Amendement : Amendement van het lid Van der Plas over onafhankelijke advisering ten behoeve van de beoordeling door de Minister en een uitbreiding van de eisen voor het meerjarenprogramma
36 277 Tijdelijke regels over de instelling van een begrotingsfonds voor het landelijk gebied en de natuur (Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur)
Nr. 22 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER PLAS
Ontvangen 19 april 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Aan artikel 5 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Ten behoeve van de beoordeling, bedoeld in het derde lid, onderdeel b, laat Onze
Minister zich ten minste onafhankelijk adviseren over de vraag of:
a. de beoogde maatregel leidt tot het behalen van het beoogde doel;
b. de beoogde doelstelling bereikt kan worden met minder middelen;
c. er voldoende rekening is gehouden met negatieve sociaal-economische gevolgen van de
maatregel; en
d. als een maatregel genomen wordt op basis van onvrijwilligheid: alternatieven op basis
van vrijwilligheid in de afweging zijn meegenomen.
II
Aan artikel 6 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Onze Minister maakt jaarlijks in het meerjarenprogramma tevens inzichtelijk in hoeverre
de doelen, genoemd in artikel 2, tweede lid, worden behaald en op welke wijze is voldaan
aan de beoordeling, bedoeld in artikel 5, derde en vierde lid.
Toelichting
Met dit wetsvoorstel wordt beoogd om de doeltreffendheid en doelmatigheid en de controle
daarop van de Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur te vergroten.
Zonder deze wijziging is er geen daadwerkelijke toetsing van de doeltreffendheid en
doelmatigheid van de bestede gelden. Weliswaar is in artikel 5, derde lid, onder b,
opgenomen dat er getoetst wordt op doeltreffendheid en doelmatigheid, maar dit is
niet uitgewerkt. Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat er getoetst wordt op doelbereik,
maar niet op doeltreffendheid (zijn de doelen bereikt als gevolg van het gevoerde
beleid) of op doelmatigheid (hadden de beoogde doelstelling ook bereikt kunnen worden
met minder middelen).
Juist omdat de doelstelling van het Transitiefonds erg breed is; namelijk het verminderen
van depositie van stikstof, reductie van emissie van broeikasgassen, bereiken van
instandhoudingsdoelstellingen voor Natura 2000-gebieden in Nederland, beschermen en
verbeteren van chemische en ecologische toestand van watersystemen en de verduurzaming
van de landbouw, is het van groot belang dat er zicht is op de doelmatige besteding
van gelden en het doelbereik. Te meer daar er ook andere gelden ingezet worden voor
de beoogde doelen.
Het is daarom van belang dat enerzijds vooraf een goede afweging gemaakt van de inzet
van budget voor een maatregel en het doelbereik van deze maatregel. Waarbij ook de
doelmatigheid meegenomen dient te worden en anderzijds dit doelbereik, de doeltreffendheid
en de doelmatigheid achteraf en tijdens de duur van de looptijd van dit Transitiefonds
te evalueren en te monitoren.
De verwijzing van de regering naar de spelregels Meerjarenprogramma Transitie Landelijk
gebied in de Memorie van Toelichting horende bij dit Transitiefonds zijn hierbij niet
voldoende, al is het maar omdat deze spelregels geen juridisch bindend karakter hebben
en er derhalve geen enkele garantie is dat deze spelregels ook gevolgd worden.
De jaarlijkse monitoring kan toegevoegd worden aan het Meerjarenprogramma dat rapporteert
over de voortgang van de uitgaven van het Transitiefonds. Voor de hand liggend is
dat de Ecologische autoriteit de beoordeling op doelmatigheid en doeltreffendheid
doet.
Van der Plas
Indieners
-
Indiener
Caroline van der Plas, Kamerlid