Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Vermeer ter vervanging van nr. 60 over overgangsrecht voor lopende aanbestedingen nieuwbouwprojecten
36 576 Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Nr. 68
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VERMEER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR.
60
Ontvangen 19 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 1.1 wordt in de definitie van aangewezen warmtebedrijf en in de definitie
van aanwijzing wordt na «derde» ingevoegd «, 3a-de».
II
In artikel 12.2 wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
3a. Indien op het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel een overeenkomst als
bedoeld in het eerste lid ontbreekt en een warmtebedrijf transporteert en levert op
dat tijdstip nog geen warmte in een gebied maar het college heeft wel voor dat tijdstip
een aankondiging van een overheidsopdracht gedaan waarin een gemeente een warmtebedrijf
voor een gebied aangeeft een recht te willen geven of de verplichting op te willen
leggen warmte te transporteren en te leveren aan verbruikers, een collectieve warmtevoorziening
te exploiteren of verbruikers aan te sluiten op een collectieve warmtevoorziening,
waarvan de termijn voor het indienen van inschrijvingen op het moment van inwerkingtreding
van dit artikel is verstreken en op grond waarvan het college een met de gunningsbeslissing
beoogde overeenkomst sluit, verleent het college dat warmtebedrijf een aanwijzing
voor het gebied waarvoor de overeenkomst geldt, mits:
a. de gunningsbeslissing is genomen binnen zes maanden na inwerkingtreding van dit artikel,
en
b. de overeenkomst binnen drie maanden na het nemen van de gunningsbeslissing wordt ondertekend.
III
In artikel 12.3, eerste lid, wordt na «derde» ingevoegd «, 3a-de».
IV
In artikel 12.5, eerste en derde lid, wordt na «derde» telkens ingevoegd «, 3a-de».
V
In artikel 12.16, onder a, wordt na «derde» ingevoegd «, 3a-de».
VI
In artikel 12.17, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, wordt na «derde» telkens ingevoegd
«, 3a-de».
Toelichting
In bijvoorbeeld Rotterdam moet dit jaar voor een aantal grote nieuwbouwprojecten een
aanbesteding voor een collectieve warmtevoorziening worden gestart. Deze aanbestedingen
zijn mogelijk niet voor de inwerkingtreding van de Wcw afgerond. Doordat we met de
inwerkingtreding van de Wcw overgaan naar een publiekrechtelijke aanwijzing kunnen
de lopende aanbestedingen volgens het huidig wetsvoorstel niet meer worden afgerond
omdat deze dan niet passend zijn onder het nieuwe regime van de Wcw. Het aanbestedingstraject
moet dan worden beëindigd en er moet dan een nieuwe aanwijzingsprocedure conform de
Wcw worden gestart. Hierdoor is het nu zeer risicovol om nog een aanbestedingsprocedure
te starten of voor warmtebedrijven om op deze aanbesteding in te schrijven. Daardoor
komen nieuwbouwprojecten waarbij een aansluiting op een collectief warmtesysteem is
voorzien, in gevaar en lopen deze vertraging op en dat is in deze tijd van woningnood
niet wenselijk. Een oplossing hiervoor is dat onder het overgangsrecht een voorziening
wordt getroffen voor lopende aanbestedingen die al vergevorderd zijn en waarmee de
aanwijzing kan worden verleend aan het warmtebedrijf waaraan de opdracht wordt gegund.
Met dit amendement wordt geregeld dat warmtebedrijven die voortkomen uit reeds gestarte
aanbestedingsprocedures, waarin vóór inwerkingtreding van dit artikel inschrijvingen
zijn ontvangen, onder voorwaarden worden aangemerkt als bestaand warmtebedrijf. Hiermee
wordt voorkomen dat gemeenten lopende aanbestedingen moeten stopzetten of overdoen
vanwege het nieuwe wettelijke regime, wat zou leiden tot vertraging en extra kosten.
De bepaling bevat strikte voorwaarden om misbruik en willekeur te voorkomen. Alleen
vergevorderde aanbestedingen komen in aanmerking en er geldt een tijdslimiet voor
gunning en ondertekening. Zo blijft de publieke regie en het doel van de Wet collectieve
warmte gewaarborgd.
Vermeer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Henk Vermeer, Tweede Kamerlid