onderstreepte
zij de noodzaak om betere resultaten te boeken op terugkeer.
Meerdere lidstaten, inclusief Nederland, benadrukten de noodzaak van een hervorming
van het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS). Verder vroeg Nederland aandacht
voor betere implementatie van bestaande regelgeving. Tevens was er brede steun voor
de «whole-of-government approach» waarbij verschillende beleidsterreinen verbonden
worden aan de migratie- en asieldoelstellingen van de EU.
De toekomst van EU interne veiligheid
De Commissie benadrukte onder andere het belang van verdere uitbouw van de Veiligheidsunie.
De Commissie wil inzetten op de versterking van informatie-uitwisseling en op de samenwerking
en samenhang op het rechtshandhavingsterrein. Er zijn veel uitdagingen op het veiligheidsterrein,
ook ten aanzien van de brede bestrijding van georganiseerde criminaliteit, die voor
de Commissie prioriteit hebben. De aanpak van drugs, kindermisbruik en mensensmokkel
vragen hierbij extra aandacht. De JBZ-agentschappen onderstreepten allen de ambities
van de Commissie te ondersteunen, binnen de grenzen van hun mandaat.
De meeste lidstaten onderschreven het pleidooi van de Commissie en de agentschappen.
Nederland droeg uit dat het zich grotendeels kan vinden in de accenten die het voorzitterschap
en de Commissie hebben gelegd. Daarbij pleitte Nederland onder andere voor voldoende
steun voor de EU-JBZ-agentschappen zoals Europol en Eurojust. Nederland onderstreepte
nogmaals haar wens om gezamenlijk grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden,
en steunde de missie van de Commissie om de aanpak van seksueel kindermisbruik online
te versterken.
Implementatie van Verordening inzake Europese Grens- en Kustwacht
De JBZ-Raad werd geïnformeerd over de stappen die het Europese Grens en Kustwacht
Agentschap en de Commissie nemen om de Verordening te implementeren. Het voorzitterschap
benadrukte daarbij het belang van spoedige implementatie van de Verordening door de
lidstaten en ondersteuning van het Agentschap bij de implementatie.
Verder vroeg het Fins voorzitterschap aandacht voor het proces van de meerderjarige
beleidscyclus voor het Europees geïntegreerd grensbeheer. De Commissie zal op korte
termijn met een eerste conceptstrategie komen voor het Europees geïntegreerd grensbeheer.
Verordeningen bewijsverkrijging en betekening
De JBZ-Raad stemde in met de algemene oriëntatie voor de verordening tot wijziging
van de verordening betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten
op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken en de algemene oriëntatie
voor de verordening tot wijziging van verordening inzake de betekening en de kennisgeving
in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of
in handelszaken.
Alle lidstaten spraken steun uit voor de doelstelling van de voorliggende verordeningen
en het digitaliseren van de justitiële samenwerking. De algemene oriëntatie werd gezien
als een evenwichtig compromis. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, hebben een
verklaring afgegeven waarin werd opgeroepen tot het spoedig voorzien in een juridische
basis voor e-CODEX en waarin werd gevraagd om het EU agentschap eu-LISA in staat te
stellen het onderhoud en de interoperabiliteit van e-CODEX te waarborgen.
Conclusies over rechten van slachtoffers
De JBZ-Raad stemde in met de Raadsconclusies over rechten van slachtoffers. De Commissie
wordt hierin onder meer gevraagd om een strategie voor slachtofferrechten 2020 – 2024
op te stellen. Nederland gaf aan dat het belangrijk is de positie van slachtoffers
op de agenda van de EU te houden. Daarbij vroeg Nederland aandacht voor de financiële
compensatie van slachtoffers in grensoverschrijdende situaties.
Conclusies inzake maatregelen als alternatief voor detentie
De JBZ-Raad stemde in met de Raadsconclusies inzake maatregelen als alternatief voor
detentie. De Commissie gaf aan op basis van deze conclusies onder meer een vergelijkende
analyse te maken van alternatieve maatregelen in alle lidstaten, mede om beproefde
praktijken uit te wisselen.
Conclusies over de toekomst van de civielrechtelijke samenwerking
De JBZ-Raad stemde in met de Raadsconclusies over de toekomst van civielrechtelijke
samenwerking. De Commissie benadrukte hierbij het belang van rechtsstatelijkheid en
wederzijds vertrouwen.
De lidstaten spraken steun uit voor de raadsconclusies als kader voor de toekomstige
inzet op civielrecht. Een groot aantal lidstaten benadrukte dat er vooral aandacht
moet zijn voor toepassing, handhaving en evaluatie van het civielrecht acquis vooraleer
over te gaan op nieuwe wetgeving. Nederland ondersteunde de raadsconclusies volledig.
Nederland pleitte voor een evidence-based aanpak en aanpak op hoofdlijnen, in plaats
van volledige harmonisatie van wetgeving, juist om lidstaten ruimte te geven hun goed
functionerende wetgeving te behouden. Daarnaast benadrukte Nederland het belang van
effectieve coördinatie, niet alleen om fragmentatie te voorkomen maar ook om bijvoorbeeld
uitdagingen die gepaard gaan met digitalisering goed aan te pakken.
Werklunch: nieuwe EU toetsingscyclus voor de rechtsstaat en de JBZ-Raad
Tijdens de werklunch vond een uitwisseling plaats over het bespreken van rechtsstaatskwesties
in de JBZ-Raad. Een grote groep lidstaten sprak hun steun hiervoor uit. Vrijwel alle
lidstaten spraken hun steun uit voor de nieuwe toetsingscyclus voor de rechtsstaat
van de Commissie in wording. Nederland gaf aan voorstander te zijn van de agendering
van rechtsstatelijkheid in de JBZ-Raad als onderwerp van bespreking tussen Ministers
van Justitie en in het kader van de nieuwe toetsingscyclus voor de rechtsstaat. Nederland
acht het noodzakelijk om discussies over rechtsstatelijk, naast de Raad Algemene Zaken,
ook in andere Raadsformaties zoals de JBZ-Raad te houden. Thema’s die onder andere
genoemd zijn om in de JBZ-Raad te bespreken zijn: toegang tot de rechter, onafhankelijkheid
van de rechterlijke macht, training van rechters en corruptie. Een aantal lidstaten
stelde daarnaast voor om belangrijke jurisprudentie op het vlak van de rechtsstaat
in de JBZ-Raad te bespreken.
I. Binnenlandse Zaken, Asiel en Migratie
1. De toekomst van EU migratie en asielbeleid
= oriënterend debat
Op basis van het achtergrondstuk van het Fins voorzitterschap wisselde de JBZ-Raad
van gedachten over de toekomst van het EU migratie- en asielbeleid, zowel over de
interne als externe dimensie.
Het debat vond plaats in aanwezigheid van vicepresident Schinas en Commissaris Johansson
die hun prioriteiten op hoofdlijnen uiteen hebben gezet. De nieuwe Commissie lichtte
toe dat zij uitkijkt uit naar een nieuwe start. Commissaris Johansson zal in december
en januari de lidstaten tijdens tour langs de hoofdsteden bezoeken en op basis van
de verzamelde bijdragen een nieuw pact inzake migratie en asiel opstellen. Daarnaast
wees de Commissie op haar gewijzigde institutionele kader, waardoor zij beter ingericht
is voor het bewaken en verbeteren van beleidscoherentie tussen de interne en externe
dimensie van migratie. Verder benadrukte de Commissie het belang van de versterking
van de EU agentschappen om lidstaten te ondersteunen en onderstreepte zij de noodzaak
om betere resultaten te boeken op terugkeer.
Na de introductie door de Commissie volgde een tafelronde waarbij meerdere lidstaten
de noodzaak benadrukten van een hervorming van het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel
(GEAS) om tot een systeem te komen dat bestand is tegen toekomstige uitdagingen en
dat het vertrouwen in de EU kan herstellen. Nederland pleitte voor kordate aanpak
van de verschillende tekortkomingen van het GEAS, maar stelde voorop dat lering getrokken
moet worden uit de eerdere onderhandelingen en lidstaten eerst elkaars zorgen en prioriteiten
moeten erkennen alvorens met perspectief op succes gesproken kan worden over nieuwe
voorstellen van de Commissie. Verder vroeg Nederland aandacht voor betere implementatie
van bestaande regelgeving. Daarnaast onderstreepte een aantal lidstaten, waaronder
Nederland, de link tussen het functioneren van het asielsysteem en het functioneren
van de Schengenzone.
Voorts was er brede steun in de Raad voor de «whole-of-government approach» waarbij
verschillende beleidsterreinen verbonden worden aan de migratie- en asieldoelstellingen
van de EU. Ook terugkeer en samenwerking met derde landen werden benoemd als prioriteiten
voor de komende periode. Nederland haalde hierbij de conclusies van de Europese Raad
uit 2016 aan, waarin de EU de noodzaak heeft vastgelegd om inclusieve partnerschappen
aan te gaan met landen van transit en herkomst vanuit een breed instrumentarium. Meerdere
landen, inclusief Nederland, benadrukten dat de EU samen met derde landen de strijd
tegen mensensmokkel moet continueren.
2. De toekomst van EU interne veiligheid
= oriënterend debat
Het debat vond plaats in aanwezigheid van vicepresident Schinas en Commissaris Johansson
die hun prioriteiten op hoofdlijnen uiteen hebben gezet.
Vicepresident Schinas benadrukte het belang van de voortzetting van de verdere uitbouw
van de Veiligheidsunie. De Commissie wil inzetten op de versterking van informatie-uitwisseling
en op de samenwerking en samenhang op het rechtshandhavingsterrein. Ook is een versterkt
juridisch kader voor operationele samenwerking nodig, om wettelijke en operationele
beperkingen op te heffen. Dit werd onderschreven door Commissaris Johansson.
Commissaris Johansson pleitte voor een proactieve aanpak en benutting van nieuwe technologieën
binnen de rechtshandhaving. Er zijn veel uitdagingen op het veiligheidsterrein, ook
ten aanzien van de brede bestrijding van georganiseerde criminaliteit, die voor haar
prioriteit hebben. De aanpak van drugs, kindermisbruik en mensensmokkel vragen hierbij
extra aandacht.
De JBZ-agentschappen Europol, CEPOL, Eurojust, eu-LISA en FRONTEX onderstreepten allen
de ambities van de Commissie te ondersteunen, binnen de grenzen van hun mandaat. Europol
benadrukte dat georganiseerde criminaliteit, migratie en cybercrime grote aandachtspunten
zijn, waarbij Europol ook een bijdrage zou willen leveren aan de aanpak van kindermisbruik
online. Informatiebeheer en het verwerken van zogeheten big data zijn sleutelonderwerpen
voor Europol. Ook steunde Europol de oproep van het voorzitterschap voor een integrale
aanpak van het EU informatiebeheer.
CEPOL richt haar opleidingsaanbod graag zo in dat het ontwikkelingen op het gebied
van onder andere interoperabiliteit en digitaal forensisch onderzoek kan faciliteren.
Eurojust legde vooral de nadruk op justitiële samenwerking en training. Ook is goede
coördinatie nodig tussen de diverse agentschappen op justitie- en veiligheidsterrein
om verdere fragmentatie te voorkomen.
Eu-LISA gaf aan standaardisering en automatisering waar mogelijk zo veel mogelijk
te ondersteunen. Voor eu-LISA ligt er prioriteit bij de implementatie van de interoperabiliteit
verordeningen. Er moet meer aandacht komen voor technologie en innovatie.
FRONTEX heeft al veel samen met Europol en met de douane ontwikkeld en gaf aan die
samenwerking met andere agentschappen te willen blijven zoeken op het gebied van technologie
en grensbeheer.
De meeste lidstaten onderschreven het pleidooi van de Commissie en de agentschappen.
De lidstaten hechten bijvoorbeeld waarde aan de implementatie van de interoperabiliteitsverordeningen,
het versterken van de rol van Europol, de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit
en aandacht voor hybride dreigingen.
Nederland droeg uit dat het zich grotendeels kan vinden in de accenten die het voorzitterschap
en de Commissie hebben gelegd met het oog op de toekomstige focus van de EU samenwerking
aan interne veiligheid. Hierbij lichtte Nederland enkele aspecten uit, zoals de noodzaak
van een geïntegreerde en multidisciplinaire aanpak van het EU interne en externe veiligheidsbeleid,
publiek-private samenwerking, en voldoende steun voor de EU-JBZ-agentschappen zoals
Europol en Eurojust. Nederland onderstreepte nogmaals haar wens om gezamenlijk grensoverschrijdende
criminaliteit te bestrijden en steunde de missie van de Commissie om de aanpak van
seksueel kindermisbruik online te versterken.
3. Implementatie van Interoperabiliteit
= Informatie van de Commissie en gedachtewisseling
Het voorzitterschap benadrukte dat de implementatie van de verordeningen interoperabiliteit
een ambitieus project is. Het is hierbij van belang dat alle lidstaten voortgang boeken.
Het voorzitterschap gaf aan dat lidstaten hierbij kunnen rekenen op steun van eu-LISA
en de Commissie. De verwachting is dat in 2022 de eerste systemen live zullen gaan.
De Commissie stelde dat het afronden van de voorstellen een belangrijk resultaat was
en dat de implementatie nu aan de lidstaten is. De Commissie heeft daarom een monitoringsmechanisme
opgesteld, waaruit ook enkele aanbevelingen zijn voortgekomen.2 Tevens heeft de Commissie een scoreboard opgesteld op basis waarvan acties geformuleerd
kunnen worden. De Commissie gaf aan de JBZ-Raad periodiek te zullen informeren en
de voortgang bespreken.
Eu-LISA wees erop dat de systemen een antwoord kunnen bieden op veiligheidsvraagstukken.
Interoperabiliteit is niet alleen een technisch proces, maar betekent ook een verandering
van werkwijzen. Eu-LISA uitte zorgen over het ontbreken van coördinatiestructuur in
diverse lidstaten en verwelkomde daarom deze bespreking.
Een aantal lidstaten benadrukte dat er belang wordt gehecht aan deze verordeningen
en de implementatie ervan. Hierbij is samenwerking tussen lidstaten en agentschappen
cruciaal. Ook gaven meerdere lidstaten aan dat er zowel nationaal als op EU-niveau
een coördinatiestructuur moet zijn.
Nederland stelde dat operationele coördinatie en politiek commitment hand in hand
moeten gaan. Ook onderschreef Nederland het belang van een nationale coördinatiestructuur
en gaf daarbij aan hoe dat in Nederland georganiseerd is. Om tijdige implementatie
in alle lidstaten te bewerkstelligen, is ook goede monitoring nodig op EU niveau op
basis van de gezamenlijke inzet van lidstaten, JBZ-agentschappen en de Commissie.
Tot slot vroeg Nederland aandacht voor de tijd die het kost om de operationele processen
ten behoeve van gegevensuitwisseling aan te passen en personeel daarin te trainen.
Het voorzitterschap concludeerde dat het duidelijk is dat de aanbevelingen opvolging
verdienen. Het voorzitterschap sprak de hoop uit dat het inkomend voorzitterschap
deze discussies zal voortzetten.
4. Implementatie van Verordening inzake Europese Grens- en Kustwacht
a) Meerjaarlijks strategisch beleid voor het Europees Geïntegreerde Grensbeheer
b) Stand van zaken van implementatie
= Gedachtewisseling
Onder dit agendapunt werd de JBZ-Raad geïnformeerd over de stappen die het Europese
Grens en Kustwacht Agentschap en de Commissie nemen om de Verordening3 te implementeren. Het voorzitterschap benadrukte daarbij het belang van spoedige
implementatie van de Verordening door de lidstaten en ondersteuning van het Agentschap
bij de implementatie. In dat kader wees de Commissie op de inwerkingtreding van de
Verordening op 4 december 2019. Een klein aantal lidstaten nam na deze toelichting
het woord om reeds bekende bezwaren tegen de verordening te herhalen.
Verder vroeg het Fins voorzitterschap aandacht voor het proces van de meerderjarige
beleidscyclus voor het Europees geïntegreerd grensbeheer. Het voorzitterschap maakte
daarbij bekend dat de Commissie op korte termijn met een eerste conceptstrategie zal
komen voor het Europees geïntegreerd grensbeheer. De discussies die hierover in de
JBZ-Raad hebben plaatsgevonden en de uitgangspunten die het voorzitterschap naar aanleiding
hiervan heeft geïdentificeerd, zullen worden gebruikt voor de conceptstrategie. Deze
strategie zal vervolgens de basis vormen voor verdere discussies in de JBZ-Raad en
het Europees Parlement.
5. Stand van zaken door de Groep voor terrorismebestrijding (CTG) over verdere samenwerking
tussen de bevoegde autoriteiten die zich met terrorismebestrijding bezighouden
= Gedachtewisseling
De Counter Terrorism Group (CTG) is een samenwerkingsverband van veiligheidsdiensten
uit de EU-landen plus Noorwegen en Zwitserland.
In een besloten sessie heeft de voorzitter van de CTG een toelichting gegeven over
de werkzaamheden, waarbij drie onderwerpen aan de orde kwamen: de huidige terrorismedreigingen,
de werkzaamheden die de CTG verricht om deze dreigingen tijdig te onderkennen en de
verdere samenwerking met relevante EU CT-autoriteiten.
Europol onderschreef het belang van de samenwerking met de CTG. De EU-coördinator
voor terrorismebestrijding, Gilles De Kerchove, benadrukte dat de samenwerking binnen
de CTG van groot belang is en moedigde een intensief gebruik van de bestaande EU-databanken
aan.
Op basis van deze toelichting werd door een enkele lidstaat geïntervenieerd waarbij
aandacht werd gevraagd voor het belang van informatie-uitwisseling.
6. Overige onderwerpen
a) EU samenwerkingsmechanisme voor preventie van radicalisering
= Informatie van de Commissie
De Commissie deed kort verslag van de vooruitgang die is geboekt in de aanpak van
radicalisering. In mei 2018 is afgesproken de coördinatiestructuur op het gebied van
preventie te versterken. Hier is in het voorjaar van 2019 invulling aan gegeven. Dankzij
het samenwerkingsmechanisme werken lidstaten beter samen en kunnen zij synergiën tot
stand brengen door op projectbasis de uitwisseling op bepaalde thema’s te stimuleren.
Onlangs is een evaluatie uitgevoerd, hieruit bleek dat de lidstaten positief zijn
over de eerste resultaten van het samenwerkingsmechanisme. Ook willen lidstaten dit
mechanisme verder ontwikkelen. De Commissie gaf aan dat zij ervan is overtuigd samen
met de lidstaten het mechanisme verder te kunnen brengen. Naar aanleiding van deze
toelichting hebben de lidstaten niet geïntervenieerd.
b) Salzburg ministeriële conferentie (Wenen, 6–7 november 2019)
= Informatie van Oostenrijkse delegatie
De Oostenrijkse delegatie informeerde de JBZ-Raad over de uitkomsten van de ministeriële
conferentie in Salzburg en verwees voor meer informatie naar de gezamenlijke verklaring
van de deelnemende landen.4
c) Voorzitterschapsrapport over de gemaakte voortgang op het gebied van justitie en
veiligheid
= Informatie van het voorzitterschap
De bedoeling van het voorzitterschapsrapport was om de geboekte vooruitgang gedurende
het Finse voorzitterschap weer te geven. Naar aanleiding van deze toelichting hebben
de lidstaten niet geïntervenieerd. De JBZ-Raad nam daarmee kennis van het voorzitterschapsrapport.
d) EU-VS ministeriële ontmoeting over Justitie en Binnenlandse Zaken (Washington DC,
11 december 2019)
= Informatie van het voorzitterschap
Het voorzitterschap informeerde de JBZ-Raad over de ontmoeting van de Commissie en
het voorzitterschap met de Amerikaanse hoofdaanklager, William Barr, en de waarnemend
Amerikaanse Minister van Binnenlandse Zaken, Chad Wolf, op 11 december 2019. Gespreksonderwerpen
zijn onder andere de onderhandelingen tussen de EU en VS inzake grensoverschrijdend
toegang tot elektronisch bewijs in strafzaken en het Tweede Aanvullend Protocol bij
het Verdrag van Boedapest inzake cybercriminaliteit en de uitdagingen op het gebied
van de bescherming van verkiezingssystemen.5 Naar aanleiding van deze toelichting hebben de lidstaten niet geïntervenieerd.
e) EU-Westelijke Balkan ministerieel forum over Justitie en Binnenlandse Zaken (Skopje
18–19 november 2019)
= Informatie van het voorzitterschap
Het voorzitterschap informeerde de JBZ-Raad over het ministerieel forum tussen de
EU en de Westelijke-Balkanlanden op 18–19 november 2019. Gesprekspunten waren onder
andere de verbetering van de rechtsstaat in de Balkanlanden, de verbetering van detentieomstandigheden,
het gebruik van alternatieve sancties, de samenwerking met EU agentschappen en het
belang van eerlijke en vrije verkiezingen. Naar aanleiding van deze toelichting hebben
de lidstaten niet geïntervenieerd.
f) Opsporings- en reddingsoperaties (SAR) in het Middellandse Zeegebied
= Informatie van Italië
Italië vroeg aandacht voor opsporings- en reddingsoperaties in het Middellandse Zeegebied.
Italië stelde dat ontscheping van vluchtelingen en migranten die bij deze operaties
worden opgepikt een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Verder vroeg Italië de lidstaten
om verantwoordelijkheid te nemen voor de operaties van schepen die onder hun vlag
varen. Er volgden geen interventies van andere lidstaten.
g) Bijeenkomst van de Ministers van Binnenlandse Zaken van de Visegrad-groep (Praag,
21 november 2019)
= Informatie van Tsjechië
Tsjechië informeerde de JBZ-Raad kort over de uitkomsten van de bijeenkomst van de
Visegrad-groep. Naar aanleiding van deze toelichting hebben de lidstaten niet geïntervenieerd.
h) Werkprogramma van inkomend voorzitterschap
= Presentatie van de Kroatische delegatie
Het aantredend Kroatisch voorzitterschap presenteerde de prioriteiten voor het komende
halfjaar. Het Kroatisch voorzitterschap valt samen met het aantreden van een nieuwe
Commissie en nieuwe ER-voorzitter. Het motto van het aankomende voorzitterschap is:
«A strong Europe in a world of challenges». De vier prioriteiten voor het voorzitterschap zijn: (1) A Europe that develops; (2) A Europe that connects; (3) A Europe that protects; (4) A Europe that is influential. Het voorzitterschap zal worden gekenmerkt door de volgende thema’s: MFK, de toekomstige
relatie met het VK, de inzet op de verdere vorming van de EU.
Op het gebied van Binnenlandse Zaken richt het voorzitterschap zich op een omvattend
en effectief migratiebeleid, versterkte controle van de EU externe grenzen en een
normaal functionerend Schengengebied, verbeterde interne veiligheid en interoperabiliteit
van informatiesystemen, een duurzaam kader voor de Fondsen op het gebied van binnenlandse
zaken, en voortgang op de implementatie van het EU mechanisme voor civiele bescherming.
Naar aanleiding van deze toelichting hebben de lidstaten niet geïntervenieerd.
II. Gemengd comité
7. Implementatie van Interoperabiliteit
= Informatie van de Commissie en gedachtewisseling
Zie boven.
8. Implementatie van Verordening Europese Grens- en Kustwacht
a. Meerjaarlijks strategisch beleid voor het Europees Geïntegreerd Grensbeheer
b. Stand van zaken van implementatie
= Gedachtewisseling
Zie boven.
III. Justitie, Grondrechten en Burgerschap
1. Verordeningen bewijsverkrijging en betekening
= Algemene oriëntatie
De JBZ-Raad stemde in met de algemene oriëntatie voor de verordening tot wijziging
van de verordening betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten
op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken6 en de algemene oriëntatie voor de verordening tot wijziging van verordening inzake
de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke
stukken in burgerlijke of in handelszaken (betekening van stukken).7
Het voorzitterschap gaf aan dat het uiteindelijke akkoord over deze verordeningen
een positief effect zal hebben op de mogelijkheden voor bewijsverkrijging en het uitwisselen
van documenten. De Commissie benadrukte dat het pakket bijdraagt aan de inzet/strategie
om de justitiële samenwerking te digitaliseren.
Alle lidstaten spraken steun uit voor de doelstelling van de voorliggende verordeningen
en het digitaliseren van justitiële samenwerking. Tevens werd door enkele lidstaten
de positieve invloed van deze verordeningen op het wederzijds vertrouwen in de justitiële
samenwerking genoemd.
De algemene oriëntatie werd gezien als een evenwichtig compromis. Door een aantal
lidstaten werd het al dan niet stellen van voorwaarden aan betekening via e-mail in
grensoverschrijdende zaken aangehaald. Portugal, Estland en Ierland gaven een verklaring
af waarin zij opriepen om een betere oplossing te vinden voor een bepaling die de
lidstaat toestaat de voorwaarden aan te geven waaronder hij de betekening of kennisgeving
van gerechtelijke stukken per e-mail aan personen met een adres op zijn grondgebied
aanvaard.8
Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, gaven een verklaring waarin werd opgeroepen
tot het spoedig voorzien in een juridische basis voor e-CODEX en waarin werd gevraagd
om het EU agentschap eu-LISA in staat te stellen het onderhoud en de interoperabiliteit
van e-CODEX te waarborgen.9 E-CODEX is een systeem dat ervoor zorgt dat digitale systemen van de lidstaten voor
bijvoorbeeld digitale akten of andere juridische stukken met elkaar kunnen communiceren.
Met dank voor het werk van de voorzitterschappen en de Commissie sprak Nederland haar
steun uit voor de algemene oriëntatie. Nederland gaf aan blij te zijn met de voorgestelde
termijn om de wijzigingen die voortvloeien uit de verordeningen in de nationale systemen
te implementeren.
De Commissie gaf aan dat zij voornemens is om e-CODEX te blijven faciliteren. Zij
zullen bezien wat de beste manier is om het systeem te verankeren, bijvoorbeeld bij
eu-LISA, en in hoeverre een wetgevend initiatief aan de orde moet zijn.
Het voorzitterschap concludeerde dat de JBZ-Raad met de algemene oriëntatie heeft
ingestemd en nam nota van de verklaringen.
2. Conclusies over rechten van slachtoffers
= Aanname
De JBZ-Raad stemde in met de Raadsconclusies over rechten van slachtoffers. Hierin
wordt de Commissie onder meer gevraagd om een strategie voor slachtofferrechten 2020
– 2024 op te stellen.
In het licht van de Raadsconclusies riep het voorzitterschap op om de Istanbul Conventie
van de Raad van Europa (een verdrag ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen
vrouwen) te ratificeren.
De Commissie onderschreef dat er aandacht moet zijn voor geweld tegen vrouwen en feminicide.
Daarnaast noemde de Commissie ook het belang van aandacht voor kinderen die slachtoffer
zijn van misbruik. Tot slot benadrukte de Commissie de noodzaak van de correcte naleving
en implementatie van de desbetreffende regelgeving op het gebied van slachtofferrechten.
Enkele lidstaten spraken uitdrukkelijke steun uit voor de ratificatie van de Istanbul
Conventie. Wat betreft de Raadsconclusies noemde een aantal lidstaten de mogelijkheid
om nieuwe technologieën te gebruiken bij het verwezenlijken van slachtofferrechten.
Enkele lidstaten vroegen om onderscheid te maken tussen bepaalde categorieën slachtoffers.
Tevens werd het belang van samenwerking tussen lidstaten, en tussen opsporingsautoriteiten
en justitiële autoriteiten benadrukt.
Nederland gaf aan dat het belangrijk is de positie van slachtoffers op de agenda van
de EU te houden. Daarbij vroeg Nederland aandacht voor de financiële compensatie van
slachtoffers in grensoverschrijdende situaties. Nederland stelde dat het uitgangspunt
moet zijn dat de dader de schade moet vergoeden. In deze standpunten werd Nederland
door andere lidstaten gesteund. Tot slot onderschreef Nederland de Raadsconclusies
als basis om slachtofferrechten te verbeteren, met name voor het kunnen verkrijgen
van een passende schadevergoeding.
3. Conclusies inzake maatregelen als alternatief voor detentie
= Aanname
De JBZ-Raad stemde in met de Raadsconclusies inzake maatregelen als alternatief voor
detentie.
De Commissie gaf aan op basis van deze conclusies onder meer een vergelijkende analyse
te maken van alternatieve maatregelen in alle lidstaten, mede om beproefde praktijken
uit te wisselen. Verder bracht de Commissie naar voren dat er in het Meerjarig Financieel
Kader ook middelen voor dit onderwerp moeten worden gereserveerd.
Een aantal lidstaten deelde de eigen ervaringen op dit terrein. Hierbij kwamen onder
andere de overbevolkte gevangenissen, middelen voor gevangenispersoneel, detentieomstandigheden
en de betrokkenheid van de Raad van Europa aan de orde. Enkele lidstaten meldden ook
uit te kijken naar de aankomende negende ronde van evaluaties over de instrumenten
van wederzijdse erkenning in strafzaken waarbij ook het kaderbesluit 2008/947/JBZ
inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op vonnissen en
proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve
straffen wordt geëvalueerd.
4. Conclusies over de toekomst van de civielrechtelijke samenwerking
= Aanname
De JBZ-Raad stemde in met de Raadsconclusies over de toekomst van civielrechtelijke
samenwerking.
Het voorzitterschap lichtte de inhoud van de raadsconclusies toe. Commissaris Reynders
benadrukte het belang van rechtsstatelijkheid en wederzijds vertrouwen. Enerzijds
moet effectieve implementatie en handhaving van het civielrecht acquis prevaleren,
anderzijds moeten lidstaten ook klaar zijn om nieuwe (digitale) uitdagingen aan te
kunnen gaan. Tevens gaf commissaris Reynders aan dat multilateralisme een uitgangspunt
moet blijven. De praktische toepassing van het civielrecht acquis kan worden bevorderd
door het trainen van rechtspraak en de versterking van het Europees Justitieel Netwerk
(EJN). Commissaris Reynders onderschreef ten slotte de Raadsconclusies.
De lidstaten spraken steun uit voor de raadsconclusies als kader voor de toekomstige
inzet op civielrecht. Hierbij werd door een groot aantal lidstaten benadrukt dat er
vooral aandacht moet zijn voor toepassing, handhaving en evaluatie van het civielrecht
acquis vooraleer over te gaan op nieuwe wetgeving. Er werd onderschreven dat er in
de afgelopen tijd al veel is bereikt op het gebied van civielrecht. De meeste lidstaten
onderschreven tevens de multilaterale aanpak, maar gaven daarbij aan wel ruimte te
willen houden voor bilaterale afspraken indien een multilaterale oplossing niet voorhanden
is. Verder benadrukten veel lidstaten het belang van e-CODEX, van het EJN en van goede
coördinatie. Ook digitalisering werd als belangrijke ontwikkeling genoemd waar rekening
mee gehouden moet worden.
Nederland dankte voor de agendering van dit onderwerp op de JBZ-Raad. Nederland ondersteunde
de raadsconclusies volledig, het is een uitstekend startpunt voor een proces van verdere
reflectie dat zeer nodig is. Nederland noemde enkele voorbeelden van wat er de afgelopen
tijd is bereikt op het gebied van civielrecht. De Nederlandse inbreng zag verder vooral
op de wijze waarop nieuwe voorstellen op het terrein van het privaatrecht worden voorbereid
en voorgesteld. Alvorens over te gaan op nieuwe wetgeving, moet er eerst worden bekeken
of bestaande wetgeving niet aangepast kan worden. Nieuwe wetgeving moet voldoen aan
een daadwerkelijke behoefte van burgers en bedrijven. Er moet bovendien solide bewijs
zijn dat wetgeving noodzakelijk is en goedwerkende nationale systemen moeten niet
onnodig worden doorkruist. Nederland riep de Commissie daarom op meer te werken vanuit
een «evidence-based approach». Verder pleitte Nederland voor een aanpak op hoofdlijnen,
in plaats van volledige harmonisatie bij wetgeving, juist om lidstaten ruimte te geven
hun goed functionerende wetgeving te behouden. Daarnaast benadrukte Nederland het
belang van effectieve coördinatie, niet alleen om fragmentatie te voorkomen maar ook
om bijvoorbeeld uitdagingen die gepaard gaan met digitalisering goed aan te pakken.
Tot slot riep Nederland op om het werk op dit terrein voort te zetten onder het Kroatisch
voorzitterschap.
Het voorzitterschap concludeerde dat de raadsconclusies over de toekomst van civielrechtelijke
samenwerking zijn aangenomen.
5. EOM: de oprichting van het Europees Openbaar Ministerie
= Voortgangsrapportage
De Europese Hoofdaanklager van het EOM, mevrouw Kövesi, zette uiteen waar zij aan
werkt en wat voor het EOM belangrijke basisvoorwaarden zijn om autonoom en doeltreffend
te kunnen functioneren. Zij streeft ernaar dat elk besluit van het EOM in overeenstemming
is met het mandaat van het EOM, dat het College spoedig moet worden ingesteld, dat
het case management systeem moet functioneren en dat er in voldoende financiering
middels het MFK moet zijn voorzien. Tevens verwees zij naar de brief die aan de lidstaten
is gestuurd met het verzoek een realistische schatting te geven van het aantal EU
fraude zaken dat ze denken aan te leveren bij het EOM en waar de hoeveelheid Europese
gedelegeerde aanklagers op gebaseerd zal zijn.
De Commissie bracht het document over de stand van zaken rond de oprichting van het
EOM onder de aandacht.10 Tevens benadrukte de Commissie dat bij de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel
Kader rekening moet worden gehouden met de benodigde financiering voor het EOM.
Enkele lidstaten spraken hun steun uit voor het EOM. Een tweetal lidstaten drong er
op aan dat het casemanagement systeem zo spoedig mogelijk op orde moet zijn.
6. Werklunch: nieuwe EU toetsingscyclus voor de rechtsstaat en de JBZ-Raad
Tijdens de werklunch vond op basis van een voorzitterschapsdocument een uitwisseling
plaats over het bespreken van rechtsstaatskwesties in de JBZ-Raad. Een grote groep
lidstaten sprak hun steun hiervoor uit. Door de lidstaten werd hierbij de verhouding
tot de Raad Algemene Zaken (RAZ) aangehaald. Er moet geen sprake zijn van duplicatie,
wel kan de bespreking in de JBZ-Raad en de RAZ complementair aan elkaar zijn.
De nieuwe toetsingscyclus voor de rechtsstaat van de Commissie is als nieuw monitoringsmechanisme
nog in ontwikkeling. De Commissie gaf aan dat toekomstige jaarverslagen input kunnen
vormen voor discussies in de JBZ-Raad over de rechtsstaat. Vrijwel alle lidstaten
spraken hun steun uit voor dit mechanisme.
Nederland gaf aan voorstander te zijn van de agendering van rechtsstatelijkheid in
de JBZ-Raad als onderwerp van bespreking tussen Ministers van Justitie en in het kader
van de nieuwe toetsingscyclus voor de rechtsstaat. Nederland acht het noodzakelijk
om discussies over rechtsstatelijk ook in andere Raadsformaties zoals de JBZ-Raad,
naast de Raad Algemene Zaken, te houden. Besprekingen in de JBZ-Raad zouden in een
vroeg stadium kunnen worden gepland op basis van rechtsstatelijkheidskwestie die onder
de bevoegdheid van de Ministers van Justitie vallen. Bijvoorbeeld de onafhankelijkheid
van de rechtelijke macht en corruptie. De versterking van de rechtsstaat in de EU
vergt een gezamenlijke politieke inspanning van de EU lidstaten en de Europese instellingen.
Thema’s die onder andere genoemd zijn om in de JBZ-Raad te bespreken zijn: toegang
tot de rechter, onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, training van rechters
en corruptie. Een aantal lidstaten stelde daarnaast voor om belangrijke jurisprudentie
op het vlak van de rechtsstaat in de JBZ-Raad te bespreken.
7. Milieucriminaliteit – eindverslag van 8e ronde van wederzijdse evaluaties
= Presentatie en gedachtewisseling
Het voorzitterschap presenteerde het eindverslag van de achtste ronde van de wederzijdse
evaluaties van de JBZ-Raad op het gebied van milieustrafrecht.11 Daarbij benadrukte het voorzitterschap het belang van een goede grensoverschrijdende
samenwerking en de noodzaak van een duidelijk rechtskader.
De Commissie zei blij te zijn met de gedachtewisseling met de JBZ-Raad over dit belangrijke
onderwerp. De Commissie meldde dat momenteel een evaluatie van Richtlijn 2008/99/EC
inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht plaatsvindt. Hiermee
verkrijgt de Commissie een duidelijk overzicht van de praktische aanpak van milieucriminaliteit
in de lidstaten. De Commissie gaf aan de resultaten van de evaluatie in het voorjaar
van 2020 te presenteren. Op basis daarvan zal de Commissie beslissen of een herziening
van de Richtlijn gewenst is.
Europol stipte de waarde van een multidisciplinaire aanpak van milieucriminaliteit
aan. Europol stelde dat het aantal milieudelicten toeneemt en presenteerde resultaten
van onderzoeken waarin Europol assistentie heeft verleend.
Het voorzitterschap concludeerde dat de Raad kennis neemt van het eindverslag en verzocht
de lidstaten gehoor te geven aan de algemene en lidstaat specifieke aanbevelingen
uit de rapporten.
8. Digitale justitie: elektronisch bewijsmateriaal
a) Onderhandelingen voor een EU-VS overeenkomst inzake grensoverschrijdende toegang
tot elektronisch bewijsmateriaal voor justitiële samenwerking in strafzaken
b) Onderhandelingen voor het tweede aanvullend protocol bij het Verdrag van Boedapest
inzake cybercriminaliteit
= Stand van zaken
Het voorzitterschap gaf aan pas na het verschijnen van het definitieve rapport van
het EP de trilogen over de verordening betreffende het Europees bevel tot verstrekking
en het Europees bevel tot bewaring van elektronisch bewijsmateriaal in strafzaken12 te starten. Dit zal onder Kroatisch voorzitterschap zijn.
Commissaris Reynders sprak de hoop uit dat het EP spoedig een definitief rapport heeft
opgesteld zodat de trilogen kunnen beginnen.De Commissie meldde dat haar focus de
komende tijd zal liggen op zowel de interne EU regels (de verordening en Richtlijn13), als de onderhandelingen tussen de EU en de VS met betrekking tot grensoverschrijdende
toegang tot elektronisch bewijsmateriaal in strafzaken en de onderhandelingen voor
het Tweede Aanvullend Protocol bij het Verdrag van Boedapest inzake cybercriminaliteit.
Overeenkomst EU-VS grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijsmateriaal
De Commissie gaf een update over de onderhandelingen met de VS met betrekking tot
grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijsmateriaal in strafzaken. Over
de afgelopen onderhandelingsronden was de JBZ-Raad reeds schriftelijk geïnformeerd.
De volgende onderhandelingsronde met de VS zal op 11 december plaatsvinden (tijdens
de EU-VS ministeriële ontmoeting over Justitie en Binnenlandse Zaken). De Commissie
stelde dat de relatie met de VS belangrijk is, omdat de meeste dienstverleners daar
een hoofdkantoor hebben. Dit betekent ook dat essentiële kwesties besproken moeten
worden in de onderhandelingen, waaronder de regels voor verschillende categorieën
data, werkprocedures, sancties en procedurele waarborgen. Tot slot benadrukte de Commissie
dat het naar de VStoe kenbaar heeft gemaakt dat het akkoord tussen het Verenigd Koninkrijk
en de VS over grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijsmateriaal geen basis
kan vormen voor het akkoord tussen de EU en de VS.
Enkele lidstaten riepen op tot spoedige afronding van zowel de trilogen over de verordening
E-evidence als de onderhandelingen met de VS.
Het voorzitterschap benadrukte dat de Raad goed geïnformeerd moet blijven over de
stand van de onderhandelingen met de VS. Het standpunt van de EU moet in elke fase
van de onderhandelingen duidelijk gedefinieerd worden.
Tweede aanvullend protocol bij het Verdrag van Boedapest
De Commissie gaf een algemene terugkoppeling over de onderhandelingen voor het tweede
aanvullend protocol bij het Verdrag van Boedapest. In juni 2019 heeft de JBZ-Raad
de Commissie opdracht gegeven namens de EU te onderhandelen. De Commissie benadrukte
het belang van het snel en goed afronden van de onderhandelingen. Tijdens een recente
Algemene vergadering van de VN is een resolutie ingebracht en aangenomen die oproept
tot het starten met onderhandelingen binnen de VN over een verdrag over de aanpak
van cybercrime.14 De Commissie stelde dat de onderhandelingen van het VN-Verdrag op dit terrein niet
tot lagere standaarden mogen leiden. In de visie van de Commissie dienen het cybercrime
verdrag van de Raad van Europa en het 2e aanvullend Protocol, waarover nu wordt onderhandeld,
de belangrijkste instrumenten te blijven in de strijd tegen cybercrime.
Het voorzitterschap onderschreef dat het Verdrag van Boedapest inzake Cybercrime inderdaad
het belangrijkste instrument moet blijven op dit terrein en drong aan op een zo spoedig
mogelijke afronding van de onderhandelingen. Verdragspartijen hebben zich voorgenomen
de onderhandelingen eind 2020 af te ronden zodat een concept protocol bij het Comité
van Ministers van de Raad van Europa aanhangig kan worden gemaakt.
9. Overige onderwerpen
a) Dataretentie ten behoeve van criminaliteitsbestrijding: opvolging van raadsconclusies
JBZ-Raad juni 2019
= Informatie van de Commissie
Het voorzitterschap verwees naar de Raadsconclusies op het terrein van gegevensbewaring15 die in juni dit jaar zijn goedgekeurd door de JBZ-Raad. De Raadsconclusies verzoeken
de Commissie rapporten uit te brengen over de stand van zaken inzake dataretentie
ter bestrijding van criminaliteit.
De Commissie stelde dat dataretentie een belangrijk middel is in de strijd tegen terrorisme
en georganiseerde misdaad. Het is daarom goed dat het debat hierover plaatsvindt.
De Commissie benadrukte met de lidstaten te willen werken aan het creëren van de beste
oplossingen, rekening houdend met de grondrechten van verdachten. De jurisprudentie
van het EU Hof van Justitie maakt duidelijk dat er geen pasklare oplossingen zijn.
Daarbij gaf de Commissie aan dat er gewacht moet worden op uitspraken van het EU Hof
van Justitie die van invloed zullen zijn op het werk van de Commissie. Zoals verzocht
in de Raadsconclusies is de Commissie begonnen aan een evaluatie waarvoor het al met
diverse belanghebbenden heeft gesproken, zoals nationale opsporingsautoriteiten, communicatiediensten,
Eurojust, Europol, academici, service providers en de European Data Protection Supervisor.
De Commissie gaf aan een basis te willen leggen voor een mogelijk toekomstig beleid
op het gebied van gegevensbewaring. Naar aanleiding van deze toelichting hebben de
lidstaten niet geïntervenieerd.
b) Voorzitterschapsrapport over de gemaakte voortgang op het gebied van justitie en
veiligheid
= Informatie van het voorzitterschap
De bedoeling van het voorzitterschapsrapport was om de geboekte vooruitgang gedurende
het Finse voorzitterschap weer te geven. Naar aanleiding van deze toelichting hebben
de lidstaten niet geïntervenieerd. De JBZ-Raad nam daarmee kennis van het voorzitterschapsrapport.
c) EU-VS ministeriële ontmoeting over Justitie en Binnenlandse Zaken (Washington DC,
11 december 2019)
= Informatie van het voorzitterschap
Het voorzitterschap informeerde de JBZ-Raad over de ontmoeting van de Commissie en
het voorzitterschap met de Amerikaanse hoofdaanklager, William Barr, en de waarnemend
Amerikaanse Minister van Binnenlandse Zaken, Chad Wolf, op 11 december 2019. Gespreksonderwerpen
zijn onder andere de onderhandelingen tussen de EU en VS inzake grensoverschrijdend
toegang tot elektronisch bewijs in strafzaken en het Tweede Aanvullend Protocol bij
het Verdrag van Boedapest inzake cybercriminaliteit de uitdagingen op het gebied van
de bescherming van verkiezingssystemen. Naar aanleiding van deze toelichting hebben
de lidstaten niet geïntervenieerd.
d) EU-Westelijke Balkan ministerieel forum over Justitie en Binnenlandse Zaken (Skopje
18–19 november 2019)
= Informatie van het voorzitterschap
Het voorzitterschap informeerde de JBZ-Raad over het ministerieel forum tussen de
EU en de Westelijke-Balkanlanden op 18–19 november 2019. Gesprekspunten waren onder
andere de verbetering van de rechtsstaat in de Balkanlanden, de verbetering van detentieomstandigheden,
het gebruik van alternatieve sancties, de samenwerking met EU agentschappen en het
belang van eerlijke en vrije verkiezingen. Naar aanleiding van deze toelichting hebben
de lidstaten niet geïntervenieerd.
e) Conferentie over 10 jaar EU Verdrag van de Rechten van de Mens (Brussel, 12 November
2019)
= Informatie van de Commissie
De Commissie deed verslag van de conferentie betreffende het EU Handvest van de Grondrechten.
In 2020 zal de strategie inzake het Handvest worden herzien.
Het voorzitterschap benadrukte het belang van het praktisch toepassen van de rechten
uit het Handvest. Naar aanleiding van deze toelichting hebben de lidstaten niet geïntervenieerd.
f) Werkprogramma van inkomend voorzitterschap
= Presentatie van de Kroatische delegatie
Het inkomend Kroatisch voorzitterschap presenteerde de prioriteiten voor het komende
halfjaar. Het Kroatisch voorzitterschap valt samen met het aantreden van een nieuwe
Commissie en nieuwe ER-voorzitter. Het motto van het aankomende voorzitterschap is:
«A strong Europe in a world of challenges». De vier prioriteiten voor het voorzitterschap zijn: (1) A Europe that develops; (2) A Europe that connects; (3) A Europe that protects; (4) A Europe that is influential. Het voorzitterschap zal worden gekenmerkt door de volgende thema’s: MFK, de toekomstige
relatie met het VK, de inzet op de verdere vorming van de EU.
Op het gebied van vrijheid, veiligheid en justitie wil het Kroatisch voorzitterschap
werken aan het identificeren van prioriteiten voor de komende wetgevingscyclus middels
de vaststelling van strategische richtsnoeren op JBZ-terrein. De focus zal verder
liggen op de onderhandelingen over het e-evidence pakket voor grensoverschrijdende
toegang tot elektronisch bewijsmateriaal en de verdere opzet van het EOM. Bij civielrecht
zal de nadruk liggen op de triloog over de verordeningen bewijsverkrijging en betekening
en op de onderhandelingen over de verordeningbetreffende het recht dat van toepassing
is op de derdenwerking van de cessie van vorderingen. Verder wil het Kroatisch voorzitterschap
zich bezighouden met training van juridische professionals, en nieuwe technologieën.
Naar aanleiding van deze toelichting hebben de lidstaten niet geïntervenieerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid