Amendement : Amendement van het lid Becker over een brede voorhang
35 483 Regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 20..)
Nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID BECKER
Ontvangen 29 juni 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 6, achtste lid, vervalt de tweede zin.
II
In hoofdstuk 12 wordt na het opschrift een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 52a. Voorhang
1. De voordracht voor een krachtens artikel 6, zevende en achtste lid, 10, 13, vierde
lid, 14, vierde lid, 15, zesde lid, 17, vierde lid, 23, tweede lid, 26, tweede lid,
of 40, vierde en zevende lid, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt
niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd.
2. De vaststelling van een krachtens artikel 14, vijfde lid, vast te stellen ministeriƫle
regeling vindt niet eerder plaats dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers
der Staten-Generaal is overgelegd.
Toelichting
Met dit voorstel beoogt de indiener de beide kamers der Staten-Generaal inspraak te
geven bij wijziging van lagere regelgeving die voortvloeit uit de Wet inburgering
20.... De indiener onderschrijft het in de memorie van toelichting genoemde doel om
met dit wetsvoorstel een robuust en adaptief inburgeringsstelsel te realiseren. Zij
onderschrijft dat het stelsel voldoende ruimte moet bieden om te leren en mee te bewegen
met opgaven die zich aandienen, zonder dat daarvoor steeds grote (nieuwe) stelselwijzigingen
nodig zijn en begrijpt dan ook dat dit wetsvoorstel veel ruimte laat om bij algemene
maatregel van bestuur tot nadere uitwerking te komen. Tegelijkertijd is de indiener
van mening dat het bij de inrichting in eerste instantie en bij wijziging na evaluatie
gerechtvaardigd is dat democratische controle plaatsvindt op de meest fundamentele
onderwerpen via een voorhangprocedure bij de beide kamers der Staten-Generaal. Hierdoor
is het niet noodzakelijk om steeds (grote) nieuwe stelselwijzigingen aanhangig te
maken, maar krijgt de Staten-Generaal tegelijkertijd de mogelijkheid om inspraak te
hebben op de ontwikkelingen van het inburgeringsstelsel die evident samenhangen met
maatschappelijke ontwikkelingen en belangen. Met dit voorstel wordt in een voorhangprocedure
op de volgende onderwerpen binnen de Wet inburgering 20. voorzien: 1) participatieverklaringstraject,
2) voorbereiding op inburgering, 3) maatschappelijke begeleiding, 4) de brede intake,
5) afname leerbaarheidstoets, 6) schakelen leerroute na aanzienlijke inspanning, 7)
inhoud persoonlijk plan inburgering en participatie, 8) de module arbeidsmarkt en
participatie, 9) handhaving en 10) bekostiging.
Becker
Indieners
-
Indiener
Bente Becker, Kamerlid