Brief regering : Verslag informele Europese Raad van 28 mei 2019
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1456
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 mei 2019
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de informele
Europese Raad van 28 mei 2019.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG VAN DE INFORMELE EUROPESE RAAD VAN 28 MEI 2019
De leden van de Europese Raad (ER) kwamen op 28 mei jl. bijeen voor een informeel
diner waarbij is gereflecteerd op de uitkomsten van de verkiezingen van het Europees
Parlement (EP) en van gedachten is gewisseld over het proces van de voordracht van
kandidaten voor de topposities bij de EU-instellingen, met name de nieuwe voorzitter
van de Europese Commissie. De voorzitter van het EP, dhr. Tajani, woonde een deel
van de bijeenkomst bij.
Van 23 tot en met 26 mei hebben de verkiezingen voor het Europees Parlement in de
28 lidstaten van de EU plaatsgevonden. De uitkomsten van de verkiezingen in alle lidstaten
moeten nog worden vastgesteld door de nationale kiesraden. De opkomst van ruim 51%
was aanzienlijk hoger dan in voorgaande jaren (rond de 43% in 2009 en 2014), en de
hoogste opkomst van de afgelopen 25 jaar. In de discussie tijdens het diner werd de
hogere opkomst verwelkomd en gezien als een bevestiging van het toenemend belang dat
burgers hechten aan het zich uitspreken over Europese samenwerking. De opkomst draagt
bij aan een versterkt draagvlak voor het Europees Parlement. Aan de andere kant leidt
de uitkomst van de verkiezingen, waarbij meerdere partijen nodig zijn om een meerderheid
te vormen, tot een grotere noodzaak om samen te werken om coalities te vormen. Dit
proces zal ook binnen het Europees Parlement enige tijd in beslag nemen.
Wat betreft de benoemingen van de kandidaten voor de topposities heeft de ER zich
uitgesproken voor het vasthouden aan de procedures zoals vastgelegd in de EU-Verdragen.
Overeenkomstig de bespreking van de informele Europese Raad van 23 februari 20181 zal de ER, rekening houdend met de uitkomsten van de EP-verkiezingen en na gepaste
raadpleging van het EP, een kandidaat-voorzitter van de Europese Commissie voordragen
bij het Europees Parlement. Het Europees Parlement zal vervolgens stemmen over deze
kandidaat. Uiteraard moeten de uitkomsten van de EP-verkiezingen mee worden gewogen
in de voordracht van een kandidaat, en moet de kandidaat-voorzitter van de Europese
Commissie op een meerderheid in het Europees Parlement kunnen rekenen. Het is daarom
van belang dat het Europees Parlement op gepaste wijze wordt geraadpleegd voorafgaand
aan de voordracht.
De Minister-President heeft er tijdens zijn interventie voor gepleit om de keuze voor
de persoon als kandidaat-voorzitter van de Europese Commissie zo veel mogelijk te
combineren met de vaststelling van de Strategische Agenda met de prioriteiten voor de komende jaren voor de EU. Hierover besluit de Europese
Raad van 20–21 juni a.s. Voor het kabinet is het van belang te besluiten over de prioriteiten
en werkwijze zodat hier de geschikte persoon met de juiste kwaliteiten aan verbonden
kan worden en hij/zij effectief uitvoering kan geven aan de prioriteiten, ook waar
het gaat om het vertalen van deze prioriteiten naar de organisatie van de Europese
Commissie. Bij de benoeming van de andere topposities gelden voor het kabinet dezelfde
overwegingen van effectieve uitvoering van de gestelde prioriteiten. Gezien de complexiteit
van de besluiten over de benoemingen, waarbij een akkoord binnen de ER en met het
Europees Parlement nodig is, is tijd en zorgvuldigheid geboden. Tegelijkertijd acht
het kabinet het van belang dat tijdig wordt besloten over de voordracht en benoeming
van de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie, zodat de nieuwe Europese Commissie
eind 2019 van start kan gaan met de uitvoering van een nieuwe wetgevende agenda. De
voorzitter van de ER heeft het mandaat gekregen om in de komende periode de lidstaten
en het Europees Parlement te consulteren om een voordracht door de ER voor te bereiden.
Uw Kamer wordt verder geïnformeerd over het proces van de benoemingen in de geannoteerde
agenda van de ER van 20–21 juni a.s.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken