Brief regering : Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken / Handel van 21 november 2019
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2089 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2019
Hierbij bied ik u aan de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Handel
van 21 november 2019 alsmede de voortgangsrapportage handelsakkoorden.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL VAN 21 NOVEMBER 2019
Op 21 november 2019 vindt onder Fins Voorzitterschap de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ)
over handel plaats in Brussel. Op de agenda staan de hervorming van de Wereldhandelsorganisatie
(World Trade Organization, WTO), de stand van zaken van de handelsbetrekkingen tussen de EU en de Verenigde
Staten (VS), en de implementatie van handelsakkoorden. Op verzoek van Nederland zal
de RBZ daarnaast spreken over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
(IMVO).
De kwartaalrapportage met de laatste stand van zaken over lopende onderhandelingen
is conform staande afspraken toegevoegd bij deze Geannoteerde Agenda. Daarmee voldoe
ik tevens aan het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
d.d. 10 oktober 2019 om deze rapportage voorafgaand aan de begrotingsbehandeling te
doen toekomen aan de Kamer. Conform mijn toezegging gedaan tijdens het Algemeen Overleg
Modeltekst Investeringsverdragen d.d. 20 februari 2019 (Kamerstuk 34 952, nr. 58), is in deze kwartaalrapportage tevens de stand van zaken met betrekking tot de lopende
onderhandelingen over bilaterale investeringsakkoorden opgenomen, inclusief de beëindiging
van de intra-EU investeringsakkoorden. Daarmee voldoe ik ook aan mijn toezegging gedaan
tijdens het AO over de Raad Buitenlandse Zaken handel d.d. 15 mei 2018 (Kamerstuk
21 501-02, nr. 1877) om de Europese Commissie aan te sporen de intra-EU investeringsovereenkomsten zo
spoedig mogelijk te beëindigen en de Kamer daarover te informeren, alsmede aan mijn
toezegging gedaan tijdens het AO Raad Buitenlandse Zaken handel d.d. 15 mei 2018 (Kamerstuk
21 501-02, nr. 1877) om te bekijken hoe de Kamer uitgebreider te informeren over lopende onderhandelingen.
WTO-onderhandelingen en voorbereiding van de WTO Ministeriële
De Raad zal de voortgang in de WTO-onderhandelingen bespreken en daarbij ingaan op
de voorbereidingen voor de aanstaande Ministeriële Conferentie van de WTO (8–11 juni
2020) in Nur-Sultan, Kazachstan. Een kritiek punt hierbij is de naderende verlamming
van het WTO-beroepslichaam (Appellate Body) door de aanhoudende blokkade door de VS van de benoeming van leden. De mogelijkheid
bestaat daardoor dat het Appellate Body effectief ophoudt te functioneren per 10 december 2019. Eerder startte een informele
dialoog onder leiding van de Nieuw-Zeelandse ambassadeur David Walker om een oplossing
te vinden voor deze blokkade. Ook de VS heeft deelgenomen aan dit proces. Ambassadeur
Walker heeft inmiddels op basis van zijn besprekingen een voorstel op tafel gelegd
dat tegemoet zou moeten komen aan de zorgen van de VS. Dit voorstel heeft echter niet
geleid tot nieuw engagement van de kant van de VS.
Het kabinet zal in de Raad oproepen tot het aangaan van een fundamentele discussie
over geschillenbeslechting in WTO-verband. Het is voor de EU en voor NL van groot
belang dat een geschillenbeslechtigingssysteem, inclusief een beroepslichaam, blijft
bestaan binnen de WTO en waaraan alle belangrijke handelspartners deelnemen.
EU-VS handelsrelatie
De Raad zal spreken over de EU-VS handelsrelatie. De EU en de VS zijn nog altijd in
dialoog om uitvoering te geven aan de verklaring tussen Commissievoorzitter Juncker
en president Trump van 25 juli 2018. Ook heeft de EU een voorstel gedeeld met de VS,
op basis van het door de Raad verkende mandaat, over conformiteitsbeoordelingen. Doel
is om het voor Europese en Amerikaanse bedrijven makkelijker te maken om aan te tonen
dat hun producten aan de in de EU of VS geldende technische vereisten voldoen. De
Raad staat stil bij de besprekingen tussen China en de VS om het handelsconflict te
de-escaleren. Ook zal de Raad spreken over de recent in werking getreden extra heffingen
door de VS op EU-import naar aanleiding van de WTO-zaak over EU-steun aan Airbus.
Die extra heffingen zijn overigens in lijn met de WTO-regels.
Binnen de Raad is steun voor de inzet van de Commissie in de onderhandelingen met
de VS. Het blijft van belang om als EU eensgezind op te treden.
Het kabinet is van mening dat het belangrijk blijft om met de VS aan een positieve
handelsagenda te werken. De VS is een belangrijke partner om in multilateraal verband
gedeelde zorgen, zoals ten aanzien van marktverstorende staatsbedrijven, industriële
subsidies, intellectueel eigendom en overcapaciteit, aan te pakken. Het kabinet vraagt
in Brussel aandacht voor spoedige uitvoering van een Sustainability Impact Assessment ten aanzien van het beperkte handelsakkoord met de VS over industriële goederen waar
in het voorjaar een mandaat voor is aangenomen. Het kabinet zal uw Kamer informeren
zodra dit document beschikbaar is, in lijn met de toezegging tijdens het Algemeen
Overleg RBZ Handel van 21 mei 2019 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2028).
In het voorjaar van 2020 wordt een uitspraak verwacht van een arbitragepanel over
de hoogte van de geleden schade in de EU als gevolg van de steun van de VS aan Boeing.
Op basis van deze uitspraak verwacht ook de EU extra heffingen te mogen opleggen op
import uit de VS. Het kabinet is van mening dat het opleggen van extra tarieven over
en weer niet bijdraagt aan een oplossing van het geschil. Het kabinet zal bij de Commissie
dan ook blijven aandringen op een onderhandelde langetermijnoplossing voor het geschil
over steun aan vliegtuigbouwers (Airbus/Boeing).
Implementatie van handelsakkoorden
De Commissie zal tijdens de Raad een presentatie geven van de derde editie van het
jaarlijkse rapport over de implementatie van EU-handelsakkoorden1, gevolgd door een discussie. Het rapport geeft een overzicht van hoe EU-handelsakkoorden
in de praktijk werken en waar ruimte voor verbetering is. In het rapport wordt onder
andere uitgebreid stilgestaan bij besprekingen tussen de EU en partnerlanden in het
kader van handel en duurzame ontwikkeling.
Ook wordt stilgestaan bij de eerste uitgebreide evaluatie van het EU-handelsakkoord
tussen de EU en Zuid-Korea, die in maart is gepubliceerd. De evaluatie laat zien dat
veel onderdelen van het akkoord goed werken, maar dat er ook uitdagingen blijven,
zoals complexe sanitaire en fytosanitaire goedkeuringsprocedures voor landbouwproducten.
Het is daarom ook belangrijk dat het akkoord voorziet in kanalen om markttoegangsproblemen
met Zuid-Korea te bespreken.
Nederland heeft de Commissie in de besprekingen over het vorige implementatierapport
onder meer opgeroepen om uitgebreider in te gaan op het onderwerp handel en duurzame
ontwikkeling. In deze editie van het rapport is hier meer aandacht aan besteed. Hiermee
voldoe ik aan mijn toezegging gedaan tijdens het Algemeen Overleg Handel op 15 november
2018 (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1562) om te onderzoeken of en hoe de voortgangsrapportage van de Europese Commissie over
handelsakkoorden verder verbeterd kan worden qua inhoud en meetbaarheid. Nederland
zal de besprekingen over de implementatie en evaluatie van handelsakkoorden nauwlettend
blijven volgen.
Nederland steunt de inzet van de Commissie ten aanzien van effectieve implementatie
van handelsakkoorden. Dit geldt voor besprekingen over markttoegangsproblemen met
onze handelspartners, zoals bijvoorbeeld die over antidumpingmaatregelen op aardappelproducten
in Colombia. Waar zulke besprekingen niet tot betekenisvolle stappen leiden, steunt
Nederland de Commissie in de inzet van andere instrumenten, zoals met Colombia wordt
gedaan door WTO-consultaties aan te vragen. Implementatie gaat echter verder dan naleving
van afspraken over markttoegang. Zij omvat ook besprekingen over handel en duurzame
ontwikkeling met onze handelspartners. Zo gaat de Commissie in het rapport uitgebreid
in op de opvolging van de 15 actiepunten om afspraken over handel en duurzame ontwikkeling
effectiever te maken. Nederland blijft deze acties volgen. Onder andere lidstaten
is ook brede steun voor de EU-inzet op implementatie van handelsakkoorden.
AOB
Eurobarometer survey 2019
Tijdens de Raad zal de Commissie een korte presentatie geven van een nog te verschijnen
Eurobarometer peiling over de houding van EU-burgers ten opzichte van internationale
handel en EU-handelspolitiek. De peiling wordt naar verwachting op 20 november gepubliceerd.
EU Actieplan inzake Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)
Op verzoek van Nederland wordt tijdens de Raad gesproken over een EU Action Plan on responsible business conduct (RBC). Het doel hiervan is het belang van een IMVO-aanpak op Europees niveau te onderstrepen.
Hiertoe wordt de Nederlandse IMVO-aanpak gedeeld. Nederland zal andere lidstaten oproepen
om werk te maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen en wil graag dat er toegewerkt
wordt naar een EU brede aanpak. Hierin heeft de nieuwe commissie uiteraard een belangrijke
rol. Ook zal worden samengewerkt met collega-Ministers, waaronder die voor ontwikkelingssamenwerking.
Overig
Voor wat betreft de vraag van uw Kamer over een appreciatie van de EU-voorstellen
met betrekking tot de uitvoering van het stelsel van investeringsgerechten van CETA,
kan ik u mededelen dat de voorliggende concept-Raadsbesluiten technische uitvoeringsbesluiten
voor de inrichting van het Investment Court System (ICS) zijn. Deze geven de EU-positie weer die zal worden ingebracht in het gemengd
comité en in het comité voor diensten en investeringen van CETA, waarin de respectieve
uitvoeringsbesluiten zullen worden vastgesteld tussen de EU en Canada. De regering
steunt de voorgestelde regels, omdat deze bijdragen aan het functioneren van het ICS.
De regering is voorstander van het ICS, omdat het de basis vormt van de bredere modernisering
van investeringsbescherming en het bijhorende geschillenbeslechtingsmechanisme. De
regels dragen eraan bij de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de aangestelde
rechters te verzekeren, alsmede om meer transparantie te creëren. Ook komen de voorstellen
overeen met de Nederlandse inzet voor meer diversiteit in arbitragepanels. De regering
is voornemens met deze concept-Raadsbesluiten in te stemmen.
Toezegging Colombia op aardappelproducten
Tijdens het Algemeen Overleg van 19 februari 2019 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1973) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over het tijdpad inzake de inspanningen
van de Commissie richting Colombia op het gebied van de antidumpingmaatregelen op
aardappelproducten, inclusief de mogelijkheden voor een eventuele WTO-zaak. De Commissie
deelt deze zorgen en heeft op 14 oktober 2019 aangekondigd een WTO-zaak te starten
tegen Colombia. Op 15 november 2019 heeft de EU de formele WTO-consultaties opgestart.
Toezegging informeren over werking en monitoring van het handelsdefensief instrumentarium
Tijdens het Algemeen Overleg van 15 mei 2018 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1877) heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de werking en monitoring van
het handelsdefensief instrumentarium. Eind 2017 is de nieuwe antidumpingmethodologie
in werking getreden. In 2018 trad het gemoderniseerd handelsdefensief instrumentarium
in werking. Het aangepaste handelsdefensief instrumentarium is effectief2, zoals ook blijkt uit een rapportage van de Commissie aan het Europees Parlement
eerder dit jaar over de inzet van het Europees handelsdefensief instrumentarium in
2018.3 De antidumping- en antisubsidiemaatregelen4 hebben effect, zoals blijkt uit het overzicht van de Commissie in eerder genoemde
rapportage.5 In dat overzicht is inzichtelijk gemaakt in hoeverre de importen in de Unie zijn
gedaald nadat de specifieke handelsdefensieve maatregelen in werking waren getreden.
Motie-Koopmans c.s. over wegnemen van oneigenlijke voordelen vanwege de status van
ontwikkelingsland (Kamerstuk 35 207, nr. 6)
Tijdens het notaoverleg over de China-notitie van 30 september 2019 (Kamerstuk 35 207, nr. 5), heeft uw Kamer de motie aangenomen inhoudende het verzoek een internationale coalitie
te bouwen om te bewerkstelligen dat China niet langer oneigenlijke voordelen geniet
vanwege zijn status van ontwikkelingsland bij de WTO.
Uw verzoek komt overeen met reeds door het kabinet ingezet beleid. Er is geen sprake
van een formeel onderhandelingsproces binnen de WTO over de status van ontwikkelingslanden.
Wel wordt informeel gesproken over dit onderwerp en heeft de VS het onderwerp diverse
keren geagendeerd. De EU zet in bilaterale contacten in op het voeren van een genuanceerde
discussie over ontwikkeling in de WTO. Het doel is te zorgen dat in lopende onderhandelingen
per geval kan worden bekeken in hoeverre onderhandelingspartners gerechtvaardigd extra tijd
of flexibiliteit nodig hebben om aan nieuwe afspraken te kunnen voldoen.
Publieksconsultaties associatieakkoorden met zes mediterrane partnerlanden en EPA
CARIFORUM
Hierbij ga ik in op het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking van 27 september 2019. De commissie verzocht mij een
afschrift te zenden van de Nederlandse reactie op de raadpleging voor de evaluaties
van de handelscomponent in de associatieakkoorden tussen de EU en zes mediterrane
partnerlanden. Dit geldt tevens voor het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 29 april 2019. De commissie verzocht om een
afschrift te zenden van de Nederlandse reactie op de raadpleging voor de evaluatie
van het Economisch Partnerschapsakkoord met CARIFORUM. Nederland heeft geen inbreng
geleverd in deze publieksconsultaties. Nederland geeft al inbreng over de werking
van handelsakkoorden en markttoegangsproblemen die bedrijven ervaren – voor zover
deze kenbaar worden gemaakt – via andere werkgroepen in Brussel. Nederland roept het
bedrijfsleven regelmatig op om problemen met betrekking tot markttoegang te melden.
De overheid heeft geen zicht op de rechtstreekse inbreng vanuit het Nederlandse bedrijfsleven
in de publieksconsultatie.
Bijlage 1: Voortgangsrapportage handelsakkoorden – november 2019
Deze bijlage bevat informatie omtrent EU-handelsakkoorden die nog niet definitief
in werking zijn getreden en die waarbij de betrokken partijen al wel de intentie kenbaar
hebben gemaakt om een handelsakkoord te verkennen. Deze rapportage wordt ieder kwartaal
aan de Kamer toegezonden.
A. Multilaterale handelsakkoorden
Onderhandelingen over afschaffen van visserijsubsidies
Tijdens de 11eMinisteriële Conferentie van de WTO hebben Ministers afgesproken ernaar te streven
dat in 2019 een akkoord over visserijsubsidies zal worden overeengekomen. Doel is
om bepaalde vormen van subsidies af te schaffen die bijdragen aan overcapaciteit en
overbevissing, een einde te maken aan illegale, niet gerapporteerde en ongereguleerde
(IUU) visserij, en daarbij rekening te houden met een speciale gedifferentieerde behandeling
van ontwikkelingslanden conform SDG 14.6. Het mandaat om binnen de WTO over visserijsubsidies
te onderhandelen, is onderdeel van de Doha Ontwikkelingsagenda (Doha Development Agenda, DDA). In september en oktober 2019 vonden clusterbijeenkomsten plaats om de onderhandelingen
vooruit te helpen. Verschillende WTO-leden hebben tekstvoorstellen gedaan en technische
vragen op tafel gelegd op basis waarvan verder zal worden onderhandeld.
B. Plurilaterale handelsakkoorden
Milieugoederenakkoord (Environmental Goods Agreement (EGA)):
Sinds juli 2014 onderhandelen achttien partijen, waaronder de EU, over een milieugoederenakkoord.
Dit beoogde akkoord richt zich op de vrijmaking van de handel in goederen die bijdragen
aan milieu- en klimaatdoelstellingen. Hiertoe onderhandelen deelnemende partijen over
een lijst van «groene goederen». Eveneens wordt getracht de aan deze producten gekoppelde
diensten op termijn te liberaliseren. De Europese Commissie onderhandelt op basis
van het mandaat vastgesteld door de Raad in 2014. Inmiddels hebben 18 onderhandelingsrondes
plaatsgevonden en zijn mogelijke hoofdlijnen van een akkoord (zogenoemde «landing zones») geïdentificeerd. Partijen hebben gepoogd de onderhandelingen in 2016 af te ronden,
maar zijn daar niet in geslaagd. Hierop zijn de onderhandelingen stilgelegd. Het is
onduidelijk wanneer de onderhandelingen worden hervat, gezien het veranderde internationale
krachtenveld sinds 2016.
Verdrag over de handel in diensten (Trade in Services Agreement (TiSA)):
Het Trade in Services Agreement (TiSA) is een plurilateraal handelsakkoord over de handel in diensten waarover de
EU tot december 2016 met 22 WTO-leden onderhandelde, op basis van een mandaat van
de Raad uit maart 2013.6 Het doel van het akkoord is onder meer om afspraken te maken over internationale
e-commerce, datastromen, telecommunicatie, transport, kennismigratie en betere regelgeving.
Van 2 tot en met 10 november 2016 heeft de 21e onderhandelingsronde plaatsgevonden.
De Europese Commissie heeft een verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.7 Sindsdien zijn er in verband met het veranderde internationaal krachtenveld geen
onderhandelingen meer geweest. Het is onbekend wanneer de onderhandelingen worden
hervat.
Onderhandelingen over elektronische handel (e-commerce)
Op 13 december 2017 hebben 70 WTO-leden, waaronder de EU, de VS, Japan en China, op
de 11eMinisteriële Conferentie van de WTO een gezamenlijke verklaring gepubliceerd, die
als startschot diende voor verkennende gesprekken ten behoeve van toekomstige onderhandelingen
over e-commerce. Het doel van het akkoord is afspraken te maken over onderwerpen die e-commerce betreffen, zoals erkenning van elektronische handtekeningen, consumentenbescherming
en grensoverschrijdende datastromen. Op 25 januari jl. hebben 76 leden van de WTO,
waaronder de eerdergenoemde leden, in een gezamenlijke Joint Statement Initiative te Davos besloten onderhandelingen te starten over handel gerelateerde aspecten van
e-commerce. De onderhandelingen vinden plaats op basis van het mandaat voor de Doha Ontwikkelingsagenda,
aangevuld met de onderhandelingsrichtsnoeren die in mei 2019 door de Raad zijn vastgelegd.
Inmiddels heeft de vijfde onderhandelingsronde plaatsgevonden, de zesde ronde is gepland
voor 19 t/m 22 november a.s. Per ronde wordt een selectie gemaakt uit de te bespreken
onderwerpen. Het doel is om tijdens de 12de Ministeriële Commissie van de WTO te Nur-Sultan, Kazachstan een akkoord op hoofdlijnen
te kunnen presenteren.
C. Bilaterale handelsakkoorden
C.1 Afrika:
In 2002 zijn onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille
Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn
verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en
één in de Stille Oceaan. Nog niet alle EPA’s zijn volledig in werking; in de tussentijd
heeft de EU (interim-)EPA’s gesloten met afzonderlijke landen (Kameroen, Ivoorkust,
Ghana).
Economisch Partnerschap Centraal Afrika (Centraal Afrika-EU EPA):
In deze regio is de EPA alleen getekend door Kameroen. Met dat land is al wel een
vijfde bijeenkomst van het EPA-comité voorzien (in december 2019) en vindt overleg
plaats over mogelijke verdieping van de overeenkomst. Onderhandelingen met andere
landen in Centraal-Afrika verlopen moeizaam. Congo komt in aanmerking voor preferenties
onder het Algemeen Preferentieel Stelsel. Sinds 1 januari 2014 komt Gabon daar niet
meer voor in aanmerking. De overige landen van deze regio vallen onder de «minst-ontwikkelde
landen» en genieten daarom rechten- en quota-vrije toegang tot de EU-markt onder het
zogenoemde «Everything but Arms» schema.
Economisch Partnerschap Westelijk Afrika (ECOWAS-EU EPA):
Eind 2014 is een akkoord over een EPA bereikt met de zestien landen in de Westelijk
Afrikaanse regio (verenigd in de Economic Community of West African States, ECOWAS). Van hen hebben 13 landen het akkoord direct getekend. In 2018 hebben ook
Gambia en Mauritanië getekend, waarmee Nigeria het enige land in West-Afrika is dat
de EPA niet getekend heeft. Het akkoord komt in aanmerking voor voorlopige toepassing
wanneer alle ECOWAS-lidstaten het akkoord getekend hebben en minimaal twee derde van
de ECOWAS-lidstaten het akkoord hebben geratificeerd. In 2016 zijn interim-EPA’s met
Ghana en Ivoorkust tot stand gekomen; beide worden voorlopig toegepast. Het tweede
EPA-comité met Ghana en het vierde comité met Ivoorkust zijn voorzien in november
2019.
Economisch Partnerschap Oostelijk Afrika (EAC-EU EPA):
Eind 2014 is een akkoord bereikt met de vijf landen in de Oostelijk Afrikaanse regio
(de East African Community, EAC) over een EPA. Op 1 september 2016 tekenden Kenia en Rwanda de overeenkomst.
Ook alle EU-lidstaten en de EU hebben de overeenkomst getekend. Op de EAC-Top van
20 mei 2017 is de EU ingegaan op zorgpunten van enkele EAC-leden. Op de EAC-Top van
1 februari 2019 werd afgesproken om binnen vier maanden meer helderheid te krijgen
over deze zorgpunten, maar voortgang is uitgebleven.
Economisch Partnerschap Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESA-EU EPA):
Sinds 2012 is voor Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe een EPA van kracht.
In januari 2019 kwamen partijen overeen om de overeenkomst te verdiepen. Zo hebben
onder meer discussies plaatsgevonden over modernisering van de regels van oorsprong.
In januari 2020 komt het EPA-comité bijeen in de Seychellen, waar zal worden gesproken
over verdieping van het akkoord naar alle handel gerelateerde terreinen, waaronder
landbouw, diensten en investeringen, technische handelsbelemmeringen, duurzame ontwikkeling
en digitale handel. De ambitie is te komen tot een veelomvattend modern akkoord met
betrokkenheid van «civil society» en parlementen.
Economisch Partnerschap Zuidelijk Afrika (SADC-EU EPA):
In juni 2016 kwam een akkoord tot stand met zes landen in de Zuidelijk Afrikaanse
regio: Botswana, Lesotho, Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika en Eswatini (voorheen Swaziland).
Angola heeft de mogelijkheid om later toe te treden. De SADC-EPA (Southern African Development Community) wordt sinds 10 oktober 2016 voorlopig toegepast. Toen ook Mozambique vanaf februari
2018 de EPA toepaste, werd dit de eerste volledig operationele regionale EPA in Afrika.
De zes andere landen in de SADC-regio: de Democratische Republiek Congo, Madagaskar,
Malawi, Mauritius, Zambia en Zimbabwe, maken deel uit van andere regionale groepen
waarmee de EU samenwerkt, te weten Centraal Afrika resp. Oostelijk en Zuidelijk Afrika.
Een eerste gezamenlijke Raad vond plaats op 19 februari 2019 in Kaapstad, waarbij
een kader werd afgesproken voor geschillenbeslechting. Op 14 juni 2019 verzocht de
EU formeel om consultaties over een vrijwaringsmaatregel voor pluimvee. De consultaties
vonden plaats op 13 september in Gaborone in Botswana. Parallel aan de eerste Raad,
vond de vijfde bijeenkomst plaats van het Comté voor Handel en Ontwikkeling (TDC)
alsmede de tweede bijeenkomst van zowel het Comité voor handelsfacilitatie en douanesamenwerking
als het Comité voor geografische aanduidingen en handel in wijnen en sterke dranken.
Eind 2019 vindt de zesde TDC-bijeenkomst plaats.
Egypte (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):
In 2004 trad een associatieakkoord tussen de EU en Egypte in werking. Dit heeft vrijhandel
van goederen bewerkstelligd door de afschaffing van invoerrechten voor industriële
producten en omvat diverse concessies voor landbouwproducten. In 2010 trad additioneel
een akkoord in werking met betrekking tot landbouw en visserij. In 2011 kreeg de Europese
Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord,
met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Een dialoog daarover
is gestart in juni 2013. Er is geen zicht op opening van de onderhandelingen.
Marokko (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):
Het associatieakkoord tussen de EU en Marokko is in werking getreden in maart 2000.
Het akkoord heeft geleid tot de geleidelijke afbouw van invoerrechten voor industriële
producten en liberalisatie voor landbouw- en visserijproducten. In 2011 kreeg de Europese
Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord,
met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De onderhandelingen
daarover zijn in april 2013 van start gegaan. Sinds de vierde ronde in april 2014
liggen de onderhandelingen stil. Marokko wenste meer tijd voor interne afstemming.
Tunesië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):
Het associatieakkoord tussen de EU en Tunesië is in 1998 in werking getreden. In 2008
zijn de douanerechten voor industrieproducten volledig afgeschaft. In 2011 kreeg de
Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van
het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De
EU-tekstvoorstellen en verslagen van de onderhandelingsrondes zijn online beschikbaar.8 De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 29 april tot en met 3 mei 2019 in
Tunis. Het verslag van deze onderhandelingsronde is ook online beschikbaar.9 Er is nog geen datum bekend voor de vijfde onderhandelingsronde.
C.2 Azië:
ASEAN (Association of Southeast Asian Nations):
In 2007 zijn de onderhandelingen gestart tussen de EU en de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN)10 om tot een regionaal handelsakkoord te komen. De basis hiervoor is het ASEAN-mandaat
uit 2007. Na zeven onderhandelingsrondes hebben de EU-lidstaten in 2009 besloten om
de onderhandelingen te vervolgen op het niveau van bilaterale handelsakkoorden met
ASEAN-landen. Deze handelsakkoorden kunnen als bouwstenen dienen om later alsnog tot
een regionaal handelsakkoord te komen.
China (EU-China Investment Agreement):
Sinds november 2013 is de Europese Commissie, op basis van een mandaat uit oktober
2013, met China in onderhandeling over een investeringsakkoord. Het doel is om een
kwalitatief hoogwaardig akkoord te sluiten, waarbij het gaat om het verzekeren van
markttoegang op het gebied van investeringen, transparantie, duurzaamheidsafspraken
en het beschermen van investeringen met een nieuw investeringsbeschermingsmechanisme
volgens de nieuwe EU-benadering. De 26 bestaande bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten
tussen de EU-lidstaten en China zullen uiteindelijk vervangen worden door dit diepgaand
EU-investeringsakkoord. De 23e onderhandelingsronde vond plaats op 23 en 24 september
2019 in Beijing. Een verslag van de onderhandelingsronde heeft de Commissie gepubliceerd
op haar website.11 De volgende ronde staat tentatief gepland voor het einde van 2019, maar exacte data
zijn nog niet bekend.
De Raad heeft de Commissie in december 2005 gemachtigd voor het voeren van onderhandelingen
over een Partnership and Cooperation Agreement. Deze onderhandelingen zijn gestart in 2007, maar zijn in 2011 vastgelopen vanwege
het verschil in de verwachtingen tussen beide partijen.
Filipijnen (EU-Philippines Free Trade Agreement):
In december 2015 zijn de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en
de Filipijnen aangekondigd. De Raad heeft eind 2015 ingestemd met een Voorzitterschapsnotitie
voor de start van de onderhandelingen. Deze notitie vormt een aanvulling op het mandaat
van de Raad aan de Europese Commissie voor de onderhandelingen over een regionaal
handelsakkoord met de ASEAN-regio uit 2007. De tweede onderhandelingsronde vond plaats
van 13 tot en met 17 februari 2017. De Europese Commissie heeft het verslag van deze
ronde op haar website gepubliceerd.12 Op dit moment is geen volgende onderhandelingsronde gepland.
India (India-EU Free Trade Agreement):
De EU en India onderhandelen sinds 2007 over een handels- en investeringsakkoord.
Sinds de zomer van 2013 liggen de onderhandelingen stil. Na verschillende pogingen
om de EU-India Free Trade Agreement onderhandelingen te heropenen, is in juni 2018 besloten de onderhandelingen voorlopig
niet te herstarten wegens een blijvend gebrek aan een gelijk ambitieniveau. De Commissie
blijft de strategische dialoog met India voortzetten om de onderhandelingen in de
toekomst te kunnen heropenen. Bovendien onderzoekt de Europese Commissie de mogelijkheid
voor een separaat investeringsakkoord. Momenteel is er nog geen zicht op een herstart
van de onderhandelingen.
Indonesië (Indonesia-EU Comprehensive Economic Partnership Agreement (CEPA)):
De Raad heeft op 18 juli 2016 ingestemd met een Voorzitterschapsnotitie voor de start
van de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Indonesië. Deze notitie
vormt een aanvulling op het bestaande ASEAN-mandaat uit 2007. Van 17 tot 21 juni 2019
vond de achtste onderhandelingsronde plaats in Jakarta. Tijdens deze ronde is onder
andere voortgang geboekt in besprekingen over overheidsaanbestedingen en sanitaire
en fytosanitaire maatregelen. Besprekingen over handel en duurzame ontwikkeling blijven
erg moeizaam verlopen. Het verslag van de recentste ronde is te vinden op de website
van de Europese Commissie.13 De volgende onderhandelingsronde zal naar verwachting begin december plaatsvinden.
Irak (Partnership and Cooperation Agreement):
Het EU-Iraq Partnership and Cooperation Agreement uit 2012 biedt een basis voor samenwerking op handelsgebied. Omdat een aantal EU-lidstaten
de ratificatie nog niet heeft afgerond, worden de handelsbepalingen van het akkoord
sinds augustus 2012 voorlopig toegepast. Nederland heeft het akkoord in 2013 geratificeerd.
Jordanië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):
In 2002 is een associatieakkoord tussen de EU en Jordanië in werking getreden. Afschaffing
van de invoertarieven is na een transitieperiode van twaalf jaar gerealiseerd. In
2007 trad een aanvullend akkoord in werking voor liberalisatie van handel in landbouwproducten.
In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding
en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en
investeringen. Er is voorlopig nog geen eerste onderhandelingsronde gepland.
Kazachstan (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (EPCA)):
In december 2015 is het nieuwe akkoord ondertekend, gevolgd door voorlopige toepassing
door de EU per 1 mei 2016. Kazachstan is lid van de Euraziatische Economische Unie
(samen met Rusland, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland), daarom zijn er geen afspraken
over tariefliberalisatie voor goederen in het akkoord opgenomen. Hier kan alleen met
de Euraziatische Unie als geheel over onderhandeld worden. In 2011 zijn onderhandelingen
van start gegaan tussen de Europese Commissie en Kazachstan over een hernieuwd Partnership and Cooperation Agreement (PCA). In 2014 zijn de onderhandelingen na acht onderhandelingsrondes afgerond. De
Raad van State heeft zijn advies gegeven over het akkoord. Op 29 oktober 2018 is het
memorie van toelichting samen met het akkoord ter goedkeuring naar de Tweede Kamer
en Eerste Kamer gestuurd. De Tweede Kamer heeft dit tijdens de plenaire behandeling
op 7 februari 2019 aangenomen, waarna de Eerste Kamer op 5 maart 2019 heeft ingestemd.
Het akkoord treedt pas in werking als alle partijen geratificeerd hebben.
Kirgizië (Enhanced Partnership Cooperation Agreement)
De samenwerking tussen de EU en Kirgizië is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. Deze samenwerking omvat drie pilaren:
een politieke dialoog, economische samenwerking (inclusief ontwikkelingshulp vanuit
de EU) en samenwerking op een aantal concrete beleidsterreinen, zoals technologie
en cultuur. Daarnaast heeft Kirgizië preferentiële markttoegang tot de EU op grond
van het «APS+»-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). Op 2 juni 2017 heeft de Commissie een aanbeveling
aan de Raad gedaan voor het openen van de onderhandelingen voor het moderniseren van
het PCA, inclusief een voorstel voor een mandaat. Hierin stelt de Commissie voor om
de samenwerking op alle drie de pijlers te verdiepen. De Raad heeft het onderhandelingsmandaat
op 9 oktober 2017 goedgekeurd. Onderhandelingen over het handelsdeel zijn op 28 februari
2018 van start gegaan. Ten aanzien van handel zijn de onderhandelingsteksten gemodelleerd
op het recent aangepaste akkoord met Kazachstan.14 Er is geen sprake van tariefliberalisatie, omdat daarover alleen met de Euraziatische
douane-unie als geheel onderhandeld kan worden. De zevende en laatste onderhandelingsronde
vond plaats op 6–8 juni 2019. Tijdens de EU-Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst
hebben de EU en Kirgizië het politieke akkoord geparafeerd. De tekst wordt momenteel
juridisch opgeschoond en vertaald.
Maleisië (Malaysia-EU FTA (MEUFTA)):
Onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Maleisië zijn in oktober
2010 begonnen. Het ASEAN-mandaat uit 2007 lag hieraan ten grondslag. De zevende, en
tot nu toe laatste ronde, vond plaats in april 2012. Op dit moment is nog geen zicht
op hervatting van de onderhandelingen.
Myanmar (EU-Myanmar Investment Protection Agreement):
In maart 2014 heeft de Raad een mandaat aan de Europese Commissie verleend en zijn
de onderhandelingen tussen de EU en Myanmar over een investeringsbeschermingsakkoord
begonnen. Het doel van de bilaterale investeringsovereenkomst met de EU is om investeringen
te bevorderen ten behoeve van de sociaaleconomische ontwikkeling van Myanmar. Het
akkoord zal hoofdstukken bevatten over transparantie, duurzame ontwikkeling, investeringsbescherming
en geschillenbeslechting. Van 26 tot en met 27 april 2017 hebben technische besprekingen
plaatsgevonden.15 Er staat geen nadere onderhandelingsronde gepland.
Oezbekistan (Enhanced Partnership Cooperation Agreement)
De samenwerking tussen de EU en Oezbekistan is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. De EU en Oezbekistan onderhandelen over
een overeenkomst ter modernisering en vervanging van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA) op basis van het mandaat dat de Raad op 16 juli 2018 heeft aangenomen. Op 23 november
2018 lanceerden de EU en Oezbekistan de onderhandelingen van het Enhanced Partnership Cooperation Agreement formeel en marge van de EU-Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst. De eerste onderhandelingsronde
vond plaats op 4–7 februari 2019 in Tasjkent. De meest recente en derde onderhandelingsronde
vond plaats op 25–27 september 2019 in Tasjkent.
Singapore (European Union-Singapore Free Trade Agreement (EUSFTA)):
Het EU-Singapore akkoord is op 18 oktober 2018 ondertekend. Het akkoord bestaat uit
een handelsakkoord en een investeringsakkoord. Het akkoord biedt belangrijke kansen
voor het bedrijfsleven en zal tevens een positieve impuls geven aan de bilaterale
relatie tussen de EU en Singapore. Singapore heeft, net als Nederland, een bijzonder
open economie. Singapore behoort tot de twintig belangrijkste exportmarkten van Nederland.
Het investeringsakkoord bevat alle vernieuwende elementen van de EU-inzet voor investeringsbescherming.
Het EU-investeringsakkoord met Singapore zal het bestaande investeringsakkoord tussen
Nederland en Singapore vervangen. Het Europees Parlement heeft het EU-handelsakkoord
en het EU-investeringsakkoord op 13 februari 2019 goedgekeurd. Het akkoord gaat per
21 november in werking treden. Het investeringsakkoord is een gemengd akkoord en kan
pas in werking treden nadat het is geratificeerd door alle EU-lidstaten.
Syrië (Euro-Mediterranean Agreement Establishing an Association):
De bilaterale relatie is geregeld in een Samenwerkingsovereenkomst uit 1977, die in
1978 in werking trad. Onderhandelingen over een associatieakkoord zijn afgerond in
2004, maar ondertekening is uitgebleven als gevolg van de interne politieke situatie
in Syrië. Tevens heeft de EU in 2011 besloten handelsrestricties in te stellen in
reactie op de gewelddadige onderdrukking door het Syrische regime van vreedzame demonstraties.
Deze sancties zijn sindsdien regelmatig aangepast en uitgebreid.
Thailand (EU-Thailand Free Trade Agreement):
In februari 2013 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Thailand gestart. Het ASEAN-mandaat
uit 2007 vormt hiervoor de basis. De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 8
tot en met 10 april 2014. Na de militaire coup in mei 2014 zijn de onderhandelingen
stilgelegd. Conform de Raadsconclusies van 2017 zouden de onderhandelingen slechts
worden heropend op het moment dat er een democratisch gekozen regering aan de macht
is. Op 24 maart 2019 zijn er in Thailand democratische verkiezingen gehouden. Naar
aanleiding hiervan stelt de Raad, in de Raadsconclusies van 14 oktober 2019, dat de
nodige stappen moeten worden gezet om de onderhandelingen over een ambitieuze en alomvattende
vrijhandelsovereenkomst te hervatten.
Vietnam (EU-Vietnam Free Trade Agreement):
Het akkoord bestaat uit een handelsakkoord, dat een EU-only akkoord is, en een investeringsakkoord, dat een gemengd akkoord is. Beide akkoorden
zijn op 30 juni 2019 ondertekend door de twee verdragspartijen (EU en Vietnam). Na
de ondertekening dient het Europees Parlement beide akkoorden goed te keuren. De stemming
in het Europees Parlement zal waarschijnlijk plaatsvinden in februari 2020. Alvorens
het investeringsakkoord in werking kan treden, dient het eerst nog door de nationale
parlementen van de EU-lidstaten te worden goedgekeurd.
Na het handelsakkoord met Singapore is dit akkoord het tweede afgeronde akkoord in
de regio op basis van het ASEAN-mandaat uit 2007. Het handelsakkoord is een veelomvattend
en gebalanceerd akkoord. Wanneer het akkoord in werking treedt, worden bijna alle
import- en exporttarieven op nul gesteld. De resterende tarieven worden geleidelijk
afgebouwd. Het akkoord levert Europese exporteurs en investeerders daarmee verbeterde
toegang tot de Vietnamese markt met ruim 90 miljoen consumenten. Bovendien bevat het
akkoord een robuust duurzaamheidshoofdstuk. Het investeringsakkoord lijkt sterk op
het investeringsakkoord van het EU-Singapore akkoord. Dit betekent dat het investeringsakkoord
de gemoderniseerde EU-inzet voor investeringsbescherming bevat, zoals het Investment Court System.
C.3 Europa:
Andorra, Monaco en San Marino (één of meerdere Association Agreements):
De huidige relatie tussen de EU en de drie micro-staten Andorra, Monaco en San Marino
is gebaseerd op een groot aantal afzonderlijke akkoorden. Sinds 8 maart 2015 wordt
er onderhandeld om deze afzonderlijke akkoorden te integreren in bij voorkeur één
associatieakkoord. De Raad heeft hiervoor op 4 december 2014 het mandaat verleend.
Het doel is een significante verlaging van de handelsbarrières voor ondernemers uit
Andorra, Monaco en San Marino, vergelijkbaar met de markttoegang voor EER-staten Noorwegen,
IJsland en Liechtenstein. De onderhandelingen bevinden zich momenteel in de finale
fase en de Raad heeft in december 2018 de hoop uitgesproken dat de onderhandelingen
in het voorjaar van 2019 kunnen worden afgerond.16 Dit is nog niet gelukt. Nederland is voorstander van een zo goed mogelijke integratie
van Andorra, Monaco en San Marino in de Europese interne markt; bij voorkeur door
middel van één gezamenlijk associatieakkoord voor de drie micro-staten. Nederland
wenst dat het aantal uitzonderingsbepalingen voor het vrij verkeer van goederen, diensten,
personen en kapitaal zo veel als mogelijk wordt beperkt, en door de micro-staten grondig
wordt onderbouwd.
Armenië (Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement, CEPA):
Per 1 juni 2018 is de Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement (CEPA) voorlopig in werking getreden. Op 26 februari 2017 bereikten de Europese Commissie
en Armenië overeenstemming over dit akkoord. Op 24 november 2017 is het akkoord door
beide partijen ondertekend. Deze CEPA vervangt het in 1999 in werking getreden Partnership and Cooperation Agreement. Armenië en de EU hadden als onderdeel van een associatieakkoord in 2013 reeds de onderhandelingen
over een Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) afgerond. Dit akkoord is nooit in werking getreden, vanwege het feit dat Armenië
lid werd van de Euraziatische Economische Unie (de douane-unie van Rusland, Kazachstan,
Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland). Deze afspraken zijn onverenigbaar met de preferentiële
markttoegang voor goederen tot de Europese markt die volgt uit het DCFTA. In de Kaderovereenkomst
hebben de EU en Armenië geprobeerd op de overige terreinen zo veel mogelijk afspraken
uit het DCFTA in stand te houden.
Azerbeidzjan (Comprehensive Agreement):
De huidige relatie tussen de EU en Azerbeidzjan is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1996. Dit akkoord is in 1999 in werking getreden. Op 14 november 2016 heeft
de Raad de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger het mandaat gegeven voor het voeren
van de onderhandelingen voor een breed akkoord, ter vervanging van het PCA. De onderhandelingen
zijn gestart op 7 februari 2017. De zevende onderhandelingsronde over het handelsgedeelte
van een nieuw akkoord vond plaats op 23–25 april 2019 in Baku. De onderhandelingen
zijn in een gevorderd stadium.
Noorwegen (Bilateral Agreement on Trade in Basic Agricultural Products)
De EU, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein zijn onderdeel van de Europese Economische
Ruimte (EER). Dit faciliteert een interne markt voor goederen, diensten, kapitaal
en werknemers. Handel in landbouwgoederen is echter uitgezonderd van de EER. Op grond
van artikel 19 paragraaf 4 van de EER-overeenkomst, dienen de partijen iedere twee
jaar de handel in landbouwgoederen te evalueren, met als doel op termijn volledige
marktintegratie. Op 18 november 2014 heeft de Raad een mandaat verleend aan de Commissie
om met Noorwegen te onderhandelen over nieuwe tariefliberalisaties. Op 5 april 2017
is een principeovereenkomst bereikt tussen de EU en Noorwegen. Hierin is afgesproken
dat de EU en Noorwegen voor 36 productcategorieën – zoals maïs voor diervoeder, diverse
bessen en cider – hun wederzijdse invoerheffingen volledig afschaffen. Voor vlees,
zuivelproducten, granen, groenten en sierplanten, zal Noorwegen de EU additionele
tariefcontingenten toekennen, bijvoorbeeld een aanvullend quotum van 1.600 ton voor
runderen en 1.200 ton voor kaas. De EU zal Noorwegen onder meer een 700 ton quotum
toekennen voor verschillende soorten kippenvlees. Het akkoord zal worden geformaliseerd
door een briefwisseling. Op 17 oktober 2017 heeft de Europese Commissie een voorstel
voor een Raadsbesluit gedaan. Op 20 november 2017 heeft de Raad het Raadsbesluit 2017/2182
vastgesteld, waarmee de Raad haar akkoord geeft met deze briefwisseling. Op 17 april
2018 is ook het Europees Parlement akkoord gegaan. Op dit moment wordt er gewacht
op formele goedkeuring door Noorwegen, waarna de tariefliberalisaties op korte termijn
van kracht kunnen worden.
Oekraïne (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement)
In juni 2014 sloten de EU en Oekraïne een associatieovereenkomst om economische en
politieke samenwerking te bevorderen. Sinds 1 september 2017 is deze overeenkomst
volledig in werking getreden. Na het afsluiten van het associatieakkoord is door Oekraïense
producenten op onvoorziene wijze gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een nieuw
deelstuk (borstkap met vleugel) tariefvrij naar de EU te exporteren. Nederland heeft
samen met andere lidstaten in de Raad steeds aangedrongen op een spoedige oplossing
om de snel stijgende import te beperken. De Commissie heeft onderzocht welke mogelijkheden
er waren om dit te bereiken. Uiteindelijk bleek dat een heronderhandeling van het
handelsgedeelte van het associatieakkoord de enige optie was om de overmatige import
aan banden te leggen. De Raad heeft op 20 december 2018 een besluit vastgesteld waarbij
de Europese Commissie is gemachtigd om met Oekraïne te onderhandelen over de aanpassing
van de bestaande tariefregeling voor vlees van pluimvee.17 De Raad heeft op 18 juli 2019 ingestemd met ondertekening en voorlopige toepassing
van de Overeenkomst, in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en
Oekraïne, tot wijziging van de handelspreferenties voor pluimveevlees als ook met
de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling. Nederland heeft
conform de motie 21 501-02, nr. 1449 in de Raad tegen de verhoging van het tariefquotum voor pluimveevlees gestemd. Op
30 juli 2019 tekenden de EU en Oekraïne de Overeenkomst. Op 26 november 2019 zal het
Europees Parlement zich over de sluiting van de Overeenkomst buigen.
Rusland (verdieping van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA)):
De huidige relatie tussen de EU en Rusland is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1994, dat in 1997 in werking is getreden. In 2008 zijn onderhandelingen
begonnen over modernisering en uitbreiding van het PCA op basis van een mandaat van
de Raad. Vanaf 2010 wordt er vooral over handel en investeringen onderhandeld. In
maart 2014 heeft de Raad besloten om de onderhandelingen te schorsen. De reden hiervoor
was de annexatie van de Krim door Rusland, alsook het conflict in Oost-Oekraïne.
Turkije (Modernised Customs Union):
Sinds 1995 vormen de Europese Unie en Turkije gezamenlijk een douane-unie. Op 23 december
2016 heeft de Europese Commissie een aanbeveling voor een mandaat gedaan aan de Raad
om de douane-unie te moderniseren. Tevens wenst de Commissie de douane-unie uit te
breiden met afspraken op het gebied van landbouw, handel in diensten en overheidsaanbestedingen.
Het is onwaarschijnlijk dat op korte termijn overeenstemming in de Raad wordt bereikt
over vaststelling van het mandaat, mede gezien recente ontwikkelingen. Voor Nederland
is het van belang dat modernisering van de douane-unie en verbetering van de rechtsstaat
in Turkije hand in hand gaan.
Verenigd Koninkrijk (Free trade agreement as part of a close partnership)
Het Britse Lagerhuis heeft nog niet ingestemd met het aangepaste terugtrekkingsakkoord.
Tijdens de Europese Raad (ER) Artikel 50 op 18 oktober 2019 is het aangepaste terugtrekkingsakkoord
door de ER vastgesteld. Via een schriftelijke procedure heeft de ER op 29 oktober
de artikel 50 VEU termijn verlengd tot en met uiterlijk 31 januari 2020. Hierbij zal
gelden dat de verlenging eerder wordt beëindigd (per de eerste van de volgende maand)
als beide partijen het terugtrekkingsakkoord eerder ratificeren. Het is de onverminderde
inzet van de regering dat het terugtrekkingsakkoord wordt geratificeerd en in werking
kan treden. Het terugtrekkingsakkoord is de enige optie voor een ordelijk vertrek
van het VK uit de EU en hierin zijn de Nederlandse belangen goed gewaarborgd. Daarnaast
voorziet het terugtrekkingsakkoord in een overgangsperiode. De overgangsperiode geeft
de EU27 en het VK de tijd om te onderhandelen over een of meerdere akkoorden over
de toekomstige relatie en geeft burgers en bedrijven tijd om zich voor te bereiden
op de situatie na het einde van de overgangsperiode.
Over een vrijhandelsovereenkomst kan pas worden onderhandeld nadat het VK is uitgetreden
uit de EU. Dit vergt van de kant van de EU de vaststelling van een mandaat van de
Raad op aanbeveling van de Commissie op grond van artikel 218 VWEU. Gezien de economische
verwevenheid is de inzet van het kabinet dat de EU27 en het VK tot een ambitieuze
en diepgaande toekomstige relatie komen. De politieke verklaring over het kader van
de toekomstige betrekkingen die als bijlage bij het terugtrekkingsakkoord is gevoegd,
biedt hiertoe een solide basis.
C.4 Noord- en Midden-Amerika:
Canada (Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA)):
Het EU-handelsakkoord met Canada (CETA) is tijdens de EU-Canada Top van 30 oktober
2016 ondertekend. Op 15 februari 2017 heeft het Europees Parlement het akkoord goedgekeurd.
De handelsafspraken in het akkoord worden sinds 21 september 2017 voorlopig toegepast.
Daarnaast zijn de goedkeuringsprocessen in de EU-lidstaten opgestart. De Nederlandse
CETA-goedkeuringswet is 5 maart 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd. CETA treedt pas
volledig in werking na ratificatie door Canada, de EU en de 28 EU-lidstaten.
Economisch Partnerschap met de landen in de Cariben (CARIFORUM-EU EPA):
In 2008 zijn de onderhandelingen over de CARIFORUM-EU EPA afgerond, waarna de goedkeuringsprocedures
zijn gestart en de EPA voorlopig wordt toegepast. Nederland heeft het akkoord geratificeerd.
De EPA treedt definitief in werking wanneer alle partijen hebben geratificeerd. De
Europese Commissie werkt momenteel aan een tweede vijfjaarlijkse evaluatie van het
functioneren van het akkoord. Aan implementatie van het akkoord wordt gestaag gewerkt.
Voorts zijn onderhandelingen gaande over de bescherming van geografische aanduidingen.
Op 27–28 november 2019 vindt de negende bijeenkomst plaats van het Comité Handel en
Ontwikkeling. De volgende bijeenkomst van de gezamenlijke CARIFORUM-EU Raad is voorzien
in de eerste helft van 2020.
Mexico (Economic Partnership, Political Coordination and Cooperation (Global Agreement)):
Op 23 mei 2016 heeft de Raad het onderhandelingsmandaat ten behoeve van de modernisering
van het bestaande EU-Mexico Global Agreement uit 1997, dat sinds 2000 in werking is, goedgekeurd. Op 21 april 2018 is er een politiek
akkoord bereikt tussen de Commissie en Mexico. Er wordt nu over de laatste openstaande
punten gesproken, o.a. over subcentrale aanbestedingsprocedures en intellectuele eigendomsrechten.
Tevens vindt de juridische revisie van de tekst plaats. Het definitieve akkoord heeft
vertraging opgelopen, omdat Mexico tot op heden er niet in is geslaagd de toegang
voor de subcentrale aanbestedingsprocedures rond te krijgen. De verwachting is nu
dat begin volgend jaar een finaal akkoord kan worden gesloten tussen de Commissie
en Mexico. Het betreft een «gemengd akkoord». Het akkoord zal daarom worden voorgelegd
aan de EU-lidstaten ter ratificatie.
Het handels- en investeringsdeel van de Global Agreement zet in op 98% liberalisering van de handel in goederen. Voor Nederland is met name
de tariefliberalisering van belang voor landbouwproducten, zoals zuivel, pluimvee,
eierproducten, bloembollen en granen. Ook richt het akkoord zich op het wegnemen van
onnodige belemmeringen, zoals niet-tarifaire obstakels. Voor geschillenbeslechting
is Mexico akkoord gegaan met het voorstel van de EU voor de oprichting van het Investment Court System. Ten opzichte van de bestaande EU-Mexico overeenkomst zijn nu ook anti-corruptiebepalingen
en een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling opgenomen. Ook zal voor het eerst het
maatschappelijk middenveld een rol krijgen in de monitoring van het akkoord.
Verenigde Staten:
De EU en de Verenigde Staten zijn in juli 2013 de onderhandelingen over het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) gestart. Op 17 januari 2017 hebben de Europese Commissie en de US Trade Representative een gezamenlijk rapport opgesteld waarin beschreven staat welke voortgang er in de
onderhandelingen is geboekt.18 De TTIP-onderhandelingen liggen sinds die tijd stil.
Op 15 april 2019 heeft de Raad twee mandaten verleend aan de Europese Commissie om
met de VS te onderhandelen. Het gaat om (1) een mandaat voor onderhandelingen over
een handelsakkoord beperkt tot tariefverlaging voor industriële goederen, inclusief
visserij, en (2) een mandaat voor onderhandelingen over een akkoord met betrekking
tot erkenning van elkaars conformiteitsbeoordeling.19 Met deze mandaten geeft de EU vervolg aan de verklaring tussen president Donald Trump
en voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker van 25 juli 2018.20 Inmiddels zijn de onderhandelingen over conformiteitsbeoordelingen gestart.
C.5 Oceanië:
Australië (EU-Australia Free Trade Agreement):
Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Australië
is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.21 Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie van
de EU. Dit betekent dat investeringsbescherming hiervan is uitgesloten. Op 18 juni
2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Australië officieel begonnen. Er hebben
tot nu toe vijf onderhandelingsrondes plaatsgevonden. De Commissie heeft de verslagen
van de besprekingen gepubliceerd op haar website. De eerste formele onderhandelingsronde
vond plaats van 2 tot en met 6 juli 2018 in Brussel.22 De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 19 tot en met 23 november 2018 in
Canberra23. Ook de derde onderhandelingsronde vond plaats in Canberra, van 25 tot en met 29 maart
2019.24 De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 1 tot en met 5 juli 2019 in Brussel.25 De vijfde onderhandelingsronde vond plaats van 14 tot en met 18 oktober 2019 in Canberra.26
Nieuw-Zeeland (EU-New Zealand Free Trade Agreement):
Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Nieuw-Zeeland
is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.27 Op 21 juni 2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Nieuw-Zeeland officieel
begonnen. Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie
van de EU. Dit betekent dat investeringsbescherming hiervan is uitgesloten. Er hebben
tot nu toe vijf onderhandelingsrondes plaatsgevonden. De Commissie heeft de verslagen
van de onderhandelingen gepubliceerd op haar website. De eerste onderhandelingsronde
vond plaats van 16 tot en met 20 juli 2018 in Brussel.28 De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 8 tot en met 12 oktober 2018 in Wellington.29 De derde onderhandelingsronde vond plaats van 18 tot en met 22 februari 2019 in Brussel.30 De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 13 tot en met 17 mei 2019 in Wellington.31De vijfde onderhandelingsronde vond plaats van 8 tot en met 12 juli 2019 in Brussel.32
Economisch Partnerschap met de landen in de Stille Oceaan (Pacific-EU EPA):
De onderhandelingen met de gehele Stille Oceaan regio over een regionale EPA zijn
nog altijd gaande. Voor Papoea-Nieuw-Guinea, Fiji en Samoa is een interim-EPA van
kracht. Medio 2019 vond de 7e EU-Pacific EPA Trade Committee bijeenkomst plaats. Samoa, dat eind 2018 de status «minst ontwikkeld land» kwijtraakte,
trad per 1 januari 2019 tot het akkoord toe. Het toetredingsproces voor de Solomon-eilanden
wordt naar verwachting begin 2020 afgesloten. Inmiddels is ook de procedure gestart
voor toetreding van Tonga tot deze interim-EPA.
C.6 Zuid-Amerika:
Chili (modernisering associatieakkoord):
Het associatieakkoord tussen de EU en Chili kwam in 2002 tot stand en is in 2005 in
werking getreden. De EU en Chili besloten in 2013 de mogelijkheden te verkennen om
het handelsgedeelte van het bestaande associatieakkoord te moderniseren. Om de toegevoegde
waarde, de omvang en de ambitie te verkennen, werd in 2014 een gezamenlijke werkgroep
opgericht. De Europese Commissie heeft in 2016 de stakeholders consultatie en het
scoping paper afgerond. Op 13 november 2017 werd het onderhandelingsmandaat door de Raad goedgekeurd.
Het mandaat is openbaar.33 De vierde onderhandelingsronde vond plaats in Santiago van 1 tot en met 5 april 2019.
Colombia, Peru en Ecuador (EU-Colombia/Peru/Ecuador Free Trade Agreement):
De onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador
en Peru) over een associatieovereenkomst zijn in juni 2007 van start gegaan op basis
van een mandaat uit april 2007. Deze onderhandelingen zijn in juni 2008 stilgelegd.
In januari 2009 werden, op basis van een nieuw mandaat, onderhandelingen over een
meerpartijen-overeenkomst hervat met Colombia, Ecuador en Peru. Na vier rondes schorste
Ecuador zijn deelname aan de besprekingen. De onderhandelingen werden met Colombia
en Peru in mei 2010 succesvol afgesloten. Voorlopige toepassing geldt met Peru per
maart 2013 en met Colombia per augustus 2013. Vanaf 2014 vonden tussen de EU en Ecuador
onderhandelingen plaats over een protocol van toetreding. De onderhandelingen zijn
op 17 juli 2014 afgerond. Per 1 januari 2017 wordt dit akkoord met Ecuador voorlopig
toegepast. Op 14 december 2018 heeft de ministerraad ingestemd met het opstarten van
de stilzwijgende goedkeuringsprocedure inzake het toetredingsprotocol Ecuador bij
de Handelsovereenkomst. De Kamer heeft op 14 juli 2019 ingestemd met het protocol
van toetreding tot de Handelsovereenkomst; het Koninkrijk der Nederlanden heeft het
toetredingsprotocol vervolgens op 27 juli 2019 (voor het Europese deel van het Koninkrijk)
geratificeerd. Het protocol treedt pas in werking als alle partijen geratificeerd
hebben.
Mercosur (Comprehensive Free Trade Agreement als onderdeel van Association Agreement):
In 2000 zijn de EU en Mercosur gestart met onderhandelingen over een associatieakkoord
met als onderdeel daarvan een handelsakkoord.34 In 2004 werden de onderhandelingen stilgelegd en in 2010 zijn deze hervat. Tussen
2012 en 2015 lagen de onderhandelingen wederom stil. Op 11 mei 2016 hebben de EU en
Mercosur markttoegangsaanbiedingen uitgewisseld en sindsdien hebben meerdere onderhandelingsrondes
plaatsgevonden, waaronder in juni, juli en september 2018. Sinds het aantreden van
de nieuwe Braziliaanse president Bolsonaro benadrukt de Europese Commissie meer dan
voorheen het belang van goede afspraken op het gebied van milieu. Op 29 juni 2019
zijn de onderhandelaars tot een politiek akkoord gekomen, waarbij voorlopige teksten
door de Europese Commissie zijn gepubliceerd. Definitieve vertaalde en juridisch geschoonde
teksten worden in de zomer van 2020 verwacht.35
D. Investeringsakkoorden
Ecuador
Op 29 en 30 april 2019 zijn eerste gesprekken gevoerd met Ecuador. De gesprekken verliepen
in een positieve en constructieve sfeer. Nederland heeft daarbij de nieuwe Nederlandse
inzet gepresenteerd en toegelicht. Ecuador gaf aan open te staan voor een heronderhandeling
van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse modeltekst.
Argentinië
Op 2 en 3 mei 2019 zijn eerste gesprekken gevoerd met Argentinië. De gesprekken verliepen
in positieve en constructieve sfeer. Argentinië gaf aan open te staan voor een heronderhandeling
van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse modeltekst.
Burkina Faso
Het oude investeringsakkoord met Burkina Faso is beëindigd per 1 januari 2019. Burkina
Faso en Nederland hebben de wens uitgesproken om een nieuw modern investeringsakkoord
te sluiten. Op 2 en 3 mei 2019 zijn de eerste gesprekken daartoe gevoerd. Nederland
heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Burkina Faso
heeft met interesse kennisgenomen van de Nederlandse modeltekst en zal een eigen inzet
opstellen.
Verdrag tot beëindiging van de intra-EU investeringsakkoorden
In 2018 begonnen de onderhandelingen over het beëindigen, middels een plurilateraal
verdrag, van alle intra-EU investeringsakkoorden. De aanleiding voor het beëindigen
van alle investeringsakkoorden tussen EU-lidstaten is te vinden in de uitspraak van
het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 maart 2018 in de zaak C-284/16 (het
Achmea-arrest). In zijn uitspraak oordeelt het Hof dat een arbitrageregeling, zoals opgenomen in
het investeringsakkoord, tussen het Koninkrijk en Slowakije in strijd is met het Unierecht.
De uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie raakt niet enkel het investeringsakkoord
tussen het Koninkrijk en Slowakije maar heeft tot gevolg dat alle bilaterale investeringsakkoorden
tussen de EU-lidstaten beëindigd moeten worden.
De onderhandelingen over het beëindigingsverdag duurden langer dan verwacht. Ten behoeve
van het creëren van rechtszekerheid voor arbitragetribunalen en investeerders, hebben
lidstaten van de Europese Unie daarom op 15 januari 2019 een verklaring over de juridische
gevolgen van het Achmea-arrest ondertekend.36 In de verklaring geven de ondertekenende EU-lidstaten ten eerste aan dat ze als gevolg
van de uitspraak de intra-EU investeringsverdragen zullen beëindigen. Ten tweede verklaren
deze EU-lidstaten de arbitrale vonnissen die reeds voor 6 maart 2018 tenuitvoergelegd
zijn, niet te zullen betwisten. Ten derde verklaren de lidstaten om effectieve juridische
bescherming te bieden tegen maatregelen van de staat die onderwerp zijn van lopende
intra-EU investeringsarbitrage zaken. Bovendien wordt in de verklaring nogmaals benadrukt
dat lidstaten onder Unierecht verplicht zijn om te verzekeren dat hun gerechten en
tribunalen voldoen aan de vereisten van effectieve juridische bescherming.
Inmiddels zijn de onderhandelingen over het beëindigingsverdrag afgerond. De tekst
van het verdrag dat nu voorligt is vertaald en zal op korte termijn worden voorgelegd
aan de Rijksministerraad met de vraag in te stemmen met ondertekening. Vervolgens
wordt het beëindigingsverdrag, zo spoedig mogelijk, naar uw Kamer verzonden ter stilzwijgende
goedkeuring.
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.