Brief regering : Verslag van de JBZ-raad van 7 en 8 oktober te Luxemburg
32 317 JBZ-Raad
Nr. 577
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING EN DE
STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2019
Hierbij bieden wij u, mede namens Minister Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
het verslag aan van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken op 7
en 8 oktober te Luxemburg.
En marge van de JBZ-Raad heeft de Minister van Justitie en Veiligheid op 7 oktober
deelgenomen aan het EU Internet Forum. Dit forum heeft als doel misbruik van het internet
door terroristische groepen te adresseren en brengt daartoe EU Ministers, de internet
industrie en andere stakeholders samen. Tijdens het EU Internet Forum stonden nieuwe
dreigingen, zoals gewelddadig rechts-extremisme en de stand van zaken van de Verordening
terroristische online inhoud geagendeerd. Tevens is er steun uitgesproken voor het
EU crisisprotocol, dat is opgesteld ten behoeve van een gecoördineerde EU respons
op aanslagen of dreigingen met een online component. Daarnaast is in dit verband voor
het eerst gesproken over de bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen online.
De Minister heeft met klem opgeroepen om seksuele uitbuiting van kinderen online,
ook op EU niveau te bestrijden.
Tevens attendeert de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid uw Kamer er graag
op dat met de aanbieding van dit verslag van de JBZ-Raad, de bijbehorende geannoteerde
agenda1 en de beantwoording van het schriftelijk overleg over de JBZ-Raad van 7 en 8 oktober
2019 te Luxemburg, is voldaan aan het verzoek van de Vaste Commissie voor Justitie
en Veiligheid van 25 september jl. om reactie op de gezamenlijke intentieverklaring
die is overeengekomen tussen Frankrijk, Duitsland, Italië en Malta tijdens de bijeenkomst
van deze lidstaten op 23 september jl.
Eurostarverbinding Amsterdam-Londen
In het algemeen overleg Spoor op 25 september jl. is toegezegd dat de Kamer wordt
geïnformeerd over de uitkomst van het ministerieel overleg over het vierlandenverdrag
van het Verenigd Koninkrijk, België, Frankrijk en Nederland ten behoeve van de realisatie
van de directe Eurostarverbinding Amsterdam-Londen.
In het ministerieel overleg op 8 oktober in de marge van de Raad is overeenstemming
bereikt over een belangrijk nog openstaand punt met betrekking tot de bevoegdheden
van buitenlandse grenswachters. Op basis daarvan worden op dit moment in de landen
de nodige voorbereidingen getroffen opdat het vierlandenverdrag (Frankrijk, VK, België
en Nederland) en het bilaterale verdrag van het Verenigd Koninkrijk en Nederland voor
het eind van dit jaar kunnen worden ondertekend. De definitieve ingangsdatum is nog
onbekend.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Minister voor Rechtsbescherming
S. Dekker
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
Verslag van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 7 en 8 oktober
2019 te Luxemburg
Belangrijkste resultaten
EU actie tegen corruptie
Het voorzitterschap agendeerde een uitwisseling over de bestrijding van corruptie
in de EU. Hierbij gaf het voorzitterschap aan dat corruptie een complex probleem is
en de democratie ondermijnt. De meeste lidstaten stelden dat de bestrijding van corruptie
een prioriteit is bij het versterken van de rechtsstaat en het wederzijds vertrouwen.
Er was daarom grote steun voor een EU-brede aanpak bij de bestrijding van corruptie.
Dit werd onderstreept door Nederland die aangaf dat een EU-brede strategie van toegevoegde
waarde kan zijn bij het creëren van wederzijds vertrouwen. Nederland benadrukte daarbij
dat bestaande inzet versterkt moet worden, zonder duplicatie van het instrumentarium.
Ook werd de oproep tot het volwaardige lidmaatschap van GRECO breed gedragen, zo ook
door Nederland.
E-evidence
De Commissie deed verslag van de onderhandelingen voor een EU-VS overeenkomst over
grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijs en over de voortgang van de onderhandelingen
over het tweede aanvullend protocol bij het Verdrag van Boedapest inzake cybercriminaliteit.
Beide onderhandelingen worden voortgezet in november.
Enkele lidstaten, waaronder Nederland, onderschreven het belang van de bilaterale
akkoorden als aanvulling op de e-evidence verordening en richtlijn, waarover de triloog
tussen Raad en EP nog moet beginnen. Voor derde landen zouden dezelfde regels moeten
gelden.
Toetreding van de EU tot het EVRM: aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren
De JBZ-Raad stemde in met het hervatten van de onderhandelingen met de Raad van Europa
over de toetreding van de EU tot het EVRM op basis van de voorgelegde aanvullende
onderhandelingsrichtsnoeren. Tevens zullen er parallel aan de onderhandelingen met
de Raad van Europa binnen Raadsverband besprekingen plaatsvinden over EU-interne regels
die de toetreding van de EU tot het EVRM moeten faciliteren.
Grondrechten
De JBZ-Raad stemde in met de Raadsconclusies over 10 jaar Handvest Grondrechten EU.
Het 10-jarig jubileum werd gezien als een uitnodiging aan allen om zich te blijven
inspannen voor de bevordering van fundamentele rechten in de Europese Unie. Nederland
stelde blij te zijn met de duidelijke taal in de Raadsconclusies en riep op om de
inhoudelijke dialoog over grondrechten te blijven voeren.
Tevens vond er een uitwisseling plaats tussen de lidstaten en de directeur van het
Europees bureau voor de grondrechten (FRA) over grondrechten in 2020 en verder. Tijdens
deze discussie dankten de lidstaten het FRA voor haar goede werk op het gebied van
fundamentele rechten. Nederland benoemde de zorgwekkende trend dat gemeenschappelijke
waarden steeds vaker anders worden geïnterpreteerd of zelfs worden bestreden. De EU
moet dit blijven adresseren en Nederland zal zich hiervoor blijven inzetten. Met het
oog op de toekomst vroegen de lidstaten speciaal de aandacht voor het waarborgen van
fundamentele rechten bij verdergaande digitalisering.
Beoordeling van de Gedragscode online hate speech
De Commissie deed kort verslag van de ervaringen met de Gedragscode Online Hate Speech.
Daarbij sprak zij de wens uit dat dit werk wordt voortgezet en monitoring blijft plaatsvinden.
Enkele lidstaten hebben geïntervenieerd en spraken hun steun uit voor de gedragscode.
Het is een belangrijk instrument voor het creëren van meer verantwoordelijkheid bij
platforms. De lidstaten stelden dat de JBZ-Raad hier aandacht voor moet blijven houden.
Raadsconclusies over de strijd tegen seksueel misbruik van kinderen
De JBZ-Raad stemde in met de Raadsconclusies over de strijd tegen seksueel misbruik
van kinderen. Het voorzitterschap presenteerde de raadsconclusies en ging daarbij
in op de schadelijke gevolgen die seksueel misbruik en (online) seksuele uitbuiting
heeft op kinderen. De Commissie stelde dat de Raad met deze raadsconclusies een duidelijke
boodschap geeft tegen seksueel kindermisbruik. Nederland heeft haar uitdrukkelijke
steun voor de raadsconclusies uitgesproken.
Tijdens het door de Commissie georganiseerde EU Internet Forum en marge van de JBZ-Raad,
heeft Nederland ook opgeroepen om seksuele uitbuiting van kinderen online op EU niveau
te bestrijden.
Nieuwe technologieën en interne veiligheid
Het voorzitterschap lichtte de agendering van dit thema toe en gaf daarbij aan dat
in het kader van interne veiligheid aandacht nodig is voor nieuwe technologieën. Het
is essentieel dat er een coördineerde aanpak komt voor technologische ontwikkelingen
zodat synergie ontstaat en overlap wordt voorkomen. De Commissie stelde dat nieuwe
technologieën en interne veiligheid zowel kansen als bedreigingen met zich meebrengen.
Het voorzitterschap heeft in dat kader een voorstel gedaan om beide aspecten nader
te bestuderen. Dit voorstel werd ondersteund door de lidstaten. De lidstaten benadrukten
het belang van een gecoördineerde aanpak. Er mag geen stap terug gedaan worden wat
betreft veiligheid. De meeste lidstaten spraken hun steun uit voor een Innovatie Lab
bij Europol, met name ten behoeve van de analyse van nieuwe ontwikkelingen en informatie-uitwisseling
met de private sector en de academische wereld.
Hybride dreigingen en interne veiligheid
Het voorzitterschap benadrukte dat de bestrijding van hybride dreigingen een nationale
competentie is, met ruimte voor een Europese aanpak. Enkele lidstaten benadrukten
dat nationale bevoegdheden gerespecteerd moeten worden, maar wezen daarbij ook op
het belang van samenwerking en een overkoepelende aanpak. Nederland sprak steun uit
voor een integrale aanpak in samenwerking met de publieke en private sector. Nederland
benadrukte het belang van samenwerking tussen EU instituties en agentschappen zoals
Europol en ENISA om hybride dreigingen te detecteren en te bestrijden. Wat betreft
desinformatie benadrukte Nederland de nationale bevoegdheid. In de Raad Algemene Zaken
van december zal er een beleidsdiscussie plaatsvinden over dit onderwerp en zullen
raadsconclusies worden voorgelegd.
Werklunch – Migratie: stand van zaken
Tijdens de werklunch vond op basis van het achtergrondstuk van het voorzitterschap
een uitwisseling plaats over de ontwikkelingen op de belangrijkste migratieroutes
naar de EU. De sessie spitste zich vooral toe op de actuele situatie op de Oostelijke
Mediterrane Route (vanuit Turkije richting Griekenland en Cyprus) en op de intentieverklaring
van Malta, Italië, Duitsland en Frankrijk over ontscheping.
Nederland wees op het belang van het adresseren van de problematiek op álle belangrijke
migratieroutes naar de EU, alsmede op de problematiek van secundaire migratie. Nederland
onderstreepte de urgentie dat de nieuwe Commissie spoedig met voorstellen komt zodat
het GEAS voldoende mogelijkheden biedt om migratiestromen onder controle te brengen.
Veiligheid en Justitie, Grondrechten en Burgerschap
I. Justitie, Grondrechten en Burgerschap
1. EU actie tegen corruptie
= Uitwisseling van standpunten
Het voorzitterschap gaf bij aanvang van de uitwisseling aan dat corruptie een complex
probleem is en de democratie ondermijnt. Het versterken van wederzijds vertrouwen
staat hierbij centraal. Het voorzitterschap lichtte vervolgens kort de vragen uit
het voorliggende paper toe. Is er behoefte aan een Europese strategie of actieplan
voor een gecoördineerde, alomvattende en coherente aanpak van het voorkomen en bestrijden
van corruptie in de EU en de lidstaten? Hoe kan de EU de door de internationale corruptiebestrijdingsmechanismen
verzamelde informatie efficiënter gebruiken? Hoe kan de EU een grotere rol spelen
in de wereldwijde strijd tegen corruptie? Moet de EU een volwaardig lid van de Greco
te worden?
De Commissie gaf aan dat er veel vooruitgang is geboekt in de strijd tegen corruptie
en noemde daarbij onder andere de aanpak van witwassen en bescherming van klokkenluiders.
Ook is het EOM opgericht mede ten behoeve van de strijd tegen corruptie. Tevens gaf
de Commissie aan dat zij al bezig is met de EU bijdrage voor de VN Conventie tegen
Corruptie in april 2021. De Commissie benadrukte tot slot dat de strijd tegen corruptie
essentieel is in het beschermen van de rechtsstaat.
De meeste lidstaten steunden het voorzitterschapspaper. De bestrijding van corruptie
is een prioriteit bij het versterken van de rechtsstaat en het wederzijds vertrouwen.
Ook zagen de meeste lidstaten de toegevoegde waarde van een EU-brede aanpak, met nadruk
op een doeltreffende toepassing van bestaande instrumenten en onderlinge informatie-uitwisseling.
Vrijwel alle lidstaten, inclusief Nederland, spraken zich uit voor een volwaardig
lidmaatschap van de EU van GRECO.
Nederland benadrukte dat zowel op EU-niveau als op het niveau van de lidstaten inspanning
geleverd moet worden in de strijd tegen corruptie. Bestaande inzet moet versterkt
worden zonder dat er duplicatie van het instrumentarium is. Nederland gaf aan dat
een EU-brede strategie of actieplan met een rol voor de Commissie van toegevoegde
waarde kan zijn bij het creëren van wederzijds vertrouwen.
Het voorzitterschap concludeerde dat er een grote meerderheid is voor een EU-brede
aanpak bij de bestrijding van corruptie. Het voorzitterschap onderschreef het belang
van toegevoegde waarde bij nieuwe initiatieven en doeltreffende implementatie van
bestaande instrumenten. Ook herhaalde het voorzitterschap de breed gedragen oproep
tot volwaardig lidmaatschap van de EU bij GRECO.
2. Eurojust: De strijd tegen grensoverschrijdende criminaliteit versterken
a) Conclusies over Eurojust
= Aanname
De JBZ-Raad stemde in met de raadsconclusies over de rol en positie van Eurojust.
Deze worden jaarlijks vastgesteld, mede op basis van het jaarverslag van Eurojust.
Enkele lidstaten spraken daarbij hun expliciete steun voor de inhoud van de conclusies
uit.
b) Gerechtelijk register voor terrorismebestrijding
= Presentatie door Eurojust
Eurojust presenteerde het CT register en bedankte de lidstaten, waaronder Nederland,
die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van dit register. Eurojust benoemde de
samenwerking tussen Eurojust, Europol en EOM en onderstreepte dat er meer gebruik
gemaakt kan worden van de mogelijkheden die Eurojust biedt. Hierbij deed Eurojust
de oproep voldoende middelen ter beschikking te stellen om zijn taak uit ten aanzien
van de nieuwe uitdagingen en veiligheidsbedreigingen uit te kunnen voeren.
De Commissie onderstreepte het belang van het CT register en riep de lidstaten op
er gezamenlijk voor te zorgen dat Eurojust de mogelijkheid krijgt om zijn rol doeltreffend
te blijven vervullen.
3. E-evidence
a) Onderhandelingen voor een EU-VS overeenkomst inzake grensoverschrijdende toegang
tot elektronisch bewijsmateriaal voor justitiële samenwerking in strafzaken
b) Onderhandelingen voor het tweede aanvullend protocol bij het Verdrag van Boedapest
inzake cybercriminaliteit
= Voortgangsrapportage
De Commissie deed verslag van de onderhandelingen voor een EU-VS overeenkomst over
grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijs en over de voortgang van de onderhandelingen
over het tweede aanvullend protocol bij het Verdrag van Boedapest inzake cybercriminaliteit.
In een eerste overleg met de VS voor een EU-VS overeenkomst over grensoverschrijdende
toegang tot elektronisch bewijs heeft de Commissie de voortgang van de onderhandelingen
toegelicht. Zowel de Commissie als de VS hebben hun eerste standpunten kunnen uitwisselen.
In november volgt een tweede onderhandelingsronde.
Enkele lidstaten, waaronder Nederland, onderschreven het belang van de bilaterale
akkoorden als aanvulling op de e-evidence verordening en richtlijn, waarover de triloog
tussen Raad en EP nog moet beginnen. Voor derde landen zouden dezelfde regels moeten
gelden. Tevens vroegen deze lidstaten of er in de gesprekken met de VS is gesproken
over een vorm van een notificatieprocedure, over de wijze waarop de VS omgaat met
verkeersgegevens en inhoudsgegevens, alsmede over het opvragen van gegevens in real
time. De Commissie gaf aan dat deze onderwerpen niet zijn besproken.
De Commissie informeerde de Raad over de gesprekken in het kader van het tweede aanvullend
protocol bij het Verdrag van Boedapest. Over enkele ontwerpbepalingen is voorlopige
overeenstemming bereikt.
Het voorzitterschap dankte de lidstaten voor hun inbreng meldde ten slotte dat in
de JBZ-Raad van december de voortgang van de onderhandelingen wederom geagendeerd
zal worden.
4. EOM: de oprichting van het Europees Openbaar Ministerie
= Voortgangsrapportage
Het voorzitterschap informeerde de lidstaten bij dit agendapunt over de laatste stand
van zaken met betrekking tot de voorbereidingen van de feitelijke start van het EOM.
Belangrijkste ontwikkeling is het bereikte akkoord tussen de Raad en het EP over de
benoeming van de Europese hoofdaanklager. Het voorzitterschap meldde dat op 14 oktober
in de Landbouw- en Visserijraad de benoeming formeel door de Raad zal worden aangenomen.
De benoeming van de Europese aanklagers is nu van belang. Het voorzitterschap meldde
dat vier lidstaten nog geen kandidaat hebben voorgedragen en riep hen op snel te handelen.
De Commissie zei uit te kijken naar de benoeming van de hoofdaanklager, aangezien
dan een aantal belangrijke beslissingen genomen kan worden. Tevens wees de Commissie
op een aantal ingebrekestellingen die zijn uitgestuurd in relatie tot de richtlijn
betreffende de bescherming van de financiële belangen van de EU (PIF-richtlijn), die
ook van belang is voor het EOM.
De lidstaten hebben naar aanleiding van deze informatie niet geïntervenieerd.
5. EU toetreding tot het EVRM: aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren
= Aanname
De JBZ-Raad bevestigde opnieuw voorstander te zijn van de toetreding van de EU tot
het EVRM en stemde in met het hervatten van de onderhandelingen met de Raad van Europa
op basis van de voorgelegde aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren.
In de vastgestelde aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren wordt rekening gehouden
met advies 2/13 van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarin het Hof heeft
geoordeeld dat het ontwerptoetredingsverdrag op meerdere punten onverenigbaar is met
het Unierecht.
De JBZ-Raad nam voorts kennis van het feit dat parallel aan de onderhandelingen met
de Raad van Europa binnen Raadsverband besprekingen zullen plaatsvinden over EU-interne
regels die de toetreding van de EU tot het EVRM moeten faciliteren.
6. Werklunch: versterking van de rechten van slachtoffers
Bij de werklunch is het rapport van mw. Milquet over rechten van slachtoffers besproken.
De lidstaten stonden in algemene zin positief tegenover de aanbevelingen uit dit rapport.
In de diverse interventies werden door de lidstaten verschillende elementen uit het
rapport uitgelicht. Nederland vroeg daarbij aandacht voor de positie van slachtoffers
bij grensoverschrijdende uitkeringen door fondsen.
7. Grondrechten
a) Conclusies over het 10-jarige jubileum van het Handvest van de Grondrechten van
de EU: stand van zaken en toekomstig werk
= Aanname
De JBZ-Raad stemde in met de raadsconclusies over het 10-jarig jubileum van het Handvest
van de Grondrechten van de EU.
Het voorzitterschap lichtte bij aanvang van dit agendapunt kort de inhoud van de Raadsconclusies
toe.
De Commissie verwelkomde de raadsconclusies, waarin de rol van de verschillende actoren
bij de tenuitvoerlegging van het Handvest wordt beschreven. Ook kondigde de Commissie
aan dat er in november een evenement is om de mijlpaal van het 10-jarige bestaan te
vieren. Na dit evenement zal de Commissie conclusies aannemen die kunnen bijdragen
aan de verdere discussie over het Handvest.
Nederland gaf aan blij te zijn met de duidelijke taal in de raadsconclusies. Het 10-jarig
jubileum is een uitnodiging aan allen om zich te blijven inspannen voor de bevordering
van de fundamentele rechten in de Europese Unie. Ook vroeg Nederland expliciet aandacht
voor het blijven voeren van een inhoudelijke dialoog over grondrechten.
Het voorzitterschap concludeerde dat de Raadsconclusies zijn aangenomen en gaf aan
dat in de JBZ-Raad van december dit onderwerp wordt geagendeerd op basis van resultaten
van het evenement bij gelegenheid van het 10-jarige bestaan van het Handvest.
b) Grondrechten uitdagingen in 2020 en verder
= Uitwisseling van standpunten met directeur van het Europees bureau voor de grondrechten
(FRA)
De uitwisseling van standpunten werd geopend met een videoboodschap van commissaris
Jourová waarin zij de Raad dankte voor de nauwe samenwerking de afgelopen jaren. De
directeur van het grondrechten agentschap (FRA) O’Flaherty vroeg vervolgens aandacht
voor vijf uitdagingen. Te weten de toegang tot het recht, het recht van slachtoffers
van misdrijven, opleidingen voor personen die in de rechtelijke keten werken ten behoeve
van een effectieve rechtsstaat en onafhankelijke rechtspraak, het onder de aandacht
brengen van mensenrechten en grondrechtenbescherming, en het investeren in de nationale
«infrastructuur» van mensenrechten en grondrechten. Daarnaast benoemde O’Flaherty
de uitdagingen op het gebied van fundamentele rechten en digitalisering.
De Commissie dankte het FRA voor het goede werk op het gebied van grondrechten. Daarnaast
vroeg de Commissie aandacht voor gerelateerde dossiers zoals desinformatie en fundamentele
rechten in de digitale wereld.
Ook de lidstaten dankten het FRA voor haar werk. In de discussie vroegen veel lidstaten
aandacht voor de consequenties van digitalisering voor grondrechtenbescherming. Verder
wees een ruime meerderheid van de lidstaten op het belang dat overheden op actieve
wijze fundamentele rechten blijven bevorderen en beschermen. Ook benoemden de lidstaten
het belang van rechtsstatelijkheid en het versterken van de rechtsstaat en de fundamentele
rechten.
Nederland sprak waardering uit voor het werk van het FRA en van commissaris Jourová.
Ook uitte Nederland de zorg dat gemeenschappelijke waarden zoals rechtsstatelijkheid,
democratie en de bescherming van fundamentele rechten steeds vaker anders worden geïnterpreteerd
of zelfs bestreden. Dit is een zeer zorgwekkende trend, die de EU in haar discussies
moet (blijven) adresseren. Nederland zal zich hiervoor blijven inzetten.
Het voorzitterschap concludeerde dat de Raad het essentiële belang van bescherming
van fundamentele rechten in de EU erkende. Aan het handhaven en versterken van grondrechten
moet gewerkt blijven worden. Rechtsstaat en democratie moeten beschermd worden. Hierbij
noemde het voorzitterschap het waarborgen van fundamentele rechten bij verdergaande
digitalisering.
8. Beoordeling van de Gedragscode inzake haatzaaiende uitlatingen op het internet
= Voortgangsrapportage
Het voorzitterschap leidde dit agendapunt in en gaf daarbij aan dat uit de beoordeling
van de Gedragscode inzake haatzaaiende uitlatingen op het internet naar voren is gekomen
dat IT-bedrijven erin slagen sneller illegaal materiaal offline te halen.
De Commissie deed kort verslag van de ervaringen met de Gedragscode inzake haatzaaiende
uitlatingen op het internet en gaf daarbij aan dat het een effectief instrument is.
De Commissie sprak de wens uit dat het werk op dit gebied wordt voortgezet en monitoring
blijft plaatsvinden. Daarnaast moet rekening worden gehouden met nationale wetgevingsinitiatieven.
Tevens benoemde de Commissie dat er nieuwe verbanden gelegd moeten worden met andere
vormen van uitingen die de democratie kunnen destabiliseren.
Enkele lidstaten hebben geïntervenieerd en spraken hun steun uit voor de gedragscode.
Het is een belangrijk instrument voor het creëren van meer verantwoordelijkheid bij
platforms. De lidstaten spraken uit dat de JBZ-Raad hier aandacht voor moet blijven
houden.
Het voorzitterschap dankte de Commissie en de lidstaten voor het delen van ervaringen.
Het voorzitterschap stelde dat er politieke verantwoordelijkheid moet worden genomen
en sprak de hoop uit dat de nieuwe Commissie dit onderwerp hoog op de agenda houdt.
9. Overige onderwerpen
a) Mededeling Gegevensbeschermingsregels als basis voor vertrouwen in de EU en daarbuiten
= Informatie van de Commissie
De Commissie gaf een korte toelichting op de toepassing van de Algemene Verordening
Gegevensbescherming (AVG) in de lidstaten aan de hand van de mededeling waarin de
stand van zaken van de toepassing van de AVG wordt geschetst. De Commissie gaf aan
dat er nog steeds ruimte is voor verbetering bij de toepassing van de AVG. Deze mededeling
is een eerste stap in de richting van het formele rapport over de toepassing van de
AVG dat in 2020 zal worden gepubliceerd.
b) Conferentie over het verbeteren van LHBTI gelijkheid in de EU (Brussel, 23–24 september
2019)
= Informatie van de Commissie
De Commissie gaf een korte terugkoppeling op de conferentie over het verbeteren van
LHBTI gelijkheid in de EU. De conferentie bood een goede gelegenheid maatregelen te
evalueren die zijn genomen om gelijkheid te bevorderen. Besproken is wat de uitdagingen
op dit terrein zijn en hoe die het hoofd kunnen worden geboden. De Commissie meldde
dat er in 2020 resultaten van een groot onderzoek naar de gelijkheid van LHBTI’s beschikbaar
zullen komen.
c) Conferentie over democratie, rechtsstatelijkheid en grondrechten (Helsinki, 10–11 september
2019)
= Informatie van het voorzitterschap
Het voorzitterschap gaf een korte terugkoppeling over de conferentie over democratie,
rechtsstatelijkheid en grondrechten en verwees naar de naar de conclusies die na afloop
van de Conferentie zijn vastgesteld. Hierbij werd benadrukt dat de rechtsstaat niet
vanzelfsprekend is en versterkt moet worden. Ook werd benadrukt dat lidstaten en instellingen
samenwerken en dat hierbij het maatschappelijke middenveld en de burgers worden betrokken.
II. Binnenlandse Zaken, Asiel en Migratie
1. Raadsconclusies over de strijd tegen seksueel misbruik van kinderen
= Aanname
De JBZ-Raad stemde in met de Raadsconclusies over de strijd tegen seksueel misbruik
van kinderen.
Het voorzitterschap presenteerde de raadsconclusies en ging daarbij in op de schadelijke
gevolgen die seksueel misbruik en (online) seksuele uitbuiting heeft op kinderen.
Het voorzitterschap noemde instrumenten die de strijd tegen seksueel misbruik van
kinderen versterken, waaronder EU en andere internationale wetgeving, samenwerking
met de industrie, versterking van de werkzaamheden van rechtshandhavingsautoriteiten
en het werk van Europol en Eurojust.
De Commissie verwelkomde de Raadsconclusies en stelde dat met deze conclusies de Raad
een duidelijke boodschap afgeeft tegen seksueel kindermisbruik. Hierbij benoemde de
Commissie een aantal maatregelen die de aanpak verder kunnen verstevigen. Zo is preventie
van groot belang en moet de bestaande Richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik
en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie goed geïmplementeerd worden.
Tevens verwees de Commissie naar de discussie in het EU internet forum, dat en marge
van de JBZ-Raad heeft plaatsgevonden, waarin dit onderwerp voor het eerst werd besproken.
Nederland sprak uitdrukkelijke steun uit voor de Raadsconclusies en bedankte het voorzitterschap
voor de agendering van dit onderwerp. Hierbij riep Nederland op met urgentie de Raadsconclusies
in concrete acties om te zetten.
Het voorzitterschap concludeerde dat er brede steun was voor de Nederlandse oproep.
Tijdens het door de Commissie georganiseerde EU Internet Forum en marge van de JBZ-Raad,
heeft de Minister van Justitie en Veiligheid ook opgeroepen om seksuele uitbuiting
van kinderen online op EU niveau te bestrijden. Daarnaast heeft de Minister de Nederlandse
meersporen-aanpak van seksueel kindermisbruik uiteengezet. Naast de versterking van
de strafrechtelijke aanpak, heeft hij opgeroepen ook prioriteit te geven aan preventiebeleid
en aan een sterke publiek-private samenwerking.
2. Terrorismebestrijding: gewelddadig rechts-extremisme en terrorisme
= Beleidsdebat
Het voorzitterschap lichtte de agendering van dit onderwerp toe door te melden dat
er behoefte bestond gewelddadig rechts-extremisme in al zijn vormen te bespreken.
Ondanks de lage dreiging, is er sprake van een structurele stijging van incidenten.
De Commissie riep op in het kader van de online verspreiding van het gedachtegoed
over te gaan tot snelle aanvaarding van de Verordening ter voorkoming van de verspreiding van online terroristische inhoud (TCO verordening). Daarbij gaf de Commissie wel aan dat er al instrumenten bestaan, zoals de Richtlijn
inzake terrorismebestrijding.
Verschillende lidstaten presenteerden hun nationale dreigingsbeeld en aanpak. Vaak
werd de dreiging van eenlingen genoemd en dat de dreiging van gewelddadig rechts-extremisme
niet altijd haatmisdrijven of terrorisme betreft. Een aantal lidstaten sprak hun steun
uit voor snelle aanvaarding van de TCO verordening.
Nederland bevestigde dat de dreiging vooral uitgaat van eenlingen. Ook riep Nederland
op de nationale bevoegdheid op het terrein van veiligheid te respecteren. Wel ziet
Nederland graag een uitwisseling van standpunten en gedeeld beeld over het fenomeen
gewelddadig rechts-extremisme.
Het voorzitterschap concludeerde dat dit onderwerp verder besproken moet worden en
dat de JBZ-Raad waar nodig geïnformeerd moet blijven.
3. Nieuwe technologieën en interne veiligheid
= beleidsdebat
Het voorzitterschap leidde het beleidsdebat in door aan te geven dat in het kader
van interne veiligheid aandacht nodig is voor nieuwe technologieën. Het is essentieel
dat er een gecoördineerde aanpak komt voor technologische ontwikkelingen zodat synergie
ontstaat en overlap wordt voorkomen. Eerdere discussies hebben aangetoond dat een
Innovatie Lab bij Europol hiertoe een geschikte structuur zou zijn.
De Commissie stelde dat nieuwe technologieën zowel kansen als bedreigingen met zich
meebrengt voor de interne veiligheid. De Commissie sprak daarbij haar steun uit voor
de aanpak van het voorzitterschap om de kansen en risico’s van nieuwe technologieën
te agenderen. Ook steunde de Commissie de suggestie om Europol een rol te geven. Hierna
ging de Commissie in op de specifieke terreinen zoals 5G en AI. Over het algemeen
gaf de Commissie aan dat er evenwicht moet komen in het kennis niveau over deze nieuwe
technologieën en de soms conflicterende belangen van onder andere ethiek en veiligheid.
De lidstaten benadrukten het belang van een gecoördineerde aanpak. Er mag geen stap
terug gedaan worden wat betreft veiligheid. De meeste lidstaten spraken hun steun
uit voor een Innovatie Lab bij Europol, met name ten behoeve van de analyse van nieuwe
ontwikkelingen en informatie-uitwisseling met de private sector en de academische
wereld. Hierbij gaven enkele lidstaten wel aan dat het mandaat van Europol hierop
aangepast moet worden en dat er voldoende financiering moet zijn voor het uitvoeren
van deze taak.
Het voorzitterschap concludeerde dat de discussie verder wordt gevoerd en dat het
onderwerp terug zal komen in de JBZ-raad van december 2019.
4. Hybride dreigingen en interne veiligheid
= Beleidsdebat
Het voorzitterschap benadrukte dat de bestrijding van hybride dreigingen een nationale
competentie is, met ruimte voor een Europese aanpak. Uit de inventarisatie van het
voorzitterschap is gebleken dat alle JBZ-agentschappen een rol spelen bij de bestrijding
van hybride dreigingen, afhankelijk van hun mandaat. Ook werd het belang van meer
informatie-uitwisseling duidelijk naar voren gebracht.
Enkele lidstaten benadrukten dat nationale bevoegdheden gerespecteerd moeten worden,
maar wezen daarbij ook op het belang van samenwerking en een overkoepelende aanpak.
Nederland sprak steun uit voor een integrale aanpak in samenwerking met de publieke
en private sector. Het ontwikkelen en onderhouden van een goede informatiepositie
op EU-niveau noemde Nederland hierbij essentieel. Nederland benadrukte het belang
van samenwerking tussen EU instituties en agentschappen zoals Europol en ENISA om
hybride dreigingen te detecteren en te bestrijden. Hierbij is het van groot belang
dat taken van de agentschappen helder zijn en binnen de bestaande mandaten vallen.
Wat betreft desinformatie benadrukte Nederland de nationale bevoegdheid. Zoals in
het EU actieplan voor desinformatie wordt benadrukt, behoeft de bestrijding van desinformatie
een multi-stakeholder aanpak. Bij online desinformatie door statelijke actoren is
een nationale respons geoorloofd. Nederland sprak tot slot steun uit voor de uitwisseling
van best practices met het oog op strategische communicatie.
Het voorzitterschap gaf aan dat dit onderwerp verder wordt besproken. In de Raad Algemene
Zaken van december zal er een beleidsdiscussie plaatsvinden over dit onderwerp en
zullen raadsconclusies worden voorgelegd.
5. Overige onderwerpen
a) Partnerschap voor veiligheid en stabiliteit in de Sahel (P3S)
= Informatie van Frankrijk
Frankrijk lichtte kort toe waarom het Frans-Duitse P3S-initiatief is opgericht. De
EU zet zich op verschillende manieren in voor het versterken van de binnenlandse veiligheid
in de Sahelregio, zoals met capaciteitsopbouwmissies in Mali en Niger. P3S moet bijdragen
aan de coördinatie van verschillende internationale inspanningen op dit gebied, en
waar nodig dit uitbreiden of aanvullen. Frankrijk riep alle lidstaten op om het initiatief
te ondersteunen. Nederland heeft het P3S-initiatief reeds verwelkomd.
b) Mogelijke restrictie op het gebruik van lood in munitie
= Informatie van Tsjechië
Tsjechië lichtte toe dat aan het Europees Chemicaliën Agentschap is gevraagd een verbod
op lood in munitie uit te vaardigen waarbij een vrijstelling is voorzien voor het
leger, niet voor politie- en veiligheidsdiensten. Tsjechië gaf hierbij aan de bredere
sociaaleconomische gevolgen van een dergelijk verbod te zullen wegen en riep de lidstaten
op hier ook aandachtig naar te kijken.
De Commissie dankte Tsjechië voor de agendering. Commissie-diensten die gaan over
wetshandhaving en veiligheid zullen volledig betrokken worden bij de verdere analyse
van de problematiek rondom lood in munitie. De mogelijke gevolgen voor de veiligheid
zullen zeker worden meegewogen en rechtshandhavingsactiviteiten zullen niet belemmerd
worden.
Geen van de lidstaten hebben op basis van deze toelichting geïntervenieerd.
c) Oostmediterrane migratieroute – initiatief van Bulgarije, Cyprus en Griekenland
= Informatie van Griekenland
Griekenland vroeg, mede namens Bulgarije en Cyprus, aandacht van de Commissie en de
lidstaten voor de toenemende migratiedruk die Bulgarije, Cyprus en Griekenland ervaren
door de stijging in aankomsten op de Oostelijke Mediterrane route.
6. Werklunch – Migratie: stand van zaken
= Uitwisseling van standpunten
Op basis van een document van het voorzitterschap2 vond een discussie plaats over de ontwikkelingen op de belangrijkste migratieroutes
naar de EU. De discussie spitste zich vooral toe op de actuele situatie op de Oostelijke
Mediterrane Route (vanuit Turkije richting Griekenland en Cyprus) en op de intentieverklaring
van Malta, Italië, Duitsland en Frankrijk over ontscheping.
De Commissie leidde de discussie in door haar zorgen te uiten over de ontwikkelingen
op de Oostelijke Mediterrane route. De Commissie wees daaropvolgend op een aantal
aandachtspunten om de situatie aldaar te verbeteren. Zo meldde de Commissie dat Griekenland
meer terugkeer zal moeten realiseren naar Turkije onder de EU-Turkije Verklaring.
In dat verband, maar ook in verband met het breken van het business model van mensensmokkelaars
op deze route, benadrukte de Commissie het belang van de samenwerking met Turkije.
Wat betreft de ontwikkelingen op de Centraal Mediterrane route, ging de Commissie
in op de intentieverklaring van Italië, Malta, Duitsland en Frankrijk over ontscheping.
De verklaring zou een tijdelijke oplossing bieden waar lidstaten zich op vrijwillige
basis aan kunnen committeren. Verder noemde de Commissie dat evacuatie vanuit Libië
naar het nieuwe Emergency Transit Mechanism in Rwanda van start is gegaan.
Tot slot wees de Commissie op de significante daling in aankomsten in Spanje via de
Westelijke Mediterrane route. Deze daling is het resultaat van de goede samenwerking
tussen Spanje en Marokko.
Na de inleiding van de Commissie volgde een uitgebreide ronde onder de lidstaten.
Meerdere lidstaten uitten hun zorgen over de ontwikkelingen op de Oostelijke Mediterrane
route, waarbij de reacties aansloten op de constateringen van de Commissie. De uitvoering
van de EU-Turkije Verklaring is van onverminderd belang. In het verlengde daarvan
vroeg een aantal lidstaten tevens aandacht voor de toegenomen migratiedruk op de Westelijke
Balkan route.
Tijdens de tafelronde bleek dat de standpunten van de lidstaten ten opzichte van de
intentieverklaring over ontscheping niet gewijzigd zijn. Om verschillende redenen,
waaronder met name de zorg dat een dergelijk mechanisme een pull-factor zou kunnen
vormen, heeft slechts een beperkt aantal lidstaten zich aangesloten bij de verklaring.
In diverse interventies werd naast de toegenomen druk op de EU buitengrenzen, gewezen
op de migratiedruk die lidstaten van bestemming ervaren door voortdurende en inmiddels
weer toenemende secundaire migratie. Deze ontwikkelingen vergrootten het gevoel van
urgentie bij de lidstaten om tot een daadwerkelijk structurele oplossing te komen
voor de migratieproblematiek in den brede. Voor die oplossing werd door een groot
aantal lidstaten gekeken naar de nieuwe Commissie en benadrukt dat zij spoedig met
voorstellen voor de hervorming van het Gemeenschappelijk Europees Asiel Systeem (GEAS)
zou moeten komen.
Nederland heeft tijdens de tafelronde gewezen op het belang van het adresseren van
de problematiek op álle belangrijke migratieroutes naar de EU, alsmede op de problematiek
van secundaire migratie. Het huidige GEAS biedt onvoldoende mogelijkheden om migratiestromen
onder controle te brengen. Nederland heeft dan ook de urgentie onderstreept dat de
nieuwe Commissie spoedig met voorstellen komt. Ten aanzien van de intentieverklaring
over ontscheping, heeft Nederland uitgedragen dat Nederland samen wil werken aan een
structurele oplossing voor ontscheping. De intentieverklaring biedt hier helaas onvoldoende
perspectief op.
In de marge van de Raad heeft de Staatssecretaris meerdere gesprekken gevoerd met
ambtsgenoten, onder wie de Griekse Minister voor Migratiebeleid. In dit laatste gesprek
is het belang benadrukt van het doorvoeren van structurele aanpassingen van het asielsysteem
in Griekenland om de situatie aldaar duurzaam te verbeteren. Onder belangrijke structurele
aanpassingen vallen met name het verbeteren van de opvangomstandigheden, het versnellen
van de asielprocedures, het voorkomen van illegale doorreis en het bevorderen van
terugkeer.
7. Implementatie van Interoperabiliteit
= Uitwisseling van standpunten
Het voorzitterschap gaf aan dat er veel werk is verricht op zowel de interoperabiliteitssystemen
als de afzonderlijke systemen, zoals EES, ETIAS en ECRIS-TCN. Hierbij benadrukte het
voorzitterschap de complexiteit van het implementatietraject. In dat kader riep het
voorzitterschap de lidstaten op de nationale coördinatie tussen de vele actoren goed
te organiseren en hiervoor voldoende middelen en capaciteit beschikbaar te stellen.
De Commissie blikte terug op de afgelopen jaren waarin grote stappen zijn gezet ter
verbetering van het grensbeheer en versterking van de interne veiligheid. De komende
jaren zal de implementatie doorslaggevend zijn voor het behalen van concrete resultaten.
De Commissie gaf aan een scoreboard te ontwikkelen om de voortgang te monitoren. Deze
zal worden voorgelegd in de JBZ-Raad van december.
Geen van de lidstaten hebben op basis van deze toelichting geïntervenieerd.
8. Overige onderwerpen
a) Implementatie van de herziening Europese Grens- en Kustwacht Verordening
= Informatie van het voorzitterschap
Het voorzitterschap blikte kort terug op de onderhandelingen over de Europese Grens-en
Kustwacht (EGKW) Verordening die voor de zomer zijn afgerond. Daarbij benadrukten
het voorzitterschap en de Commissie de noodzaak om de Verordening spoedig te implementeren.
Hiertoe zijn door de Commissie al stappen ondernomen, zoals het organiseren van expertbijeenkomsten.
Geen van de lidstaten hebben op basis van deze toelichting geïntervenieerd.
III. Gemengd comité
9. Implementatie van Interoperabiliteit
= Uitwisseling van standpunten
Zie boven.
10. Overige onderwerpen
a) Implementatie van de herziening Europese Grens- en Kustwacht Verordening
= Informatie van het voorzitterschap
Zie boven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid