Brief regering : Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken van 18 februari 2019
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 1956 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 februari 2019
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad van Buitenlandse Zaken van
18 februari 2019.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 18 FEBRUARI 2019
Op 18 februari vindt de Raad Buitenlandse Zaken plaats. Tijdens deze Raad zal worden
gesproken over ontwikkelingen in de voorbereidingen van de top van de EU met de Liga
van Arabische Staten (LAS) van 24–25 februari en de ontwikkelingen in Venezuela, Oekraïne
en Hoorn van Afrika. Ook zal worden gesproken over de situatie in Syrië, doorgeschoven
van de informele Raad Buitenlandse Zaken van 31 januari en 1 februari jl. in Boekarest.
EU-LAS
De Raad zal spreken over de Top tussen de EU en de Arabische Liga (EU-LAS top) die
zal plaatsvinden op 24 en 25 februari in Egypte. Ter voorbereiding van de Top vond
op 4 februari een EU-LAS ministeriële bijeenkomst plaats in Brussel. Daar werd onder
meer gesproken over migratie, klimaatverandering en terrorisme, alsook de grotere
regionale conflicten (bijv. Libië en Syrië) en bestendiging van de samenwerking tussen
de EU en de LAS. Het kabinet acht het van belang dat op de Top ook het belang van
naleving van de mensenrechten aan de orde komt, migratie in al zijn facetten, inclusief
terug- en overname.
Venezuela
HV Mogherini zal de voortgang van het International Contact Group (ICG) bespreken. De eerste ontmoeting van deze groep vond plaats op 7 februari jl.
in Montevideo, Uruguay. Vanuit de EU namen naast Nederland ook Duitsland, Frankrijk,
Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk en Zweden deel en vanuit Latijns-Amerika Bolivia,
Costa Rica, Ecuador en Uruguay. De ICG heeft een verklaring1 uitgebracht en is overeengekomen om op korte termijn een technische missie naar Venezuela
te sturen. Deze missie onderzoekt de mogelijkheden om nieuwe presidentsverkiezingen
te houden en hoe de weg te vrij te maken voor urgente humanitaire hulp.
Momenteel heeft een grote meerderheid van de EU-lidstaten, inclusief Nederland, Juan
Guaidó als interim-president van Venezuela aanvaard. Nederland zal bij de EU-lidstaten
die deze stap nog niet hebben genomen aandringen dit alsnog te doen. Daarnaast is
het voor Nederland van belang dat de druk op het Maduro-bewind, onder meer via sancties,
wordt opgevoerd zolang er geen bereidheid is om stappen te nemen die Venezuela in
staat stellen naar een democratie terug te keren.
Oekraïne
De Raad zal spreken over de situatie in Oekraïne, waar op 31 maart de eerste ronde
van de presidentsverkiezingen zal plaatsvinden. Deze verkiezingen vinden plaats onder
uitdagende omstandigheden. Oekraïne is bijna vijf jaar na de Euro-Maidan revolutie
nog volop bezig met een belangrijk en ambitieus hervormingsproces. Er zijn goede resultaten
te melden op met name economisch gebied maar op het terrein van rechtsstaatontwikkeling
en anti-corruptie is er nog veel werk te verzetten. Tegelijkertijd ondervindt Oekraïne
nog steeds de effecten van het conflict in het oosten van het land en met name van
het destabiliserende Russische optreden in de regio. Ook de spanningen rond de door
Rusland illegaal geannexeerde Krim blijven hoog, zoals duidelijk werd met het incident
in de Straat van Kertsj op 25 november jl.
Het kabinet zal zich uitspreken voor het belang van een blijvende en sterke EU-inzet
ter ondersteuning van het hervormingsproces. Hervormingen komen direct ten gunste
aan de Oekraïense bevolking en versterken de weerbaarheid tegen buitenlandse inmenging
en (hybride) veiligheidsdreigingen. Het kabinet zal inzake de EU-steun aan Oekraïne
het belang van conditionaliteit blijven benadrukken.
Naar verwachting zal de Raad ook spreken over de gezamenlijke reactie op de spanningen
op en rond de Zee van Azov. De focus van de EU-inzet ligt op de-escalatie. Het kabinet
zal het verkennen van mogelijkheden voor versterkte EU-ondersteuning van de havens
rondom de Zee van Azov steunen en ervoor pleiten dat Rusland opgeroepen moet blijven
worden om vrije doorvaart door de Straat van Kertsj te garanderen en de gevangen genomen
Oekraïense bemanningsleden onmiddellijk vrij moet laten. Hoewel het kabinet aanvullende
restrictieve maatregelen niet uitsluit, zijn deze op dit moment niet aan de orde.
Hoorn van Afrika
Tijdens de Raad wordt gesproken over de Hoorn van Afrika. Hoge Vertegenwoordiger Mogherini
zal een terugkoppeling geven van haar bezoek aan de Hoorn van Afrika (9–13 februari).
Dit bezoek staat onder meer in het teken van de recente toenadering tussen Ethiopië
en Eritrea en de hernieuwde samenwerking van deze landen met Somalië en Djibouti.
Met het bezoek wil de Hoge Vertegenwoordiger de Europese betrokkenheid en inzet in
de regio, op het terrein van migratie, handel, ontwikkelingssamenwerking en mensenrechten
herbevestigen. Het bezoek biedt tevens gelegenheid om te spreken over de stabiliteit
in de regio en concrete acties die de EU zou kunnen nemen om transitieprocessen in
de regio alsmede regionale integratie te versterken.
Het Kabinet zal steun uitspreken voor het voortzetten van een constructieve, en ondersteunende
rol van de EU gericht op meer stabiliteit in de Hoorn van Afrika. Het kabinet zal
tevens de noodzaak voor hervormingen in Eritrea en verbetering van de mensenrechtensituatie
in Eritrea, Sudan en Zuid-Sudan aankaarten.
Syrië
Tijdens de Raad is een discussie over Syrië voorzien, mede naar aanleiding van de
aankondiging van President Trump dat de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Syrië
in de strijd tegen ISIS zal worden beëindigd2. President Trump zei tijdens de anti-ISIS bijeenkomst in Washington van 5 februari,
waar Nederland ook aanwezig was, dat het laatste deelgebied van ISIS in Syrië zeer
binnenkort veroverd zal zijn.
Ook zal de Raad spreken over de bredere Syrië-problematiek met het oog op de aanstaande
Syrië-conferentie in Brussel (12–14 maart 2019). Nederland zal, conform staand kabinetsbeleid
en in lijn met de moties Karabulut c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1946) en Voordewind c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1949), ingebracht tijdens VAO RBZ van 17 januari jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 42, item 10), de EU en de lidstaten in dit verband opnieuw oproepen om waar mogelijk en op alle
niveaus duidelijk te blijven maken dat Turkije weg moet blijven van unilaterale acties
die de anti-ISIS-inspanningen ondermijnen of verdere instabiliteit riskeren. Het kabinet
acht het – gezien de internationale en geopolitieke ontwikkelingen – voorts van belang
dat de EU-positie ten aanzien van politieke transitie en wederopbouw bestendigd wordt.
De EU blijft eensgezind dat alleen een politieke oplossing duurzame vrede kan brengen
voor alle Syriërs.
Nederland zal bovendien – net als Minister Blok al deed tijdens de anti-ISIS bijeenkomst
in Washington op 5 februari – wijzen op de noodzaak van accountability inclusief het belang van steun aan het IIIM (International Impartial and Independent Mechanism). Het is immers van groot belang dat gepleegde misdaden – waaronder mogelijk genocide
(referte VN-veiligheidsraadresolutie 2379 van september 2017) – kunnen worden onderzocht.
Nederland zal ook aandacht vragen voor de humanitaire situatie van personen die het
laatste ISIS-gebied in Syrië ontvluchten.
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.