Brief regering : Verslag Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 24 oktober 2019
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 541
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2019
Hierbij ontvangt u het verslag van de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal
Beleid, van 24 oktober 2019.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
VERSLAG RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSBVC) 24 oktober 2019
Raadsonclusies over Economy of Wellbeing
De Raadsconclusies over Economy of Wellbeing zijn aangenomen.
Versterken non-discriminatie in de EU
Tijdens het debat brachten meerdere lidstaten naar voren discriminatie harder te willen
bestrijden. Diverse lidstaten maakten duidelijk dat het nodig is de conceptrichtlijn
gelijke behandeling weer een nieuwe kans te geven. Volgens sommige lidstaten is deze
conceptrichtlijn een cruciaal instrument tegen discriminatie in de EU. Een beperkt
aantal lidstaten sprak uit wetgeving op nationaal niveau voldoende te vinden. Een
aantal lidstaten gaf aan dat wetgeving belangrijk is, maar niet genoeg. Er moet meer
werk gemaakt worden van het beter informeren van mensen over hun rechten en mogelijkheden
voor een gang naar de rechter. De rechten van gehandicapten werden specifiek genoemd.
Toegankelijkheid van gehandicapten tot diensten is een EU brede uitdaging. Daarnaast
werd er in het debat ook veel melding gemaakt van voorbeelden van discriminatie van
LGBTI-gemeenschappen, etnische groepen, migranten en armen.
Nederland heeft het nationale actieprogramma tegen discriminatie toegelicht. Daarnaast
heeft Nederland steun uitgesproken voor het doel van de conceptrichtlijn gelijke behandeling
en aangegeven te hopen dat de nieuwe Commissie verdere inspanningen zal plegen rondom
dit thema.
Mededeling over meer efficiënte besluitvorming in het sociale domein
In haar presentatie gaf de Europese Commissie aan dat de vier mededelingen die begin
2019 zijn gepubliceerd, als doel hadden het debat aan te zwengelen over meer efficiënte
besluitvorming op EU-niveau. Op een beperkt aantal onderdelen van het sociaal EU-beleid
wordt met eenparigheid van stemmen besluiten genomen. Volgens de Commissie zou overstappen
naar besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid, besluitvorming in de EU sneller,
flexibeler en efficiënter kunnen maken. Ook zou het makkelijker worden besluiten te
nemen die inspelen op de behoeften van burgers.
De meeste lidstaten zijn net als Nederland niet positief over het idee over te stappen
naar meer gekwalificeerde meerderheid.
Raadsconclusies over «de toekomst van werk: de Europese Unie bevordert de honderdjarige
verklaring van de Internationale Arbeids Organisatie».
De Raadsconclusies over «de toekomst van werk: de Europese Unie bevordert de honderdjarige
verklaring van de Internationale Arbeids Organisatie» zijn aangenomen.
Het afstemmen van vaardigheden en behoeften op de arbeidsmarkt in de veranderende
wereld van werk
Tijdens het beleidsdebat waren lidstaten het eens over het belang van een levenlang
leren. Samenwerking tussen regering, onderwijs, werkgevers, industrie, werknemersvertegenwoordigers
en andere stakeholders is hierbij essentieel. Meerdere lidstaten benoemden dat goed
gemeten dient te worden welke vaardigheden in de toekomst nodig zijn. In sommige lidstaten
zijn recentelijk reeds arbeidsmarktanalyse systemen opgetuigd om vraag en aanbod beter
op elkaar te kunnen afstemmen. Een aantal lidstaten benadrukte dat vervolgopleidingen
makkelijk toegankelijk moeten zijn en op maat gesneden naar behoeften. Carrièreadvies
is belangrijk en ook moet er aandacht zijn voor meer achtergestelde groepen. Komend
EU-voorzitter Kroatië gaf aan dat een levenlang leren één van de prioriteiten zal
zijn tijdens het Kroatisch EU-voorzitterschap.
Nederland heeft tijdens het debat benadrukt dat vaardigheden en onderwijs van cruciaal
belang zijn. Het snelle en onvoorspelbare karakter van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
vergt een aanzienlijke flexibiliteit van de mensen. Voor werknemers zijn opleidingen
en aanpassingsvermogen in de toekomst van cruciaal belang. Als voorbeeld heeft Nederland
het STAP-budget1 genoemd.
Europees Semester
De hoofdboodschappen van het Werkgelegenheidscomité omtrent de arbeidsmarkt en werkgelegenheid
in de EU en van het Sociaal Beschermings Comité omtrent de sociale situatie in de
EU zijn aangenomen.
Overige punten
Op 16 oktober jl. heeft uw Kamer de motie van het lid Asscher, over de toegang van
het mkb tot het Europees Globaliseringsfonds (EGF), aangenomen (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1481). In het debat voorafgaand aan de stemming over deze motie is benadrukt dat de uitvoering
van deze motie niet mag leiden tot vertraging van de Europese besluitvorming. De Raad
en het Europees parlement hebben inmiddels ingestemd met het voorstel van de Europese
Commissie, waarmee de besluitvorming onverwijld is afgerond. Daarbij heeft het Europees
parlement in een separate verklaring2 gepleit voor flexibele toepassing van de reeds bestaande uitzonderingsbepaling voor
aanvragen onder de drempelwaarde van 500 ontslagen werknemers in het geval van een
no deal Brexit. Het kabinet onderschrijft, in lijn met de motie de strekking van deze verklaring,
te meer omdat de toepassing van dit artikel in het belang is van het mkb. Dit staat
dan ook expliciet genoemd in de verklaring.
De Europese Commissie heeft tijdens de bespreking van het voorstel in de Raad ook
bevestigd dat dit artikel gebruikt kan worden voor aanvragen vanuit het mkb. Het kabinet
vertrouwt erop dat met de toelichting van de Europese Commissie en de verklaring van
het Europees parlement de toegang tot het EGF voor het mkb in het geval van een no deal Brexit waarborgen. In reactie op de Kamervragen van het lid Verhoeven (Aanhangsel
Handelingen II 2019/20, nr. 269) heeft het kabinet tevens aangegeven dat het zich zal inzetten om in goede samenwerking
met mede-overheden en bedrijfsleven aanvragen met een zo’n groot mogelijke kans van
slagen tot stand te laten komen. SZW licht bedrijven voor en begeleidt en ondersteunt
EGF-aanvragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid