Brief regering : Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Oostenrijk met betrekking tot de oprichting en werking van het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD), zoals gewijzigd bij het Verdrag van 27 maart 1996, het Verdrag van 26 april 1996 en van het Verdrag van 25 juni 2003, en zoals aangevuld door het Verdrag van 26 mei 2014; Wenen, 1 juni 1993
35 332 Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Oostenrijk met betrekking tot de oprichting en werking van het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD), zoals gewijzigd bij het Verdrag van 27 maart 1996, het Verdrag van 26 april 1996 en het Verdrag van 25 juni 2003, en zoals aangevuld door het Verdrag van 26 mei 2014; Wenen, 1 juni 1993
A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
6 november 2019.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt
onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden
van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven
uiterlijk op 6 december 2019.
Aan de voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2019
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van
de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb
ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 1 juni 1993
te Wenen tot stand gekomen Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek
Oostenrijk met betrekking tot de oprichting en werking van het Internationaal Centrum
voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD), zoals gewijzigd bij het Verdrag van
27 maart 1996, het Verdrag van 26 april 1996 en van het Verdrag van 25 juni 2003,
en zoals aangevuld door het Verdrag van 26 mei 2014 (Trb. 2019, 92).
Een toelichtende nota bij het verdrag treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt voor het Europese deel van Nederland gevraagd.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
TOELICHTENDE NOTA
1. Inleiding
Het International Centre for Migration Policy Development (ICMPD) is een in Wenen gevestigde internationale organisatie die haar lidstaten
ondersteuning biedt bij de ontwikkeling en implementatie van een innovatief, geïntegreerd
en duurzaam migratiebeleid. De door het ICMPD geboden ondersteuning is gebaseerd op
drie pijlers: het verrichten van onderzoek, het faciliteren van capaciteitsopbouw
in met name derde landen en het ondersteunen van migratiedialogen. Het ICMPD is actief
in meer dan 90 landen in Europa, Azië en Afrika en het beschikt daartoe over een netwerk
van meer dan 20 operationele vertegenwoordigingen en projectkantoren.
Het ICMPD werd oorspronkelijk in 1993 opgericht als een bilateraal samenwerkingsverband
tussen Oostenrijk en Zwitserland, maar is inmiddels uitgegroeid tot een internationale
organisatie met 17 lidstaten in hoofdzakelijk Centraal- en Oost-Europa, waaronder
12 lidstaten van de Europese Unie.1 In de nabije toekomst hoopt het ICMPD nog verder uit te kunnen breiden met een aantal
staten in Noord- en West-Europa en in dat verband zijn er in de afgelopen jaren verkennende
gesprekken gevoerd met onder andere Nederland en Duitsland. De Duitse Bondsregering
heeft inmiddels besloten om toe te treden tot het ICMPD.
Aangezien er voor Nederland belangrijke voordelen verbonden zijn aan het lidmaatschap
van het ICMPD, heeft de Nederlandse regering op 18 oktober 2018 een Declaration of Intent ondertekend, waarin zij heeft aangegeven geïnteresseerd te zijn om lid te worden
van deze internationale organisatie, door toe te treden tot het op 1 juni 1993 te
Wenen tot stand gekomen Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Oostenrijk
met betrekking tot de oprichting en werking van het Internationaal Centrum voor de
ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD), zoals gewijzigd bij het Verdrag van 27 maart
1996, het Verdrag van 26 april 1996 en het Verdrag van 25 juni 2003, en zoals aangevuld
door het Verdrag van 26 mei 2014 (Trb. 2019, nr. 92, hierna: «het ICMPD-verdrag»). Met het oog op de toetreding van het Koninkrijk der
Nederlanden tot het ICMPD, wordt dit verdrag hierbij ter parlementaire goedkeuring
aangeboden.
2. Het ICMPD in vogelvlucht
De post-1989 migratiecrisis was voor Oostenrijk en Zwitserland de aanleiding om in
1993 het ICMPD op te richten. Het ICMPD-verdrag werd in eerste instantie voor een
periode van drie jaar gesloten en is sindsdien drie maal gewijzigd en één keer aangevuld.
Door het eerste wijzigingsverdrag van 27 maart 1996 werd de geldigheid van het verdrag
met acht jaar verlengd en werd een door deze verlenging obsoleet geworden bepaling
– die in de kostenverdeling voor de eerste drie jaren voorzag – vervallen verklaard.
Door het tweede wijzigingsverdrag van 26 april 1996 werd het ICMPD omgedoopt tot een
internationale organisatie met rechtspersoonlijkheid onder internationaal publiekrecht
en door het derde wijzigingsverdrag van 25 juni 2003 werd ten slotte bewerkstelligd
dat het ICMPD-verdrag in het vervolg voor onbepaalde tijd van kracht zal blijven.
Bij het vierde en laatste verdrag, het Verdrag van 26 mei 2014, gaat het ondanks de
misleidende titel – waarin wordt gesproken over de «fourth modification» van het ICMPD-verdrag – niet om een wijziging van het ICMPD-verdrag, maar om een
aanvullende regeling, die voorziet in de invoering van een intern belastingstelsel
dat van toepassing is op het personeel van het ICMPD.
De organisatiestructuur van het ICMPD bestaat uit een politieke stuurgroep (Steering Group), een directeur (Director General) en een adviesorgaan (Advisory Board). De politieke stuurgroep is het intergouvernementele orgaan van het ICMPD, waarin
elke verdragsluitende staat met één zetel is vertegenwoordigd. De stuurgroep benoemt
de directeur en de leden van het adviesorgaan en verleent onder andere goedkeuring
aan de reguliere jaarbegroting, het werkprogramma en het conferentieprogramma van
het ICMPD. De politieke stuurgroep is daarnaast een belangrijk forum waar de lidstaten
hun migratiebeleid met elkaar bespreken. Op dit moment neemt Nederland reeds als kandidaat-lid
en waarnemer deel aan de bijeenkomsten van de politieke stuurgroep. De directeur van
het ICMPD is belast met de dagelijkse leiding van de organisatie, die uit zo’n 240
personeelsleden bestaat en waarvan de werkzaamheden zijn onderverdeeld in drie directies:
(1) Policy, Research and Strategy, (2) Resources and Operations Management en (3) Migration Dialogues and Cooperation. Het ICMPD beschikt naast het hoofdkantoor in Wenen over een Missie in Brussel, een
regionaal kantoor voor het Middellandse Zeegebied in Malta en zo’n 20 operationele
projectkantoren in met name Oost-Europa, het Midden-Oosten en Klein- en Centraal-Azië.
De directeur van het ICMPD wordt bij zijn werkzaamheden bijgestaan door een adviesorgaan,
dat op dit moment is samengesteld uit vijf vooraanstaande deskundigen op het gebied
van migratie.
Het ICMPD legt zich toe op drie verschillende taken: het verrichten van onderzoek,
het faciliteren van capaciteitsopbouw en het ondersteunen van migratiedialogen. Het
ICMPD is allereerst een toonaangevend onderzoekscentrum dat over een grote mate van
expertise beschikt op alle deelgebieden van het migratiebeleid, waaronder arbeidsmigratie,
terug- en overname van onderdanen, asiel en internationale bescherming, grensbeheer
en het voorkomen en bestrijden van illegale migratie en mensenhandel. Het ICMPD verzamelt
en analyseert migratiedata en verricht vanuit een internationaal perspectief onderzoek
dat van belang is voor de beleidsmakers van haar lidstaten. Daarnaast organiseert
het ICMPD jaarlijks een groot aantal conferenties, waar nationale beleidsmedewerkers
ook in contact worden gebracht met academische onderzoekers. De tweede taak van het
ICMPD is het faciliteren van capaciteitsopbouw in met name derde landen. Het gaat
daarbij onder andere om het geven van trainingen, het ondersteunen van de nationale
processen van institution building en het bevorderen van de samenwerking tussen de relevante nationale en internationale
actoren op het gebied van het migratiebeleid. In dit kader is het ICMPD momenteel
bij zo’n 70 projecten in meer dan 90 landen betrokken. De derde taak van het ICMPD
is het ondersteunen van de politieke migratiedialogen tussen de EU-lidstaten en derde
landen, waaronder het Budapest- en het Praag-proces met het Oosten, en het Rabat-
en het Khartoem-proces met het Zuiden. Als internationale organisatie is het ICMPD
bij uitstek geschikt om in deze politieke migratiedialogen een constructieve rol te
spelen als trusted partner.
3. Het belang van Nederland bij het lidmaatschap van het ICMPD
Het migratiebeleid wordt gekenmerkt door een grote mate van beleidsdivergentie en
Nederland ziet zich daarom gesteld voor tal van uitdagingen bij het in stand houden
van de relevante migratiedialogen en bij het realiseren van een effectieve internationale
samenwerking met de verschillende landen langs de belangrijkste migratieroutes, zowel
binnen als buiten Europa. Daarbij zet Nederland in op de ontwikkeling van een innovatief
intern en extern migratiebeleid. In de afgelopen jaren zijn in de samenwerking met
het ICMPD positieve ervaringen opgedaan met het ondersteunen van de EU-migratiedialogen,
met de ontwikkeling van het terugkeerbeleid en met de capaciteitsopbouw in derde landen.
Door toe te treden tot deze internationale organisatie kan de toegevoegde waarde van
het ICMPD voor Nederland in de komende jaren worden vergroot, niet alleen door het
beleidsrelevante onderzoek dat binnen deze organisatie wordt verricht, maar vooral
ook door de mogelijkheid die het forum van het ICMPD biedt om de (dikwijls ook interne
EU-) migratiedialoog te beïnvloeden. Als gewaardeerde uitvoerende organisatie op het
gebied van capaciteitsopbouw en internationale migratiesamenwerking beschikt het ICMPD
bovendien over veel goodwill van voor Nederland relevante partnerlanden. Het lidmaatschap van het ICMPD zal daarom
voor Nederland van belang zijn bij het bestendigen en ontwikkelen van zijn voortrekkersrol
in de internationale migratiedialoog en de internationale migratiesamenwerking.
Het ICMPD ondersteunt ten behoeve haar lidstaten onder andere de volgende activiteiten:
• Het ondersteunen van EU-externe migratiedialogen buiten de structuur van de VN (secretariaatsfunctie
en aanjaagfunctie processen);
• Het bieden van regionaal tegenwicht door de uitvoeringspraktijk van de mondiale VN-organisaties
op het gebied van migratie kritisch te volgen en te evalueren («checks and balances»);
• Het bieden van de mogelijkheid voor Europese (lid)staten met een uiteenlopende kijk
op migratiethema’s om op een constructieve manier en in wisselende samenstelling over
migratiethema’s te discussiëren en consensus te bereiken;
• Het ondersteunen van de capaciteitsopbouw die nodig is voor het migratiebeheer in
derde landen die zowel voor Nederland als de EU relevant zijn;
• Het verrichten van beleidsondersteunend onderzoek en evaluaties.
In tegenstelling tot de mondiale organisaties die actief zijn op het gebied van migratie
en de daarmee verwante beleidsterreinen – zoals de Internationale Organisatie voor
Migratie (IOM), de VN-Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) en het VN-Bureau voor Drugs
en Criminaliteit (UNODC) – is het ICMPD een uitgesproken regionale organisatie. De
organisatie heeft haar wortels in Europa en het gros van haar activiteiten concentreert
zich op de regio’s die een sterke migratieband met Europa hebben, zoals Afrika, Klein-
en Centraal-Azië en het Midden-Oosten. De organisatie beschikt daarbij over een netwerk
van steunpunten in verschillende relevante partnerlanden, waaronder in een viertal
focuslanden van het Nederlandse migratiebeleid: Irak, Jordanië, Libanon en Nigeria.
Het ICMPD weet relevante en soms lastige spelers om de tafel te brengen en kan op
het gebied van de regionale samenwerking flexibeler opereren dan de grote mondiale
organisaties. Daarbij dient in het bijzonder te worden opgemerkt dat het ICMPD de
ondersteuning van de regionale migratiedialogen – waaronder het eerder genoemde Khartoem-proces,
waarvan Nederland de inkomende voorzitter is2 – naar grote tevredenheid van Nederland uitvoert. Doordat het ICMPD in veel derde
landen lokale vertegenwoordigers heeft, beschikt het ook over goede operationele en
beleidsmatige contacten met zowel de uitvoerende organisaties als de lokale overheden.
De organisatie is daardoor eveneens in staat om de uitvoeringspraktijk van de mondiale
VN-organisaties op het gebied van migratie kritisch te volgen en te evalueren. Het
ICMPD is in dit opzicht niet alleen een waardevolle regionale aanvulling op de mondiale
VN-structuur, maar biedt binnen die mondiale structuur ook een belangrijk Europees
tegenwicht. Voor wat betreft de EU-interne migratiedialoog is het verder van belang
dat veel lidstaten van de EU in Centraal- en Oost-Europa eveneens lid zijn van het
ICMPD. Door toe te treden tot het ICMPD zal Nederland daarom niet alleen in staat
zijn om meer invloed uit te oefenen op de EU-externe, maar ook op de EU-interne migratiedialoog.
Dit zal in de komende jaren van groot belang zijn, aangezien een gemeenschappelijk
gedragen Europees migratiebeleid – onder andere voor wat betreft de Balkanregio –
op dit moment onder druk staat.
Het ICMPD slaat daarnaast een brug tussen beleidstheorie en de regionale uitvoeringspraktijk,
doordat het niet alleen kennis op het gebied van het beleidsonderzoek vergaart, maar
ook diensten verleent op het gebied van de capaciteitsopbouw. Deze diensten worden
verleend aan de lidstaten van het ICMPD, aan de EU en de EU-partnerlanden en aan de
herkomst- en transitlanden. Zo is het ICMPD als partnerorganisatie betrokken bij de
uitvoering van het EU-terugkeerprogramma ERRIN (European Return and Reintegration Network), dat onder leiding van Nederland wordt uitgevoerd en dat tien procent van de totale
EU-terugkeer voor zijn rekening neemt. Naast de organisaties van de VN, speelt het
ICMPD op dit gebied een belangrijke rol bij het verwerven en realiseren van de dienstverlening
die nodig is voor zowel de vrijwillige als de gedwongen terugkeer. Anders dan het
IOM, is het ICMPD ook actief op het terrein van de gedwongen terugkeer, waarvoor alle
lidstaten van de Europese Unie hun preferred partners zoeken. Door toe te treden tot het ICMPD zal Nederland een aanvullend netwerk van
partners en partnerlanden kunnen aanboren en bovendien de focus en de richting van
de samenwerking met deze partnerlanden mede kunnen bepalen. De Nederlandse overheid
zal daardoor beter in staat zijn om de capaciteitsopbouw in en de operationele samenwerking
met de voor Nederland relevante partnerlanden verder te ontwikkelen. Daarnaast zal
het lidmaatschap van het ICMPD de Nederlandse departementen en uitvoerende diensten
in staat stellen om gebruik te maken van een sterk (in-)formeel netwerk van contacten
bij de Europese Commissie en van de ondersteuning van (EU-)financieringsaanvragen
en internationale projectuitvoering. Tot slot zal Nederland ook beter (innovatief)
onderzoek kunnen verrichten en laten verrichten, doordat het een betere toegang zal
krijgen tot de kennis en de expertise die binnen deze organisatie aanwezig is en doordat
het als lidstaat ook invloed zal kunnen uitoefenen op de onderzoekagenda en het conferentieprogramma.
Met behulp van het kenniscentrum dat bij het ICMPD is ondergebracht, zal Nederland
dus flexibeler kunnen inspelen op politieke wensen om bepaalde aspecten van het migratiebeleid
nader te onderzoeken, uit te werken of te testen.
Samenvattend kan worden gesteld dat het ICMPD als regionale organisatie, die een Europees
profiel verbindt aan kennis, dialoog en het verlenen van diensten, complementair is
aan de mondiale organisaties die actief zijn op het gebied van migratie. Het lidmaatschap
van het ICMPD zal het Nederland mogelijk maken om zowel de EU-interne als de EU-externe
migratiedialogen sterker te beïnvloeden, waardoor de Nederlandse positie in zowel
het Europese als het mondiale krachtenveld zal worden versterkt.
4. Gevolgen voor de rijksbegroting
Het budget voor de programma’s van het ICMPD wordt voor zo’n 70% door de EU bekostigd.
Daarnaast wordt de organisatie zelf hoofdzakelijk gefinancierd door de contributies
van haar lidstaten. Voor Nederland bedraagt de contributie voor het lidmaatschap vooralsnog
EUR 140.000 per jaar. Deze contributie zal ten laste komen van het Ministerie van
Buitenlandse Zaken en zal worden gefinancierd uit non-ODA gelden.3 Binnen de stuurgroep (Steering Group) van het ICMPD zal de financieringssystematiek voor nieuwe lidmaatschappen volgend
jaar tegen het licht worden gehouden en voor nieuwe leden zal de contributie hierdoor
naar verwachting gaan stijgen. Indien Nederland nog in 2019 tot het ICMPD toetreedt,
geldt echter nog de bestaande gunstige berekening.
5. Een ieder verbindende bepalingen
Naar het oordeel van de regering bevat het ICMPD-verdrag geen een ieder verbindende
bepalingen in de zin van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, die binnen de Nederlandse
rechtsorde aan natuurlijke personen of rechtspersonen rechtstreeks rechten of bevoegdheden
toekennen of plichten opleggen.
6. Artikelsgewijze toelichting
Het oorspronkelijke ICMPD-verdrag uit 1993 is gesloten in het Duits en de vier daarop
volgende verdragen zijn gesloten in het Engels. Aangezien er geen officiële geconsolideerde
versie van het verdrag bestaat, zal er voor deze artikelsgewijze toelichting gebruikt
worden gemaakt van de geconsolideerde Nederlandse vertaling die is gepubliceerd in
Trb. 2019, nr. 92 (pp. 14–16).
Artikel 1 – Doel van het verdrag
Artikel 1 geeft aan dat de partijen met het verdrag zowel de internationale samenwerking
op het gebied van het migratiebeleid als het onderzoek naar migratie beogen te bevorderen.
Teneinde de omvang en samenstelling van de immigratiestromen op een door de partijen
gewenst niveau te houden, beogen de partijen lange termijn-strategieën te formuleren,
die betrekking hebben op de vroegtijdige signalering van immigratiestromen, de bestrijding
van de oorzaken van immigratiestromen, de harmonisering van de toelatingsmaatregelen
en de afstemming van het vreemdelingen-, asiel- en vluchtelingenbeleid.
Artikel 2 – Oprichting van het ICMPD
Artikel 2 voorziet de oprichting van het ICMPD. Sinds het tweede wijzigingverdrag
van 26 april 1996 bepaalt deze rechtsgrondslag dat het ICMPD een internationale organisatie
is met rechtspersoonlijkheid onder internationaal publiekrecht. Deze juridische vormgeving
stelt het ICMPD onder andere in staat om partij te worden bij verdragen en om lid
te worden van internationale organisaties. Volgens het eerste lid van artikel 2 is
het hoofdkantoor van het ICMPD gevestigd in Wenen en het derde lid bepaalt daarom
dat zowel de civielrechtelijke rechtspersoonlijkheid als de voorrechten en immuniteiten
van het ICMPD en haar personeel in Oostenrijk worden geregeld door de Republiek Oostenrijk.
Artikelen 3 en 4 – Instelling en taken van de politieke stuurgroep
Artikel 3 voorziet in de instelling van de politieke stuurgroep (Steering Group) die is belast met het algemene toezicht op het ICMPD. De politiek stuurgroep is het
intergouvernementele orgaan van het ICMPD, waarin elke verdragsluitende staat met
één zetel wordt vertegenwoordigd. Artikel 4 geeft vervolgens een opsomming van de
taken van de stuurgroep. De stuurgroep benoemt de directeur van het ICMPD en de leden
van het adviesorgaan en verleent goedkeuring aan onder meer de reguliere jaarbegroting,
het werkprogramma en het conferentieprogramma van het ICMPD. De stuurgroep verleent
eveneens goedkeuring aan de internationale overeenkomsten die het ICMPD aangaat en
adviseert en beslist over de toelating van nieuwe verdragspartijen. De stuurgroep
vergadert zo vaak als de gang van zaken vereist en het voorzitterschap wordt bij toerbeurt
uitgeoefend.
Artikel 5 – Directeur van het ICMPD
Artikel 5 voorziet in de instelling van de functie van de directeur (Director General) van het ICMPD. De directeur wordt benoemd door en is rechtstreeks verantwoording
verschuldigd aan de politieke stuurgroep. Volgens de door de stuurgroep op basis van
artikel 4 van het ICMPD-verdrag vastgestelde regels, wordt de directeur benoemd voor
een periode van 5 jaar, die vervolgens één maal met een periode van 5 jaar kan worden
verlengd.4 De directeur werft binnen het toegewezen budget het personeel van het ICMPD en houdt
hierop toezicht. Artikel 5 benoemt verder de belangrijkste taken van de directeur,
die in een later stadium door de stuurgroep op een meer gedetailleerd niveau zijn
uitgewerkt.5
Artikel 6 – Gebruikmaking van de diensten van het ICMPD
Artikel 6 bepaalt dat de verdragsluitende staten het recht hebben om de resultaten
van de activiteiten van het ICMPD voor hun eigen doeleinden te gebruiken. Binnen de
bestaande mogelijkheden, staan de diensten van het ICMPD daarnaast volledig tot hun
beschikking. Hierbij valt met name te denken aan het zogenaamde Member States Programme van het ICMPD, dat de komende jaren verder zal worden ontwikkeld. In het kader van
dit programma krijgen de lidstaten toegang tot de voor hen relevante informatie op
het gebied van migratie, worden er op het verzoek van de lidstaten specifieke onderzoeken
uitgevoerd en wordt er jaarlijks een conferentie over een door de lidstaten te bepalen
migratieonderwerp georganiseerd. Daarnaast kan het ICMPD desgewenst voor haar lidstaten
bilaterale of multilaterale (informele) meetings organiseren op ambtelijk of politiek niveau.
Artikel 7 – Financiering van het ICMPD
Artikel 7 bepaalt dat de reguliere kosten van het ICMPD door de verdragsluitende staten
worden gefinancierd. De stuurgroep verleent goedkeuring aan de door de directeur van
het ICMPD ingediende begroting en beslist over de verdeling van de kosten over de
verdragsluitende staten. Het uitgangspunt is dat de verdragsluitende staten elk een
evenredig deel van de kosten dragen. Voor wijzigingen van de geplande begroting is
de toestemming van de stuurgroep vereist.
Artikel 8 – Deelname van andere partijen en internationale organisaties
De stuurgroep kan andere staten of internationale organisaties uitnodigen om tot het
ICMPD-verdrag toe te treden. Aangezien het ICMPD-verdrag zelf geen toetredingsprocedure
voorschrijft, kunnen staten en internationale organisatie op grond van artikel 16,
onder b, van het op 23 mei 1969 te Wenen tot stand gekomen Verdrag van Wenen inzake
het verdragenrecht (Trb. 1972, nr. 51) tot het ICMPD-verdrag toetreden door een akte van bekrachtiging, aanvaarding of
goedkeuring bij de depositaris neder te leggen. In de verdragspraktijk van het ICMPD
treedt het Oostenrijkse Bondsministerie voor Europa, Integratie en Buitenlandse Zaken
als depositaris op.
Artikel 9 – Adviesorgaan
Artikel 9 voorziet in de instelling van het adviesorgaan (Advisory Board) dat de directeur van het ICMPD terzijde staat. Het adviesorgaan heeft geen aanwijzingsbevoegdheid
jegens de directeur, maar kan wel projecten voorstellen.
Artikel 10 – Beheer van het ICMPD
Artikel 10 bepaalt dat de Republiek Oostenrijk gehouden is de werking en de activiteiten
van het ICMPD en haar personeel zoveel mogelijk te vergemakkelijken.
Artikel 11 en 12 – Slotbepalingen
Artikel 11 bepaalt dat elke verdragsluitende staat het verdrag kan opzeggen met inachtneming
van een opzeggingstermijn van drie maanden. Artikel 12 bepaalt de datum van de inwerkingtreding
van het oorspronkelijke ICMPD-verdrag uit 1993.
7. Koninkrijkspositie
Het ICMPD is een internationale organisatie met een uitgesproken Europees profiel,
die zich in haar werkzaamheden vrijwel uitsluitend richt op geografische regio’s met
een sterke migratieband met Europa, zoals Afrika, het Midden-Oosten en Klein- en Centraal-Azië.
Een afzonderlijke participatie in de werkzaamheden van het ICMPD door de Caribische
delen van het Koninkrijk ligt daarom niet in de rede en de goedkeuring van het ICMPD-verdrag
wordt daarom uitsluitend gevraagd voor het Europese deel van Nederland.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.